N ieu wsberichten
Tweede Kamer.
Bg de voortzetting der algemeene
beraadslaging over het ontwerp leer
plicht in de zitting van Woensdag,
vervolgde de heer Troel sta zijne be
schouwingen. Hg acht het ontwerp eene
zeer povere poging tot bevordering van
het volksonderwijs waarvoor onderno
men is agitatie niet. gunstig voor het
ontwerp dat de onderwijswereld heeft
teleurgesteld. Ook Spreker wijt het
groote schoolverzuim aan de onvoldoende
toepassing, der schoolwet door de au
toriteiten, daar de schuld voor het school
verzuim een gevolg is van gemis aan
schoolruimte. Plichtsbetrachting van
boven af is dus allereerst noodigdaar
om dróng Spreker aan op een waar
borg in de wet opdat voor een grooten
tóevloed van schoolkinderen worde ge
zorgd dat de gemeenten hare verplich
tingen nakomen. Dwangmiddelen voor
de ouders alleen zijn ontoereikend. Voorts
verbiede de wet kinderarbeid gedurende
den schoolplichtigen leeftijd, en daarom
protesteerde Spreker ook tegen de vrij-
stellingen van schoolbezoek tën behoeve
van veldarbeid. Hij wenscht schoolraden
van toezicht waarvan ouders deel uit
maken en spoedige berechting van
leerplicht overtredingen. Hij vroeg, of,
tei wille van den steun der sociaal
demokraten. de Min. zich bereid wilde
verklaren het toezicht beter teregelen
Zij zijn het onderwerp niet vgandig, al
wekt het niet hun geestdrift, Zij zullen
trachten het te verbeteren en hun eind-
stem toetsen aan het volksbelang. Uit
politieke overtuigingen zullen zg echter
niet over de bezwaren heenstappen.
De heer v. d. Borch van Heemstede acht
leerplicht voor Nederltnd absoluut on-
noodig vooral omdat het schoolverzuim
ten plattenlande vermindert. De heer
v. d. Velde klaagde dat onze jongste
wetten zoo antinationaal zijn en niet
naar den Nederlandschen trant van
vrijheid en recht. Hiervan getuigt ook
de leerplichtwet door haar centralizee-
rend optreden, haar stelsel van Staats
dwang, haar schoolmilitairisme op onder
wijsgebied in strijd met den aard des
volks, dat afkeerig is van dwang. Dit
uiteenzettende verzette Spreker zich
tegen een Staatsdwang ontleend aan
een buitenlandsch model waardoor het
ontwerp het karakter krijgt van een
propaganda middel voor de liberale
moderne denkbeelden. Vooral rekende
Spreker het den Regeering tot een
grief dat zg den Staatsdwang kiest tot
bereiking van haar doel, naar zijne
overtuiging zal Staatsdwang nooit leiden
tot beëindiging van den schoolstrgd. De
strgd voor eene nationale school zal
voortduren, 't Is eene wet niet geschikt
voor het Nederlandsche volk. De heer
Tydeman betoogde dat dit leerplicht-
ontwerp niet is van politieke, doch
van paedagogische strekking. De
oppositie van de rechterzijde be
vreemdde hem nadat het bij de school
wetherziening van 1899 verluidde
dat als eerst maar de bizondere school
staatshulp kreeg, leerplicht van zelf zou
volgen. Spreker meende dat dit ontwerp
los van de schoolkwestie moet beoordeeld
worden. Enkele stellingen van den heer
Pijnappel bestrijdende beaamde hij diens
wensch naar het streven eener practi-
sche inrichting van het onderwijs. Spre
ker de noodzakelijkheid van leerplicht
erkennende meent echter dat invoering
daarvan gepaard moet gaan met ver
hooging van de positie der onderwijzers,
door verbetering, hunner opleiding en
bezoidiging en met opvoering van
het aantal leerjaren tot het 15de
jaar, als wanneer herhalings onderwijs
mocht vervallen. Eerst dan komt het
volksonderwijs tot zijn recht, en komt in
Nederland een ekonomiesch weerbaar
volk. Leerplicht is noodig omdat alle
zedelijke middelen tot dusver faalden,
en zal in de school en vooral daar
buiten goed werken. De heer Vermeulen
deed uitkomen, dat, al ismen in beginsel
vóór leerplicht, de tegenwoordige om
standigheden invoering niet wenschelgk
maken. Bg de beoordeeling der zaak
wilde hij vooraf waarschuwen tegen de
