leiders van het rijk voor leugenaars en
huichelaars verklarenvoor leugenaars
omdat zij in naam des Keizers bewust
een onwaarheid zouden zeggen, voor
huichelaars omdat zy dan een leugen
zouden motiveeren met edele gevoelens
met een plicht van menschelijkheid.
"Wat zou hen tot zulke stappen hebben
kunnen bewegen? Niets kon de leiders
van den Duitschen slaat, als Dreyfus
schuldig was, noodzaken, eenige verkla
ring te doen. Hun kon Dreyfus even
onverschillig zijn als Esterhazy. En toch
hebben zij de betrekkingen met Dreyfus
even stellig geloochend als zy de be
trekkingen met Esterhazy erkend heb
ben. De geheele beschaafde wereld is
vandaag, zonder zich te bekommeren
om de uitspraak van de rechters te
Rennes, het er over eens, dat Dreyfus
onschuldig is en dat enkel het bewust
zijn van de onschuld hem de zedelijke
kracht heeft kunnen geven om het on
gehoorde lijden te verduren, waaraan
hij vijf jaren lang heeft blootgestaan."
De Figaro zegt aangaande de oflicieuse
nota in den Reichsanzeigerdat enkele
opgewonden lieden reeds hebben gevon
den en verklaard, dat een vreemdeling
nimmer geloofd dient te worden, omdat
hij niet hen kan laten veroordeelen, die
den misdaad hebben bedreven waarvan
zy profiteeren. Dat de republikeinen hun
haat en minachting voor de monarchale
instellingen zoover dry ven, dat zij twij
felen aan een Koninklijk woord, is dwaas,
maar dat monarchisten en royalisten dit
doen, is krankzinnigheid.
Omtrent de vraag hoe de vier jaar
en acht maanden welke door Dreyfus
in strenge deportatie zijn doorgebracht
zullen berekend worden, enkel of dubbel,
is men het, zelfs in Frankrijk, niet eens.
Ook verstaat men niet de uitdrukking
verzachtende omstandigheden bij het
vonnis. Als of die bij landverraad kunnen
bestaan!
De Fransche bladen zijn over't alge
meen met de uitspraak niet tevreden.
De Radical zegt o. a. Het is niet alleen
eene botsing tusschen twee rechterlijke
hchamen, het burgerlijke en het mili
taire, maar het is de manifestatie van
de militaire macht tegenover de bur
gerlijke. Wjj zullen zien, wie het laatste
woord heeft.
De Matin vraagt, hoe men zich nu
bij de uitspraak neer kan leggen. Er
is ja, nog neen gezegd. De meening
der Duitsche bladen is eene afspiegeling
van hetgeen boven geciteerd is.
De Engelsche Zondagsbladen zijn
zeer scherp tegen het vonnis gekant en
de Belgische dito.
Een Spaansch blad meent: dat Frank
rijk deze daad van sabeljustitie moet
te niet doen, of het gaat te gronde en
een ander: Het vonnis zal door de
beschaafde wereld naar verdienste wor
den beoordeeld, namelijk als het laatste
valsche stuk waarop een schande-proces
berust.
De Oostenrijksche pers is niet min
der fel.
Het onteerende vonnis brengt ook de
gradatie mede. De leden van den krijgs
raad hebben een verzoek onderteekend,
waarbij gevraagd wordt de straf der de
gradatie kwijt te schelden. Volgens de
opvatting van sommigen zou hij dan toch
officier blijven.
Een Duitsche correspondent verhaalt
van de positie der Duitschers tegenover
de Dreyfuszaak.
Het publiek, meent hij, vindt de zaak
tamelijk vervelend en vermoeiend. Drey
fus zelf wordt wegens zijne anti-Duit-
sche neigingen voor een onsymphatiek
man gehouden en eene groote meerder
heid der Duitschers meent, dat men de
Franschen maar zelf de zaak moet laten
uitvechten.
Dat de staf van het Fransche leger
zich zoo compromiteerde zien de Duit
schers niet ongaarne. Mocht er eenmaal
oorlog komen, met een leger dat zulke
aanvoerders heeft, zal het gemakkelijk
te rekenen vallen.
In Nederland bestaat voor de zaak
eene groote belangstelling en moeielijk
is het daarvan volkomen rekenschap te
geven. Zou het ons meer ontwikkeld
rechtsgevoel zijn, dat ons aandrijft om
het fjjne van de zaak te kennen, of zou
alléén medelijden met Dreyfus ons in
deze leiden. Het is toch niet denkbaar
dat alléén wy het warnet van leugen
en bedrog zullen kunnen bevatten.
