DEMOCRATIE. DOOR Dr. D. C. NIJHOFF. 12) Het is verbazingwekkend zoo veel zeldzame werken er tusschen 900 en 1200 door de steden van Italië wer den ondernomen en" uitgevoerd. Al leen vaderlandsliefde, tot alle opoffe ring bereid, verklaart het ontstaan dier havens en torens, dier paleizen en kerken, wier kolossale proportie en pracht van bouw ons nog verba zen. Terwijl de Germanen nog hun ru we zeden volgden en hoogstens eenige lompe kasteelen bouwden, was de architectuur in Italië reeds tot aan zienlijke hoogte geklommen, gelijk o. a. het Palazzo Yecchio kan bewijzen. En spoedig zouden ook de andere kunsten, de schilder-, beeldhouw- en dichtkunst volgen en zouden Dante en Petrarca en Ariosto hun onster felijke zangen scheppen. Inderdaad, daar was groote over eenkomst tusschen de oude Grieksche republieken en deze nieuwe Italiaan sche. Bij beiden was elke stad het centrum van een actief sociaal en politiek leven. Bij beiden was, in enkele steden meer een aristocratische oligarchie in andere een democratie heerschonde. Boiden bewaakten de rechten van het burgerschap met groo- ten naijver; beiden hadden hunne ver bondene en aan zich onderworpen klei ne steden 1en hoewel er ook groote verschilpunten waren, door den ver schillenden bodem, verschillende om geving en verschillenden aanleg ver oorzaakt, beiden heeft hetzelfde lot getroffen, dat al die grootheid toch is ondergegaan, dat, gelijk Grieken land viel voor Macedonië en Rome, zoo op den duur de Italiaanscho re publieken gevallen zijn voor de macht van Keizers en Koningen, verscheurd door inwendige woelingen en partijen. De vrije steden van Italië, eensdeels ontstaan uit de overblijfsels van het Oostersche, anderdeels uit die van het Westersche Keizerrijk, zyn wel de sprekendste voorbeelden, die bewijzen, dat kleine volken in hun nauwe ver- eeniging en toewijding aan de alge- meene zaak vaak een kracht open baren, die groote Staten missen. Maar ook hier moest de wet der vergan kelijkheid zich voltrekken en datschoo- ne land der vrijheid, dat in de don kerste dagen der Middeleeuwen, zulk een helderen glans verspreidt, was gedoemd door den loop der wereld gebeurtenissen tot aan de grens onzer eigen dagen toe het jammerlijkst schouwspel aan te bieden van ver deeldheid en scheuring en slavernij. Die droeve keer begon reeds in de 12e eeuw Italië te nemen. De in vestituurstrijd onder de Fransche ko ningen Hendrik III, IY en V hadden aan de gevoelens van vrijheid en vaderlandsliefde in alle gemeenten van Lombardije, Piemont, Yenetie, Ro- mange en Toscane nog de laatste vlucht gegeven; doch met de Hohen- staufen begon de geweldige strijd, die eerst ongetwijfeld nog zeer eervol door de steden werd gevoerd, maar die in hun droeven nasleep ze toch eindelijk heeft doen ondergaan. Het is hier de plaats niet, om in bijzonderheden te herinneren aan den strijd van Frederik Barbarossa, aan den smaad, door dezen Duitschen keizer aan de vrijheid van N.-Italië aangedaan. Hoe koninkljjk was de wraakneming der Lombardische ligue op de schandelijke maatregelen van den rijksdag der Roncalische velden, waarbij Milaan zoo diep vernederd Vgl Erskine May I p. 181, 185. werd! En hoe fier konden ze zich handhaven tegenover de onmacht van den keizer bij het verdrag van Con- stansNog zeventig jaren na dat verdrag behielden de Italiaansche steden hun vrijheid. Doch ondertus- schen waren reeds de nootlottige fac ties van de Welfen en Gibellijnen hun jammerlijk spel begonnen, die in hunne gevolgen den ondergang dier vrijheid na zich sleepten. De oorzaak, dat de steden ook in dien strijd van "Welfen en Gibellijnen gesleept werden, was voornamelijk daarin gelegen, dat de edelen, die zich voorheen, op hunne kasteelen hadden teruggetrokken, in de steden kwamen wonen, zich als burgers van de republieken lieten inschrijven, doch ondertusschen al lengs zulk een aanhang kregen, dat ze vaak als podestas werden ge kozen en hun macht dan schan delijk misbruikten. Het gevolg daar van was dan weder, dat meermalen de burgers die woelige edelen verdreven, doch ook dan bleef het nog een strijd tusschen de ze beiden. De edelen behoorden meestal tot de Gibellijnsche par tij, het volk, gesteund door do kerk en de Pausen, meer tot de Wel fen; zoodat in de 14e eeuw de Gibel lijnen het beginsel van absolute regee ring van een souverein voorstonden de Welfen daarentegen de rechten van het volk handhaafden en trouw zich hielden aan de republikeinsche instellingen. Het