Voorgesteld wordt het pensioen le bepalen op ƒ197 45s met eene toelage van f 52 545, waardoor hij f 250 per jaar zal genieten. Het voorstel wordt aangenomen. Volgens een aanschrijving van den Minister van Binnenlandsche zaken behoort verbetering gebracht in de huisvesting, voeding en ligging van arrestanten, verdacht van misdrijf. Om hierin te voorzien wordt f 455 gevraagd en toegestaan. Aangezien de redenen tot onbewoon baar verklaring van de perceelen de Witstraat No. 34 en Witte Heerensteeg No. 53 A hebben opgehouden te bestaan wordt het desbetreffende Raadsbesluit voor die twee perceelen ingetrokken. De Heer Schiirmann vraagt eenige inlichtingen omtrent het stadium waarin wij verkeeren ten opzichte van de spoorweg overgangen. De Voorzitter deelt mede, dat verleden jaar eene con ferentie met den Raad van Toezicht plaats had. Eenige dagen geleden heeft de R. v. T. verklaard, dat zou getracht worden verbeteringen aan te brengen, maar er schijnt niet veel van te komen. Na eene samenspreking met den be trokken Minister is gebleken, dat er plannen zijn; meent de Maatsch. dat de voorgedragen werken voor het verkeer niet noodig zijn, dan moet eene Com missie van arbitrage beslissen. De zaak blijft een voortdurend punt van zorg bij het gemeentebesuur. De Heer Bijvoet deelt als zijne on dervinding van de laatste dertig jaren mede, dat het niets baat zich met de Maatschappij te willen verstaan. De vergadering werd daarna gesloten. Voordrachten in Teylers Slichting. In Teylers gehoorzaal hield Prof. Dr. Eug. Dubois Woensdag eene voordracht in verband met de afstamming van den mensch. Na er op gewezen te hebben, dat het bestaan van fossiele overblijfselen van dieren vroeger werd toegeschreven aan de werking van het water, deed Spreker opmerken, dat de meening van onzen tijd de oorzaak zocht in ophef fingen, dat zondvloed verhalen altijd voorkomen in landen aan de zee, nim mer in binnenlanden. Het vinden van zoetwaterfossielen bewijst verder genoeg-1 zaam voor de opheflingstheorie. Steeds heeft men gezocht naar den dulivialen mensch, doch daar men steeds den ouderdom van het menschelijk ge slacht vergroot heeft, is die niet ge vonden. In Zuid Amerika vond men tandelooze en knaagdieren, op Samos en Z. Frank rijk weer een andere fauna, aan den voet van het Hymalaya-gebergte apen soorten den dulivialen mensch meende men in de tropen te moeten zoeken. Spreker deelde vervolgens mede, hoe hij door de zorgen der Nederlandsche regeering in de gelegenheid was gesteld in onzen Indieschen Archipel onderzoe kingen te werk te stellen tot beant woording van de vele open vragen in deze en hoe op Sumatra's Westkust de onderzoekingen niet slaagden, aan gezien de beenderen van te jongen datum waren, hoewel dankbaar erken nende den steun aldaar ondervonden van den Heer IJzeman. Op 't eiland Java werden later betere resultaten verkregen. In oudere lagen werden daar menscheljjke overblijfselen gevonden, wijzende op verwantschap met Australiërs, waaruit zou mogen beslo ten worden tot de afstamming der tegenwoordige bewoners van Java van de Australiërs. Eindelijk in nog oudere, doch minder bekende formaties werd het onderzoek voortgezet, het is een zandsteen formatie tot eene oppervlakte van honderd twintig bij vijf Kilometer in 't noorden van Madioen en Kederie, waar de vindplaats is van een menigte beenderen, waarvan de voornaamste, vierhonderd groote kisten vullende, naar Nederland zijn overgebracht. Door middel van mooie afbeeldingen werden wij in de gelegenheid gesteld ons een denkbeeld te vormen van de fauna der voortijden in die streek zooals hertengeweien, eenige deeten van een olifantsgebit, schedels van eene hyena- soort, een tijgerkaak, den schedel van een hypopothamos en van een krokodil. Onder de