mi JOÏTG TOUWTJE, VERBONDEN. 5 DOOR HÉLÈNE SWARTH. 2) 't¥as niet haar jour en om visites te maken was zij niet kalm genoeg, al had de zeelucht haar wat goed gedaan. Tony, die al sedert drie da gen voor zaken afwezig was, zou öf om zes uur öf met den laatsten treiin tehuiskomen. Zij wachtte nog een telegram. Na de koffie ging zij wat toilet maken. Zij had niet veel kun nen eten; haar keel was gezwollen van tranen, die ze aldoor moedig onderdrukte. Nu stond zij voor de spiegelkast, het verwaaide haar los op het melkwitte huidsatijn van haar jeugdigen mooien hals. Zij was toch noch zoo jong, haar schoonheid was zoo bloesemteér, zoo lentefrisch Zacht volgde zij met de vingertoppen de zuivere lijnen van schouders en hals, de slanke ronding der koele blanke armen en woelde peinzend in den golvenden pracht van haar los hangend haar. Zij kapte en kleedde zich met veel zorg, parfumeerde zich met de lieve lingsodeur van haar man, met dezelfde onschuldige zucht om Tony te beha gen die haar zijn lievelingsgerechten had doen bestellen voor het middag maal. Als een actrice die een rol instu deert, deed zij haar best om er opge ruimd als een lief gelukkig vrouwtje uit te zien. Maar de angstige trek was niet om te betooveren in een glimlach van vriendelijke tevreden heid. Er knaagde iets aan haar hart, er propte iets in haar keel. O wat verlangde zij naar Tony, om uit te weenen aan zijn borst! Toen zij klaar was, ging zij naar het boudoirtje dat Tony had laten inrichten voor zijn vrouw, gezellig nestje, vol groene planten, waartus- schen een vogeltje kweelde in zijn geel rieten kooi. Daar stond baar schrijftafeltje, juist groot genoeg om brieven te schrijven, mot voor haar, als zij even opkeek, de photografieën van ouders en zusters in lijstjes van geciseleerd metaal. Daar had zij haar kleine bibliotheek, keur van met smaak gebonden lievelingsboeken, waar ze uren in kon bladeren. Daar stond een divan met oostersch tapijt werk, waar ze op lag te droomen, als ze moe was of lui. In het begin van hun huwelijks leven, hadden zij dit boudoirtje de duiventil gedoopt, 't Was hoog in huis en uitgebouwd en Tony kwam er telkens zijn mooi lief vrouwtje storen in lectuur of geschrijf, haar meeslepend in zijn armen naar den divan en streelend, kussend zonder eind. Zij waren bijna twee jaar getrouwd en noch altijd was Tony trotsch ge weest op Gertrude, en dankbaar voor de weelde van haar liefde en bezit. Maar in de laatste dagen was er een wolk gekomen, een zwarte schaduw op hun zonnig geluk. Tonny zag er slecht uit, bekom merd en bleek met wallen onder de oogen en iets gejaagds in gebaren en blik. Vermagerd, ongedurig en prikkelbaar, was hij nu eens heel stil, dan zenuwachtig druk. Zoo had Gertrude hem nog nooit gezien Wist zij maar wat hem scheelde! Maar, zij vleide en dwong en smeekte om haar te zeggen welk geheimzinnig verdriet hun geluk ondermijnde, Tony weerde haar af, zei, dat zij 't zich verbeeldde, dat hij 't wat druk had met zijn zaken en anders niet. Ondertusschen voelde Gertrude dat hun intimiteit bedreigd werd, dat er vervreemding en verkoeling kwam in hun verhouding, dat Tony óf haar niet vertrouwde óf een geheim in zijn binnenste omdroeg, dat hij juist haar niet toevertrouwen kón. Als hij eens niet meer van haar hieldals hij verliefd was op een andere vrouw En weer ging zij de rei van hun kennissen na en weer schudde zij 't hoofd met een ongeduldigen zucht. Geen enkele vrouw van hun eigen kring die zich kon meten met haar En wat wist zij van het leven buitenshuis, in een verleidingsvolle stad? Zij kon enkel maar gissen en lijden onder den angst van haar on zekerheid. Zij zat op den divan en plukte aan de kwasten van een bloemenmand. In geen drie weken was Tony het boudoirtje komen binnenstuiven, om zijn vrouwtje op te tillen en neer te vlijen op den divan, waarnaast hij knielde om haar te kussen en te streelen De eenzame duiventil was geen duiventil meer. O Godzou het leven dan zoo wreed zijn? Zij was nu vijf-en-twintig jaar; zij had nog zóóveel jaren vóór zich. Was Tony's liefde nu al dood? Dan zou zo liever zelve ook doodgaan. Geon zelfmoord, daarvan had ze een afkeer, voor dien daad van geweld deinsde haar schuchtere zachtmoedig heid terug. Maar zich stil laten weg kwijnen, zich nederleggen om te sterven. de dood zou wel barm hartiger zijn dan het leven en een einde maken aan haar groote smart In haar wijd open oogen welden nu warme tranen op Zij liet ze vloeien, zacht en lang snikkend in haar zak doek, waarvan de sterke odeur haar nu hinderlijk was. Zij schrikte op van een tikje aan de deur. 