werkgevers en werklieden. l)e heer van
Baten Batenburg, die vóór de Beroeps-
wet zou stemmen, bepleitte invoering
eener speciale rechtspraak. De heer Vlie-
landtr Hein achtte het inkonsekwent,
dat de Centrale Raad van Beroep alleen
uit juristen is saamgesteld, waar inde
Beroepsraden het leekenelement in de
rechtspraak is gebracht, iets waar Spre
ker echter tegenstander van is. De heer
Scholte betreurt het niet opnemen der
vrouw in de Beroepsraden. De heer Hovy
had liever de leden voor de Beroeps-
wet door de Regeering willen gekozen
zien. De Min. van Just, verdedigde het
opnemen van het teekenelement in de
Beroepsraden, omdat het volk, volgens
de Reg. heeft mede te werken aan de
uitvoering dezer wet. Het opnemen van
vrouwen in de Beroep-raden achtte de
Reg. een gevaarlijke proef. De Min. van
Binnenl. Zaken bestreed eenige bewe
ringen van den heer Laan. Ten aanzien
van het tijdstip van invoering verklaarde
de Min. dat binnen enkele dagen alle
bestuursmaatiegelen bekend zullen zijn.
Het wetsontwerp werd daarna aange
nomen zonder hoofdelijke stemming. De
Voorzitter kondigde het voornemen aan,
om de Kamer opnieuw bijeen te roepen
tegen 29 Dec. a. s.
Tweede Kamer. Woensdag werd het
algemeen debat over de Staatebegrooting
geopend door den heer Drucker die na
ging hel vei leden en de toekomst der
partijen, daarbij wijzend op een gerecht
vaardigd optreden der vrijzinnig demo
craten. Spreker beweerde voorts, dat aan
het coalitie-traktaat van het cabinet nog
een punt schijnt te ontbreken, nl. hoe
te handelen bij tusschentijdsche vacature.
Hij wees op de groote verwarring bij de
liberalen en op den reklarne geest onder
hen, die zich bij voorkeur Christenen
noemen. Den tijd om te oordeelen over
de werkzaamheid van het Kabinet achtte
Spreker nog niet gekomen. Maar hg
herinnerde aan het uitstellen der feest
viering van 31 Aug. Z. i. was deze han
deling niet overeenkomstig d»n geest
onzer konstiutioneele instelling, het bren
gen van den naam der Koningin in het
Staatsstuk. Ook protesteerde hij er tegen,
dat Dr. Kuyper programma's van de
linkerzijdepartijen afkeurt als bedenke
lijk opbieder. Wat de toekomst aangaat,
wees Spreker er op, dat, terwijl som
mige antirevolutionairen zich zeer ge
rust en tevreden met dit Kabinet voor
doen, anderen zijns inziens, zeer terecht,
zeer teleurgesteld en ontevreden zjjn.
Wat de ordonnantiën Gods betreft, haal
de Spreker het boek van de Wilde aan,
ten betooge, dat inzake monarchie of
republiek en Kiesrecht de Schrift geen
richtsnoer aangeeft, Daarna betoogde
Spreker, dat bij hen, die indemokrati-
sche kringen willen gaan, ten aanzien
van verschillende onderwerpen, o. a. het
Kiesrecht, ongerustheid bestaat omtient
hetgeen van dit Kabinet te wachten is,
een ongerustheid, nog versterkt door
de Speetwet. Al wenschte Spreker het
werkplan der Regeering niet te bestoken,
drong hij toch aan op invoering van
eenheid van tijd, regeling van den rechts
toestand der ambtenaren, en op maat
regelen tot voorziening in den nood der
gemeenten. De heer van Vliet oordeelde
dat juist de oppozitiepartij veel reklame
had gemaakt tegen het Kabinet, o. a.
met kritiek op de Speetwet, waarvoor
de Reg. echter zelfs door de Economist
wordt geprezen. Sprekers vertrouwen in
de Reg. was allerminst verzwakt. Krach
tig drong hij aan op vrjjmaking van het
Lager Onderwijs en ouderdomverzeke-
ring. De heer Schaper ontwikkelde drie
stellingen1. dat van de tegenwoordig
gevolgde Staatkunde weinig verschilt
van de liberale; II. dat het konservatisme
verre overschaduwt het specifiek Chris
telijke van dit Kabinet; en III. dat het
kapitalistisch standpunt van het kabinet
zjjn oorsprong vindt in de achteruitzet
ting der democratiesche denkwijzen.
