3M ieuwsberichten.
de détails. De Heer Speelman zou eerst
de teekeningen willen zien.
Thans komt de overeenkomst in
behandeling. Door verschillende Heeren
werd hier het woord gevoerd en vervol
gens met enkele wijzigingen der redactie
aangenomen.
Heel wat werd gepraat over de vraag
in hoever B. en W. zonder den Raad
tot beslissing voor het bepalen van
wegen bevoegd zijn.
De Heer Schram wenscht de ver
schillende amendementen te doen druk
ken en dus de beraadslagingen hier te
staken.
De Heer V. S'yrum wenscht verder
te behandelen, doch de eindstemming
te doen plaats hebben in de volgende
vergadering
Voorstel Schram wordt verworpen.
De Heer Holland wenscht door den
Raad te doen bepalen loon, arbeidsduur
en rusttijden van 't personeel. De Raad
neemt dit voorstel aan.
Voor de zoogenaamde werkmanstrei-
nen op werkdagen wordt 3t/j cent
bepaald en voor de grootste afstand
niet meer mag worden geheven dan
7 ct. per rit.
De resumptie en de eindstemming
zullen plaats hebben in de volgende
vergadering.
De Commissie van Toezicht op het
Stedelijk Museum heeft den wensch
uilgespi oken in het koude jaargetijde
de lokalen te verwarmen, aangezien de
zeer afwisselende temperatuur nadeelig
is voor de schilderijen.
Omdat nu een nachtwaker geregeld
ook op het Museum de ronde doet, be
staat hiertegen geen bezwaar; alleen
is eene wijziging in de instructie van
den opzichter hiertoe noodig, die dan
ook do >r den Raad wordt goedgekeurd.
Tot lid der Commissie voor de gas
fabriek wordt benoemd de Heer Sneltjes.
Als laatste punt werd het gasverslag
over de maand November 1900 voor
kennisgeving aangenomen.
De Heer de Braai wijst op de werk-
loozen die op de ijsbanen werkzaam
zijn, en die maar 75 ets. per dag ver
dienen. Als wij het we! begrijpen wenscht
de Heer de Braai vrjje concurrentie op
dit punt; dan zullen ze meer verdienen,
meent hij.
De Voorzitter deelt mede, dat het
gemeentebestuur zich hier niet in mengen
kan.
De vergadering wordt daarna ge
sloten.
Het Engelsche departement van oorlog
doet op het oogenblik moeite om de
verliezen van de Imperial Yeomanry
aangevuld te krijgen met nieuwe be-
zendingen. Van de 10,195 yeomen die
naar de Kaap zjjn gezonden, waren er
blijkens de laatste opgaaf nog nog 8000
of ongeveer 4/5 over. Ook zal de diensttijd
van een aantal hunner kinnenkort ver
streken zijn. Daarom worden bevelvoe
rende officieren uitgenoodigd namen op
te geven van yeomen die hun kameraden
willen aflossen.
Wanneer de Engelsche regeering, zegt
een Fransche schrijver, niet het gevaar
wil loopen een veldtocht voort te zetten
die nog jaren en jaren duren duren kan,1
behoort op de een of andere wijze een
onderhandeling mogelijk zijn.
Dat kan geschieden, wanneer een
derde, een onafhandeljjke staat, Enge
land den onschatbaren dienst zou willeu
bewijzen als bemiddelaar op te treden.
Die derde kan zoowel de keizer van
Rusland, als koningin Wilhelmina van
Nederland zijn. Dite derde zou zich motten
vergewissen van de voorwaarden, waarop
de oorlogvoerenden den strijd zouden
willen beëindigen, en dat kan niet anders
zijn dan de autonomie van de Republie
ken.
Het Engelsche volk geeft meer en
meer teekenen, den ooi log die nu al
ruim vijftien maanden duurt, moede te
zijn. En met wie zal engeland moeten
onderhandelen, met de republieken? die
zijii geannexeerd, Kruger enSteynzijn
Vervallen veiklaard. Rest dus alleen
tusschenkorost.
Lord Roberts acht nu den oorlog in
Zuid-Afrika toch zoo weinig geëindigd,
dat hjj een scVijven richtte tot den
lord Mayor van» Londen en tot de
Burgemeesters der andere steden, waar
van hem het eereburgerschap is aan
geboden, waarin hij uitstel verzoekt van
de plechtige aanbieding daarvan.
„Onder de tegenwoordige ongelukkige
omstandigheden in Zuid Afrika", zegt
Roberts, »ben ik van gevoelen, dat er
voorshands geen feesten moeten wezen".
