DEMOCRATIE. DOOR Dr. D. C. NIJHOFF. 14) In verschillende bijzondere omstan digheden, die de toepassing van het democratisch beginselhadden geeischt, ried hij allen weerstand af. Toen Knox en Goodman hun boeken in Genève uitgaven, die in heftige bewoordingen getuigden tegen de maatregelen van de regeering van Maria de Bloedige, toen deed Calvijn alle moeite om zich van hen te scheiden en liet hij Eli sabeth door Cecil weten, dat hij hun leer ten sterkste afkeurde en den verkoop hunner boeken had belet De smaad, dien de Reformator daar- medeGoodman aandeed, was zoo groot, dat zelfs jaren na Maria's dood Elisa beth nog gruwde van angst alleen op het hooren van diens naam en hij dus uit Engeland verbannen bleef.2) En een niet minder sterk sprekend geval is dat van de Hugenoten ten dage van de samenzwering van Amboise. De beroemde schrijver van Franco-Gallia, met name Hotman, mocht van die samenzwering de aan- blazer zijn, Calvijn schreef aan Coligny een brief waarin hij hem en de zijnen vermaande, om in dit geval zich toch niet te beroepen op zijn leer. De beroemde Reformator had dan ook van het plebs een lage meening. Steeds waarschuwt hij ook in zuiver kerkelijke zaken tegen al de groote inmengtng van de menigte. 3) Behoud van de burgerlijke macht en de bur gerlijke maatschappij ging hem eigen lijk boven alles. 4) Van daar dat Calvijn zelf, al wordt hij ook telkens door zijn aanhangers als zoodanig be schouwd, niet kan gelden als autori teit voor democratie. En toch herhalen we, in de be ginselen der Hervorming, in het vrije onderzoek en het algemeen priester schap ligt de democratie in dop ver scholen. Vrijheid en gelijkheid wor den daardoor gewettigd. De Hervor mers zijn niet de vaders maar de hervorming wel de moeder van de volksregeering geweest. n. Van die stelling is de geheele nieuwere geschiedenis het bewijs. Hoe zuiverder het Protestantsch be ginsel is gehandhaafd, des te meer is men in de verschillende natiën de democratie genaderd. Waar dat beginsel ontaardde, waar er slechts een ander priesterdom in de plaats van de R. K. kwam en de Protes- tantsche Staat met de nieuwe kerk een verbond sloot, daar werd het altaar bij vernieuwing de krachtigste steun voor den troon en raakte de vrijheid van geweten geheel en al zoek. Droevig is het op te merken, hoe dat in de meeste zoogenaamd Protestantsche landen regel is ge weest eeuwen lang. „Kerk en Staat bleven, zoo zegt Motley s), hunne bloedschendende vereeniging hand haven. Al naar gelang hun meesters een geloof omhelsden, verkreeg ook het volk een nieuw geloof; of wel, men bleef met kogel en keten ge kluisterd aan het oude dogma, dat met klinknagels aan hun ledematen werd vastgeklonken, als hunne mees ters ook trouw aan Rome bleven! Calv\jn aan Cecil. Zurich Letters I 34—36 Vgl. Beza aan Bullinger I, 132. Zurich Letters I, 21. Instituten IV. 3. 12 Id. II. 2. Democ atie het toppunt van politieke ontwikkeling en de toekomst van geavan ceerde volken. Rott 1869. Cujus regio ejus religio 1Werden er ooit godslasterlijker en beleedigen- der woorden den mensch in het aan gezicht geworpen? Dit werd nogtans aangemerkt als het zuivere resultaat der Reformatie." Doch het was slechts haar karika tuur „Niet de vrijheid van godsdienst werd de leus in Protestantsche lan den, maar de vrijheid voor de vor sten, om te kunnen bevelen, welken godsdienst hunDe onderdanen moes ten belijden. Men hoopte en geloofde oprecht, dat men de verwarde, be spotte en beschimpte menschheid naar haar kerker kon terugzenden en dat de men8chelijke geest voor altijd met een hangslot zou gesloten zijn." Wie, die de geschiedenis kent van de Protestantsche Staten uit de 17e en 18e eeuw moet niet dat krasse oor deel van Motley beamen Wie moet niet instemmen met Gervinus, dat door de verkrachting van de kiemen en beginselen van het Protestantisme, groot gevaar ontstond voor misbruik van de monarchale macht? 2Enge land, Duitschland, ook ons vaderland kunnen alle met hun Staatskerken ten bewijze strekken. Toch is er in de 16^ eeuw, door twee staatkundige machten getoond, wat de gezonde toepassing van de beginselen der Hervorming voor de vestiging en uitbreiding der democratie had kun nen zijn. Bedoeld worden de Huge noten en de Geuzen, die beiden na heftigen strijd zich een der eerste kostelijkste goederen van democratie hebben veroverdvrijheid van gods dienst en geweten. We zouden ongetwijfeld de historie geweld aandoen, indien we beweerden, dat in staatkundigen zin de demo cratie door de Hugenoten begeerd werd. Eer zouden we recht hebben de uiterste democratische gedachten bij hunne tegenpartij, de