vondsten is voor de bepaling van den afkomst van het menschelijk geslacht in de eerste plaats hoogst merkwaardig de schedelkap van een wezen, dat het midden houdt tusscben mensch en aap, terwijl later op ongeveer dezelfde plaats enkele kiezen, en nog later een dijbeen is gevonden, blijkbaar behoorende tot hetzelfde skellet. Spreker beschreef deze vondsten, welke beschrijving in de geleerde wereld aanleiding gaf tot veel strijd. Sommigen hielden den schedel voor dien van een Gibbon, maar meer en meer is men tot het inzicht gekomen, dat men hier te doen heeft met een diersoort, vor mende den tot heden ontbrekenden schakel tusschen mensch en aap, om welke reden zeker de naam aapmensch, Pithecrantopis erectus, voor het dier niet ongepast is. Vervolgens werd de gevonden schedel kap nader beschouwd. Zjj is veel grooter dan die van den Chimpansé, ook is de hersenholte veel grooter, doch kleiner dan bij den mensch. Spieker behandelde vervolgens ver schil en overeenkomst tusschen het ge vonden dijbeen en dat van den mensch, komende hierbij tot de conclusie dat de aapmensch zeer geschikt moet geweest zijn om boomen te bewonen. Uit de hersenruimte besloot Spreker tot de mindere ontwikkeling van de hand, aangezien de hand, het werktuig van den tastzin, de opvoedster is van de hersenen. Te oordeelen naar het dij been moet de aapmensch ongeveer 75 Kilogram gewogen hebben. De ruimte van de schedelholte wijst op een volume hersenen tweemaal zoo groot als bij den aap, doch slechts de helft van die van den mensch. Het deel der hersenen, dat het spraak vermogen bepaalt, slaat tot dat van aap en mensch in dezelfde reden. Spreker eindigde met den wensch, dat het hem mocht gelukt zjjn eenig licht te brengen in de afstamming van den mensch, latende hiertoe de bepaling van den tijd, die noodig geweest is de ontwikkeling daar te stellen, aan zijne plaats. De voordracHt werd door hetvertoo- nen van lichtbeelden en verschillende ana tomische voorwerpen tot groote helder heid gebracht en vond een zeer dank baar gehoor. HAARLEM, 16 Maart 1900. TANNHAUSER. De Nederlandsche Opera uit Amster dam gat gisterenavond eene voorstelling van Wagner's Tannhauaer. De opkomst van het puliek dat in dramatische kunst belang stelt, was bevredigend, doch niet zooals men dat bij een werk van Wagner met eene goede bezetting der hoofdpartijen zou mogen verwachten. Het gezelschap van den heer van der Linden heeft in den loop der jaren enkele werken van den grooten meester - Lohengrin en Tannhauaer - populaif ge maakt, zoo zelfs, dat de helft van het publiek de meeste solo's heel goed mee zou kunnen zingen en den inhoud van het libretto van a tot z kent. Gisterenavond werd er heel mooi gezongen. Vooral door Orelio, Urlus, en van Duinen ook wel door mejuffrouw van Gelder en Fannie Francisca doch deze zongen niet zoo muzikaal en niet zoo geschoold als de eersten. Mejuf frouw Francisca kwam als Venna omdat mevrouw Fischer-Seygard ongesteld was. Dat is meer zoo bij de Ned. Opera, wanneer de recette niet meevalt, wordt er een ziek. Dat is de wisselwerking van de materie op de kunst. Waarom komt ons publiek ook niet beter op wanneer het mooie kunst geldt. Intus- schen gelooven wij gaarne aan de ongesteldheid van Mevrouw Fischer en wenschen haar een spoedig herstel toe. Het orkest was bij deze uitvoering maar zoo zoo. Er zijn te weinig violen, te weinig strijkers in verhouding tot1 de blaasinstrumenten en dan ook, er is te weinig stemming, stemming in den zin van hoogere wijding. Bij een werk van Wagner moet men anders doen dan bij een operette. De ouverture klonk heel dun doch maak zoo'n schitterend stuk muziek ook eens meteen stuk of wat eerste violendat gaat I niet. Het publiek klapte heel hard na de ouverture en was blijkbaar zeer te