HAARLEMSCB
Eerste Blad.
No. 67
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Tweeëntwintigste Jaargang.
144
met AMSTERDAM.
van WOENSDAG 22 Augustus 1900.
N ieu wsberichten.
TELEPHOONNEMMER
TELEPHONISCHE VERBINDING
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden—,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stok.
Prl|i per Advertentie van 1—5 regel» f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentièn worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
De Wet heeft al zijn krijgsgevangen
in vrijheid gesteld, uitgezonderd de offi
cieren.
Lord Roberts seindeIk vrees ten
zeerste, dat De Wet erin slaagde aan
xjjne vervolgers te ontkomen, door, naar
ik veronderstelde, zijn troepen in kleine
afdeelingen te splitsen. Het laatst werd
hij gezien in den omtrek van Rustenburg.
Lord Kitchener's telegram, gedateerd 15
Aug., vermeldde, dat hij De Wet in het
nauw gebracht had. Generaal Carington,
die Hore's troep ter hulp zendt, was
Vrijdag te Otto'shoop, waar de Yeomanry
met de Boeren in gevecht was. Hore's
troep is Zaterdag ontzet.
Een der correspondenten van een
Belgisch blad schreef een brief over de
wijze waarop Engeland zorgt voor den
gentleman in Khaki, m.a.w. voor den
bemiddelden vrijwilliger bij het leger
in Zuid Afrika. Ik ken, schreef hij, vele
Engelsche jongelieden die vol opgewekt
heid en levenslust naar Transvaal gegaan
zijn. Alles ging goed tot aan de ont
scheping, dan begon de ontgoocheling.
Altijd strijden tegen een onzichtbaren
vijand.
Niets is meer ontzenuwend dan dit
gevecht tegen het onbekende, het on
zichtbare, het on waarneem bare.
En dan was zegt de kahkiman de
voeding ten eenenmale onvoldoende, wij
hadden geen tenten en het water was
vergiftigd door de lijken en het vuilnis
van de Boerenlaagers. Hoe kan men op
deze wijze aan typhus ontkomen? Ik ben
ook niet vrij gebleven. Ik ben niet ver
zorgd, maar neèrgelegd in een hospi
taal, ingericht voor dertig en gebruikt
voer driehonderd zieken.
Ik ben niet gestorven, maar invalide.
Ik dacht dat de regeering ten minste
mijn terugreis zou betalen. Dit is niet
het geval geweest. Als ik niet vqf
ponden vijf shillingen rijk was geweest,
had ik daarginds moeten blijven. .Ziehier
mijn geschiedenis".
Zij is die, zoo besluit de correspondent,
van vele anderen. Ik heb altijd gezegd
dat men de waarheid omtrent dezen
oorlog niet zou te weten komen, voor
zij, die daarginds geweest zijn, terug
keerden, en vrij konden spreken. Zij
beginnen terug te keeren.
Deze laatste uitdrukkingen schijnen
gericht te zijn tot de Afrikaansche cen
suur, die zelfs het brievenverkeer van
particulieren, allerlei belemmeringen in
den weg legde.
Reeds eenige dagen liepen geruchten
aangaande eene overwinning van de
Wet, men wantrouwde ze, omdat de
berichten over Lorenyo Marquez kwamen,
doch daar de zelve blijven aanhouden
hebben zij eenigen meerderen vorm ge
kregen, hoewel de plaats der overwin
ning niet genoemd is, terwijl ook de
datum wat vaag is. De Wet verscheen
eerst bij Commando nek en eischte Ba
den Powell's overgaaf, waarop deze de
voorwaarden vroeg, waarop hü zijn
wapenen kon inleveren. Dit vragen
wijst er op, dat de held van Mafeking
zich in 'tnauw bevond en tijd trachtte
te winnen. Met een >zeer sterke bezet
ting" achter zich is Baden Powell de
man er niet naar om aan 't onderhan
delen te tijgen. Integendeel. Daarop
hooren we een tijdlang niets.
Roberts meldde hiervan niets, doch
Zondag verschenen twee telegrammen,
waarvan het eerste luidde, dat Powell
zich had overgegeven met vierduizend
man, wat niet anders kan gebeurd zijn
dan tusschen Pretoria en Middelburg,
welke laatste stad reeds door de En-
gelschen was verlaten, wat vrijwel
gelijkt op een terugtocht of misschien
wel een vlucht. Volgens een ander
telegram zou Baden Powell met zijn
vierduizend zich overgegeven hebben den
17 Augustus.
De mogelijkheid bestaat dus, dat de
van Middelburgers komende Engelschen
door de Wet zijn opgewacht, daar om
singeld en gevangen genomen. De beide
telegrammen luiden als volgt:
(Uit Londen.) De Bladen publiceeren
een telegram uit Lorenfo Marquez,
meldende, dat de Wet 4000 Engelschen
met 7 kanonnen pakte.