Een Engelsch officier erkent, dat tot
een optreden tegen de Boeren het getal
troepen te gering is. Al wat beschikbaar
is moet tot bewaking dienen. In Engelsch
Indië zijn vijftienduizend soldaten wier
diensttijd om is, zij zijn nog niet terug
gezonden, omdat de allossingstroepen
nog niet beschikbaar zijn. De regeering
zal nu trachten die soldaten door hooge
premies te bewegen zich te verbinden
voor Zuid-Afrika.
HAARLEM 18 Januari 1901.
Derde Bacheoticerf.
De Haarlemsche Bachvereeniging
heeft Dinsdagavond hare leden wederom
een zeer belangrijk concert aangeboden.
Een concert dat in geen enkel opzicht
voor de vroegere behoefde onder te doen.
Wie wel het meest heeft bijgedragen
tot de hooge beteekenis ervan, het Orkest
van Willem Mengelberg of de heer
IJsaye, die als solo violist de uitvoering
opluisterde zal wel moeilijk zijn uit te
maken.
De muziekliefhebbers, die zich ver
trouwd hebben kunnen maken met de
sinfonische werken va» Beethoven, Schu
mann en Brahms, om slechts deze namen
van het programma te noemen, hebben
ongetwijfeld een ideaal kunstgenot ge
smaakt bij het spel van het onvolprezen
Amsterdamsch Orkest.
Mogelijk dat de wedergave van de
Brahmsche Symphonie dan welde diepste
indrukken heeft achtergelaten, evenzeer
door den rijken inhoud er van als door
de heerljjke vertolking van de zijde van
het Orkest. Zelden was, wat dit laatste
betreft, de stemming der instrumenten
zoo volmaakt rein en nimmer werd
eenig kunstwerk met meer toewijding
en met meer heilig vuur ten gehoore
gebracht.
Trouwens een instrumentaalcomposi-
tie uit wier stijlvolle bewerking zich
een zoo frisschen stroom van leven
ontwikkelt, een symphonie zoo rijk van
kleur en heerlijk van melodiek is er
de symphonieën van Tschaikowsky uit
gezonderd niet aan te wijzen.
Eigenlijk zou de uitvoering van zulk
een werk voldoende zijn voor een avond
Voor vele dagen geeft zij teerkost aan
den geest.
Doch het concert gaf meer. Behalve
in de Ouverture Manfredvan Schu
mann en een mooi werk, lm Frühling
van Goldmark, alle even voortreffelijk
door het Orkest gespeeld, konden de
aanwezigen zich verlustigen in het kunst
volle vioolspel van den heer IJsaye
De heer IJsaye is een van die weinige
violisten, van wie men minder vraagt
wat zjj spelen mits zjj slechts spelen.
Alles, ook het mindere in gehalte krijgt
bij hem beteekenis. Bij een onmiskenbaar
zwak voor virtuosenstukke», waarin zijn
meesterschap schitterend uitblinkt, is
hem het gebied der klassieke Duit-
sche vioolschool lief en weet hij daarin
het hoogste te bereiken. Wel het beste
bewijs hiervan leverde de mooie, ernstige
voordracht van de bekende Beethoven
Romance (G. gr. t.J, eene voordracht
die hem adelde tot artist in den besten
zin van het woord. Voor het overige
mochten de zeldzame talenten van den
heer IJsaye zich openbaren in het 3de
Fioolconcert van Saint Saëns en in een
Fantasie van den Russischen componist
Korsakow.
Dat deze schitterende concert-figuur,
in zijn spel beurtelings betooverend en
imposant, beloond werd met den bijval
der opgetogenheid ligt voor de hand.
B.
De aandacht wordt gevestigd op
de verplaatsing van het Venduhuis
D'Amstel, dir. de Heer A. van Lier, naar
Groote Houtstraat No. 147.
De groote diepte van het goed ge
legen lokaal biedt ruimte om de massa
aanwezige meubilaire en andere goede
ren op het voordeeligst te plaatsen en
het is zeer zeker de moeite waardig het
bjjeen gebrachte voor de aanstaande
veiling te gaan zien, de voorraad is
groot en veelsoortig.