kan ons niet te doen zijn, om de verschillende partijschap pen in de Italiaansche republieken te beschrijven. Hier waren het Viscontis en Sforza's, daar de Bianchi's en de Nerielders de Este's, Gonzaga's en della Scala's die allen als adellijke familien, onderling strijd voerende, den ouden republiekeinschen geest bestre den en op den duur dien vernietigd hebben. Dit alles behoort op het terrein der algemeene historie wij moeten alleen nog van de republieken den min of meer democratischen geest schetson. Want daarin waren ze lang niet allen gelijk. Evenals de oude Griek sche Republieken zeer verschillend van regeeringsvorm waren, zoo waren ook van de Italiaansche steden som migen meer aristocratisch, andere meer democratisch ingericht. Van huis uit mochten ze, getrouw aan de Romein- sche traditie, hun eigen overheden kiezen en mocht het volk in zijn vergaderingen de belangen van de municipaliteit bespreken, op den duur is het meerendeel dier republieken aristocratisch geworden. Inzonderheid was dit hot geval met Venetie, de oudste der Italiaansche staten uit de M. E., nog 7 eeuwen ouder dan de Lombardische republieken, Venetie, dat reeds leefde bjj den val van het Romeinsche Keizerrijk en dat langer dan eenige andere staat haar vrijheid heeft behouden. Haar vrijheid, maar niet haar gelijkheid want de reeds ten jare 697 n. C. ingestelde doges, zonnen steeds op uitbreiding hunner macht en ook de Patricische familien, de rijke kooplieden en zeevaarders, werden de eigenlijke meesters. Men heeft Venetie wel met Sparta vergeleken. En daar bestond inder daad groote overeenkomst tusschen beide. De groote schaduwzijden van elke aristocratie, zich openbarende in willekeur, achterdocht, list, verraad en wreedheid, kwamen in Sparta en Venetie nu en dan op dezelfde treu rige wijze uit; beider volharding, ge heimzinnigheid en langdurig bestaan zyn bekend. Doch in één opzicht had den ze niets van elkander. Waar 1Het ambt van podesta dagteekende van Barbarosaa'a tyd af, die de eonauls van hnn macht had beroofd en het gezag aan een enkel pcde&ta in handen gaf. Sparta door zjjn eigen politek ge dreven, een vijand was van den han del, daar was Venetie een en al leven op dat gebied en miste het gelukkig de jaloezie en uitsluitingsgeest van dien Griekschen staat, bevorderde in tegendeel alle vrij verkeer met alle volken en werd een machtig middel tot de beschaving der wereld. Dien uitsluitingsgeeet bewaarde het alleen voor zijn eigen inrichting en bestuur. Sedert 1171 werd de oude macht der volksvergadering overgedragen opeen grooten raad van de aanzienlijken, die door steeds nieuwe maatregelen zoowel de macht des doges (monar- I chie) als die van het volk aan zich onderwierp. Venetie biedt een zeer sprekend en waarschuwend voorbeeld aan van de ellenden der aristocratie1). Kan Venetie gelden als type van een aristocratische stad in de Mid deleeuwen, Florence kan het Athene van dien tijd genaamd worden. Door den dictator Sulla gesticht, door de Gothen verwoest, door Karei den Groote herbouwd, heeft Florence met zijn onbeschrijfelijk gunstige ligging en heerlijk klimaat steeds gegolden als een eldorado. Was het Florence's natuurlijke bestemming, de geboorte plaats van kunst en poezie te zijn het was niet minder door zijn ligging uiterst voordeelig voor de stoffelijke welvaart zjjner burgers. De strijd tusschen de Welfen en de Gibellijnen kwam den burgers ten goede. De adel was er door ver zwakt en zoo werd de derde stand, wien het te doen was om de bewaring van den publieken vrede, van zelf oppermachtig. Dat was ook in an dere steden van Italië eveneens ge gaan. Reeds in 1198 hadden de Mi- laansche bakkers en vleeschhouwers zich tot een Credenza di S. Ambro- zio vereenigd, om tegenover de rid ders hun macht te toonen. Doch ner- gons was er grooter hartstocht voor de burgelijke vrijheid, dan in Florence. In 1250 was de democratische be weging tegenover de Gibellijnsche edelen zoo machtig, dat ze een con stitutie konden vestigen, die, hoe ook telkens onderbroken door aristocra tische wetten en door tusschenpoo- zende regeeringen van tirannen, de roem is gebleven van de Florentijn- sche republiek. Twaalf volksmagi straten werden er gekozen, waar aan de naam Signoria werd gegeven. De korte duur van hun regeering, tot slechts twee maanden begrensd, was op den duur zeker niet gewenscht. Doch het krachtig verzet tegen den heilloozen invloed van den adel, uit de bitterste ervaringen