Spreker betoogde, dat ten aanzien van
de doodstraf men onder dit Christelijk
Kabinet is afgeweken van den Christe-
ljjken grondslag, en ook uit verschillende
andere zaken leidde Spreker af, dat de
Reg. eigentlijk hanr Christelijke begin
selen heeft verloochend en het Kabinet
konservatief, kapitalistisch en militairis-
tisch is, aan het hoofd waarvan een man
staat die geloovige democraten door zjjn
geloof beheerschl en concervatieve libe
ralen door zijn konservatisme. Daarom
beschouwde bpreker een machtig theo
loog een z«er gevaarlijk man in de poli
tiek. Het wordt niet goed, voordat liet
Kiesrechtvraagstuk meer op den voor
grond wordt geplaatst. De heer de Waal
Malefjjt beschouwde het antwoord der
Reg., dat in zake het onderwijsvraagstuk
het Kabinet het plan van het Unierapport
overtuigend voorstaat, geheel afdoend,
om een einde te inaken aan de onge
rustheid en om te niet te toen de be
weringen, als zou in het Kabinet ten
aanzien van dit vraagstuk verschil van
overeenstemming bestaan. Spreker ver
heugde zich, dat pozitie verbetering voor
de onderwijzers noodzakelijk wordt ge
acht, en wenschte bespoediging van pen
sioenregeling. De heer van Karnebeek
betoogde, dat in zake de sociale wetge
ving groote matiging moet worden be
tracht. Zij, die eene krachtige sociale
wetgeving willen, halen onbewust het
protectionisme binnen. De heer van Wijck
bepleitte bespoediging van de indiening
van het ontwerp betreffende herziening
van het tarief in zake het invoerrecht,
als in het belang van de schatkist en
van de arbeiders. Hij drong verder aan
op een spoedig einde van de drank-
noodwet en wenschte een milde drank
wetsherziening. De heer Staalman be
weerde, dat in het land groote teleur
stelling is verwekt, omdat van de Chris
telijke belijdenis van dit Kabinet in de
praktjjk niets is gebleken Ten sterkste
kritizeerde spreker de houding van Dr.
Kuyper. Op het stuk van benoemingen,
o. a. van de heeren Lely en Cort van
der Linden, heeft het Kabinet. Spreker
ook zier teleurgesteld. Hij trachtte aan
te toonen dat deze benoemingen door
dit Kabinet onverantwooidelijk waren,
en lichtte op zijn manier de doopceel
van beide genoemde heeren en beweerde
o. a. dat de heer Lely zeker niet de man
is om de geestelijke belangen van Su
riname voor te staan, alleen de stoffelijke.
Hij bestreed op felle wijze de beweringen
van den heer van Wrjck, wiens rede hij
kruidenierspolitiek noemde. Hij sprak
nog veel over de koalitie, en liet in alles
blijken dat hij van het ministerie Kuyper
niet veel goeds verwachtte. De heer v.d.
Zwaag ook verwachtte niet veel van dit
Kabinet. Spreker betoogde het verder
felijke van de voorgespiegelde verhooging
van den drankakcijns door een citaat van
Dr. Kuyper, 1877, die toen sprak van een
diep onzedelijke gedachte, om geld te
slaan uit eqn volkszonde, en hij vreesde,
dat die verhooging zal betaald worden
door vrouw en kinderen des dronkaards.
Liever wilde hij belasten de dure sigaren
van de heeren, of de luxe kleederen der
dames, inden vreemde gekocht, dan de
levensbehoef'en der arbeiders. Spreker
protesteerde tegen het gesprokene door
den heer van Karnebeek omtrei.t arbeids
wetgeving. Als de Schach van Perzië hier
kwam, zou deze waarschijnlijk den heer
van Karnebeek te vooruitstrevend noe
men, maar deze kan niet zeggen dat
arbeidswetgeving weelde is. Als wij voor
stelden den heer van Karnebeek in een
Oudemannenhuis te plaatsen, dat ware
weelde.
Bij het voortgezet begrootingsdebat
kwam de heer Nolens Donderdag op
tegen het verwijl van den heer Staal
man, dat dit Koalitie-Kabinet conserva
tieve neigingen toont en er eeu kruide
nierspolitiek op nahoudt. Spreker verde
digde de Katholieken tegen de aanvallen
van den heer Staalman. Hij behandelde
eenige speciale punten, o. a. de Armenwet
en spoorde aan tot gemeenschappelijke
samenwerking. De heer Passtoors weer
sprak de bewering, dat voor de arbei
dende klasse niets van deze Regeering
is te wachten, en oordeelde, dat de
beschuldigingen, dat het Kabinet kapi
talistisch en ondemocratisch is, slechts
aangewend worden om wantrouwen te
zaaien tusschen geloof en arbeid. De
heer Schokking kwam op tegen de voor
stelling van den heer Staalman alsof in
1901 bjj de stembus overeenstemming
omtrent de détails bij de rechterzijde
bestond. Spreker ging met het werkplan
van het Kabinet mede, behoudens het
wetsontwerp tot onderzoek van het va
derschap. Nog bestreed hij schoolkleeding
en voeding. De heer de Savornin Lohman
verdedigde de indiening der Speetwet als
een daad aan oprechtheid en verstandig
beleid der Reg. en betoogde, dat de
Leerplichtwet moet gehandhaafd wor
den. Spreker betoogde verder dat er
tusschen de fraktiën der antirevolutio
nairen slechts in détailpunten verschil
van gevoelen bestaat, en dat er voor
heul nog geen reden is geweest, aan
het Kabinet zijn vertrouwen te omzeg
gen. Spreker laakte de wijze van oppo
zitie van den heer Staalman, die z. i.