eenzgdige opvatting van de heilzame
gevolgen van schoolkennis voor volks
veredeling, volksverheffing en volks
welvaart. De voor- en nadeelen van
leerplifht nagaande, acht Spreker de
laatste veel grooter, en een zijner
voornaamste grieven is, dat de vader,
ondanks zijn zorg voor de opvoeding
zgner kinderen, straf kan beloopen. Wei
zal leerplicht gevallen van kinderver-
waarloozing kunnen tegengaan, maai
de aanhangige hinderlijke wetten waken
daartegen afdoende. Spreker ontkent de
voordeelen van leerplicht en wilde ge-
zinsbelangen niet ondergeschikt maken
aan schoolbelangen. De Voorzitter stelt
kindervoeding en kleeding buiten het
algemeen debat, met het oog op de
aangekondigde daartoe strekkende amen
dementen. De heer De Visser zette uiteen
de invoering van leerplicht in andere
landen en pleitte tegen invoering hier
te lande. Hg wees pi- op, hoe lig ook
aarzelde vóór leerplicht te stemmen,
omdat in de juristen vergadering van
1883 een grootendeels uit liberalen
bestaande meerperheid zich tegen leer
plicht verklaard heeft, en de huidige
feiten, die vermindering van schoolver
zuim aanwijzen, invoering niet voldoende
rechtvaardigen. Opmerkelijk noemt
Spreker het, dat al die praktiesche
bezwaren der liberalen thans zijn ver
dwenen. Daarom verbaast hem de schier
eenstemmige goedkeuring der liberale
partij met het oog op hare principieele
verdeeldheid betreffende leerplicht in het
verleden. Spreker ontwikkelde verder
zijne principieele bezwaren tegen leer
plicht. Voor den heer van Kempen is
de wet geheel onaannemelijk op grond
van de beperking der rechten van het
ouderlijk gezag, het ingrijpen van den
Staat in het huisgezin. Ook uit een
financieel oogpunt acht hij het ontwerp
bezwaarlijk. Deze wet zal, meende
Spreker, eene partij wet worden en een
uitdaging aan de voorstanders van
bizonder onderwijs tot krachtig verweer.
Donderdag werden de beraadslagingen
voortgezet. De heer van Gilse betoogde
de dringende noodzakelijkheid van
leerplicht tot beteugeling van het groote
kwaad van schoolverzuim en met een
beroep vooral op den inspekteur van t
onderwijs, den heer Fabius, die op grond I
van ervaring meent dat de leerplicht
moet worden ingevoerd, wijzende Spr.
vooral op het verschrikkelijk school
verzuim in Noordbrabant en in vele
plattelandsgemeenten elders. Daarbg
staat onderwijsdwang of leerplicht gelgk
met iedere inbreuk op de vrgheid in
Staats- en verdedigingsbelang, noodig
geoordeeld e.a. in belastingwetten,
dienstplichtwet en politieverordeningen.
Inbreuk op ouderlijke rechten is reeds
gemaakt zelfs door een Ministerie der
rechterzijde bij de Arbeidswet, door het
verbod om jeugdige kinderen in fabrieken
te doen arbeiden. Aan den heer
De Visser herinnerde Spreker, dat de
eenheid der liberale partij voor leer
plicht dagteekent van 1889, toen zij
zich vóór een daartoe strekkend amen
dement op de Schoolwet verklaarde.
De Heer Brummelkamp wees op de
lasten, die het ontwerp op de vrije
school en op den inairekten inentings-
dwang, die er noodzakelijk uit voort
vloeit. De Heer Bastert, zich hoofdza
kelijk aansluitend bij het betoog van de
heeren Pijnappel en De Visser tegen
het ontwerp, is van oordeel, dat het
door hem erkende groot belang van
goed onderwijs nog niet rechtvaardigt
den administratieven omslag en de straf
bepalingen dezer wet, te meer daar het
schoolverzuim gaandeweg vermindert.
Ook in de meerdere kosten voor het
schooltoezicht licht voor hem bezwaar.
De heer De Savornin Lohman, die nooit
voorstander van het z. i. treurige leer
plichtbeginsel is geweest, meent, dat
orize natie te hoog staat om dit geschenk
uit het buitenland over te nemen, wat
bovendien niet noodig is, daar onderwijs
niet onmisbaar is voor vooruitgang, voor
leerplicht geen animo in het land be
staat, en het schoolverzuim afneemt.
