PREDIKBEURTEN enz.
Eerste Blad.
No. 14
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Tweeëntwintigste Jaargang.
144 JmL jLJL «£X x\. JLJ JLÜ XVJL W JU met AMSTERDAM.
abonnementsprijsvan ZATERDAG 17 Februari 1900. verschijnt
TE HAARLEM
Zondag 18 Februari 1900.
TILEPHOONNUVX1I XJ A A U T 1]^ "TV/I" C3 J* XT TELEPHONISCHE VERBINDING
ADVERTENTIEBLAD
Per drie maanden-,25. verschijnt.
franco p. post ,40. Prfl» pe* Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel Dinsdag- en Vrijdagavond.
Afzonderlijke nommers 8 centen per stak. meer O cents, groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Eglise Wallonne.
Dix henree, Mr. Muller.
Gereformeerde Kerk:
(Ged Oudegracht.)
Voorin. 10 ure, Ds. Mulder.
'e Avonds 5 ure, D-. Mulder.
Eben-Haëzer Kerk.
(Klein Heiligland)
Voorin. 10 ure, Ds. Tibben.
Avonds 5Vs uur, Ds. Tibben.
Woensdag.
Avonds 8 ure, Ds. Ringnalda,
Gemeenschappelijke dienst.
Christelijk Geref, Gemeente.
(Zuiderstraat.)
Yoorm. 10 ure, Ds. Schotel.
's Avonds 5Vs ure, Ds. Schotel.
it oensdag.
's Avonds 8 ure, Ds. Schotel.
Luthersche Kerk.
Yoorm. 10 ure, Ds. Helper van Ses-
brugger
Pred. te Amsterdam.
Nam. 1 ure, Zondagsschool.
's Avonds 6 Vb ure, Ds. Poolman.
Kerk der Yeroenigde Doopsgezind en
Yoorm. 10 ure, Ds. Hesta.
's Avonds 6 ure, Ds. de Vries.
Remoustrantsoh Geref. Kerk.
Voorm. 10 ure. Ds. P. H. Hugenholtz Jr.
Voorganger der Vrije Gemeente te
Amsterdam.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure Ds. Van der Dussen,
Pred. te Amsterdam,
's Avonds 8 ure, Ds. de Blocq van
Scheltinga,
Voorbereiding.
Z. D. Baptisten.
(Parklaan 17.)
Vrijdag 12 Jan., 's avonds 8 ure, Be
spreking van de Profetiën.
Zaterd. vm. 10 ure, Prediking.
Nam. 1 i Va ure, Sabbatschool.
Baptiste Gemeente.
Lokaal Klein Heiligland 8.
Voorm. 10 ure, Onderlinge vergadering.
Nam. 12% ure, Zondagschool.
Avonds 6 ure, Onderl. vergadering,
's Avonds 8 ure, Meisjesvereeniging.
Dinsdagavond 8i/s ure, Bidstond.
Afdeeling Haarlem van het
Nederlandsch Luth. Genootschap
voor In- en Uitwendige Zending.
Zondagsschool ten 1 ure in de Open
bare school C, Leidsche Vaart.
BUITENGEMEENTEN.
Waar niets andere vermeld wordt, werdt de
Ned. Hervormde Kerk bedoeld.
Bennebroek.
Voorm. 10 ure, Ds. Gerth v. Wijk Jr.
Beverwijk.
Voorm. 10 ure, Ds. Boon.
Nam. 2 ure, Ds. Gonlag.
Voor de kinderen.
Hvang. Luthersche Kerk.
Yoorm. 10 ure, Ds. Gonlag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, Ds. Sepp.
Bloemendaal.
Voorm. 10 ure, Ds. van Leeuwen.
's Avonds 6i/j ure, geen dienst.
Heemstede.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
Nam. 2i/j ure, Ds. Kuylman.
Hillegom.
Voorm. 10 ure, Ds. v. Veen.
's Avonds 5 ure, Ds. v. Veen.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 10 ure, Ds. Heringa.
Santpoort.
Voorm. lOVt ure, Ds. Bron.
Emer. Pred. te Haarlem.
Spaarndam.
Voorm. 10 ure, Ds. Klap.
Pred. te VeUen.
Velsen.
Voorm. 10 ure, de Heer Gutteling.
's Avonds 6Vj ure, Ds. Klap.
Heide.
