HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 21
144
van WOENSDAG 14 Maart 1900.
N ieu wsbericMen.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Tweeëntwintigste Jaargang.
TBLEPHOONNÜMMÏ*
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden
-,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 8 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1-5 regels 10.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Tweede Kamer. In de zitting van
6 Maart werd het algemeen debat over
het leerplicht ontwerp voortgezet. De
Min. van Binnenl. Zaken was aan 't
woord. Hjj erkende, dat hem na het
vierdaagsche debat een zware taak was
opgelegd. Niet omdat dit ontwerp niet
uit volle overtuiging door de Reg. is
ingediend of omdat hij zou opzien tegen
de verdediging, wat hij een voorrecht
acht, daar hg 25 jaar voor de zaak
propaganda heeft gemaakt; maar zwaar
uit besef zijner groote verant
woordelijkheid, maar vooral met het
oog op de oppozitie, die, nog vóórdat
de Min. in de gelegenheid geweest was
de bezwaren te ontzenuwen, bij monde
van Dr. Kuyper, daartoe gemachtigd
of niet, heeft aangekondigd als één
man tegen de wet te zullen stemmen.
Toch laat de Min. zich niet afschrikken
en hoopte hij, dat de tegenstanders
door de kracht van zijn betoog wellicht
nog tot andere opinie zouden worden
gebracht. Nu de Standaard in een der
pittige driestarren, na de verschijning
van de Memorie van Antwoord, erkend
heeft, dat geen pogingen onbeproefd
zijn gelaten om aan bezwaren te gerooet
te komen, en het ontwerp onberispe
lijk mag genoemd worden voor hen,
die geen principieele bezwaren hebben,
acht de Min. laatstgenoemden lof over
dreven, want zqn ontwerp is mensche-
lijkerwijze gesproken techniesch niet
volmaakt. Overigens stelde hij Dr Kuy
per gerust ten opzichte van het bestaan
van homogeniteit achter de groene tafel.
Omtrent dit punt van het Regeering-
program bestaat de meest mogelijke
eenstemmigheid. Alvorens het wetsont
werp te verdedigen, trad de Min. in
historische herinnering van het parle
mentaire leven omtrent leerplicht, met
het doel om in het licht t? stellen, dat
destijds konservatieve Kamerleden groote
voorstanders van leerplicht waren, en
Dr. Kuyper, als afgevaardigde van Gouda
leerplicht in volstrekten zin niet onge
oorloofd achtte, en ten sterkste het
bezwaar bestreed, dat de vaderlijke
macht zou worden aangeraakt. Uit die
herinneringen klonkludeerde de Min
le. dat de volkomen eenstemmigheid
der linkerzijde betreffende leerplicht
niemand kan verwonderen; 2e. dat de
homogeniteit ter rechterzijde tegen het
ontwerp der Regeering veeleer verbazing
moet wekken. Hoe dit zij, hier ligt geen
partij wet, maar een wet gegrondvest
op nationale beginselen, rekenig hou
dend met het bezwaar van anders
denkenden. Is er een artiekel, dat aan
de konscieritie geweld aandoet, men
toone het. Tot dusver worden kinderen
vrijgesteld, wier ouders gemoedsbezwa
ren hebben tegen schoolbezoek, maar
het gaat niet aan de kinderen op te
offeren aan gewetenlooze ouders. Met
argumenten hoopte de Min. de intransi
gente houding de rechterzijde te over
winnen, en deed hij ten dien einde
vooral uitkomen dat de wet het ouder
lijk gezag niet alleen niet aanrandt of
verslapt, maar in hooge mate zelfg
versterkt. Tredende in eene verdediging
van het ontwerp ten aanzien van den
omvang van het schoolverzuim, betoogde
de Min, dat het relatieve schoolverzuim
bijna in 't geheele land ontzaglijk groot
is, vooral ten nadoele van het klassi
kaal onderwijs, dat er geheel door be
dorven wordt. Hierbij s'oot zich aan
een schets van de waarde van het
schoolonderwijs tegenover 's heeren
Vermeulens verkleining daarvan en te
meer moet daaraan beteekenis worden
gehecht sedert het Shibboleth ieuitbrei
ding van het kiesrecht, dat hand aan
hand moet gaan met elementaire ont
wikkeling. In zijn hoogschatting van
het opvoedend karakter der openbare
school weersprak de Min. tevens, dat er
één onderwijzer zou zijn aan te wijzen
die gevaarlijke leerstellingen als: dat
eigendom diefstal, zelfmoord geen kwaad
is, in de lagere school verkondigt. Ware
het zoo, de man zou weggezonden
worden, als ongeschikt voor de opleiding
tot Christelijke en maatschappelijke
deugden. Trouwens Dr. Kuyper fanta-
zeerde, maar bewees niets toen hjj
daarvan gewaagde. Van leerplicht ver
wacht de Min. gansch andere toestan
den, zoowel ten aanzien van het ouderlijk
gezag als voor den zedelijken invloed
op het huisgezin. Maar ten stelligste
ontkende hij, dat het ontwerp in 't
bizonder de lagere klassen zal drukken.