Bij ontoereikendheid der middelen tegen
i schoolverzuim neme men andere maat-
i regelenmeer schoolbouw ter voorzie
ning in plaatsgebrek; belooning van
getrouw schoolbezoek; versterking van
den band tusschen de ouders en de
school. Erkennend's Ministers welwillen
de houding jegens de bizondere schooi,
waarvoor hij de wet bruikbaar maakte,
blijft deze echter voor spreker een uit.
vloeisel van een verkeerd beginsel in
zoover de Staat de plaats inneemt der
ouders, en de Overheid vaststelt oplei-
dingsregels voor eiken burger. Ten slotte
vergeleek Spreker den schooltgd hier
te lande met den strgd tusschen de
Engelsclien en de Boeren, dewjjl de
voorstanders steeds moeten vechten tegen
de verdrukking van de vrjje ontwikke
ling der vrije school, tegenover de zucht
naar oppermacht van den Saat over het
onderwgs. De heer Ferf heeft verlof
verkregen om later den Min. van Bui-
tenlandsche Zaken te interpelleeren over
de moeilgkheden, die den invoer van
onze boter in Frankrgk heeft ondervon
den. De Kamer heeft de voordracht op
gemaakt voor de vervulling eener va-
kature in den Hoogen Raad. Na veel
stemmingen was de uitslag, dat de
heeren Jhr. Mr. van Teilingen, raads
heer in het gerechtshof te 's Gravenhage
als eerste, mr. van Bolhuis, lid van het
Hoog Militair Gerechtshof als tweede,
en mr, I. C. de Vries, advocaat te Am
sterdam, als derde kandidaat op de lijst
werden geplaatst. De heer Harte, die
aan 't woord was over het Leerplicht-
ontwerp, verzocht verdaging tot den
volgenden dag, wat werd goedgevonden.
De heer Harte van Teeklenburg was
Vrijdag het eerst aan 't woord. Hij eischte
van den Min. het bewgs, dat invoering
van leerplicht van staatsrechtelijk stand
punt onafwgsbaar noodzakelijk is. Zijner
zijds achtte Spreker de vervulling van
den ouderlijken plicht tot verschaffing
van onderwijs aan hun kinderen ten
volle vereenigbaar met de vrijheid om
trent de wgze van vervulling van dien
plicht, en die vrijheid is onbestaanbaar
met de leerplichtwet, die deze vrgheid
aan duizenden ontneemt. Spreker vroeg
ook bewgs dier stelling ten aanzien van
de kosten. De omvang van het
schoolverzuim bewijst de volstrekte
noodzakelijkheid niet. Bij gebreke van
deugdelgk staatsrechterlijk bewjjs van
de onvermijdelijkheid, moet de eisch tot
invoering van leerplicht door de recht
bank van het gezond verstand ontzegd
worden. Met het oog op de financieels
lasten, welke deze wet oplegt is vergoe
ding der meerdere kosten voor het
bizonder onderwgs door den Staat
plicht; anders wordt het Compromis
van 1889 geschonden. Dankbaar voor
's Ministers toezegging van verhooging
der subsidieën, had Spreker liever die
belofte in de wet vervuld gezien, ter
voorkoming van latere moeilijkheden.
Maar bepaald vroeg hijbedoelt de
Minister volle of gedeeltelijke vergoeding
der kostenvermeerdering voor het
bizonder onderwijs. De heer Mackay
had liever eerst de werking afgewacht
van de ouderlijke wetten alvorens leer
plicht te willen invoeren eene wet
gericht tegen het absolute schoolverzuim
en waarbij de partikuliere zorg de
Staatsmacht vervangt. Spreker ont
wikkelde verder, dat, noch tot bestrij
ding van het volstrekte, noch van liet
betrekkelijke schoolverzuim leerplicht
noodig is. Engeland, met leerplicht, heeft
veel grooter schoolverzium percenten.
Het inhalen van den politie-agent bij
deze wet staat Spreker tegen. Verstan
diger waren het geweest de schoolvacan-
tiën in verband met den veldarbeid
beter te regelen en krachtiger op te
treden tegen de kinderarbeid. Als be
zwaren tegen deze wet noemt Spreker
verder nog de last voor het huisonder
wijs, en het dekreteeren door den
Staat van schoolvakken aan bijzondere
scholen. De heer Kerdgk, den Minister
gduk wenschende met de spoedige le
vering van dezen arbeid, verklaarde de
verandering van inzichten der vrijzin
nige in zake leerplicht uit de verandering
hunner denkbeelden betreffende de
plichten van den Staat tegenover de
maatschappelijke verschijnselen, en uit
de grootere aandacht, meer dan vroeger
aan het betrekkelijke schoolverzuim
geschonken. Spreker herinnerde, dat
bekende voorstanders van het bizonder
onderwijs voor leerplicht zijn, en kon-
stateerde, dat van miskenning van ge
wetensvrijheid in het ontwerp geen
sprake is: Voorts wees ook hij op de
inbreuk op de vrij beid der ouders gemaakt
in de Arbeidswet, die ook ouders straft.
