Ooi eeo seutimcnteele reis.
2)
Bij gapende afgronden tuurde zij
gaarne over den rand in de diepte
en beweerde dan dat het prettig
moest zijn hinab zu fliegenSen-
nerinnen met lammeren brachten
haar in verrukking „Ach Gott,diese
entzückenden ThierchenEens, op
weg naar het op een hooge alm ge
legene Jenisberg, rustten de drie wat
uit nabij een afgebroken hollen boom
stam, waarin zich regenwater ver
zameld had. Gekschereud noodigde
Lindau Sanders uit, naar aanleiding
van die stille verborgene plas een
rede te houden. Onder voorwaarde
dat ook Lindau en Dora een staal
tje van hun inproviseerend vermogen
zouden geven, hield hij een korte
aanspraak, waarin hij zoo wat leu
terde van drinkbakken voor blonde
lammeren en sqiegels voor coquette
Sennerinnen. Daarop het woord aan
Lindau latend, sprak deze op thea-
tralen toon: „Wat schittert daar, als
diamant, in dien hollen stam 't Is
water, denkt geNeen, vrienden, ach
neen; 't zijn tranen, en ik, ik heb
ze geschreid, om haar, om mijn eeni-
ge, groote en hopeloze liefde!"
Na deze welsprekende woorden was
het de beurt aan Dora, maar bij tijds
een zonderlingen trek om haar mond
bespeurende, drong Sanders met een
„Komaan,, zoo is het al genoeg dwaas
heid!" tot verder gaan. Lindau klau
terde, joedelend, de laatste helling op
en zag niet dat dora haastig iets van
de wangen veegde.
Een onder voorval overtuigde het
meisje, indien dit nog noodig ware,
van het hopelooze van haar zaak.
De post- en telegraafdienst wordt
langs de Zwitsersche bergwegen in
de hotels gewoonlijk waargenomen
door vrouwen, in het door Sanders
en Lindau betrokken hotel door de
twee aardige dochters van den ho
telhouder. Na het avondmaal was
Fraulein Dora gewoon nog een uurtje
te komen praten of muziek te maken
maar wanneer zij vertrokken was, dan
kwamen Ursule en Lotte in het salon
en werd er gedamd, domino gespeeld,
ja, gedanst. Eens speelden de vier
jongelui Schwarze Peter, en onder de
uitbundige pret was Lindau bezig met
de gebrande kurk boven Ursulens
rozenlippen een zwaren kurrassiers-
knevel te teekenen. Daar ging plot
seling de deur open en Fraulein Dora,
die waarschijnlijk iets vergeten had,
verscheen op den drempel, waar zij
sprakeloos bleef staan. De spelers wa
ren niet waren niet weinig ontsteld en
Ursule met haar halven knevel, Lin
dau met de rechterhand de kurk
voerend en den linkerarm om haar
hals geslagen, maakten inderdaad een
zonderlinge vertooning.
Na een oogenblik van pijnlijke
stilte stamelde Dora: entschuldigen
sie.ich wustte nichtich glaubte
nicht die Gesellschaft zu storen." To-
rugtredende, sloot zij zacht de deur.
Lindau proestte het uit en wilde de
teekening op Ursulens bovenlip vol
tooien, maar de twee jonge dames
waren te erg geschrokken om nog
schik te hebben in het spel.
Gedurende de weinige dagen, die
Sanders nog bleef, zag hij Fraulein
Dora niet meer, en het vriendelijke
Wiesen den rug keerende, begaf hij
zich op weg naar Alveneu. Lindau
deod hem uitgeleide tot aan de brug
over den Tiefentobel en onder een
„Leb tcohl!" Sein Sie verniinftig
namen zij afscheid.
Het landschap baadde zich in de
rosachtige tinten van de laatste stralen
der zon. De weg voerde nu eens
langs rotsen' dan langs weiden, over
almen, door bosschen. Bij het dorp
Schmitten opende zich in de diepte
het verrukkelijke Albula-dal, waar
heen Sanders in zig-zag afdaalde. De
Tinzenhorn, Piz d'Aela, Piz Uertsch
en Piz Michel lagen in majesteit om
het dal gelegerd
Door de Schijnstrasze.
•Toen ik mij op een niistigen morgen
nasr de heuvels begaf, zag ik in de verte
ie's Hat i>c in den nev-1 voor een monster
hield. Naderbij komende, bespeurde ik dat
het een mensch was. En toen ik het inge
haald had, herkende ik mijn broeder."
Smiles
Te Alveneu nam Sanders zijn in
trek in het Bad-hotel en wachtte in
de eetzaal het gereedmaken van het
avondmaal af. De hotelhouder stond
bekend als norsch, en niet gesteld
op voorloopers van het badseizoen.
Zijn voorkomen bevestigde dien roep,
en Sanders nam zich voor geen hooge
eischen te stellen, en hem door voor
komendheid te ontwapenen.
