HAARLEMSCB Eerste Blad. No." 39 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. TweeentwintigsteJaargang. 144 vail WOENSDAG 16 Mei 1900. Nieuwsberichten. T1IEPHOONNUMMIR TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden—,25. franco p. post .40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Pr|i per Advertentie van 1—5 regel» 10.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Adverteniiea worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Tweede Kamer. In de zitting van "Woensdag konkludeerde de Kommissie van advies op een adres van Mr. Mounier bij monde van den heer Mees, dat de billijkheid medebrengt teruggaaf van gelden, uitgegeven voor plannen voor eene drinkwaterleiding te Soerabaja. Het adres zal later worden behandeld. Goed gekeurd werden de wetsontwerpen: lo tot het verleenen van den eersten termijn van p. m. ƒ31.000 tot inrichting van het nieuwe gerechtsgebouw te 's Gra- venhage geraamd op ƒ370.0002o tot vergoeding aan gemeenten wegens mindere opbrengst van gemeente-op centen op het personeel; 3o tot ontei gening voor overbrenging der Oude Maas nabjj Spijkenisse. De Heer Harte van Teckelenburg rapporteerde over een reeks van adressen. Ingekomen waren de wetsontwerpen tot onteigening voor een afwateringskanaal ten behoeve vao gronden te Groningen en tot op heffing van wettelijke maxima voor de uitgifte van pasmunt voor Ned-Indië. Daarna kwam in algemeene beraadsla ging het ontwerp tot voorkoming van bedrog in den Boterhandel, waarbjj de Direkteur Generaal van den Landbouw Mr. C. J. Sickesz, den Min. van Binnenl. Zaken bij de verdediging van het ont werp ter zijde staat. De heer Van Asch van Wijck {Ede) vereeDigde zich met den hoofdinhoud van het ontwerp, maar had verlangd krasser maatregelen in het belang van den landbouw tegen botei vervalsching met margaiine en tegen margarine-fabricage, alsmede te gen knoeierijen in den Kaashandel. Spreker hoopte, dat bij amendement het toezicht verscherpt, eu kontróle vergemakkelijkt zal worden. De heer Ferf konstateerde, dat het beginsel dezer Boterwet niet beoogt agrariesche be scherming, maar handhaving der bescherming van den eerlijken boter handel zonder benadeeling der margarine industrie. Spreker prees de Reg. voor haar poging tot behoud van den uitvoer onzer zuivel producten, al betwijfelde hij of oneerlijke praktijken gefnuikt zullen worden. Meer waarboogen voor onbe- lemmerden uitvoer van boter naar het buitenland zijn noodig, en z. i. gelegen in een Rijks zuivelkontröle laboratorium, dat ook dienstbaar kan zijn voor het toezicht op Kaas. De heer DeSavornin Lohman bestreed bescherming der na tuurboter, omdat deze het oudste product en margarine een lastige konkurentie is. Spreker wilde, dat alleen op de natuurboter een naam worde gezet, en wenschte aan het publiek overigens zelf de controle over te laten, zonder de margarine-industrie te bemoei lijk m. a. w. dat de bewijslast de zuiverheid van het produkt worde overgebracht op de natuurboterinplaats van op de magarine. De heer De Boer verdedigde ook het recht van bestaan der margarine, dia zoo onder het bereik is van het volk, en vroeg waarom bo- terbedrog wil, en financieele zwende 1 ar ij en en warenvervalsching niet speciaal •wordt tegengegaan. Daarom vermoedde ook hij, dat de boterbeweging slechts een aanval is tegen de margarine-kon- kurentie, terwijl hij uiteenzette, dat de buitenlandsche uitvoer geen verband houdt met de boterknoeierijen dat daarop andere faktoren van invloed zijn. Overi gens zou, meende Spreker, met deze wet het bedrog niet zijn te beteugelen. Maar ondanks zijne geringe verwachtin gen wilde hij met deze proefneming medegaan, omdat, zjj de margarine-in dustrie niet te veel bemoeilijktwordt dit later het geval, dan eerst zal zich daartegen principieel verzet openbaren. De heer Truijen beweerde, dat integen deel de margarine boven de natuurboter beschermd wordt, en zou kunstboter bij invoer willen belasten met 10 percent. De Min, van Binnenl. Zaken verdedigde tegenover principieele bezwaren de ver scherping van het beginsel der bestaande Boterwet, welke verscherping in overeen stemming is met de wenschen van den eerlijken handel, zelfs met die van margarine fabrikanten en met het buitenlandsch stelsel om margarine onder eigen naam te verkoopen. De Reg. vraagt