N ieu wsberichten tapperij van 1 April tot 31 October 's Maandags en Donderdags 's morgens te 3]/j uur wenscht te mogen openen en het geheele jaar op de vier marktdagen te half zes. De Commissie stelde ook hier afwij zende beschikking voor. Het voorstel kwam in behandeling. De Heer Tjeenk Willink wenscht het voorstel te stellen in handen der Rechtsgel. Commissie. In stemming wordt het aangenomen met 4 stemmen tegen. Vastgesteld worden de volgende plaatsen voor kiosken. 1. Kenaupark, tegenover den weg, welke naar de Pieter-Kiesstraat leidt 2. Aan de Zijlbrug 3. Plein, tusschen Dreef en Wagenweg; 4. Verwulft of Qed. Oude Gracht; 5. Groote Markt, bq de Vischmarkt; 6. De Melkbrug of Spaarne; 7. In den omtrek van de Amster- damsche poort de juiste plaatsen door Burgemeester en Wethouders nader aan te wjjzen. III. Te bepalen dat in de kiosken alleen mogen worden verkocht vruch tensiropen, minerale of gazeuse wateren, melk, koffie, thee, en chocolade. In deze was nog een verzoek inge komen van zes verschillende personen, aangezien de plaatsing van enkele kios ken in hun nadeel is. De Heer Schram heeft het woord. Wenscht een kiosk aan de Kaasmarkt, en een wachtlokaal aan de Turfmarkt. Opgekomen wordt tegen het verkoo- pen van bouillon, ijs en gebak. De Heer Willink begrijpt niet waar aan de Turfmarkt of Kaasmarkt dat wachtlokaal moet staan. De Heer de Breuk zegt, dat er werkelijk geen plaats voor is. De plaatsen voor No. 1—5 worden goedgekeurd, No. 6 geeft aanleiding tot bespreking. De Heer Groot trekt het voorstel wachtlokoal in. De Heer Schram wenscht uitgemaakt of op de Kaasmarkt of bij de Waag plaats is voor een kiosk De Heer Schram trekt z(jn voorstel in. De Heer Van den Berg wenscht nog een kiosk bij het volks douche-badhuis, wat B. en W. in overweging zullen nemen. Vastgesteld wordt, een plan van C. H. Kok, tot het bebouwen van gronden aan de Leidschestraat, het werd aan genomen, en ter vaststelling werd aan geboden een plan van bebouwing- van gronden ten westen van den Koningin neweg in verband met een vroeger voor stel van den Heer J. N. Kruseman in deze. De Heer Roog geeft in overweging de voordracht aan B.^en W. terug te zenden, ten einde bespreking uit te lokken betreffende beschoeiing der Leidsche vaart door adressanten, m. a. w. op hunne kosten. De Heer de Breuk ziet niet in dat terugzending noodig is. De Heer Stolp is ook van die mee ning. Nog eenige discussie over het in verbinding brengen van de Tuinlaan met de Leidsche vaart, wat de Heer de Breuk niet billijk vindt. De Heer Willink roeent, dat er dan weer een doodloopende straat komt. Nog veel discussie. De Raad besluit de voordracht aan B. en W. terug te zenden. Voor bestrating en rioleering van de verlengde Bloemhofstraat staat de Raad 4758 toe. W. Berkemeyer en de Dames Sluy- terman verzoeken vergunning tot het plaatsen van een ijzeren hek om den aan hen verhuurden grond te mogen uitstellen totl Mei 1900. De vergunning wordt verleend. De logementhouder Scholten wenscht echter dat hek een meter verder te doen plaatsen met het oog op den inrij van zjjn stal, doch B. en W. stellen voor hierop niet in te gaan. Aanvraag wordt gedaan door A. Koen om aan de gemeente te verkoopen voor f 400.een gedeelte grond en water van zijn perceel hoek Oranjeboomstraat en Oost Indiesch vaartje. Voorgesteld en besloten wordt dien koop te sluiten. Weer een verzoek tot hooger bouwen dan de verordening toestaat, thans voor de verbouwing aan het perceel Kleine Houtstraat 4. De Raad besluit toe te staan. Het besluit tot onbewoonbaar ver klaring van de woning Kerkhofstraat 6 C wordt ingetrokken, omdat aan de gestelde eischen is voldaan. De Raad besluit tot onbewoonbaar verklaring van zeven woningen. De Heer Groot wenscht, dat voor het geval het