HAARLEMSCH Eerste Blad. No: 61 144 van WOENSDAG 1 Augustus 1900. Nieuwsberichten. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Tweeëntwintigste .laargang. TELEPHOONNUMMER TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden—,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 8 centen per stuk. Prfls per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Roberts seinde den 27 Juli uit Pre toria: Harrismilh is de eenige terug- tochtsweg, welke thans open is voor de Boeren, die zich in de heuvels van Bethlehem bevinden. Het zal hen moei lijk vallen deze plaats te bereiken met kanonnen en wagens. Generaal Broad- wood houdt nog steeds Christiaan de Wet in het oog, die eenige hooge heuvels nabij Reitzburg bezet heeft. Deze plaats is zeven mijl ten Zuiden van de Vaal gelegen. P. de Wet, de jongere broeder van Christiaan, gaf zich bij Kroonstad over. Dit laatste bericht eischt echter nader bevestiging. Men weet toch, dat de woorden overgeven en de Wet niet in een adem kunnen genoemd, De Londensche avondbladen bevatten echter een telegram uit Kaapstad van Zaterdag, waarin gezegd wordt, dat De Wet aanbood zich over te geven, op voorwaarde, dat zijn Burgers vergund zou worden ongehinnderd naar huis terug te keeren. Lord Roberts weigerde te onderhandelen, tenzij De Wet aan bood zich onvoorwaardelijk over te geven. Roberts was volgens berichten in op- marseh naar Middelburg, ten oosten van Pretoria gelegen, doch thans is hij, men weet niet waarom, te Pretoria terug. Misschien is het wel de koude, die den generaal tot terugtrekken dringt, wij lezen toch, dat een officier reeds aan de koude bezweken is. Hoeveel manschap pen hun reeds aan hetzelfde kwaad zijn voorgegaan of nog volgen zullen, wie zal 't ons zeggen. Alleen van de paarden, muilen en ossen wordt bericht dat zjj in erbarmelijken toestand verkeeren. Zoo telde een brigade achttien honderd paar den, thans nog vier honderd en zoo is het ook naar evenredigheid bij de overige brigades. Wel tracht men de verliezen aan te vullen met ander trekvee, maar dit blijkt niet tegen de moeielijkheden bestand te zijn. De laatste berichten uit den Vrjjstaat zijn niet gunstig voor de Boeren. De Engelschen bezetten drie bijzonder goed gelegen passen, doch tot welken prijs. De «Daily Mail" is zoo eerljjk om te bekennen, dat negen kanonnen van Rundie den geheelen dag bezig waren het eene Boerenkanon te bestoken, doch er niet in slaagden het tot zwijgen te brengen. Uit het verloop van dit gevecht big kt, dat Commando-nek nog niet bezet is, want, zoolang lulius Kraal niet ge vallen is, is de Nek veilig. Tegen den avond rukten de Boeren zelfs met een pompom naar een vooruitgeschoven po sitie, wat eenigszins in tegenspraak is met den slotzin van de correspondentie in de «Daily Mail", luidende: «Het heden verrichte werk was uitstekend." Het raadsel, hoe De Wet steeds zoo juist werd ingelicht, schijnt voor een deel opgelost. De heer Leroux, vrede rechter te Vredefort, die door de Engel schen autoriteiten op zijn post gehand haafd bleef, is, verdacht van het geven van inlichtingen aan generaal De Wet opgepakt. Hjj werd schuldig bevonden en tot vijf jaar gevangenisstraf veroor deeld. De Wet zal echter in deze nog veel nteer pezen op zijn boog hebben, hoewel 't gemis van iedereen in zijn dienst van gewicht is. Twee Transportschepen, komende uit Kaapstad, zijn Vrijdagavond te Sout hampton aangekomen. Zij waren vol zieken en gewonden uit Zuid Afrika. Gedurende den overtocht waren er dertig gestorven. De patiënten, wier toestand bezorgd heid inboezemde, zijn terstond naar het hospitaal te Netley gebracht. Tweehonderd vijf en dertig Boeren gevangenen vertrokken, volgens een telegram uit Colombo van den 23n Juli met de Mohawk van Kaapstad naar Cey lon. Onder gevangenen bevinden zich hon derd Transvalers, vijf en vijftig Hollan ders en Iersche Amerikaners, drie en dertig Duitschers en vijf en twintig man schappen van andere nationaliteiten. Er bevinden zich zestien officieren bij de gevangenen. In Durban werd, volgens een dépeche uit die haven, een aantal Engelschen