meer macht tegen het bestaande bedrog met de daaraan verbonden na- deelen met name het discrediet van onze boter in het buitenland. Dit belet echter niet dat de Reg. toezicht op andere levensmiddelen noodig acht en voorbe reidt. De Regeeringskommissaris, de heer Sickesz, beantwoordde de techniesche bezwaren met een betoog der afdoend- heid van het onderzoek der boter aan de proefstations, waardoor krasser maatregelen vooralsnog onnoodig zijn. De omvang der kaasvervahching wettigt thans geen beperkende maatregelen wellicht later als omtrent de werking dezer wet ervaring zal zijn verkregen. Het merken der margarine zal den ver koop van goede waar bevorderen en is geen schandmerk. Bij de replieken bleef de heer De Savornin Lohman in de wet zien een ongeoorloofde bevoordeeling van boter boven margarine en bestreed de heer Bastert de door den heer Ferf aanbevolen oprichting van een Rijks- proefkonti óle station voor zuivelberei ding als een ongewenschte en kostbare uitbreiding der Staatsbemoeiing. Nog achtte de heer Harte van Teckelenburg zich verplicht te konstateeren, dat de margarinefabrikanten het vetzuurge- halte in hun product niet laten onder zoeken met frauduleuze bedoelingen De Min. wees er nog op, dat de wet gericht is niet tegen het volksvoedse), maar tegen den margarinehandel onder den bedrie- gelijken naam van boter. De algemeen beraadslaging werd gesloten. De wijziging der Kieswet zal nog in dit bijeenzijn der Kamer worden ingediend en waar schijnlijk nog voor het zomerreces, dat in het laatst van Juni aanvangt, in de sektien worden onderzocht. Op art. 1 der Boterwet omschrijvend watvolgeDs den zin dezer wet boter is, en dat bij algemeenen bestuursmaatregel aan eenig mengsel een andere naam kan gegeven worden dan margarine en daarop als dan alle bepalingen van toepassing zullen zijn voor margraine vastgesteld, had de heer Pyttersen een am. voorge steld bepalende wat boter en wat mar garine is, en tevens dat eenig vetartikel dat als op boter gelijkende waar dienen kan om haar te vervangen, waarin andere bestanddeelen voorkomen dan boter en margarine slechts in den handel mag worden gebracht onder een naam van hoofdbestanddeel van zoodanig mengsel, doch zonder dat boter of margarine deel van dien naam mogen uitmaken. De voorsteller konstateerde dat de be doeling was niet alleen boter tegen ver valsching van margarine te beschermen, maar ook margarine tegen vervalsching met andere grondstoffen van minder kwaliteit. De heer Harte van Teckelen burg achtte het doel van het am. uit stekend, maar het middel ondoeltreffend. De Regeeringscommissaris Sickesz ver zekerde dat het doel der Reg. hetzelfde is als dat van den heer Pyttersen maar achtte veranderde definitie van marga rine ongewenscht. Na nog eenig debat werd het am. Pijttersen verworpen met algemeene stemmen op een na, die van den voorsteller. Art. 1 werd daarna onveranderd goedgekeurd. Donderdag werd het debat voortgezet. Bij art. 2, regelende het merken der margarine werd door den heer Pytter sen een am. toegelicht, om in het belang van den uitvoerhandel den uitvoer onder den naam van boter te voorkomen en daarom te eischen dat margarine zoowel bij uitvoer als bij invoer moet worden gemerkt. De heer Pijttersen berustte in het gelijkstrekkende am. van de Komm. van Rapp. toegelicht door den heer van Asch van Wijck. Een tweede am. van den heer Pijttersen om het merken van alle verpakkingen van margarine te eischen, werd ais te belemmerend voor den handel bestreden door den heer Harte van Teckelenburg die bij am. alleen het merken der buitenste en voornaamste verpakking voorstelde. De Regeeringscommissaris de heer Sickesz nam over de door de Kommissie voor gestelde verruiming van het begrip verkoopplaats". Hij achtte, waar ons land meer exporteert, het werk bjj in voer van weinig belang en het stempelen der buitenste verpakking voldoende, zoo noodig met het merk op de waar zelf. Bij het verderdebat ondersteunde de heer van Dedem het mei ken bij invoer en hield de heer Sickesz, vast aan het opschrift „margarine" op de buitenzijde van den winkel, tegenover het denkbeeld van den heer van Raalte om het opsehrift binnen den winkel te plaatsen. Het verbod tot gelijktijdig rondventen van boter en margarine door denzelfden persoon werd te belemmerend geacht door den