HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 19
144
N ieu wsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LUOSJES, Gedempte (Judegraeht 88. Tweeeniwinligste Jaargang.
IILIIHOONMIHKIl
TELEPHONISCHE VERBINDIN.G
met AMSTERDAM.
-.25.
franco p. post—,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stnk.
Prfs per Advertentie van 1 5 regel» 10.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG de8 middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden ge/plaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aan-
trage ter bezichtiging te verkrijgen by
De Erven Loosjes, te Haarlem.
ARBEZ (D;) Tiansvaalsche Hi.tori.che
verhalen, ail. 1. Compleet in 86 afle
veringen af 15
BETZ (Mr. O. H.) Het Haagsche leven
in de tweede helft der zeventiende
eeuwing. 190
John Bnit in Zuid Afrika. Platen van
Johan Braakensick en anderen ont
leend aan De Amsterdammer, week
blading. .50
I8CHSTRUTH (NATALY VON) Ha
zard. Uit het Hoogduitach 2 dln.
ing. 2.—
HYLKEMA (C. B.) Rerormatenra. Ge-
achiedknndige studiën over de goda-
dieaatige bewegingen uit de nadagen
onzer gouden eeuwing. 2.50
MOSSEL (J. F. D.) Religieuae toeapraken
ing. —.76
SCHREINER (OLIVE) Loase gedachten
over ^Zuid-Afrika. ing. .90
STRATZ (Dr. C. [IOver vrouwenklec-
ding Tweede voordracht gehondeu
28 Febr. 1900 te 'a Gravenhage ing. 150
Buitenlandsche Werken
MAUPASSANT (GUY DE) Le colpor.
teuring. 1.90
OHNET (G.) Gena de la noce .ing. 1.90
HUNT (V.) The Human intereat.ing. - 1.
JEFFERY L. BECKE (W.) Admiral
Philip. The founding of New South
Waleageb. 8.26
Bovenstaande werken zijn voorhanden
by de boekhandelaars De Erven Loosjes.
WETEN EN WEKKEN.
Maandagavond waren wy onder het
gehoor van den Heer Andriessen. Bracht
Spreker ons reeds vroeger in aanraking
met Transvaal en de Boeren, thans
bracht Spreker in herinnering, dat vier
jaren geleden reeds by hem de overtui
ging bestond, dat te eeniger tijd eene
bloedige botsing zou moeten ontstaan,
welke in de laatste zeven jaren door
het driemanschap Rhodes, Chamberlain
en den prins van Wales, bijgestaan door
een handvol Engelsche kapitalisten tot
eene hoogte is opgevoerd, welke tot de
tegenwoordige uitbarsting leidde.
Had Engeland den tyd zyn werk laten
doen, dan zou het zijn doel beieikt
hebben, Engelsch maken van de beide
Republieken, dan had het zich door
middel van den taal den invloed verschaft
dien het voor zich wensrhte. Spreker
deed ons ten opzichte van de taal
opmerken, dat Du Plessy reeds vroeger
klaagde over het toenemen van de
Engelsche taal bij de Afrikaanders. De
Engelschen en hun taal noemt hij de
vijanden der republieken; elke Boer die
die taal gebruikt in het gewone leven,
noemt hij schuldig aan verraad tegen
het Afrikaamler volkelk echt Afrikaan
der noemt hy niet de vrien 1 van Rhodes.
By voortduring, vervolgde Spreker,
is gezocht naar reden tot aanvallen op
de Boeren, was de eene reden door de
vredelievendheid van President Kruger
uit den weg geruimd, een ander was
spoedig genoeg gevondenzoo trachtte
Engeland zich meer en meer te dringen
in de binnenlandsche aangelegenheden,
tot eindelijk het groote woord oorlog
werd gesproken, dat den Boer in zyn
vaste vertrouwen op God nimmer moge
berouwen. Niettegenstaande het oogen-
schynlijk keeren van den oorlogkans
bezit de Boer nog onverzwakt dit ver
bouwen, men blijft hopen, dat er of
een Gladstone opsta om het Engelsche
volk op den rechtvaardigen weg te
brengen, óf dat door een nieuwe tuch
tiging het recht worde in herinnering
gebracht.
Vervolgens stelde de Heer Andriessen
zijn gehoor in kennis met de Poëzie en
het Proza van Zuid Afrika. Twee nati
onale liederen werden voorgedragen en
een liedje van Blikoor (Vrijstafer) waar
uit bleek dat ook de Afrikaander taal
zich leent tot het voorbrengen van veel
schoone gedachten in goeden vorm.
Zelfs een lied vol humor kregen
wij te genieten en dat men in
die taal precies weet te zeggen wat men
bedoelt, macht blijken uit het krachtig
rake, Tot hiertoe, maar nie verder nie.
De oude vierkleur in gevaar, toont aan,
dat ook het Hooghollandsch door den Afri
kaander wordt beoefend.