Roberts heeft Middelburg ontruimd.
(Uit Pretoria van 18 Augustus
Gisteren verscheen De Wet ten Noorden
van Commandonek, die door Baden
Powell werd bezet gehouden. De Wet
sommeerde Baden Powell zich over te
geven. Deze vroeg welke voorwaarden
hg stelde.
Een telegram uit Kaapstad echter
berichtte, dat de Wet de overgaaf
geëischt had om op de hoogte te komen
van de sterkte van Baden Powell en de
Wet toen naar het Noorden trok. Zooals
men ziet dus nog veel wat duister is.
Dinsdagavond nog geen nader bericht
betreffende de Wet. The Star, het
Engelsche blad dat toch al niet best te
spreken is over den oorlog, neemt een
loopje met lord Kitchener, naar aan
leiding van de Wets herhaalde verdwijnen
en verschijnen. Zelfs The Standard, die
anders nog wel eens wat optimistisch
gestemd is, geeft toe, dat de Wet ont
komen is, doch heeft voor Kitchener
en zijn soldaten eene menigte veront
schuldigingen, als gemis aan terrein
kennis, gebrek aan levensmiddelen en
aan vertrouwbare gidsen, alles dingen
waar de Wet over beschikt. In het al
gemeen is het in Engeland voor zeker
aangenomen, dat de Boeren den krijg
nog niet moede zijn zooals stellig honderd
maal is beweerd, doch men troost er
zich mede, dat er in het Boerenleger
langzamerhand gebrek aan schietvoor
raad moet ontstaan en zij dan van zelf
wel moeten ophouden, terwijl aan een
standhouden der Boeren geen geloof
wordt geslagen.
De Portugeesche kanonneerboot .Libe
ral" heeft op de rivier bij Catenke, een
stoomsloep ontdekt, die twee booten met
ammunitie voortsleepte. Zij heeft zich
van een daarvan meester gemaakt. Men
kent den naam van den eigenaar niet,
noch de bestemming van de booten,
maar naar alle waarschijnlijkheid waren
zij bestemd voor de Boeren en worden
die dus door de Portugeezen als oorlogs
contrabande beschouwd.
Eén boot is dan toch den Boeren
geworden. De Engelschen troosten zich,
dat zij weldra controle zullen hebben
op Delagoa-baai.
De heer M. G. Wildeman schrijft aan
de Opr. Haarl. Ct.:
vOok in uw veelgelezen courant zijn
indertijd allerlei gissingen geuit aan
gaande de afkomst van den kranigen
Bóeren-generaal Jou bert en is zelfs de
dwaasheid beweerd dat hij uit Friesland
stamde. Thans is voldoende bewezen, dat
Piet Joubert stamt uit Poitou en dat
hij een nakomeling in rechte lijn is van
ridder Joubert, grootmeester van de orde
van St. Jan van Jerusalem in 1169, van
wien een achterkleinzoon in 1365 in
den slag van Poitiers door de Engelschen
werd gedood.
Door een huwelijk van een der voor
vaderen Joubert met eene Dermier, moest
Piet Joubert eigenlijk tante zeggen tegen
Koningin Victoria.
Vrijdagavond kwamen de berichten
binnen, dat Peking ontzet, de verbonde
nen de stad zijn binnen gerukt en de
gezanten en verdere vreemdelingen in
veiligheid gebracht zijn. Het was hoog
tijd; twee maanden hadden zich acht
honderd vreemdelingen opgesteld in het
gezantschapshótel, met betrekkelijk ge
ringe hulpmiddelen zich verdedigende
tegen opgewonden Chineezen.
Prins Toean, de felle vreemdenhater,
de Keizerin-weduwe en hun getrouwe
Boxers zijn afgetrokken en de mogend
heden heer en meester in Peking. Het
merkwaardige tijdstip is thans daar, dat
het gemeenschappelijk belang verdwenen
en het eigenbelang weder aan het woord
is, Over de houding der mogendheden
is nog niets bekend. Overeenkomsten
zijn niet getroffen, de verwonderlijk
snelle opmarsch naar Peking heeft de
Kabinetten verrast en gelukkig degene,
die het eerst zijn slag weet te slaan.
Graaf Waldersee zal dus in China
verschijnen als het hoofddoel bereikt is,
maar er zijn misschien bijoogmerken.