noodig is, de bewoners onder dak gebracht te worden van gemeentewege. De Heer Stolp vraagt eenige inlichtingen, die de Heer de Breuk verschaft. De Heer Stolp wenscht het voorstel terug te zenden ten einde tot eene schikking te komen ten opzichte van waterlevering boven contract. De Heer Waller vindt terugzending niet noodig, hoewel toe stemmende, dat er in het doen betalen door de eigenaars eenige onbillijkheid bestaat. De Heer Hofland stelt voor het voorstel niet terug te zenden. De Voorzitter heeft nog het woord. Voor stel terugzending valt in stemming. Bij de stemming over het voorstel zelf, werd het aangenomen met 2 stem men tegen. Vervolgens besloot de Raad tot negen en twintig weder verhuringen van gronden aan verschillende huurders en om aan R. Veldhuyzen van Zanten 70.terug te betalen van de door hem gestorte ƒ250 voor kosten van toezicht op het bouwen van een vaste brug langs den weg aan de Leidsche Vaart. De Heer Modoo stelt voor de aanvra gen voor verhuring toe te staan voor één jaar, met het oog op den uniformen huurprijs, welke hij niet goed kan vinden en dan later te bepalen den huurprijs voor elk verhuurde gedeelte afzonderlijk. Het voorstel wordt, genoegzaam onder steund, zonder stemming wordt dit aan genomen. De firma Gebrs. van Brederode vraagt vergunning haar perceel aan te sluiten bjj de fabriek Electra. Het voorstel van B en W. wenscht af- wjj zing, wat de Heer Beynes niet kan goed keuren. De Voorzitter zet den toestand en standpunt van B. en W. uiteen. De Heer Beynes wenscht toe te staan tot weder- opzeggens. Ook de Heer Macaré vraagt naar een redelijk bezwaar. Nog eens de Voorzitter, evenzoo de Heer de Breuk. De Heer Tjeenk Willink vraagt inlich tingen. De Heer Beynes blijft geen be zwaar zien in het verleenen van tijdelijke vergunning. Voorstel afwijzing wordt aangenomen. Tot ambtenaar van den Burgelijken Stand benoemt de Raad den Voorzitter tot onderwijzer aan de vijfde tus- schenschool den Heer D. Peereboom te Brummen. Het gasverslag over November 1899 wordt aangenomen voor kennisgeving even als de Staat van onafgedane zaken van het jaar 1894, 1897,1898 en 1899. De Heer Schram vraagt naar de sedert lang benoemde Pensioen commisse. De Heer Macaré beantwoordt. De Heer Van der Kamp komt terug op eenige in eene vorige vergadering door hem gebruikte uitdrukkingen, waar mede geen beleediging bedoeld was. De Heer Macaré vraagt of het niet van belang zou zijn, voor het vervolg vaste Woensdagen vast te stelten voor de Raadsvergaderingen behoudens noodi- ge uitzonderingen. De Voorzitter deelt mede, dat met dien wensch zal rekening gehouden worden. De Heer Hofland deelt mede, dat de brugwachter Vrenegoor geschorst is in rijne betrekking wegens drankmisbruik en betreurt dit te meer, daar de man geen verweer was toegelaten. Spreker gelooft, dat drie maanden straf de manier niet is om hem te verbeteren. De Heer Hofland vraagt of de gestrafte onbekwaam was toen hij geschorst werd. De Heer van de Kamp heeft de zaak onderzochtde man was dronken. Vindt de straf niet te zwaar maar laakt het niet verhoor. De Voorzitter beantwoordt dat de man onbekwaam was en bovendien uit zijn betrekking was weggeloopen. De straf is niet te zwaar in aanmerking genomen de omstandigheden. De vergadering wordt gesloten. Generaal Warrens omtrekkende be weging van Vrijdag acht men mislukt. Bij Colesberg heeft Zaterdag een heet voorpostengevecht plaats gehad, uitslag was onbekend. Verschillende officieren van Engelsche vrijwiliigerkorpsen hebben hun ontslag genomen wegens verschil met andere officieren. Dat er meer gebeurd is met Bullers leger dan men weet, wordt voldoende aangenomen. Waren er voordeelen be haald, dan zou het wel rond gebazuind zijn. Zelfs de Engelsche zaakkundigen zien niet