vreden. Nu dat is het voornaamste. Het publiek was bij de geheele uitvoering zeer welwillend. Het waardeerde de waarlijk goede momenten en sloot de oogen voor de tekortkomingen. Wie dat doet kiest ten slotte het beste deel en blijft in zijn humeur. Nog eene opera voorstelling is ons in dit seizoen toegezegd. Laat de schouw burgdirectie daarvoor een goede keuze doen en de muziekliefhebbers nog wat getrouwer opkomen. Einde goed, alles goed. De Tannhauser-voorstelling heeft; bewezen dat er toch werkelijk heel veel goeds zit in ons Ned. Operagezelschap. B. De achttiende Tentoonstelling van bloeiende Bol- en Knolgewassen van de Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur werd heden ten een uur door den Voorzitter den Heer J. H. Krelage met een toespraak geopend. Spreker riep een harteljjk woord van Welkom toe, allen die in deze van be langstelling hadden doen blijken door het verleenen van steun, van Provincie en Gemeente. Ook Dankbaarheid past voor de welwillende belangstelling van H.M. de Koningin, een gouden médaille beschikbaar stellende van groote kunst waarde toe te kennen aan hem, die het meest tot den luister der tentoonstel ling zal bijgedragen hebben, terwjjl de Hooge Beschermvrouw der Vereeniging twee zilveren médailles beschikbaar stelde. Verschillende bijdragen toonen verder aan dat Haarlem de Bloembollencultuur op hoogen prijs stelt. Dank werd gebracht aan de verschil lende Commissies en aan de Kweekers. De tintender Tentoonstelling, vervolg de Spreker, omvatten de internationale kleurende Bloemenhandel is interna tionaal. De kleuren van de hyacint be wegen zich in de nationale kleuren; de Teelt is nationaal. Steeds was het streven der Vereen, het beste en het schoonste in het vak te kweekenhierdoor is de handel bekend over de geheele wereld en gewaardeerd. In den loop der tijden zijn eenige Vereenigingen ter bevordering van het bloembollenvak ontstaan. De Vereeni ging maakt plannen om ze allen te brengen aaneeneAlgemeeneVereeniging, om door samenwerking van allen te kunnen vormen een soort van Vredes congres, al de groepen omvattende. Na het uitspreken van de beste wen schen in het belang der Vereeniging werd de Tentoonstelling verklaard te zjjn geopend. De plechtigheid werd door een groot getal belangstellenden bijgewoond, waar onder wij vele autoriteiten opmerkten. Verschillende bijdragen en medailles waren voor deze Tentoonstelling be schikbaar gesteld. De groote zaal der Sociëteit Vereeni ging met de bovenlokalen hadden door de goede zorgen der regelingscommissie een overweldigend schoon aanzienals in een tuin herschapen pronkten er de kinderen Flora's in al de pracht van geur en kleur, het getuigenis afleggende van de bekwaamheid der heeren kwee kers. Hoeveel zorgen er besteed werden om den bloemen een vroegeren bloeitijd aftedwingen als waartoe moeder natuur haar voorbeschikte, hare attentie op allerlei kleine bijzaken welke den groei der plant bevorderen en toch den bloei tot volmaaktheid te brengen, kan alleen door den vakman gewaardeerd worden, of door den leek in het vak die iets dergelijks beproefde. Van verzamelingen hyacinthen in potten in verscheidenheden telden wjj er negen, minstens van twintig inzen ders, waaronder van zeven inzenders conquesten hyacinthen welke nog niet in den handel voorkomen. Van op glazen gekweekte hyacinthen zjjn zes inzendingen. Van de kleurige tulp tien inzendin gen waaronder eenige conquesten. De afdeeling Narcissen is zeer rjjk ver tegenwoordigd; wij telden twintig in zenders. Vooral de schoon gekweekte Trosnarcissen trokken zeer de aandacht, i Van Crocussen zeventig potten van één inzender. Eene verzameling van nieuwe Fritellarias in potten is zeer schoon. Verder treft men aan Galanthus en