Het innemen van Peking schijnt zich
aldus te hebben toegedragen:
Den vorigen Maandagmorgen waren
de verbondenen te Toeng-Chow, 16
Kilometer ten Oosten van Peking. De
Chineezen stonden met een groot leger
tegenover hen en schenen voornemens
den snellen opmarsch hunner vijanden
hier voor goed tot staan te willen
brengen. De weg naar de hel, of juister,
Peking, was met goede voornemens ge
plaveid, want nauwelijks klonken de
eerste schoten, of al wat Chinees heette,
nam zijn sandalen op en vluchtte naar
de hoofdstad. Halfweg wisten eenige
officieren wat orde in de galoppeerende
horde te brengen, en werd zelfs een
poging gedaan, de steeds voorwaarts
snellende internationalen van het gros
der troepen af te snijden. De vreemde
cavalerie deed echter een woeste charche,
brak den laatsten tegenstand en vervolgde
de vluchtelingen tot aan den Oostelijken
muur der stad. Hier kampeerden de
overwinnaars gedurende den nacht van
Maandag op Dinsdag, en begonnen de
ondehandlingén met de Pekingsche auto
riteiten, die beloofden de gezanten in
vrijheid te stellen, als de stad niet werd
aangevallen.
Na de inneming van Peking geen
nieuws uit China, dan alleen een bericht,
dat een deel der stad gebombardeerd
wordt en een ander deel in brand staat,
alsook dat de keizer en de keizerin de
stad ontvlucht zijn, de plaats waarheen
wordt niet genoemd, doch dit laatste
moet reeds hebben plaats gehad voor
de mogenheid te Peking waren.
Het zou moeielijk zijn in dezen toestand
vredesonderhandelingen aan te knoopen,
of het moest zijn met onderkoning Li.
De stoomboot Sachsen, waarop maar
schalk Von Waldersee Maandag de reis
naar China aanvaardde heeft 60 Azia
tische stokers aan boord, waaronder 32
Chineezen. De Lloyd heeft deze koelies
aangenomen, omdat zjj beter tegen het
klimaat kunnen en zich tevreden stellen
met een gage van 27 mark per maand.
Het is nu maar te hopen, dat deze Chi
neezen aan boord van de Sachsen niet
behooren tot de sekte der Boxers, want
dan zou de maarschalk gevaar loopen,
te laat, ja zelfs in 't geheel niet in China
aan te komen.
De groote vraag is nu, wat zullen
de mogendheden doen, nu het hoofddoel,
het bevrijden van de Europeanen een
feit is. In de eerste plaats natuurlijk
zal genoegdoening verlangd worden,
voor den hoon, Europa in zijne diploma
ten aangedaan. Wat zal Engeland ei-
schen, wat Duitschland, wat Rusland,
wat Italië, wat ten slotte Amerika? En
dan, zal elk der mogendheden genoegen
nemen met de eischen zijner mede ge
allieerden, of zal ook hier uit nog weer
een kloppartij uit ontstaan, oneenigheid
gebrouwen worden tusschen de humane
wereldbeschavers? Het is volstrekt niet
te verwonderen, dat al deze duisterhe
den sommigen met angst voor de toe
komst vervullen en men, misschien niet
ten onrechte, een Europeeschen oorlog
voorziet.
Frankrijk moet in deze eene conferen-
aangeraden hebben hebben, wat zeer
dienen kan om veel kwaad te voorkomen.
Het moet nu zeker zjjn, dat de Keizer
van Rusland in September de wereld
tentoonstelling te Parijs zal bezoeken.
Reeds geruimen tijd geleden was hiervan
sprake, er werd tusschen de Fransche
regeering en Zr. M's. Kabinet naar aan
leiding daarvan een correspondentie ge
voerd en de Fransche Minister van Bui-
tenlandsche Zaken had zelfs met graaf
Mourawieff reeds eenige bijzonderheden
geregeld.
De dood van laatstgenoemde was oor
zaak dat de onderhandelingen tijdelijk
werden afgebroken, maar keizer Nicolaas
moet bepaaldelijk den wensch hebben
te kennen gegeven, dat daarop zou wor
den teruggekomen.
Er schijnen echter groote moeieljjk-
heden te overwinnen geweest te zjjn.
In de hooge Fransche kringen waren
twee stroomingen. De eene partij wensch-
te de overkomst van den Czar, omdat
men hoopte, daardoor weer de populari
teit, welke men te Parijs zoozeer begeert,
te herwinnen, anderen zagen den jongen
vorst liever niet komen, omdat zij vrees
den dat er een aanslag op hem gepleegd
zou worden, tengevolge waarvan de goede
verstandhouding tusschen Rusland en
Frankrijk verstoord zou worden.
De moeielijk heden schijnen thans uit
den weg geruimd, de veiligheidsdienst
is in staat den keizer te beschermen en
men verwacht het hooge bezoek tegen
16 of 17 September.
De kotter Matador, waarmee kapitein
luitenant Bouendahl een reis naar de
Noordpool gaat ondernemen, ligt thans
te Hamburg voor vertrek gereed. De
matrozen zijn bezig proviand aan boord
te brengen, de watervaten vast te sjorren
enz. De stemming onder de bemanning
is uitstekend. Op bevel van de haven
politie zjjn gisteren de bemanning en