Zou het ook kunnen zijn, dat wij
Nederlanders, geen Jodenhaters zijn en
wij in de wreede vervolging een offer
zien brengen door het anti-semietisme,
dat in ons land nooit wortel heeft kun
nen schieten, omdat wij de Joden niet
tot onze minderen, in menig opzicht
tot onze meerderen rekenen. In elk ge
val, het feit van onze sympathie voor
Dreyfus bestaat.
In Transvaal wordt de toestand meer
en meer gespannen. In den Eersten
Volksraad is door een der leden on be
wimpeld uitgesproken dat oorlog een
uitkomst zou zijn en dat, nudeEngel-
schen troepen gezonden hadden naar de
grens, ook de republiek dit behoorde
te doen. Een ander noemde de Engelschen
eene natie van roovers en bandieten.
Er wordt bericht dat in Transvaal
eenige vrouwen-schietclubs zijn opge
richt en dat de regeering verscheiden
verzoekschriften heeft ontvangen bedoe
lende het het zevenjarig kiesrecht voor
den uitlander. Uit Southampton wer
den Zaterdag weer groote hoeveelheden
ammunitie naar de Kaap gezonden,
terwijl in de Engelsche bladen de regimen
ten worden genoemd die op eerste bevel
naar Zuid Afrika zullen vertrekken. Ook
de generaals der expeditie worden ge
noemd, een van hen is generaal Wau-
chope, een der Engelsch Egyptische
aanvoerders.
De Ieren zijn tegen den oorlog. De
gemeenteraad van Limmerick, een voor
name lersche stad, heeft eene motie
aangenomen, waarin sympathie met de
boeren wordt betuigd. De Burgemeester
verklaarde ter raadzitting er van over
tuigd te zijn, dat al de raadsleden zouden
willen mee vechten, maar met de boeren.
Zeer veel Oitlanders hebben Johan
nesburg verlaten. Al de aanvoerders
der Engelsche oorlogspartij hebben dit
voorbeeld gevolgd. Een Kaapsch blad
verklaart, dit heel goed te kunnen
begrijpen; geen dier heeren zal voor
zich het martelaarschap wenschen.
De Engelsche markt begint te klagen
over verminderden afzet tengevolge van
de crisis in Transvaal. Men vermoedt,
dat als het zóó begint, Chamberlain niet
lang zal moeten dralen tusschen oorlog
of vrede, want de handel heeft, zooals
men weet, in Engeland heel wat te zeggen.
Nog gaan er geruchten, als zou onze
Koningin aan Koningin Victoria verzocht
hebben tusschenbeiden te komen in het
belang van den vrede. Als het waar is
zullen wij er onze Koningin niet minder
om achten!
HAARLEM, 12 September 1899.
Het speelseizoen is aangevangen
met «East-Lynne of Een misstap uit
Jaloezie" een Engelsch sensatie drama.
Zooals men weet is het recept voor
een sensatie-drama beloonde deugd, ont
maskerde en gestrafte slechtheid, ont
sluierde geheimen, dit alles ten tooneele
gevoerd in een reeks spannende taferee-
len, waarin moorden, ontvluchtingen,
gevangennemingen enz. te zien worden
gegeven, waar de deugd de oogen ten
hemel slaat en de tale der deugd ver
kondigt, waar de slechtheid listiglyk
lagen legt en met 'n gemeen grijnzend
bakkes beliegt en bedriegt. De nare
droefgeestigheid wordt gebroken door
een glos en een grap hier en daar, door
een dwaas tafereeltje, door een komische
rol.
Volgens dit recept is ook East-Lynne
getrokken uit den roman van dien naam,
hetgeen men aanstonds begrijpt, wan
neer men de titels der tafereelen leest,
n. 1. De moordde ontmoetingde vlucht
uit East-Lynne; plichten en gevoelver
laten; de nieuwe gouvernante; de ar
restatie; laat de kinderkens tot mij
komen en tot besluitde laatste oogen-
blikken van een boetvaardige.
't Stuk gaf dus een behoorlijke portie
sensatie en spanning.En om die arti
kelen was men ten schouwburge gegaan,
de zaak was dus wat dat betreft in orde.
De vertooning was in goede handen.
Wij noemen in de eerste plaats de heeren
Buderman en Dehnonte voor de tragische
rollen en de heeren Wagemansen iMeuw-
land die 't meer grappige element ver
toonden. De \\eer\Nietiicland, als Bullock
agent van politie scheen zoo regelrecht
uit Luilekkerland weggeloopen, wat ons
deed vragen, hoe drommel komt die
Amsterdamsche diender plotseling onder
al die Hollandsch sprekende Engelschen
verzeild?
De dames Andre Meeuteiss enen Slath.