Integendeel komt leerplicht ten goede
aan die klassenen met nog meer
nadruk ontkende de Min. dat de Staat
hier regelend optreedt bjj de opvoeding
van het kind, door zich te mengen in
de keuze der vakken voor de bizondere
scholen. Maar zelfs is hij bereid hun
getal te verminderen en het huisonder
wijs nog vrijgeviger te maken. Een leef
tijdsgrens is bepaald noodig; zonder haar
ware de wet een karikatuur. Bestraffing
van schoolverzuim door ontceming van
het ouderlijk gezag is den Min. te kras
maar bestrijding van het relatieve met
deze wet is noodzakelijk, zullen de mil
joenen voor openbaar eu bizonder onder
wijs, goed besteed zjjn Tot dusverre
bleken zedelijke middelen en partikulier
initiatief onmachtig. Immers verbod van
arbeid voor gemeenteraden was een
doode letter, en het uitloven van be
looningen maakte Casco. Ook wijziging
in de schooluren drong niet bij het volk
door, maar is leerplicht ingevoerd, dan
kunnen de schoolkommissies nnttig
werkzaam zijn. Zeer bestreed de Min.
de door den heer Troelstra aanbevolen
schoolraden en de door den heer Kuiper
gewenschte kontracten tusschen ouders
en schoolbesturen onder uiteenzetting,
dat 's Ministers stelsel eenvoudigen
practischer en doelmatiger is. Is nu het
kwaad door leerplicht voldoende te be
streden De Min. betoogt van ja en
dan zal hg, ligt het aan onvoldoende
gemeentemaatregelen, niet terugdeinzen
voor het bevelen van vermeerdering van
het aantal scholen. En al erkende hij,
dat gemis aan voedsel en kleeding vaak
reden is tot schoolverzuim, leerplicht
zal den toestand der armen beter aan
het licht brengen, waordoor het wordt
een voortdurende sociale enquête naar
misstanden, welker kennis kan leiden
tot verbetering in den zin van zedelijke
en intellektueele verheffing van den
armenstand Toch is voorziening wen-
schelgk, weshalve de Min. herhaalt, dat
bg onvoldoendheid ven het partikulier
initiatief z.i. de gemeentebesturen, tot
bevordering van schoolbezoek Cnan-
cieele hulp en steun mogen verleenen.
Zal invoering van leerplicht betere toe
standen in 't leven roepen, het volk zal
ook meer doordrongen worden van het
besef, dat onderwijs voor kinderen plicht
is en daarom hoopt de Min. dat ook
niet zal worden opgezien tegen hoogere
kosten. Bovendien, het herhalingsonder-
wijspersoneel zal niet veel kosten maar
hetzelfde onderwijspersoneel daarvoor
wordt gebezigd. Het Pruisische stelsel
van lichaamstraffen wil het ontwerp
nietdaarvoor is het te grggevig en
een zoodanig ontwerp zou de heer
De Savornin Lohman stellig afstem
men. Onverantwoordelijk ware 't echter
leerplicht uit te stellen, in afwachting
van een ander schoolstelsel, waarvoor
bovendien grondwetsherziening noodig
zou zijn. Zoodanige propaganda ver
werpt de Reg. evenals de beschul
diging van den heer v. d. Velde
dat het ontwerp propaganda zou maken
voor moderne beginselen. Neen, het is
alleen in het belang der volksontwikke
ling voorgesteld en de Reg. zou niet
anders voorgesteld hebben, al bestond
de Kamer geheel uit liberalen, want het
ontwerp is bestemd voor de burgeas van
verschillende richting. Hoeveel geld het
bewuste onderwijs zal krijgen bg aan
neming, daarover valt niet te marchan-
deeren, Maar de Reg. volhardt bij hare
toezegging, dat door invoering van
leerplicht het bizonder onderwijs niet
financieel verslechteren" zal, want dan
is de wet beter uit te voeren in het
geheele volksonderwijs. Als de 46 leden
der rechterzijde tegenstemmen dan nog
zal de Reg. volhouden dat zg eene
nationale wet heeft voorgesteld. De heer
De Klerk verheerlijkte den leerplicht
als een weldaad en zegen voor de ar
beidersbevolking. tegen de z. i. laffe
wijze, waarop Dr. Kuyper daarover
sprak en waartegen hij protesteerde.
Spreker begroette vooral Dr. van Dijk
als een welkom bondgenoot voor leer
plicht., dien deze praktiesche predikant
zelf met succes heeft ingevoerd en Spr.
is het onverschillig of de Staat, de
Gemeente of partikulieren voeding en
kleeding aan arme kinderen verstrekken.