in, dat Buller ook maar iets is gevorderd, dat de groote botsing nog komen moet en het met het ontzet van Ladysmith nog niet al te helder is Uit het Boerenkamp aan de Boven Toegela wordt gemeld, dat Zaterdag middag, nadat de Engelschen reeds dien dag eenmaal waren terug geworpen, zij in den middag zich opnieuw marsch- vaardig maakten, doch weer gestuit werden, terwijl zjj hunne dooden en gewonden moesten oprapen. De Times ziet in dit alles nog voorpostenwerk, terwijl tevens blijkt, dat van het meer genoemd ontzet van Ladysmith tot heden geen sprake kon zijn. Integendeel gaan de Boeren voort met het beschieten. Van Modderrivier en Kimberley geen noemenswaardige berichten. Men klaagt er zeer over de hitte, evenals in Natal. Bq de inwijding van een raadhuis te Chatam is weer eens getoost over den oorlog, thans door lord Rosebery. Hij noemden dezen oorlog den geduchtsten, dien Engeland ooit gevoerd had, terwijl Engeland eene sterke publieke opinie tegen zich had, ontstaan door den in vloed van verkeerde inlichters. Hij ver trouwde, dat thans echter de kwade dagen voorbij zouden'zijn. De edele lord gaf bovendien sterk af op de aanvoerders der Boeren. Gelukkig, zeide hij, was er een hartstochtelijke beslistheid om tot den laatsten shilling en den laatsten man beschikbaar te stellen om het land in zijn nooden bij te staan. Een Engelsche kolonel wil voor de troepen in Zuid-Afrika andere geweren; geld mag geen bezwaar zijn. Te Weenen is men doende en Duitsch Oostenrijksch Boeren Hulp-comité te stichten. Men houdt den 2den Februari daar eene vergadering voor. Uit Pretoria bericht men nog van het gevecht bij Oliviershoek, dat er een groote slachting onder de Engelschen heeft plaats gehad en dientengevolge hun noordelijke kamp in verwarring is. De Engelschen verwisselden vijfmaal daags de troepen, die in gevecht geweest zjjn, door versche manschappen. De bezetting van Kimberley en Ma- feking hadden reeds toebereidselen ge maakt voor feestelijke ontvangst van de Engelsche ontzettingstroepen. Te vroeg. Er zijn er meer, die voorbarig zjjn. Zoo de Weener bladen, die nu al artikelen leveren over wat gebeuren zal, als Ladysmith hetzij dan „valt" of ontzet wordt. In beide gevallen, zegt de Neue Ireie Prestekomen wij dan den vrede nader. Slagen de Engelschen te Ladysmith, dan zal aan de eer voldaan wezen. Mislukt het ontzet, dan moet een ander Ministerie optreden. En dezelfde redeneering heeft het Weener Extrablatt: hetzij Ladysmith wordt ontzet of ingenomen, alsdan zal het oogenblik voor de Mogendheden ge komen zjjn om tusschenbeide te komen in het belang van den vrede. Omtrent het tegenwoordig veel be sproken fort te Johannesburg bevatte de Johannesburger Star een Engelsch blad, in April 1898 een artikel, waariu werd gezegd: Nadat de Regeering een fort heeft gebouwd met ons geld, bezet zjj het met wel onderlegde artilleristen, machine-kanonnen, enz. Gisternacht ver liet een detachement Pretoria met be stemming naar Johannesburg en ver overde een groot kanon, dat zoo het ooit in werking wordt gesteld, al de ruiten in onze venters zal breken- De gelukkige heeren Becket and Co. hebben een contract van het gouver nement, waarbjj zij op zich nemen steeds een voldoenden voorraad levensmiddelen beschikbaar te hebben ter voorziening ten allen tjjde van de forten om Pretora. Het zou belangrijk zijn, te weten hoe veel deze forten en deze bewapeningen s'jaars kosten en wat het bedrag is dat de inwonert tegenwoordig elk jaar heb ben te betalen om deze te onderhouden. Het fort is rechthoekig gebouwd met twee bastions aan twee tegenover elkaar gelegen hoeken. Op ieder bastion is een 15 c.M. snelvuurkanon opgericht, met twee Maximkanonnen ter zijde voor enfileeringsvuur. Aan de zijde naar Bernato Park ge keerd, zijn