Om aan te toonen dat ook proza
wordt beoefend werd een verhaal ten
beste gegeven betrekking hebbende op
op politieke toestanden der inlandsche
Afrikaansche stammen.
Tot slot een klein verhaal van com
mandant Weilbach de strekking heb
bende aan te toonen dat de zoogenaamde
overwinnelykheid van Engeland haar
oorsprong vindt in vrees, doch dat een
flink aandurven het trotsche rijk zeil
zoowel als andere volkm in deze tot
bezinning zal brengen. Spreker eindigde
met den wensch dat. ook hier ten slotte
moge blijken dat Recht gaat boven
Macht, een wensch waarmede de aan
wezigen hartelijk instemden.
Aan het einde van de Maandagavond
bijeenkomsten in dit seizoen een woord
van dank aan het Bestuur, dat niets
onbeproefd liet om steeds die bijeen
komsten op de eene of andere wijze
nattig en aangenaam te doen zyn, in
welk pogen het Bestuur steeds slaagde.
Hiervan moge het ruime getal toehoor
ders getuigen, by na eiken avond bleek
het gehoorzaaltje te klein en te warm,
hoewel de ventilatie zeer zeker voor
kleine byeenkomsten voldoende is.
Mogen wij uit een en ander besluiten
dat meer en meer de overtuiging veld
wint, dat voor ieder ontwikkeling op
velerlei gebied wenschelijk, ja, noodig
is, dan kan men met eenige zekerheid
de meening uiten, dat de Vereeniging
Weten en Werken in niet geringe mate
het hare hiertoe heeft bijgedragen.
Tweede Kamer. In de openbare
zitting van Dinsdag was aan de orde
het algemeen debat over het ontwerp
houdende wettelijke bepalingen tot
regeling van den leerplicht. De Voor
zitter verzocht bij het algemeen debat
niet de détails te behandelen en het
herhalingsonderwijs desnoods slechts
aan te raken. De heer Schaepman zou,
als men aan het herhalingsonderwijs
toe was, verklaren, dat hij dit niet
aanvaardt om redenen van wetgeving
en goed onderwijs. Spreker toetste het
wetsontwerp aan het hoofdbeginsel van
het programma der Katholieke leden,
n.l. dat het onderwys, als wezenlijk
deel der opvoeding, is plicht en recht
der ouders. Dat recht is evenwel niet
onbeperkt en geeft geen vrijbrief voor
verwaarloozing van het kind. Vandaar
dat Spreker relatief schoolverzuim
afkeurt, een gevaarlijk verschijnsel dat
Staatstusschenkomst wettigt, al moet
erkend worden, dat allereerst de Kerk
met hare zedelijke middelen moet
tusschenbeide komen wanneer de ouders
hun recht misbruiken. Spreker ziet in
het schoolverzuim een sociaal euvel, dat
partieel niet weg te nemen is, en
beroept zich vooral op de rezultaten
der enquête naar de arbeiderstoestanden
van 1894, ten bewijze van de noodzake
lijkheid van leerplicht. Hij acht zich
dus niet vry van meet af het ontwerp
te verwerpen, want de onkunde
moeder van cynisme en materialisme,
die vijanden van beschaving en waren
vooruitgang, moet bestreden waar
redelijke middelen in dit opzicht te
kort schoten. Aan invoering van
leerplicht wil Spreker echter als
voorwaarden verbinden: bespreking van
het leerplichtig onderwijs; eerbiediging
van het recht van anders denkenden
aansluiting der wet aan maatschappelijke
toestanden, eischen en nooden; volle
eerbiediging door de wet van de
gewetensvrijheid. Wat het laatste betreft
vordert Spreker herziening van art.
54 bie der Schoolwet, zóó, dat het
beginsel der rechtsgelijkheid van de
bijzondere school volkomen wordt
verwezenlijkt. Ter bespreking daarvan
zou hy voorstellen de invoering van
leerplicht afhankelijk te stellen van een
nadere wet. Spreker aanvaardt deze
wet als middel tot voortzetting der
onderwijspaciflcatie in de richting van
eene vrije school voor de geheele natie.
De heer Travaglino ziet in het ontwerp
een inbreuk op het recht d r ouders
op hun kinderen, die niet aan den
Staat toebehooren. Hy wil geen school
dwang, integendeel, volkomen vrijheid
van onderwys ingevolge Katholi eke
beginselen. Vooral de gevolgen van het
avond herhalingsonderwijs voor de
zedelijkheid der jeugd maakt het
ontwerp nog onaannemelijker. Overigens
betwistte Spreker de noodzakelijkheid
van leerplicht ter wering van school
verzuim maar vooral is hij tegen het
straffen der ouders, en hij wees op de
spontane volksbeweging tegen deze
wet, blykens de talrijke adressen ter
bestrijding, zoodat de wet nimmer eene
nationale kan worden. De heer Ketelaar
verwacht veel van leerplicht tegen school
verzuim, maar meent, dat het ontwerp
niet ver genoeg gaat. Spreker waar
schuwde tegen inmenging van politiek.