Spreker betoonde zich een bondgenoot
van den heer Troelstra op het pnnt der
overheidszorg voor kinderkleeding en
voedsel, en acht herziening der Schooi
en der Arbeidswet een noodzakelijk
gevolg van deze leerplichtwet. Overigens
bepaaldelijk betreffende den omvangen
den duur van het onderwgs bevredigde
het voorstel van den Kerdijk niet in alle
opzichten. To;li aanvaardde hg het als
een stap in goede richting, omdat het
onderwijs de levensvoorwaarde is voor
vooruitgang, zoodat leerplicht, gepaard
aan onderwijs-verbetering, onmisbaar is
voor kennis en ontwikkeling, vooral in
den strijd der gemeenschap, onmisbaar
voor de stelling komende demokratie.
Zonder die ontwikkeling gaan we een
donkere toekomst tegemoet. De heer
Kuyper, de geschiedenis van het ontstaan
van dit omwerp nagaande, betoogde,
dat het is voortgekomen uit de Franscne
revolutie beginselen van 1789, maar dat
het beginsel van leerplicht, ofschoon
reeds lang zelfs in achterlijke landen
van de wereld ingevoerd, hier te lande
geen ingang kon vinden, afgestuit als
het steeds is op den huiseljjken aard,
de liefde voor het gezin en de zelfstan
digheid van ons volk. Na aldus de
levenshistorie te hebben geschetst, kon
stateerde Spreker, dat waar de heer
Schaepman het ontwerp zonder eenige
geestdrift in beginsel verdedigde, de
tegenstand de rechterzijde warmer is
dan de ingenomenheid der voorstanders,
waarvan geen zich bevredigd toonde.
Wat het lot van het ontwerp betreft,
elk denkbeeld van politieke pressie
terzijde stellend trok Spreker den
horoskoop aldus, dat het thans
staat 47 om 53, waaruit volgt, dat,
welke de uitslag zg, de socialisten den
doorslag zullen geven. Verder bestreed
hg de voornaamste Regeeringsargu-
menten voor het ontwerp en bleef het
recht der Overheid om regelend op te
treden in kinderopvoeding betwisten.
Hierbij verklaarde spreker niet te be
grijpen hoe, blgkens de stukken de
Min. de verdediging op zich neemt van
den tegenwoordigen geest van het open
baar onderwijs, dat, wel verre van op
te leiden tot Christelijke en maatschap
pelijke deugden de afspiegeling van den
materialislieschen tijdgeest, die het niet
te nauw neemt met de eerbaarheid en de
criminaliteit en zooveel verkeerds wil ver-
goei lijken dooronrekenbaarheidstheorien.
Op vele andere gronden wraakte de heer
Kugper den rechtsgrond voor den Staat
om regelend in de opvoeding op te treden.
Daarom zou de wet het nationale leven
ernstig schaden omdat zg ingaat tegen
de ontwikkeling der zelfstandige persoon
lijkheid, de zedelijke verantwoordelijk
heid en de rechtszekerheid. Konkludee-
rende noemde spreker het ontwerp voor
hem en zijne geestverwanten volstrekt
onaannemelijkzg zullen tegen elk
artikel stemmen en elke poging om her
kwaad te verminderen steugen. Tot
die intransigente houding worden
zij geleid, doordien de Regeering,
in plaats van iets te doen tot ver
hooging vau het nationale leven door
bevordering van landbouw, nijverheid
en kunst, het volk steenen voor brood
geeft. Tot verhooging van de nationale
kracht is een onderwgs noodig, waaruit
de vorming des volks geboren wordt.
Wil men leerplicht, men bazeere dien
op oen kontrakt met de ouders, hand
haven door boetendan is er geen
vrijheidskrenking. Spreker eindigde met
te wgzen op Kruger's fiere houding,
door aan Chamberlain te weigeren
regelend op te treden binnenshuis. De
heer Heldt betuigde zich evenmin be
vredigd door het ontwerp, dat hg echter
ter wille van het beginsel aanneemt;
het is in overeenstemming metdeeischen
des tijds en met de belangen des volks.
Het debat werd verdaagd tot Dinsdag.
Alsdan is de Min. van Binnenl. zaken
aan het woord.
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.