In den Schouwburg werd Don
derdagavond j.l. door het gezelschap De
Kon Vereenigmg Het Nederlandsch Too-
neel", vooreen stampvolle zaal opgevoerd
een der meest gewaardeerde stukken
van William Shakespeare, vDe Koopman
van Venetië, naar de bekende vertaling I
van wijlen Dr. Burgersdijk Deze opvoe
ring (de 7e abonnementsvoorstelliog)
zou volgens eene bjjzondere aanduiding
op het aankondigingsbiljet geschieden
met medewerking van den heer Louis
Bouwmeester. Oeen wonder dus, dat
alle rangen goed bezet waren waar men
onzen talentvollen Bouwmeester zou
kunnen bewonderen in zijn volle kracht,
in zjjn rol van Shylock. Meesterlijk was
dan ook de wijze waarop hij zjjn rol
vertolkte, aangrijpend waren de mo
menten, waarin wij hem zagen'als een
groot artist, o.is toonende een Shylock,
zooals die door den schrijver was be
doeld. Zijne overweldigende, dramatische
zeggingskracht en bewonderenswaardige
actie, één met zijne schoono typeering,
gaven ons een juist en treffend beeld
van den woekeraar". Ook Antonio
werd ons op uitnemende wijze vertoond
door den heer Holtrop, terwjjl Antonio's
trouwe vriend, door den heer de Jong
prachtig en met distinctie werd weer
gegeven. Portia weid gespeeld op de
meest schitterende wijze doorde begaafde
actrice, Mevr. Pauwelsvan Biene, die
indruk maakte door haar zuiver en mooi
zeggen der romanti.-ch dramatische zin
nen. De Heeren v. Djjk en v.Schoonhoven
(beiden aanbidders van Portia) kweten
zich uitmuntend van hun taak, terwijl
wij in den heer van Westerhoven een
waardig „Doge" te aanschouwen kregen.
De geestige en pittige humor van
dit tooneelwerk werd in ruime mate
ons te genieten gegeven door Kreeft in
diens optreden als Shylock's knecht
door Schulze, en den heer Tourniaire
in de rol van Antinio's luchthartigen
vriend, waarbij het publiek hartelijk
lachte. Ook Mevr. van Ollefen en mej.
Hopper, de eerste als Shylock's dochter
de tweede als Portia's kamerjuffer ver
dienen een bijzonder woord van lof,
evenals de heer v. d. Hilst, die als Lo
renzo een goed figuur maakte. Dank-
1 baar werden allen herhaaldelijk toege
juicht, vooral na het vierde bedrijf toen
het publiek warme hulde bracht aan den
grooten kunstenaar. Wij mogen dan
ook vaststellen, dat deze kunstavond
een groot succes is geweest voor het
Nederlandsch Tooneel.
Het tweede concert van de gemeng
de zangvereeniging; „Doopsgezind Zang
koor" zal plaats hebben in den loop der
maand April e.k. Het programma zal,
behalve een paar nummers van Calh.
van Rennes en eenige solo's weerRoze's
Pelgriintocht" van Schumann bevatten.
Van vele zijden mocht de Vereeniging
den wensch naar een weder ten gehoore
brengen van dit uitgebreide koorwerk
vernemen en vond het Bestuur opnieuw
dezelfde solisten als bij de eerste uitvoe
ring bereid hunne medewerking te ver
leenen. Het waren: Mevrouw A. C.
Craandijk Schuil als alt, mej. F. de
Vries, als sopraan, de heer C. Phlippeau
als tenor en de heer A v. d. Velden
als accompagnateur.
Plotseling sloeg Woensdagmiddag
het weêr om. 's Morgens nog vorst, later
dooi, zelfs zóó dat toen in den laten avond
het begon te motregenen, de bodem niet
eens meer koud genoeg was am die
luttele druppels te doen bevriezen.
Donderdag stond er reeds goed wat
water op het ijs, op sommigejplekkenoor
deelde men het jjs reeds onbetrouwbaar,
b.v.b. op de Amsterdamsche Vaart.
De belanghebbenden bij het ijs hopen
nu maar op de maan. Anderen daaren
tegen en dit zijn er niet weinigen
z(jn van meening, dat een wintertje
van zestien dagen voorloopig genoeg is
en willen nu liever op vorst wachten
tot den volgenden winter.
Het getal deelnemers aan de uit-
deeling van Brood en Koffie, was 16
Januari 758 kinderen, 270 volwassenen
17 Januari 787 kinderen, 319 volwas
senen; 18 Januari 718 kinderen, 285
volwassenen.
Giften welke ingekomen zjjn bij de
Heer B. Sernê Wz., Gierstraat van
Jonkh. Mr. B. v. H. f 15.bij den
Heer Kolkmejjer, N. N. f 2.v. W.
f 20.bij den Heer London, W. v.