Was hij eenige logé? Neen. Een
kloekgebouwd jongmensch van om
en bij de dertig kwam binnen, den
flambard schuin op 't hoofd, een pak
aan geheel uit dezelfde stof, de broeks
pijpen onderaan omgeslagen, zware
schoenen aan met veters, en een
Daily News in de handal welke
bijzonderheden Sanders deden be
sluiten dat hij met een Engelschmau
te doen had. Na Sanders met een
licht hoofdknikjo gegroet te hebben,
las de nieuwgekomene aan de Wirthin
uit een zakboekfe voor wat hij voor
zijn Abendhrod verlangde en verdiepte
zich in zijn dagblad.
De Wirthin dekte voor de twee
gasten aan dezelfde tafel maar, al
etende, bleef de Brit in zijn courant
turen. Hierover een weinig gebelgd
hield Sanders een opmerking, die hem
op de lippen lag, terug en ongene
gen zich aan een onvriendelijke be
jegening bloot te stellen, vroeg hij
de Ziiricher Zeiting en trok zich, op zijn
beurt, in de lektuur terug.
Zoo zaten zij, twee in een stille
herberg hoog in de bergen toevallig
saamgekomen reizigers, zwijgend over
elkander, elkaar minachtende, wed
ijverende wie het winnen zou in
hooghartigheid en, als vroeger de
vloten hunner landslieden, elkaar vij
andig bespiedende.
Daar nu de Daily News meer lek
tuur bevat dan de Ziiricher, was
Sanders het eerst gereed, stond op en
zocht elders afleiding.
In het telegraaf-bureau ontdekte
hij een achtienjarige brunette, Frau
lein Aeneli, die hem, na kennisma
king, bereidwillig een duidelijken uit
leg van de toestellen gaf. Spoedig
vernam hij dat zij eeD vriendin was
van Ursule en Lotte te Wiesen, en
zonder streng met het tarief rekening
te houden, riepen zij Wiesen op en
begonnen een levendig draadgesprek
met Ursule, waarbij zich Lotte en
Lindau spoedig aansloten. Juist ont
vingen zij een spocd-telegram van
Lindau: „lm album Bild ton Früu-
lein Aennelli gesehen. Reizend Ent-
zückend!" welke depêche de aardige
Zwitschersche een blos aanjoeg, die
haar buitengemeen fraai stond. Ter
wijl zij Sanders lachend belette deze
bijzonderheid over te seinen, ver
scheen de Engelschman in de deur
en vroeg wat er gaande was. .>og een
weinig gebelgd, antwoordde Sanders
in het Duitsch, maar toen de Brit
met een droevig „I can 't speak
German," zich wilde verwijderen,
hield Sanders hem terug, bracht hem
op de hoogte en bood hem non de
vrienden te Wiesen voor te stellen.
Nu volgde een reeks van onbeschei
den vragen aan het adres van Mr.
Wood zoo heette do Engelsche
heer of hij gehuwd, verloofd, rijk
was, enz. welke hij allen naar ge
noegen beantwoordde
Ook de vrienden die Sanders naar
Thusis voorgegaan waren, werden
opgeroepen, maar dat gesprek vlotte
niet, waarschijnlijk om financiëele
redenen. Daar was dan ook, zooals
later bleek, een mannelijke telegra
fist.
Eenmaal het ijs gebroken, was de
Hollander spoedig met Mr. Wood op
een vertrouwelijken voet. Deze had
den winter in Sils-Maria in Engadin
doorgebracht en was eveneens op reis
naar de vlakte. Sanders nam dan ook
gaarne zijn voorstel aan om, zoolang
zij elkaar niet moede werden, samen
te reizen. Hij sprak alleen zijn moe
dertaal, maar telde de bezwaren, die
hij daardoor ondervond, licht. Met
Englishpounds and a bit of boxing
beweerde hij gemakkelijk zijn weg te
kunnen vinden van Londen naar
Peking.
De mechaniek der telegraaf in al
haar bijzonderheden willende leeren
kennen, bleven de reizigers nog een
dag, kochten op de Alveneuer Messe
een halssieraad voor hun leermees
teres en na den avond weder in
draadgesprek met de Wieser vrienden,
schakende of koutende doorgebracht
te hebben, besloten zij zich den vol
genden morgen op weg te begeven
naar Thusis.
Vroeg in den morgen ontmoette
Sanders den nurkschen Wirth op het
terras van het hotel, en zwijgend
zagen zij toe hoe de zon met heel-
wat moeite door de wolkgevaarten
om Piz Montat heenbrak. Vermoede
lijk wat ontdooid door de koesterende
morgenstralen, werd de man spraak
zaam, noemde de namen der pieken
en Graten, en vertelde dat de zon
van half november tot half Februari
achter de bergen bleef. Alleen tegen
twaalf uur kwam zij over een zadel
van den Grat heen kijken, aber
diese Herrlichkeit dauert höchstens
zehn Minuten."