vier kleine snelvuurkanon nen geplaatst. Aan de tegenovergestelde zijde, naar Johannesburg gekeerd, is de ingang, die de borstwering onder een hoek van 45 graden doorsnijdt. Rechts en links hiervan zijn stallen. Onder het bastion, rechts, zijn de barakken en een magazijn. Onder 't bastion de aan weer zijde, de kamers der officieren en een ander magazijn. Of deze toebereidselen voor een even- tueele vernieling van Johanesburg te vergeefs gemaakt zijn, is de vraag. Het kan zjjn, alsdus eindigt dit spijtig ver slag van 't Engelsche blad, dat wanneer onze strijdmacht voor de stad van 't goudrif verschijnt, Johannesburg niet meer zal bestaan. Het kan ook zjjn, dat de kanonnen van het fort van Johannesburg nooit hun vernielende werking hebben te too- nen, als de Engelschen, wat nog best mogelijk is, er niet in slagen zoover te komen, dat zij het fort in 't gezicht krijgen. Te Barcelona zijn dezer dagen met het stoomschip Leon XIII vele Span jaarden van de Philippjjnen aangekomen zoowel militairen als ambtenaren met hunne gezinnen, die door de inlan ders gevangen waren gehouden. De ongelukkigen, die bjjna allen in zeer treurige omstandigheden verkeer den, werden bij hun terugkeer in het vaderland zeer hartelijk ontvangen. De regeering ontving bericht van den consul te Manilla, dat eerlang nog 200 in vrijheid gestelde Spaansche gevange nen uit het zuidelijk deel van Luzon, in Spanje zullen terugkeeren. Te Barcelona zal aan 't eind van de maand een groote meeting worden ge houden ten voordeele van den vrede en tegen de Engelsche politiek. Tal van wetenschappelijke, litteraire, industriêele en werklieden vereenigingen hebben hun steun toegezegd. HAARLEM, 26 Januari 1900. BACHCONCERT. De medewerking van mejufirouw Marcella Pregi uit Parijs maakte het derde Bachconcert bijzonder aantrekke lijk. De vermelding van dien naam op het programma, welke reeds in ons land een goeden klank heeft, werkte onge twijfeld mede tot een buitengewone op komst der leden. En geen wonder. Mejuffrouw Pregi bezit als zangeres hoedanigheden welke haar eene plaats aanwijzen onder de eerste artisten van Frankrijk. Aan een zeer sympathiek geluid paart zich een voorname, door en door artistieke voordrachtswijze. Schitterende proeven van stemontwik- keling en techniek gaf mejuffrouw Pregi ten beste in de kunstvolle zangnummers van Galuppi, Gluck en Bach, terwijl de innig mooie voordracht van Berlioz' Nuils d été de aanwezigheid mocht openbaren van die warmte des gemoeds, welke den artist den weg ontsluit tot de harten der toehoorders. Wie werd ten dezen opzichte niet getroffen door het tweede nummer Absence uit de heerlijke zangen van Berlioz. Doch wie gevoelde niet tevens bij de voortreffe lijke wedergave er van in zich opleven een hoog gevoel van waardeering voor den toond chter, die deze dingen ons naliet als schatten van zijn rjjk poë- tischen geest. Wel mogen wjj ei me juffrouw Pregi erkentelijk voor zijn dat zij ons deed kennismaken met deze keurige vocaal-werkjes van den grooten meester. Het orkest var. den heer Mengelberg opende het concert met eene Symphonie (Op. 21 D mineur) van Sinding. Let tende op de uitvoering kan men met lof over het werk sprekenover de kunstwaarde ervan zullen de meeningen echter wel verdeeld zijn. Zeer zeker zal wel ieder der hoorders respect hebben gekoesterd voor den grootschen opzet van menig onderdeel uit dit toonstuk, mogelijk is de theoretische bewerking wel heel interessant doch onbevre digd is gebleven bij het aanhooren van deze symphonie het verlangen naar muziek, het verlangen naar een open baring van de machtige kunst, die in eindelooze wisseling van vorm en kleur in volheid van stil en vriendelijk licht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1900 | | pagina 2