Kichl speelden Lady Isabel en Barba
ra Hare niet onverdienstelijk, hoewel
we ze liever in Revues zien optreden dan
in dergelijke rollen. Mej. Coerdes speel
de heel lief de coquette Afy; mejuffrouw
Coerdes is een lieve verscliijning, die 't
publiek aardig weet in te nemen, een
goede kracht voor Van Lier; Mevr. de
de la MarKleg deed ook heel goed
vooral in 't tooneeltje met W'agemans
(Dill) was ze op dreef.
De totaal-indruk was dus gunstig
en de eerste voorstelling in 't seizoen
is een succes geweest. De zaal was flink
bezet en herhaaldelijk werd geapplau-
diseerd. Sensatie is nu eenmaal gewild
in de wereld 1
Door de politie alhier is in beslag
genomen een valsch kwartguldenstuk
voerende de beeltenis van Koningin Wil-
helmina met onleesbaar jaartal.
Gisterenavond omstreeks 7 ure is
in de fabriek van ondergoederen van den
Heer van Vriesland aan de Oude Groen
markt, het navolgende ongeluk gebeurd.
Het meisje J. B. oud 16 jaien, wonende
Regulierstraat no 2*2 heeft met eenige
andere meisjes allen aldaar werkzaam
gestoeid en wilde onder een tafel door
kruipen waaronder een in beweging zy nde
as loopt, welke as dient om de naai
machines in beweging te brengen. Zy is
daarbij met het hoofdhaar in aanraking
gekomen met die as, waardoor het haar
over het geheele bovengedeelte van haar
hoofd is afgerukt. Zy is na verbonden
te zijn door Dr. van Dam, per rijtuig
naar het St. Elisabeths Gasthuis overge
bracht.
In het douchebadhuis zijn in de
afgeloopen week genomen 484 baden.
INGEZONDEN.
Een onverdiende aanval
is dezer dagen op Haarlem's gemeente
bestuur gericht door den heer A. B.
Gerhard. Hoofd eener openbare school
te Amsterdam. Het was toen hij hier
den lsten dezer optrad in eene openba
re vergadering der Volkskiesvereeniging
om aan te toonen, hoe noodig het is dat
ook «arbeiders"-vertegenwoordigers zit
ting erlangen tn den gemeenteraad Om
dat te betoogen gaf hij eenige cyfers
uit het officieele Regeeringsverslag be
treffende het «volstrekte" schoolverzuim
te Haarlem. Hij stelde daarna in het
licht hoe die cijfers op niets schijnen
te wijzen dan op nalatigheid en onver
schilligheid der ouders. Maar zoo ver
volgde hij „men moet vakman zijn
om te kunnen vermoeden en begrijpen
dat die gevolgtrekking niet juist kan
zijn, dat die schijn moet bedriegen." En
dan wees hij op nog andere cijfers o. a.
op de 300 kinderen boven en de 60 kin
deren beneden 12 jaar, die volgens ge
noemd verslag in 1897 de openbare
scholen alhier verlaten hadden zonder
de hoogste klasse doorloopen te hebben,
tegen 200, die heengingen na wel de
geheele school te hebben doorloopen.
Daaruit leidde hij af, dat de Haarlem-
sche ouders niet zoo onverschillig waren
als het verslag zou doen vermoeden om
vervolgens ook op grond van zjjne veel
jarige ondervinding te Amsterdam, tot
de conclusie te komen dat Haarlem's
gemeentebestuur slecht gezorgd heeft
voor het eigenlijke volksonderwijs. Want
zeide hij „als een gemeentebestuur
door voldoenden en tijdigen scholenbouw
en door geregelde krachtige aansporing
tot schoolbezoek er voor zorgt, dat elk
kind plaats zou bannen vinden, wanneer
het zich maar vóór zijn zesde jaar aan
meldde, dan vermindert het volstrekte
schoolverzuim snel.
Dien aanval op Haarlem's gemeente
bestuur nu noem ik onverdiend en ik
heb mij zóó verbaasd over de lichtvaar
digheid, waarmede een man van de ont
wikkeling en den leeftijd van den heer
Gerhard hier te Haarlem komt spreken
over Haarlemsche toestanden blijk
baar zonder zich vooraf daarvan op de
hoogte gesteld te hebben dat ik met
het schrijven dezer regelen gewacht
heb tot ik zeker was, dat het bovenstaan
de de gedachtengang zijner rede is ge
weest.
Wat toch is de feitelijke toestand in
deze gemeente?