ingescheept om de wacht te versterken. Maatregelen zijn genomen om zoo als de heer Wyndham in het Lagerhuis verklaarde tweeduizend gevangenen op Ceylon onder dak te brengen. Uit Roberts vertrek van Middelburg naar zijn hoofdkwartier te Pretoria wordt opgemaakt, dat hij nog niet naar Lijden- burg zal optrekken om de Boeren te ontmoeten en waarschijnlijk wil hij daar te Middelburg een magazijn van levens middelen overleggen, wat zijne troepen zoo hoog noodig hebben. Er bestaat natuurlijk alle kans, dat de Boeren dat verzamelen zullen trachten te verhin deren. Men gelooft dat eene vereeniging van De Wet met de Lijdenburgers niet goed meer mogelijk zal zijn, omdat Roberts meester is van de verbinding Pretoria Middelburg. De Wet is evenwel nog altijd druk in de weer, zoodat hij waar schijnlijk wel weer een middel zal vinden om èn Roberts uit den weg te blijven èn hem zooveel mogelijk te benadeelen. Sterker worden de klachten over de verpleging der Engelsche troepen, thans van een subaltern officier van generaal Carrington's afdeeling, welke, zooals men weet, door Rhodesia naar Transvaal oprukt. Daarin wordt een vreeselijk tafereel van het lijden der troepen bij „Twenty-Three Mile Creek" en „Bamboe Creek" opgehangen. De streek wordt als een „hel" be schreven, die er wel is waar mooi uitziet, maar toch een «met koortsen vervuld doodsveld" is, waaruit kwalijk riekende dampen „dag en nacht uit een verrotten bodem, die slechts weinig voet boven de oppervlakte der zee ligt, opstjjgen". Vijf weken lang had de troep bijna uit sluitend van harde beschuit en rund vleesch in blik geleefd. De inrichting der lazaretten was schandelijk, de ver plegers en helpers bedronken zich, de zieken werden verwaarloosd en leden honger en gieren vlogen bij scharen door de lucht in 't rond en wachtten op den dood hunner slachtoffers. Een ander bericht uit dezelfde streek zegt: De gezondheidstoestand onder de man schappen was zeer slecht. Na een opont houd van 6 dagen kwamen van de 121 manschappen slechts 27, en van de 17 officieren slechts 2 op het appel, de overigen lagen in het lazaret. Slechte voeding is in de eerste plaats de oorzaak van al die ellende, doch ook klimaat en seizoen werken doodend. Men herinnert zich, hoe de Engelschen vuur en vlam waren, toen de Franschen, nu anderhalf jaar geleden, pogingen deden om vasten voet te krijgen te Mascate, gelegen in de golf van Oman, tusschen Perzië en Arabië. Thans zal dit plan toch voortgang hebben en Enge land zal 't moeten aanzien, verlamd als het is door zijn oorlog met de Boeren; Rusland profiteert van de gelegenheid om in Perzië almachtig te worden en Frankrijk vestigt zich te Mascate. De Boeren bewijzen dus door hun heldhaftig verzet telkens een nieuwen dienst aan een der Mogendheden, mede dingende tegen Engeland, dat op alle punten van de aardglobe terrein verliest. Uit Kaapstad wordt weer een nieuwe ramp der Boeren bericht, nl. dat generaal Prinsloo zich met vijfduizend Boeren heelt overgegeven nabij Fourisburg. Het bericht eischt nadere bevestiging. Men verneemt nog, dat Prinsloo, nauw ingesloten, slechts de keus had zich met de zijnen te laten dooden, of zich over te geven. Het is een zware slag voor de Vrijstaters, Prinsloo met zijne mannen behoorden tot degenen, op wie De Wet ook zijne hoop had gebouwd. Inmiddels heeft Roberts de troepen van De Wet niet kunnen omsingelen. Baden Powell is nabij Rustenburg door de Boeren ingesloten en Roberts zal weer troepen moeten zenden om hem te ont zetten. De Duitsche keizer heeft zijne naar China vertrekkende troepen vaarwel gezegd met een toespraak waarvan het slot luidde: Niet slechts de dood der gezanten, maar ook die van de vele Duitschers en Europeanen moest worden gewroken. Nog na duizend jaren moge Duitsch- lund's naam in China zóó bekend zijn, dat nooit een Chinees het meer wagen zal de Duitschers ook slechts scheef aan te zien. De Keizer sloot met den wensch, dat God's zegen op de vanen en de troepen mocht rusten en wenschte een gelukkige reis. De Engelsche regeering vraagt per supplementaire oorlogsbegrooting 1380 