'tWas de meid met een telegram. Zij brak het blauwe couvert open en zei, zonder op te zien van haar schrijftafeltje, waar ze even had ge- teekend Mijnheer komt met de trein van zessen, zorg dat we om half zeven eten. Toen de meid weer weg was, ging Gertrude naar de slaapkamer, om haar behuild gezicht in koel water te baden. Daarna ging ze in den tuin om wat bladeren 'te plukken voor het dessert. 't Was een echt hollandsch tuintje, vochtig, omheind met een geteerde schutting, die 't nog donkerder maakte dan de treurige boomen en het som bere weêr. Er bloeiden nog wat rozen en heliotropen langs de paadjes; zij plukte ze allen, schikte ze in een vaas, voor op tafel, stak éen gele roos in haar ceintuur en éen schuin in haar haar, zooals het Tony 't best beviel. Terwijl zij voor den spiegel aan dat optooien bezig was, haalde ze even de schouders op, zich zelve dwaas vindend en weinig fier, om op deze wijze te trachten den man die haar trouw had beloofd te herwinnen. 't Was toch een strijd met onge lijke wapens, die rivaliteit met de onbekende, die zeker de onweer staanbare sireneachtige bekoring van dat soort vrouwen uitoefende op den jonggehuwden man, al geblaseerd op zijn rustig geluk. Het was dus waar, wat zij wel had hooren beweren, wat zij nooit had geloofddat een man niet lang trouw kan blijven, al neemt hij zich nog zoo ernstig voor! Zij deed haar best om niet te den ken. Zij nam een boek, maar op het eind van de eerste bladzij merkte zij dat ze alleen met haar oogen de woorden had gelezen, terwijl haar geest afwezig was. Wat ging haar ook het fictief wel en wee van een romanheldin aan Toen nam ze een handwerk, zich erinnerend dat ze ergens had gelezen van den kalmeerenden invloed der „oeuvre de patience et de mélancolie'', maar de naald werd stroef en de zijden draad klam tusschen haar zenuwachtige vingers. Eindelijk, eindelijk, zij wist zelve niet hoe, was de martelende wacht- dag om. Een rijtuig ratelde aan, hield stil, zij deed zelve open en verwel komde haar man met een kus. Onder het eten was Tony stilhij at weinig, hjj scheeD moe van de reis Hij zag er niet uit als de geluk- minnaar van een sireneachtige vrouw. Aan het dessert kuchte hjj als ver legen en zei Ik moet je wat vertellen, Ger trude, iets dat ik al te lang verzwe gen heb. Gertrudo kon niet sprekenzjj nam de hand van haar man en legde in haar teederen handdruk al de dankbaarheid die zij 't niet waagde in haar bekommerden neergeslagen blik te leggen. „Willen we dan maar koffie laten brengen naar mjjn boudoirtje? vroeg zij, de hand al aan de tafel schel. Tony vond het goed en zij gingen naar boven. In het licht van de engelsche lamp met de roodzijden kap en den weerschijn der roode gordijnen, zag de duiventil er behageljjk intiem uit. Gertrude zat op den divan, haar koffie drinkend bij kleine teugjes, wachtend op de bekentenis van Tony, die in een laag fauteuiltje zat. Hij dronk zij kopje haastig uit, sprong op en knielde aan Gertrude's voeten, haar knieën omklemmend als een smeekeling. Medelijdend, al vreesde zij de con fidence die haar de zekerheid van haar ongeluk zou geven, liet zij de hand over zijn voorhoofd glijden in een balsemende liefkoozing van troost. Neen, doe dat niet, zei hjj met angst in de oogen, luister eerst. O 't is zoo moeilijk, 't is zoo hard. ik heb er zoo tegen opgezien, maar je moet het toch eindeljjk weten. 