Leucojum, Scilla, Anemonen, Ranonkels, Chionodoxa, Muscari, Crythronium, Lili- um, Gladiolus, Iris, Convallaria, Spiraea en twaalf inzendingen van de schoonste en mooist gekweekte Amarillis-soorten Calla, Cyclamen, Phormium, Clivia, Eucharis, Yucca enz. Op de bovenzaal de Tafelversieringen, waarvan al de bloemen afkomstig zjjn van bol- en knolgewassen, evenzoo een tafelbloemstuk, twee tif-lbouquetten en vaasbouqnetten, een bruidsbouquet, balbouquetten en bloemarrangementen. Het getal inzendingen buiten pro gramma bedraagt vierentwintig. Uren kan men zich vermeien in al het bijeengebrachte te beschouwen, tel kens weer ontdekt men iets, dat bijzonder aantrekt, noode neemt men afscheid van zooveel schoons als de Tentoonstelling te zien geeft. Van de bekroningen ten deel gevallen aan inzenders binnen Haarlem noteer den wjj: 4 gouden médailles de Heeren J. H. Kersten en Co. 3 id. C. G. v. Tubergen Jr. en J. W. Daudey Hz. 1 id. C. P. Rujjsenaars. 4 Z. V. med. J. II. Kersten Co.; 7 id. C. G. v. Tubergen Jr. 3 id. J. W. Daudey Hz.4 id. P. H. Teunis4 id. A. v. Damme. 1 Z. M. J. H. Kersten; 5 id. C. G. v. Tubergen Jr.7 id. C. P. Ruysenaars 3 id. J. W. Daudey Hz.; 4 id. P. H. Teunis. 2 Bronzen med. C. P. Ruysenaars. De Gouden Med. van H. M. de Ko. ningin werd toegewezen aan den Heer C. G. v. Tubergen Jr.de Groote Zil veren van H. M. de Koningin Moeder aan de Heeren J. H. Kersten en Co., de Zilveren aan den Heer J. W. Daudy Hz. Op de groote zaal van het Stedelijk Museum (Raadhuis) zijn ten toon ge steld afbeeldingen uit den Atlas van Haarlem en Omstreken, betreflende drie Kennemerlandsche Kasteelen: Brederode het Huis ter Kleef en het Slot te Heem stede. Het Museum is dageljjks te bezich tigen. Zondags is de toegang vrij A.s. Zondagavond geeft het Holl. Too- neelgezelschap het zeer bekende zeer boei ende sensatie drama, „Vorstenzoon en Ni hilist". Men zie de titels der bedrjjven maar eens om zich te overtuigen dat sen satie en emotie in ruime maat zal worden toegemeten, 't Is zeer zeker een stuk om in gespannen aandacht van 'tbegin tot het einde te volgen. Na aftrek van de noodzakelijke onkosten heeft de hier ter stede gehou den Collecte voor het fonds van gewapen de dienst opgebracht een som van f 247.95- Door Burg. en Weth. is aan J. Hahn op zjjn verzoek eervol ontslag verleend uit zjjne betrekking van amb tenaar bij het haven en kaaigeld alhier. Postkantoor Haarlem. OPGAVE van de door dit kantoor oerzonden brieven en briefkaarten, beetemd voor onbekende personen, gedurende de tweede helft der maand Feb. 1900, welke stukken thans door de Afzenders kunnen worden teruggevraagd. Brieves. H. M. A. de Kenter, Alfen; Muller, Wey- brands, Mej. M. Baatsen, A. v. Vljjmen, Mej. Hika Faasman, Mevr. Boonen, Dirk Vernon, Wed. Barfliaig, de Groot. Melle Lantsheer, A. Kanzijn, Wed. v. Genderen, allen Amsterdam; Mej Antje v. d. Berg, ArnhemMme Wiegland, A. Bosch, heiden Bioemendaal; I. B. Rijnvis, Wed. Matla, (onleesbaar) allen den Haag; P. M. Sluiters, HaarlemW. Hambas, llillegom J Moonekamp verder M. v. Daapman, IJmuiden Mej. M. v. d. WTilde, Mej. v. Waveren beiden Liaae; Th. Pol, A. v. Geilen Az. J. H. v. d. Burg, allen Rotterdam; Mej M. v. d. Bergh Schagerbrng; J. G. Raams, Vlisaingen de Wet Wjjnaldum Smit, ZandvoortMej. R. Baia Briefkaarten. Th. Blom, A. de Jong. W. Menge, W. Boek- horat. Wed. Vreedendaai, Wed. A. Kater, Wed. v. Meulenaarsgrof, allen Amsterdam; den Heer en Mevrouw Costerera, Edam P. Voider*, den Haag; Mej. Troost. Mej. Droste, beiden Haarlem; J. A. v. d. Berg, Helder; A. Smit, Rotterdam. Buitenland. J. Jansen, Bruzelles; W. van Leuven, Dois- bnrg; N. Jonker, Hamburg; Jeanne Carouge, Kent; Mrs. Morgan Toronto. Briefkaarten. N. J. Köllner, Batavia

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1900 | | pagina 2