Dit hoorende, kwam 's mans zwart
galligheid aan Sanders, die de win
terzon in het hooglaed had leeren
kennen en vergoden, volkomen ver
klaarbaar voor.
Den loop der Albula volgend, wan
delden Sanders en Wood over Sura-
va naar het dorpje Tiefenkasten, het
uitgangspunt voor de Schijn-enJulier-
passen. De weg was bezaaid met
kruisen en heilige huisjesde wonin
gen en kerken van Surava waren
beschilderd met heilige maagden en
afbeeldingen van St. George, den
draak doodende Benedictijners,
blootshoofds en in grauwe pij, schre
den, prevelend en niet van hun boek
jes opziend, over den weg.
Tiefenkasten schuilt in de diepte
van een dal waarin de dorpen Brienz,
Lenz en Stürvis van hun hoogten
neerzien Onder ontelbare kronkelin
gen slingert de Albula door de vlakte.
Maar waarom versnelt hij zijn loop,
als dreef hem een vurig verlangen?
Ha, de guit! Ginds uit het oosten
nadert de Julia, de ItaliaanscheZij
speelt en talmt in de weide, maar
den jougen Albula bemerkend, ver
haast ook zij haar loop. Ruischond
en murmelend komen zij nader. Ein
delijk rustten zij in eikaars armen,
en vereenigd, spoeden de gelieven
naar het gindsche ravijn, waar zij in
de schaduw van rotsen en onder
donkere dennen hun blanke bedding
gespreid vinden.
In het Julier-hotel wilde Wood zijn
plaid en valies afgeven en per post
naar Thuses gezonden hebben. Wen-
schende dit aan den waard te bedui
den begon hij een rede in een taal,
die den eerznmen Zwitser in een
staat van zenuwachtige spanning
bracht, waarop al spoedig geestelijke
afmatting volgde. Van achter zijn
courant zag Sanders met eenig leed
vermaak het gehaspel aan, riep Wood
toe dat de man geen Neger-Engelscb
tnaar Duitsch sprak en raadde hem
„try a bit of boxing welken raad
Wood echter niet opvolgde, daar het
hem mot don gespierden Romaan
vermoedelijk ook niet veel verder zou
gebracht hebben. Eindelijk, door innig
medelijden bewogen, hielp Sanders
zijn makker uit de verlegenheid,
waarna zij, hun weg vervolgend, even
voorbij Alvaschein, de SchijnBtrasze
betraden.
Wie gewoon is te wandelen op
naakte dijken, op polderwegen aan
weerszijden door onafzienbaar weiland
begrensd, langs slapende vaarten en
vlieten of op keurige boschpaden met
waarschuwingen niet op de zoomen
te treden of het plantsoen te bescha
digen, zijn goed of kwaad gestarnte
moge hem ook eenmaal geleiden naar
wegen als de Schijnstrasze.
Zonder zijn land, met den ruimen
vrijen gezichteinder te leoren ver-
i achten, zal hij een herinnering rijker
worden, die hem later ded tijd op
de eentonige landwegen kan korten.
De weg voert langs loodrechte,
terugwijkende of overhangende berg
wanden; soms door tunnels die, tij
delijk blinddoekend, het licht met des
te meer vreugde doen begroeten en
den indruk verscherpon.
Ter rechterzijde bruischt do Albula
in een diep ravijn.
Reeds zijn voor het jonge echtpaar
de familie-zorgen aangebroken. On
effen, vol hinderpalen in hun pad.
Dan worden ze in nauwe kloven ge
drongen, dan belemmeren groote
steenen en rotsblokken hun den weg.
Soms verdwijnen ze geheel voor het
oog in onderanrdsche gangen en ge
welven, waaruit zij zich verder weer
hijgend en zwoegend loswerken.
Aan de overzijde van het ravijn
verheft een loodrechte bergwand zich
eenige honderden ellen hoog, om dan
over te gaan in een zacht rijzendo
glooiing waar, op frisch groene olmen,
dorpjes om hun kerken verstrooid
liggen Daar boven rjjst de bergreus
weer op, steil en ongenaakbaar, en
teekent hoog tegen de helblauwe lucht
de lijnen zijner machtige schoften.
Bij Solis overspant een brug in één
stoute boog het ravijn, waarin do
wandelaars platte steenen den Albula
op den kop ploffen, en dan gaat de
weg verder, altijd in de diepte door
den bergstroom vergezeld, langs de
hoogo kalkwanden, zich borend door
gebulte rotsgevaarten, het oog voort
durend geboeid houdond door een
immer wisselend uitzicht. Soms trek
ken de wanden samen tot een bijna
gesloten rotsendak, om zich bij Paz-
mal te verwijden, en van de hoogte
een blik te gunnen op het Domleschg-
dal en dien trots van Graubünden,
den Heizenberg.
In snelle afdaling bereiken de rei
zigers daarna spoedig de witte huizen
rijen van Thusis.
forth vertolyd
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.