heer Troelstra, die met de heeren van Kol en Schaper voorstelde de bepaling te schrappen, en niet noodig achtte het am. Pijttersen. Spreker meende, dat het vorderen voor margarine van eene van die der boter afwijkende verpakking voldoende is. De heer De Waal Malefijt prefereerde het am. Troelstra. De Re geeringskommissaris trok op grond van de bezwaren het geheele verbod in. Op aandrang van de heeren Mees en De Waal Malefijt veranderde de Reg. de bevoegdheid in eene verplichting om, als buitenlandsche wetgevingen dit noodig mochten maken, te zorgen voor een onbelemmerd vervoer naar het buitenland. Tevens merkte de Ilegee ringscommissaris op, dat handelsmerken op waar en verpakking uitgesloten zijn. Een am. Petersen tegen het advertee- ren van producten onder den naam van boter, waardoor het publiek misleid wordt, werd, na bestrijding door den heer Harte en den Regeeringskommis saris, die, hoezeer ook die bedriegelijke advertentiën afkeurende, de frauduleuze bedoelingen moeilijk bewijsbaar achtte, door den voorsteller ingetrokken. Het door den heer Pijtersen gehandhaafde amendement tot vordering van een geleidebiljet voor den geadresseerde bij uitvoer van kunstboter ter verhoo ging van het krediet van het natuur- produkt in het buitenland, werd ver worpen met 42 tegen 24 stemmen. Art. 6 regelt de instelling van boterinspek- teurs en bolerviziteurs. De Reg. heeft overgenomen het am. der Komm. van Rapp. om ook de openbare middelen van vervoer te brengen onder kontróle van die ambtenaren, na belofte der Kommissie, op de artt. 7 en 8 te zullen voorstellen wijzigingen, waardoor het verkeer niet zal worden belemmerd. Een am. van de Komm. van Rapp. om boterviziteurs te noemen boterkeurders werd verworpen met 49 tegen 18 stem men. Bij de voortzetting van de beraad slaging over de Boterwet in de zitting van Vrijdag voldeed de Komm. van Rapp. aan den wensch der Reg. door eene wijziging voor te stellen, bepalen de, dat de kontróle der boterinspekteurs en viziteurs op openbare vevoermiddelen nooit vertraging in den dienst mag veroorzaken. De Reg. nam dit over. De heer van Gilse stelde een amende ment voor tot versterking der waar borgen tegen het eenzijdig onderzoek van monsters, door niet één maar twee monsters te laten nemen, met vrijla ting van den belanghebbende om een Rijksproefstation aan te wijzen tot onderzoek van een tegenmonster. De Regeeringskommissie verdedigde hier tegenover de deugdelijkheid van het monsteronderzoek aan de proefstations, onder mededeeling, dat, na invoering dezer wet, een afzonderlijk proefstation voor het onderzoek van boter zal worden opgericht, met gelegenheid tot meer dere studie aangaande de methode van het onderzoek van boter. Aan den heer Kuyper, die meer waarborgen wenschte tegen monsterverwisseling, werd ge antwoord, dat die, bij instruktie voor het onderzoek vast te stellen, zullen gegeven worden. De heer Pijttersen trok zjjn daartoe strekkende wijziging in na verklaring van den Regeerings Kommissie, dat de boterinspekteurs ook de goederen in de kantoren van den Rijkspostpakkettendienst kunnen onder zoeken. De heer Harte van Teckelenburg verklaarde, dat de Komm. van Rapp. over het am. van Gilse verdeeld was. De heer Willinge zag geen bezwaar hoegenaamd om aan den belanghebbende gelegenheid te geven, zelf een onderzoek te doen instellen. De heer Kuyper zou geen am. voorstellen na de verklaring van de Reg. ofschoon hij niet inziet, dat een wettelijk voorschrift tegen ver warring misplaatst zou wezen. De heer van Gilse verdedigde nogmaals zjjn amendement. Nadat de heer De Savornin Lohman het am. had ondersteund met het oog op het recht van eiken beklaagde op een kontra enquête, vroeg of de Reg. de rechters zoo stom acht, dat zjj maar moeten afgaan op een rap port en niet zelt beslissen De Voorzitter keurde het gebiuik van het woord ïstom" af. De heer Ferf vreesde dat het door den heer van Gilse voor gestelde middel weinig zou baten. De heer De Waal Malefijt stelde voor met het monsteronderzoek te belasten twee van elkander onafhankelijk werkende beëedigde scheikundigen, met mededee ling van den uitslag aan den belang hebbende, op diens verzoek. De heer van Gilse liet nu uit zijn amendement de woorden vaan een Rjjkslandbouw-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1900 | | pagina 1