lijdende is aan .zin-begoocheling. Hij
staat op zóó verren afstand van den
Premier, dat hij meent, dat deze even
groot is als hg zelf. Voorts keurde Spre
ker de programma's van aktie af, die
z. i. demoraliseerend werken, omdat zij
het volk maken tot egoïsten, voortdurend
wantrouwen zaaien tusschen Regeering,
Kamer en Volk, en omdat Kamerleden
met allerlei kleine belangen komen,
waardoor de verslagen steeds uitgebrei
der worden en het werken in de Kamer
steeds moeilijker wordt De heer Heems
kerk achtte kritiek op het Kabinet op
't oogenblik prematuur. Hjj betoogde
dat de Reg. het vraagstuk der gemeente
financien ernstig in overweging dient te
nemen. De heer Brum meikamp ontkende
verdeeldheid onder de meerderheid en
verweet den heer Staalman dat deze
zich laat medeslepen door een verkeerde
theorie, dat het volk souverein is, en
beval hem de lezing van de werken van
Groen van Prinsier aan. De heer Goe
man Borgesius spoorde de Reg. aan tot i
spoed mét de in uitzicht gestelde her
vormingengen. De heer Melchers besprak
de oorzaken der malaise van de binnen
schipperij, hoofdzakelijk toe te schrijven
aan de bevrachters. De heer Duymaer
van Twist sloot zich aan bij dezen aan
drang tot bescherming der binnenschip
pers. De heer Nolting drong aan op
beperking van het percentage der jonge
krachten in de bestekken van Rijkswer
ken, en op voorschriften omtrent loon,
werktijd enz. De heer Talma bestreed
verhooging van den akcijns op het ge
distilleerd en verdedigde zjjn houding
en standpunt tegenover der heer Schaper.
Het algemeen begrootingsdebat was nu
afgeloopen.
Nadat in de zitting van Vrijdag twee
interpellaties waren behandeld een
vau den heer Ferf over de belemmerin
gen, welke onze vee uitvoer ondervindt,
en waarin op een krachtig optreden
onzer Reg. tegen de sluiting der grenzen
werd aangedrongen, waarop door den
Min van Buitenl. Zaken werd geantwoord
en een van den heer Melchers over de
uitzetting van twee Nederl. arbeiders
uit Duitschland, waaromtrent dezelfde
Minister niets meer verklaarde te weten
dan door de Pruisische Reg. was mede
gedeeld, en waarin de Reg. gemeend
heeft te moeten berusten, was Hoofdst.
III (Buitenl. Zaten) aan de orde. De
heer van Karnebeek advizeerde, de kwes
tie omtrent de verplichting tot heffing
van een retorsierecht van de Britsche
autonome Koloniën niet op te rakelen.
De heer van Bylandt achtte de pers-
kampanjes tegen soevereinen nadeelig
voor de goede verhoudingen jegens vreem
de mogendheden, en maande tot voor
zichtigheid aan. De heerLieftinck wensch
te onze belangen in den vreemde uit
sluitend door Nederlanders te zien be
hartigd. De heer Terlaan drong aan op
behartiging van de belangen van Land
bouw en veeteelt. De Min. antwoordde
op de gemaakte opmerkingen. In eene
repliek betreurde de heer van Bylandt
onder meer, dat de Minister geen maat
regelen heeft toegezegd tot handhaving
van de belangen van het Zuid-Afrikaan-
sche Spoorwegpersoneel tegenover En
geland. De heer Smeenge vroeg, of de
Reg. officieel iets wist van de reis van
Dr. Hoffman, met het oog op den vee-
invoer, waarop de Min. verklaarde, noch
officieel, noch officieus iets te weten; hij
wilde wèi inlichtingen inwinnen bij den
Gezant te Berlijn. Het algemeen debat
over Heofdst. III werd gesloten. Een am.
van den heer van Raalte c. S. om art.
6 te,.verminderen met 5400, om te
doen vervallen de bedragen voor Kan
seliers te Madrid, Stockholm en Bern
werd besproken en bestreden door de
heeren Tydemann, van Bijlandt. De
heer Schaper stelde voor een am. om
den post te verminderen met f '26.000.