geboren, was zeer begrijpelijk. Ons klinken zeker vreemd in de ooren de maatregelen, die tegen den adel in Florence wer den genomen; doch vergeten mag daarbij niet worden, dat die adel die maatregelen, door zoo lang den pu blieken vrede te storen, had gepro voceerd. Aan zulk een censuur werd in het maatschappelijk leven de adel onderworpen, dat zelfs als consequen tie daarvan de signoria gemachtigd was, om als straf burgers tot den adelstand te verheffen en ze daar door te onderwerpen aan dezelfde repressieve jurisdictie. Dit ostracisme had die stand ten volle verdiend; want zijne leden waren een chronisch gevaar voor den staat geworden. Tot straf geadeld te worden klinkt anders in onze democratische eeuw zelfs nog al humor in de ooren. De adel moest zelfs lid eener gilde worden, om te deelen in de heerschappij en eenigen staatkundigen invloed uit te oefenen. In den aanvang waren het de 7 hoog ste gilden, die de Signoria en den Gonfaloniere kozen. Zoolang de macht bij dezen bleef, ging het in Florence Roscher, Politik S 146—150. naar wensch, doch in 1378 kwam het ten gevolge van proletarische bewegingen tot een socialen opstand, die natuurlijk de voorbode was van het caesarisme, dat zich in de Medi- cis openbaarde. "Wel bleef nog ge durende de 14e eeuw Florence een democratische republiek, waarin bur gers van verschillenden rang en stand gekozen werden als magistraats-per sonen en volksvergaderingen een groot gewicht in de schaal legden. Doch dezelfde geest, die ook elders in Italië langzamerhand de vrijheid van het volk vernietigde, die Genua, Pisa, Lucca en Bologna onder de heer schappij van eerzuchtige edelen, condottieres en burgers bracht, deed ook eindelijk Florence het hoofd bui gen voor de machtige familie der Medicis (1434). Cosmo en Lorenzo de Medicis hebben ongetwijfeld de stad tot ongekenden bloei in kunst en wetenschap gebrachtdoch met de democratie was het gedaan. En zelfs de poging, door Savonarola in 1492 aangewend, om in Florence een zuivere democratie te herstellen, mis lukte geheel. In 1530 ging de oude Republiek door den invloed van Karei V onder. Binnenlandsche tirannie en vreemde inmenging hadden het fiere en vrije volk geheel onderworpen. Dezelfde pogingen, die Florence althans voor eeuwen tot een demo cratische republiek hebben verheven, werden ook in andere steden aan gewend, doch helaasniet met het zelfde luisterrijk gevolg. Ook in Rome heeft het aan die pogingen niet ont broken. Een zekere onafhankelijkheid bleef in die oude wereldstad trots den invloed en de macht der pausen en keizers het volk behouden. In de 12e eeuw werd er jaarlijksch een se naat van 56 leden door het volk ge kozen. Zelfs wist in 1143 de welspre kende en geestdriftige monnik, Arnold van Brcscia voor een poos, de oude tradition der Romeinsche republiek te doen herlevendoch de oude glorie van Rome was niet meer op te wek ken en de stoutmoedige monnik werd levend verbrand Tijdens de balling schap der pausen naar Avignon ont stond er een ware anarchie en wist Cola di Rienzi nog eenmaal als volks tribuun de oude Romeinsche repu bliek te doen herleven. Wat in Italië in de eerste helft derM.E. aanschouwd werd, vond in de tweede helft van dat tijdvak in vele landen dezelfde uiting. Wel gaf het geen aanleiding tot het in het leven roepen van republieken, met uitzondering van Zwitserland; doch ook in de monarchale landen kwa men de steden, die door hun geld de vorsten zelf in hun macht hadden, tot zelfstandige ontwikkeling. De op komst der steden, in Frankrijk, de Nederlanden en Duitschland zijn het gewichtigst moment in de wereldge schiedenis van de 2e helft der M.E. Al ontkiemde daaruit ook ras eene nieuwe aristocratie van standde meeste Bteden hebben gekend hun democratisch tijdperk. En de dichters, vooral de didaktische en lyrische dich ters gaven aan die beginselen van vrijheid en gelijkheid voedsel. Eeuwig gedenkwaardig blijft voor de Neder landen de Reinaert de Vos, met zijn bespotting van alle hoogheid en groot heid in wereldschen zin, en voor alle tijden blijft de strofe uit de Wapene Martijn van Jacob van Maerlant ge denkwaardig. Twee woorden in die werelt ajjn Da»s silene rajjn en dijn. M< cht men die verdriven Pay» en<ie vrede bleven fijn Het ware al vri niemen eygyn. De democratie, van alle tijden zou do waarheid, daarin gelegen, nimmer vergeten. Sismondi, Hiat. de la Liberie en Italië p 54. Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1903 | | pagina 6