Bij de beoordeeling der zaak verdedigde
hij leerplicht in het belang van het kind,
dat recht op onderwijs heeft, omdat
duizenden moeten opgeheven worden
uit toestanden, die in verschillende
deelen van het land bestaan ten gevolge
van verzuim, waaromtrent de officieele
statistieken geen juist beeld geven. Aan
deze toestanden kan alleen een einde
worden gemaakt door in te grijpen in
het recht der ouders en door het
allerwege verspreiden van ontwikkeling
door onderwys, dat heilzaam werkt op
de maatschappij, gelyk blijkt uit de
vermindering der criminaliteit in Enge
land na invoeriug van den leerplicht.
Spreker liet op deze beschouwingen
een kritiek op de hoofdpunten volgen.
Hy betreurt, dat de leeftijd op zes jaar
is teruggebracht, alsmede de groote
vrijgevigheid van hetontwerpten aanzien
van de regeling van het geoorloofd
schoolverzuim. Hij vraagt waarborgen,
dat gemoedsbezwaren van de ouders
alléén gegrond moeten zijn op den
geest van het onderwijs en niet wegens
den persoon des onderwyzers, tenzij
deze de wetsneutraliteit schendt, en hy
wenscht, dat de Minister pertinent
verklare, dat de ouders niet kunnen
samenspannen tegen de beginselen der
onderwyzers. Tevens wenscht Spreker
den ouders en onderwijzers een recht
van kontróle te geven op de uitvoering
en hy bepleitte het verstrekken van
voeding, na kleeding, aan behoeftige
schoolkinderen, in het belang van het
onderwys, daar de partikuliere liefda
digheid in deze werkelijk te kort schiet
en de verstrekking niet demoralizeei end
werkt op de ouders. Spreker vroeg, of
de Min. by verwerping van een amen
dement betreffende kindervoeding,bereid
zal bevonden worden in de Schoolwet
voeding en kleeding met behulp van
steun der Regeering mogelijk te maken,
en eindigde met leerplicht krachtig aan
te bevelen, als een middel om het volk
te sterken in den vreedzamen stryd
voor de algemeene welvaart. De heer
Pijnappel motiveerde zjjne stem tegen
het ontwerp, zeer tot zyn leedwezen,
omdat hy zich moet afscheiden van
zijn geestverwanten en tegen 's Minis
ters plannen moet ingaan. Hy isaltyd
tegen leei plicht geweest, en die tegen
stand berust op het beginsel der Wet,
den dwang, welks omvang, zooals uit
dit ontwerp blijkt, hy nader schetste
door aanhaling van eenige punten, die
onttiokken worden aan de ouderlijke
beslissing. De persoonlijke vryheid
blyft hem steeds dierbaar, en dat
leerplicht een Pruisiesch beginsel is, is
juist geen aanbeveling, terwyl de argu
menten der Regeering voor leerplicht
niet klemmend zijn. Haar beroep op
schoolverzuim berust veeleer op gebreken
In het onderwys. Voor kinderverwaar-
loozing moeten de ouders worden gestraft,
de criminaliteit vloeit veeleer voort uit
zelfzucht dan uit onkunde. Ook acht
Spreker het voor de gezondheid van het
kind wenschelijker, dat eenige handen
arbeid met het onderwijs samenga,
want by meer aansluiting van het
onderwys aan het leven zal ondervyt-
dwang onnoodig worden bevonden. De
heer De Waal Malefjjt achtte afgeschei
den praktiesche bezwaren daaraan
verbonden, invoering van leerplicht
onnoodig. Absoluut schoolverzuim bestaat
bijna niet, het relatieve zal er niet
door gefnuikt worden, en in landen
met leerplicht zyn de resultaten alles
behalve schitterend. Voorts betwijfelt
Spreker, of de ongunstige resultaten
hier te lande alleen veroorzaakt worden
door schoolverzuim. De heer Troelstra
beschouwde den leerplicht in het licht
der socialistiesche beginselen en als
middel van de socialistiesche propaganda.
Volgens hem dringt meer en meer by
de arbeidersklasse het besef door van
de noodzakelijkheid van goed volks
onderwijs. Voor de socialisten is een
goed volksonderwijs ook noodig en
gewenscht voor het met kracht en sukces
voeren van den klassenstrijd. Wat
bovenal noodig is, is dat men op de
lagere scholen vatbaar wordt gemaakt
voor latere ontwikkeling. In 't belang
der bezittende klasse is het ook noodig,
dat de arbeiders behoorlijk schoolonder
wijs hebben genoten. En zy, die tegen
demokratie zijn, hebben er ook belang
by, dat op het oogenblik dat de demo
cratie zal zegevieren, het volk behoorlijk