De Min. van Buitenl. Zaken bestreed
de amendementen. De heer Fokker
steunde het am. Schaper. De heer van
den Bosch van Verwolde betuigde in
stemming met het am. van Raalte,
maar scheen het wat te kras te vinden.
De heer van Karnebeek zou zich met
alle kracht verzetten tegen het ont
houden van geld aan den Minister. De
heer v. Raalte wijzigde zjjn amendement
en bepaalde zich ertoe om het geld
slechts te laten voor één kanselier. Na
debat weid het am. van Raalte verwor
pen met 36 tegen 34 stemmen. Het
am. Schaper werd verworpen met 46
tegen 20 stemmen. Daarna werd art.
6 goedgekeurd.
Reeds vaak is gewaarschuwd tegen
het gevaar voor besmetting dat het
geven van een kus opleveren kan, vooral
bij kinderen. In de Vereenigde Staten
wil men den wetgever hiertegen doen
waken. Althans in den Staat Virginia
heeft een arts, dr. Ware, voorgesteld
een boete van ten hoogste 5 dollars te
bedreigen tegen ieder die kust, zonder
in het bezit te zijn van een geneeskun
dige verklaring dat hjj het zonder ge
vaar voor anderen doen kan 1
Bij zjjn vertrek uit Brussel heeft
generaal De la Rey nog eenige woorden
gewisseld met een redacteur van den
Petit Bleu" over do belofte van de
Erigelsche regeering, dat men De la
Rey's ridderlijkheid tegenover lord
Methuen zou weten te beloonen. De la
Rey heeft wel een verzoek van Methuen
ontvangen om een onderhoud, maar
volgens verklaring van den Boerenge
neraal hebben noch de Koning, noch
Chamberlain, noch een der Engelsche
autoriteiten met wie hjj in aanraking
kwam eenige toespeling gemaakt op de
beloofde belooning. „Wel heb ik een
aantal briefkaarten gekregen, zei De la
Rey, anoniem en vol scheldwoorden."
Er is sprake van, dat aan de Ame-
rikaansche vlag een ster toegevoegd zal
worden. Er is nl. voorgesteld een nieuwe
staat te stichten bestaande uit het Indi
anen gebied Oklahoma. Het is zeventig
duizend vierkan.e mijlen groot en bevat
ongeveer zeshonderd duizend zielen Het
zal dan de zes en veertigste staat zjjn.
Zoo groeit Amerika steeds.
Volgens het «Athenaum" gaat de op
graving van het heiligdom vun Askle-
pios op het eiland Kos steeds verder.
De tempel zelf is geheel blootgelegd en
men zou hem nu geheel kunnen restau-
reeren, uitgezonderd de versiering van
de gevels, waarvan niets is gevonden.
Ook van het beeld van den god is niets
ontdekt, wel stukken van de slang, die
hij bij zich had. Men gaat nu verder
met met de opgraving van de omhei
ning van het heiligdom. Maar deze zal
nog langen tijd, misschien wel jaren
duren.
Te Hamburg wordt in de verordening
op de inkomstenbelasting een bepaling
opgenomen, waarvan een belangrjjke
vermeerdering van de opbrengst wordt
verwacht. Onder het belastbaar inkomen
valt namelijk nu ook de „winst uit
vervreemding", dat is het verschil waar
mede het bedrag van verkoop dat van
den inkoop te boven gaat, echter na
aftrek van de kosten voor blijvende ver
betering. Daarentegen wordt bjj de
berekening van het inkomen in minde
ring gebracht hetgeen bij vervreemding
minder wordt ontvangen dan bij aan
schaffing is betaald en voor verbetering
is besteed. Het hoofddoel van deze be
paling is de winst uit speculaties te
treffen en daarom wordt er heel wat
voor de Staatskas uit verwacht.
Het departement van landbouw in de
Vereenigde Staten gaat een belangwek
kende proef nemen op levende personen.
Een soort van vivisectie doch, gelukkig,
zonder snijden, maar dooreten.
Men wil namelijk nagaan wat de werking
is van gecon erveerde voedingsmiddelen.
Een twaalftal jongelieden, werkzaam aan
verschillende staatsbureelen te Washing
ton. hebben zich daartoe beschikbaar
gesteld en plechtig beloofd getrouw de
voorschriften na te leven. De proef duurt
een jaar en in dien tjjd moeten zij
telkens 14 dagen enkel de volkomen
onvermengde spijzen en dranken nut
tigen die hun verstrekt worden, en de
volgende 14 dagen de gewone gecon
serveerde die in winkels verkrijgbaar
zijn en waarin zich dus boorzuur, for
malin, salicyl of andere middelen tegen
bederf bevinden. De uitwerking van
deze verschillende voeding wordt dan
in alle bijzonderheden nagegaan, vooral
om te weten in hoeverre die bijmeng
sels al dan niet schadeljjk zjjn te ach
ten.