's Avonds 5 ure, de Heer Gutteling.
Zandvoort.
Voorm. 10 ure, Ds. Hulsman.
Doopsbediening.
*8 Avonds 6i/(j ure, Ds. Hulsman.
Voordrachten in Teylers Stichting.
Professor Holwerda van Leiden trad
Woensdagavond als Spreker op in
Teylers Stichting.
De vraag hoe de beschaving ont
kiemde, deelde Spreker mede, wordt
opgelost door de exacte wetenschap, de
historie en de ethnologie, doch al lossen
deze sommige vragen op, alle kan zij
niet beantwoorden. Er zijn duistere
feiten, waarvan de oplossing zwarighe
den in heeft. Hoe b.v.b. te verklaren,
dat van twee volken, verkeerende onder
identieke omstandigheden een eene reeks
van merkwaardige personen voortbrengt
het andere niet; wij weten het niet.
Voor tweeduizend jaren waren onze
voorvaderen barbaren, zestien eeuwen
later bracht het land een Rembrandt
voort. Tusschen dien staat van halfwild
zijn en de hoogste beschaving in zake
kunst moet iets gebeurd z\jn, dat dien
overgang deed plaats hebben. Dit na
te gaan is de roeping van den archeo
loog en hiermede in verband stelde
Spreker zich voor de vraag te
beantwoorden: Hoe is de beeldinde
kunst ontstaan. Hyrogliephen en spijker
schrift der oudheid toonen aan, de zucht
tot uitbeelding der gedachtengang. Geen
volk staat zoo laag of het wil wat af
beelden. Zie b.v.b. hoe wilden soms
bij de wijze van afbeelden een meer dan
gewoon kunstgevoel verraden.
De eerste poging tot afbeelding ver
toont het silhouet, de omtrek van een
schaduwbeeld. Men gaat verder en
boetseert. De figuren, de vroegste beel
den, hebben een kenmerkende eigenschap
deze dat de beelden steeds enface zijn
genomen en men zich kan voorstellen,
alsof een loodrecht vlak de figuren in
twee gelijke helfien verdeelt, een eigen
schap waarvan de boeleerder zich maar
niet los kon maken. Men noemt dit
ook wel de wet der frontaliteit.
Hoe hoog de Egyptische kunst al
vroeg stond, wijzen de monumentale
Pyramiden en de Zuilengang van Kar-
nak duidelijk aan. Uit alles blijkt de
zin voor stoute effecten al de wer
ken ademen een frisch en vol leven.
Nu deed zich het verschijnsel voor, dat
een volk ten zuiden van Egypte wonen
de en met dit laatste in verband staande,
achter bleef in beschaving en toch
namen de Egyptenaren verschillende
eigenaardigheden van hen over, of beter
gezegd, de beschaafde viel terug op het
geen de wilde schoon vond.
De Egyptische schilderkunst kende
geen perspectief, alles werd afgebeeld,
en profiel. Eerst veel later verbindt het
en profiel zich met het en face.
Egypte en Babylonie hadden kunste
naars noodig voor paleizen, tempels en
graven, maar ofschoon de kunstenaars
drieduizend jaar gewrocht hadden, steeds
was nog men gebonden aan de fronta
liteit.
Van conponeeren is dan ook in die
kunst geen sprake; steeds had men te
doen met losstaande werkelijkheden
de echte kunstenaars geest is bij hen
nog niet ontwaakt, het utilisme ver
stikte de wetenschap en de kunst be
oefende men als zoodanig. De fantasie,
de vrijheid van den kunstenaar ontbrak
De vrije kunst van afbeelden ontwikkel
de zich bij de Giiekenhoe, weten wij
niet. Misschien was het de liefde van
het volle leven, dat den kunstenaar be
zielde of misschien de inrichting der
Helleensche maatschappij, waarin ieder
wat worden kan, waar alles medewerkte
tot het vormen van een harmonisch
geheel.
De Helleen toch vereerde het schoone
niet op bevel van bovende Goden waren
hem toonbeelden van het schoonste en
hij heeft behoefte dit schoonste weer te
geven. Zoo gelukte het hem den Zeus
der Olympus voor te stellen. Intusschen
schilderde de Helleen silhouetten en
face op wanden en op vazen. Een voor
beeld van deze kunst vertoonde Spreker.