Hij zou, hoewel ook hij den leeftijd
hooger gewensf ht had, met het ontwerp
meegaan en hoopt dat zijn medelid voor
Rotterdam de heer De Visser, ook zal
voorstemmen. De heer Lieftinck distil
leerde uit de arbeiders-enquête dat
Katholieke geestelijken en industrieelen
zich allen verklaarden voor de noodza
kelijkheid van wettelgken leerplicht. Hij
verklaart zich daarom het verzet der
Katholieken niet, vooral omdat, zoo er
ooit van onderdrukking der vrijheid,
die zij thans zoo hoog houden, sprake
is, dat is in de Katholieke Kerk met
haar drukkende straffen tegen inbreuk
daarop. Spreker werkte die stelling uit,
nadat de Voorzitter hem had doen op
merken dat de Katholieke Kerk geen
voorschriften omtrent leerplicht geeft.
De heer Nolens is van oordeel, dat leer
plicht in beginsel niet indruischt tegen
de Katholieke leer, maar bg de bestaande
onderwijs toestanden acht hij leerplicht
ongewenscht. Eerst wil hij werkelijke
vrijheid van onderwijs en wijziging der
armenwet. De heer van Alphen moti
veerde zijne stem tegen het ontwerp.
De heer Smeenge was steeds voor leer
plicht en zijn ervaring van vakonderwijs
heeft zijn overtuiging versterkt. Besloten
werd tot toelating van den heer De Ras.
De artillerie voor de achtste devisie
is gemobliseerd, maar zal niet naar
Zuid-Afrika gaan, daar de militaire
overheid van oordeel is, dat ze niet
noodig is.
Daily Keuis bericht, dat Lord Bathurst
het bevel zal voeren over het gewapend
geleide der gevangenen, die naar St.
Helena vertrekken, en wenscht Generaal
Cronjé geluk met de eerbewijzen, die
hem ten drel vallen. Bovendien, zegt
het blad, zal Cronjé's ballingschap aldaar
wel korter duren dan die van Napoleon,
want zij zal eindigen met het einde
van den oorlog.
De Boeren maken een scherp onder
scheid tusschen de krijgsgevangenen.
Zij hebben geen haat tegen Britsche
geregelde troepen of tegen Britsche,
Australische of Canadeesche vrij willigers.
Deze worden uitstekend behandeld.
Maar ze zijn bitter tegen de kolonisten
uit Natal en Kaapkolonie Deze worden
van de anderen gescheiden en naar de
gewone gevangenis gezonden, waar ze
als gewone misdadigers behandeld
worden.
De gewezen Amerikaansche President
Harrison heeft in een onderhoud uiting
gegeven aan zijne sterke sympathie met
de Boeren. De zaak van de Boeien was,
zeide hg, in zijn oogen even recht
vaardig als die van Amerika in de vorige
eeuw.
Opmerkelijk is, dat de Engelschen
hunne verliezen steeds veel lager op
geven dan de telling der Boeren be
draagt, zooals bij Magersfontein en
Spioenskop. Op het eerstgenoemde slag
veld waar de Boeren aan het begraven
hielpen, werden vele honderden dooden
geteld, de Engelsche opgaaf luidt 148
en 23 officieren. Bij Spioenskop vond
Commandant Pretorius 650 dooden.
Engelsche opgaaf 274 officieren en
manschappen. Op deze wijze krggt de
sterktetoestand een zeer nadeelig cijfer.
Geruchten zijn in omloop van ont
binding van het Vrijstaatsche leger
men gelooft er niets van.
In het Drakensgebergte, de grens
tusschen Natal, Basoetoeland en Oranje
Vrijstaat verschansen zich de Boeren.
Volgens de Engelsche bladen zal de
regeering binnen kort een verklaring
afleggen betreffende de toekomst der
republieken in dien zin, dat zij bij Brit-
tanje zullen ingelijfd verklaard worden.
De Boeren wenschen onafhankelijkheid
en men zegt dat Steyn en Kruger reeds
in dien zin een telegram aan Lord Sa
lisbury hebben gezonden. Men meent,
dat de regeering zich thans duidelijk
verklaren moet.
Aangaande het voorgenomen bezoek
van Koningin Victoria aan Ierland zijn
de Iersche bladen het niet eens. Wel
willen zij de Koningin met waardigheid
ontvangen, maar nu een der bladen
volksfeesten voorstelt, komt een ander
daar legen op. Hoe zouden wjj. zegt
het blad feest kunnen vieren nu het
Iersche volk is in rouw is gedompeld in
een oorlog die door het volk wordt ge-
afschuwdHei is geen tjjd om te
Dublin feest te vieren. De Ieren toch
verloren in dien oorlog 2500 strijdbare
mannen, het vijfde gedeelte van de totaal
der Britsche verliezen. Bovendien zijn
de ontzettend hooge belastingen voor
Ierland nog met een millioen ponden
sterling verhoogd voor een oorlog, waar
uit de Ieren nooit eenig voordeel kun
nen hebben, terwijl buiten dit alles de
Britsche rijksvlag feitelijk slechts het