Sedert 30 jaren en misschien nog wel
veel langer behoefde hier by de jaar-
lijksche toelating van leerlingen tot de
openbare lagere scholen voor on- en min
vermogenden nog nooit een kind op
grond van plaatsgebrek afgewezen te
worden, omdat het gemeentebestuur
steeds tjjdig zorgde voor de noodige
schoollokalen. Elk kind, dat bijtijds werd
aangegeven, vond plaatsal kostte het
soms een enkele maal moeite voor ieder
een ruimte te vinden in de meest nabij
gelegen school, dan was er toch altijd
nog plaats binnen den korten afstand,
waarop de scholen hier van elkander
verwijderd zijn. Bovendien was er jaar
lijks nog plaats voor een groot aantal
leerlingen die, van elders komende, tus-
schentijds (d. w. z. niet bij dejaarlijk-
sche toelating op 1 Mei) bij na elke maand
zich kwamen aanmelden.
Heeft het gemeentebestuur alzoo hier
gezorgd voor voldoenden en tijdigen
schoolbouw met het oog op de jaar-
lijksehe toelating der kinderen van on
geveer zesjarigen leeftijd, evenmin heeft
het ontbroken aan geregelde krachtige
aansporing van de oudere leerlingen tot
trouw en langdurig schoolbezoek. De
schoolcommissie tracht evenals de Hoof
den der scholen en het onderwijzend
personeel de ouders te bewegen hunne
kinderen zoo lang mogelijk op school
te laten. Dientengevolge kunnen alle
leerlingen in plaats van de zes officieele
leerjaren op de scholen voor on- of
minvermogenden zeven leerjaren door
loopen, maar de hoogste klasse is
zelden of nooit zoo vol als zij wezen
kon. Dit is toch zeker niet de schuld
van Haarlem's gemeentebestuur en
wat aangaat de pogingen hierboven
bedoeld om het doorloopen van alle
klassen te bevorderen die geschiedden
met voorkennis en instemming van
hetzelfde bestuur.
Bovenstaande feiten meende ik te
moeten aanvoeren voor de eer van
Haarlem's gemeentebestuur als eene
verdediging tegen „een onverdienden
aanval". Voor de juistheid daarvan kan
ik instaan uit eigen ervaring gedurende
de tien jaren, dat mjj als wethouder
meer in het bijzonder de belangen van
het onderwijs waren opgedragen. Waar
ik sprak van «30 jaren en misschien
nog wel veel langer" ging ik af op het
getuigenis van den vorigen burgemeester
Iordens, dien ik meermalen aldus heb
hooren spreken, gelijk hy er ook roem
op droeg te Haarlem het onderwijs in
de handwerken op de volksschool inge
voerd te hebben lang voordat de Rykswet
de gemeentebesturen daartoe verplichtte.
Aan medewerking van de zijde van den Ge
meenteraad heeft het burgemeester en
wethouders bij dat alles nooit ontbroken.
Toch verbeeld ik my niet dat hier op
onderwijsgebied alles volmaakt is alle
menschenwerk heeft feilen en gebreken
en bovendien stellen de financieele krach
ten der gemeente zekere grenzen. Maar
wat de heer Gerhard meende te mogen
afleiden uit cijfers, over welker betee-
kenis men veel kan gissen doch moeie
lijk met zekerheid kan spreken, is in
stryd met feiten, die hem zonder veel
moeite zijnerzijds bekend hadden kunnen
zijn.
Mr. A. C. Waller.
Haarlem, 11 September 1899.
MUZIEKUITVOERING
in den Hout op Woensdag IS Sep. des 's avondi
van 8 tot 10 uur, door het llaarlemsch Muziek
korps, Dir. lnit.-kapelmeeater C. P. W. KRIENS.
PROGRAMMA!
1. Marsch uit -Le Prophéte"Meyerbeer.
2. Ouverture „Raymond"Thomas.
8. -Hourida." Grand valse de concert Gillet.
4 Grosse Pantaisie ans der Oper „Tan-
hauser" Wagner.
5. Ouverture -Bandèenstreiche'iSuppd.
6. Grande fanlaisie de l'opdra-Faust" G .unod.
7. Zwei nngariscbe Tanze Brahma.
8. -Terpsichore." Fantaisie ballet..Gunne.
ORGELBESPELING.
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op
Donderdag 14 Sept 1899, des namiddag! van
3 uur door den Heer W. EZERMAK
PROGRAMMA.
1. Preludium en FugaJ. S Hach.
2. Andante uit de 4e Syrnphouie.Mendelssohn.
3. Sonate op. 19A. G. Ritter.
a. Rasch nnd entschlossen.
b. Rnhige Bewegnng.
c. ltaach und leurig.
4. Md'odieA. Guilmant.
5. Arie und Romance. (TannhiiuaerJR. Wagner.