millioen gulden aan, dit zou dan strek ken tot 1 Februari 1901. En nog klagen de belastingschuldigen niet, althans niet hardop. De mogendheden hebben geweigerd in te gaan op een verzoek der Chinee- sche regeering om Peking ongemoeid te laten. Zoo van tijd tot tijd komen meer uitgebreide berichten uit China. Uit allen blpt, dat de Christenen er bloot gestaan hebben aan de vreeselijkste verraderijen. Zoo hadden tweehonderd van hen zich verschanst in de cathedraal en daar een aanval van de Boxers afge slagen, waarna de regeering troepen ter bescherming zond. De soldaten maak ten echter gemeene zaak met de Boxers, Toen werd de kerk in brand gestoken, de vluchtenden in de vlammen terugge jaagd. Allen kwamen om het leven en de bi-sechop, die het ontkomen was, werd later gegrepen en na gruwelijke mis handeling onthoofd. Ook te Tientsin moeten de Chineezen op meer dan baibaarsche wijze huis gehouden hebben. Nog werd bericht, dat de gezanten op weg zijn naar Tient sin. Zij zouden daar Zondag aangeko- j] men zijn. Zuid Afrika en thans weer China hebben den oorlog dien Amerika voert op de Filippijnen op den achtergrond gedrongen. Een der laatste berichten deelt mede, dat Amerika er nog alles behalve op ruimer terrein, en den tegenstand nog lang niet geheel gebro ken is. Een Italiaansche missionaris is te Hongkong aangekomen uit het zuiden van Hu-nan na een verschrikkelijke reis. Om aan de handen der opstande lingen te ontkomen heeft hij zich dood gehouden en een deel van den weg doorgebracht in een doodkist, die door hem bevriende inlanders gedragen werd. Hij verhaalde, dat de bisschop, drie priesters en verschillende bekeerlingen vermoord zijn en de kerken, kapellen en andere stichtingen der missie werden vernield. Ondanks de stellige verklaringen van het tegendeel kan thans met eenige ze kerheid worden aangenomen, dat de gezanten vermoord zijn. Zaterdagavond meldde een telegram Een bankier, een Chinees ongetwijfeld, anders zou hij niet de stad levend heb ben verlaten, een invloedrijk persoon, die geen leugens en vooral geen leugens ten nadeele van zijn eigen land zal vertellen, verliet den 7en Juli Peking. Hü kwam den 25en Juli te Shanghai aan, na een tocht dus van 18 dagen, hetgeen niet te verwonderen is in een land als China, waar de verkeerswegen slecht en de afstanden lang zijn, en waarbij men 'n aanmerking dient te nemen de tegenwoordige onlusten, die de wegen meer dan ooit onveilig maken. Deze Chinees verklaarde, dat toen hij Peking verliet, alle legatiën verwoest waren. Als diplomaat ieder Chinees is dit en men kan het dezen man niet kwalijk nemen, voegt hij er aan toe, dat alle gezanten verdwenen waren. Hij wil niet direct reeds vertellen, wat iedereen ducht, en wat door de autori teiten nog wordt tegengesproken, maar hij gebruikt liet woord „verdwenen", hiermede dus in het midden latend, wat er van de gezanten is geworden. Een beambte van een Russische bank, die eveneens uit Peking kwam, beves tigde de berichten van de «Daily Mail," de „Express" en andere correspondenten die later met de tijding kwamen, dat de gezanten vermoord werden door de Chineesche benden, die de legaties be stormden en waartegen men geen weer stand kon bieden. Hunne families werden eerst gedood door de Europeanen zelf. Sir Robert Hart beging op het laatste oogenblik zelfmoord. De Belgische minister van Buiten- landsche Zaken deelt een telegram mede uit Shanghai van den 28en Juli. Cheng, de taotai, meldt daarin, dat alle zendelingen te Paotingfoe vermoord zijn. Het is mogelijk, dat de regeering naar Tsinganfoe zal uitwijken, indien de verbondenen oprukken naar Peking. Volgens den gouverneur van Shan- toeng waren alle gezanten den 2-ien Juli nog in veiligheid en van levens middelen voorzien. De Belgische zendelingen in Oostelijk Mongolië zijn veilig. Zjj kunnen het langen tijd uithouden. Een en ander moge ten bewijze strek ken, hoe Europa door China drie weken lang is om den tuin geleid, met het doel om Peking vrij te houden of in staat van tegenweer te stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1900 | | pagina 1