Als oude volken iets wilden voorstel
len, staan zij eigenaardig steeds op 't
zelfde standpunt, doch de Helleen,
ging steeds vooruit. Men merkt op,
dat ellengs de frontale houding werd
los gelaten, 'allerlei verscnillende hou
dingen werden later uitgebeelddoch zeer
onbeholpen.
De vaasschilders vooral hebben mooie
kunstwerken voortgebracht; zij gaven
het schoone met liefde weer, het werke
lijke leven, het silhonet in alle standen,
doch de teekening werd dit eerst toen
Cymon van Clyonae de perspectief be
gon toe te passen en later toen men de
luchtperspectief toepaste, waren eindelijk
de figuren van het platte vlak in de
ruimte gebracht.
Meer en meer verhief zich het Attische
volk, het bezielde den kunstenaar; het
vroeg kunst voor zich en zijne zonen.
Phydias beeldde den machtigen Zeus uit.
Thans volgde eene beschrijving van de
beelden uit het fries van het Parthenon.
De navolgers van Polykleet den voor
steller der proportie van het menschelijk
lichaam waagden pogingen hunne beel
den eene loopende houding te geven.
Later komt Praxiteles; ieder van zjjne
goden drukt het karakter van dien af-
gebeelden god uitalles, tot zelfs de
gelaatsuitdrukking wordt meer geache
veerd, liet haar wordt losser, heele en
halve schaduwen worden in de sculp
turen aangebracht.
Soms weet de kunstenaar zelfs met
de gewoonte betreffende de proportie af
te wijken, hrj volgt meer de natuur.
Luseppus was het, die zijne beelden meer
slankheid aanbracht. Met een beeld van
Polykleet en van Luseppus werd dit ver
schil aangetoond.
Ook de schilderkunst maakte vorde
ringen. Zeuxis brak met het silhouet,
hij bracht in zijne teekening schaduwen.
Twee eeuwen, zeide Spreker, heeft de
Grieksche kunst stand gehouden. Waar
om niet langer I
De redenen van het verval der kunst
werden thans uiteengezet. Steeds nog
vereerde de Griek het schoone en goede.
De goden hieven hem niet meer op,
maar trokken hem tot de aardede
kunstenaar verloor de ziel van het
schoone.
Toen kwam het Christendom, alles
werd geheel anders van opvatting, het
oude was verloren, het nieuwe nog met
gevonden.
Er bestond echter betrekking tusschen
de Grieksche en later opgekomen Ro-
meinsche kunst en ziet, de Christelijke
kunst begon voort te leven op Hel-
leenschen voet.
Omstreeks den tijd der kruistochten
ontstond in het noorden van Frankrijk
de Gothiek, met hare ten hernel wij
zende bogen het symbool van he' eeuwig
schoone en schoon heeft de Gothiek
gewerkt, terwijl later de Renaissance
tot ontwikkeling kwam, zonder hulp
van de oude kunst, die nog niet terug
gevonden was. Zelfs heeft het terugvin
den later groote kunstenaars, als Michel
Angelo geschaad.
Toen verhief zich langs Schelde, Rijn
en Maas de schilderkunst. Meer en
meer verhief zij zich, nadat de Van
Eyken's de kunst vonden met olieverf te
schilderen.
Voor ons is de oude kunst een be
langrijke schat. Laten wij ons, eindigde
Spreker verlustigen en vei frisschen aan
die kostelijke bron van het schoone en
goede.
Een dankbaar applaus dankte Spreker
voor zjjn even boeiende als gloedvolle
voordracht.
KRONIEK.
In de Raadsvergadering van Woensdag
kwamen de volgende punten in behan
deling.
Voorstel B. en W (buiten agenda)
om den Directeur der gemeente gasfa
briek gelegenheid te geven de nieuwere
toestanden op gasgebied te zien en
zulks vergezeld van een der Wethouders.
Zij vragen een crediet van 1000.
DeHeerHofland wenscht de som af te
nemen van de som voor gasfabriek bij
de begrooting toegestaan. In stemming
wordt het voorstel aangenomen met
één stem tegen.
Mejuffrouw C. Scherpenhuyzen ver
zoekt en verkrijgt eervol ontslag als
onderwijzeres aan de Derde Tusschen-
school en gelijk ontslag werd verleend
aan D. T. de Vries, onderwijzer aan de
Vierde Tusschenschool.