't is meer dan tijd. Toen vertelde hjj 't gauw ineens dat hjj gespeculeerd had en verloren, dat ze door zijn schuld, niet konden bljjven blijven leven op denzelfden onbekrompen voet. Toen hij uitgesproken had, verborg hij het schuldig hoofd in den schoot van Gertrude. Zij zag niets dan zjjn donker haar en toen zjj zich over hem heenboog, hoorde zjj hem snikken. En is 't anders niet? riep ze in een luiden juichkreet van verlich ting, o Tony, dorst je me dat niet te zeggen Vind je 't dan niet heel erg? Veracht je mjj dan niet? Ik heb je arm gemaakt, Gertrude, weet je wel wat dat zeggen wil? Sta op, Tony, laat me je lieve lippen kussen! Wat heb ik verloren als ik je liefde behouden mag? Houd je dan nog van mjj O mag ik dat gelooven Ik verdien het niet, dat groote edele hart van mijn heilige Zjj lachtte en weende van verlich ting. Zjj sloot zjjn stamelende mond met warm kussende lippen. Zij trok hem op den divan, in haar armen, zij drukte hem aan haar borst als een weder gevonden schat. Toen deed zij ook haar confidence hoe zij hem had verdacht van ontrouw aan hun heiligen liefdebond. Eu zjj bleven zóólang verdiept in gesprek dat de meid kwam kloppen of ze ook boven wilden theedrinken. En, in haar exaltatie van geluk, waarmee ze ook Tony wist te elec- triseeren, vergat Gertrude het moei- ljjk leven dat hen beiden te wachten stond. Zjj bleven in den duiventil, die nu zjjn naam wel weer verdiende en, in het rose licht werd het vogeltje wakker, alsof de zon was opgegaan. En bljj en teeder klonk het kweelen, echo en antwoord op hun kussen, hymne van liefde en nieuw.geluk. DOOR HÉLÈNE SWARTH. 1) Zjj wandelde langzaam terug van het dorp, waar zij wat boodschappen had gedaan, naar de kleine vervallen buitenplaats, die zij bewoonde met haar grootouders en haar tante. Eentonig was de eindelooze laan waar ze in liep, vermijdend machi naal, met geoefende tred, de plekken week van het gesiepel der druipende boomen op de al van regen verza digden klei. Mistroostig was det dompig land schap, vuilgrijs de lage najaarslucht, blauwgroen de boomen, die hun gele verschrompelde bladen hadden afge schud op den draseigen grond, waar ze aan kleefden,blauwgroen de weiden, waar loome koeien lagen te herkauwen, bedolven tot de borst in het hoog sappig gras. Jeanne liep langzaam in gepeinzen. Zjj had geen haast om tehuis te zjjn. Tante Debora zorgde voor het huis houden en wat voerde Jeanne eigen- ljjk vóór twaalven uit, dat zjj niet evengoed kon laten? Zij moest ook denken, diep en ern stig. En kon zjj dat niet beter doen hier buiten dan in haar kamer, waar zjj toch telkens opsprong van haar werk en ongedurig heen en weer liep Dat werk had ook zoo'n haast nog niet. En, in den laatsten tijd, deed ze 't zonder genoegen, traag, luste loos met tegenzin. Zij was al meer dan drie jaar geëngageerd met een zeeofficier. Tegen het voorjaar kwam hjj terug van de reis die hen, zes weken na de ver loving, had gescheiden. Dan zouden zjj een huis huren, aanteekenen en trouwen. 't Was nu het laatst van Septem ber. Zij had dus] nog een half jaar vóór zich, tijd in overvloed voor haar uitzet, dat zij, uit zuinigheid, zelve naaide, geholpen door Tante Debora. Waarom zag zjj er nu zoo tegen op, tegen dat huwelijk, vroeger zoo jubelend, als een verlosssing begroet? Jeanne had een alledaagsch geziohtje; zjj leek op honderd andere meisjes en dat wist zij ook wel. Zij had geen geld, zjj ging niet uit, zij leefde als in een klooster met haar versuften grootvader, haar doove grootmoeder, haar bedrijvige tante, die veel huise lijke en economische deugden ver mengde met een sterken dosis oude- vrijstersverbittering. Zjj was tot haar achttiende jaar op kostschool gelaten. Daarna ver droomde zjj zeven eindelooze jaren, wachtend op den minnaar, den ridder, den redder, den man die haar zou wegvoeren uit haar vreugdeloos meis- jesbestaan naar het volle zonnige leven van liefde en geluk. Gedrukt door de atmosfeer van grijs heid en verval, kwjjnde haar jeugd tusschen de grauwe kille muren, onder de donkere zwaarmoedige boomen, in het gezelschap der oude vervelende bloedverwanten, die met het leven hadden afgerekend en wier onbewuste zelfzucht niet eens besefte wat het jonge meisje moest ljjden in hunnen engen kring. Wordt vervolgd). Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1901 | | pagina 6