B. 2.50; bij den Heer H. van Niel
Hz., Penningmeester, N. N. ƒ2.50, post
wissel; K. N. f 10.— N.N. /10.en
10 kilo koffie.
Dinsdag a s. geeft het Kwartet
Robert, Zalsman en Van Breemen zjjn
derden kamermuziekavond. Op het inte
ressante programma komen twee werken
voor, die hier ter stede nog niet gehoord
zijn n.l. Sonate op 6 voor piano en
violoncel van Richard Strauss en Lieder
cyclus ïEliland" van den Berlijuscben
componist Wilhelm Berger.
Verder wordt nog uitgevoerd Piano
kwartet op 26 van Brahms, een van
de schoonste werken der kamermuziek-
literaluur."
In onzen Schouwburg hebben wjj
Woensdag 24 te verwachten de Opéra
Wilhelm Tell van Rossini, door de
Ned. Opéra, Dir. C. van der Linden.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
deze opvoering zal plaats hebben met
medewerking van de Heeren Pauwels,
Orelio, Van Duinen, Schulze en Engelen
en de dames Engelen SewingenThjjssen-
Bremerkamp.
Op het Museum van Kunstnijver
heid zal vermoedelijk Zondag a.s. eene
Tentoonstelling van Nederland-che meu
bels geopend worden, die worden ver
vaardigd op de fabriek van den heer
van Wijgaarden te Weesp, en versierd
door Hoytema.
Nog eens Kinderbewanrplaats,
CursusWolleunaaien en Pop-
pententoonstelling.
Enkele weken geleden hebben de
inwoners van Haarlem onder dit op
schrift iets kunnen lezen over plannen,
die, als zij tot uitvoering komen, aan
onze stad eene nuttige en noodige
inrichting van onderwijs zullen geven.
Tegelijkertijd werden circulaires bjj de
ingezetenen aan huis bezorgd, waarin
om ieders medewerking werd verzocht
voor 't doen slagen van een Poppen-
tentoonstelling.
Welk het doel is van die tentoonstelling,
zelve dus middel, is in die circulaires
nader omschreven.
Nu is het oogenblik daar, dat de
inschrijvingsbiljetten worden terugge
haald en dat zij bij het Comité der
Tentoonstelling terugkomen, dit op de
hoogte brengen van de belangstelling van
Haarlem's bewoners.
En wat vernam het Comité nu van
velen, in zeer verschillende termen, die
hierop neerkomen„er is hier al een
Kookschool en een Naaischool, ik begrijp
niet waarom er nu nog meer moet
komen" »er wordt tegenwoordig
zooveel gevraagd, dat ik niel aan een
P oppententoonstelling geef, dan zijn er
nuttiger inrichtingen" enz. enz.
Het moge niemand verwonderen, dat
wij na 't hooren van dergelijke opmer
kingen, nog eens de gastvrijheid van
onze stedelijke bladen inriepen om
enkele, naar 'tons voorkomt, noodige
ophelderingen te geven.
Op 'teerste bezwaar" meeneri wij
dit te moeten antwoordenzjj die nu
reeds de besturen van Kook- en Naai
school vormen, kunnen, dat spreekt
vanzelf, beter dan buitenafstaanden be-
oordeelen, óf en waarom de samen
smelting en de uitbreiding der scholen
noodig is, waarom gewenschtwaarom
'teene nuttige inrichting zal zijn, waar
om een stadsbelang. Zij, die zich voqr
deze zaak veel moeite getroosten, hopen
hartelijk het vertrouwen hunner stadge-
nooten te zullen winnen.
En vervolgens: wij vragen niet voor
de Poppententoonstelling -- of ja, toch
wel, maar, zooals wij reeds opmerkten,
zij is 't middel om te geraken tot de
oprichting van 't doel, een Cursus in
Wolleunaaien en een Kinderbewaar
plaats. Wij menschen hebben nu een
maal gaarne niets voor ons geld"; 't moest
wel niet zóó zijn, maar.... Nu, wij
nemen gaarne de giften aan van hen,
die vóór de goede zaak zijnde, ons middel
niet toejuichen.
Overigens schijnt ons eene Poppen-
tentoonstelling een vriendelijk en on
schuldig middel. Menige handige hand
en een geestig hoofd, kan zich daarmede
een korten tijd bezig houden en ons
verblijden met bet resultaat van haar
ijver en goeden inval.
Het doel dus: IFollennaaien en Kinder
bewaarplaats daarop moeten wij de
aandacht vestigen. Mogen wij niet