Katholie ken, te zoeken. Want vergeten mag nooit worden, dat in aansluiting aan de leer van den uitnemendsten Katho lieken wijsgeer uit de M E., van Tho mas Aquinas 3) en aan die van den Jezuiet Lainez, volgens wien alle macht van het volk uitging, dat de priester Boucher in de gespannen dagen van de regeering van Koning Hendrik III de stelling verdedigde, dat de volken recht hebben over le ven en dood der vorsten. En prak tisch werd die stelling eenvoudig toe gepast door Clément, toen hij Hendrik III vermoordde. Hetzelfde kan van den moord van Hendrik IV gezegd worden. Dit de hoogste school der Jezuieten en wel door het werk van den SpaanBchen geschiedschrijver Ma riana, getiteldDe Rege, was de leer gekomen, dat tyrannenmoord krach tens het natuurrecht de volken ver oorloofd was en dit werk van Mariana maakte in Frankrijk zulk een opgang, dat Ravaillac eenvoudig zijn plicht meende te doen door Hendrik IV te dooden. Deze uiterste consequentie van de democratische gedachten zullen we te vergeefs zoeken bij de Fransche en Nederlandsche Protestanten. Waar Tot wiens rijk men behoorl, diens gods dienst zal men omhellen Gervinus, Einl. in die Gesch. des 19en Jahrh S. 50, 61. „Een koning, die ontrouw is aan zijn plicht, verliest zijn recht op gehoorzaamheid. Dan is het geen rebellie hem af te letten; want hij zelt is een rebel geworden, die de natie recht heeft te verwijderen Het is echter beter zijn macht te verkorten, opdat hij niet in staat zij, daarvan misbruik te maken. Daar om moest de geheele natie een aandeel in de regeering hebben.Alle staatkundigemacht is nfgele'd van de volksstem en alle wetten moeten door het volk worden gemaakt of door hun vertegenwoordigers. Er ii geen zekerheid voor ons zoolang we afhangen van den wil van anderen." vinden we vermeld, dat de Hugenoten, zelfs na den afschuwelijken Bartholo- meusnacht, het toelegden op het leven von Catharine de Medicis of van Karei IX? En waar, dat de Nederlanders één poging in 't werk stelden om zich, na de eindelooze kwellingen van hun koning, van den tiran Filips II door moordaanslag te verlossen Konden de Hugenoten zich kalmer uitdruk ken, dan de Mornay deed in deze woorden„L'état s'est ébranlé depuis la journée de Barthélémy, depuis que la foi du prince en vers le sujet et du sujet envers le prince, qui est le seul ciment, pui entretient les états en un, s'est si outrageusement démen tie" 1En nog had zelfs die verloo chening van de goede trouw des ko- nings niet ten gevolge strijd tegen de monarchale idee. Een bleef de wapens opnemen, om godsdienstvrijheid te veroveren en na eindelooze oorlogen werd den Hugenoten bij het edict van Nantes door Hendrik IV die ook ge- Bchonken. Toch had het ondertusschen bij hen niet ontbroken aan radicale uitingen. Al bleven ook de Hugenoten te midden van hun opstand verdedi gers van het koningschap 2), enkele bijzondere geschriften uit hun boezem ontstaan, gaan ten opzichte van het verzet tegen politieke dwingelandij veel verder. Drie geschriften moeten hier vooral genoemd worden. De Franco-Gallia van Hotman, de Vindiciae contra tyrannos (van Duplessis—Mornay en Languet) en De la servitude volon taire (Contr' un) van la Boétie. Hotman was de beroemde rechts geleerde dier dagen, die vooral de pleitbezorger was van de inzichten der HugenotenCalvijn had zijn lea sen gevolgd in Straatsburg; met eiken hervormer van naam stond hij in briefwisseling en zijn aandeel in don loop der gebeurtenissen was zeer be langrijk. Hij had de samenzwering van Amboise aangeraden, was ten doode opgeschreven voor den Bartho- lomeusnacht, doch gelukkig van te voren uit Parijs naar Genève gevlucht. Onder zijn werken 3) bekleedt de Franco-Gallia een voorname plaats. Oppervlakkig schijnt het boek slechts te zijn een verhandeling over de Fransche geschiedenis, doch die is voor den aandachtigen lezer vol van toepassingen op den kritieken tijd, dien hij beleefde. Franco-Gallia wil terug voeren naar den ouden tijd en de oude constitutie. „De oorsprong ook der Fransche regeering is in den volks wil te zoeken. Vóór de Romeinsche overheersching was Gallie het land van volmaakte vrijheid en toen het Romeinsche juk te drukkend werd, werden de Franken te hulp geroepen om het af te werpen. Toen herstelden de eerste twee dynastien de oude vrij heid, want de erfelijke opvolging (der Merovingers en Karolingen) was een voudig gewoonte. Recht in geenen deele want koningen werden nog niet geboren maar gekozen en afge zet. Ook het volk werd bij de wet geving geraadpleegd en was alleen aan zulke wetten gebonden, die het mede had gos&nctioneerd. Onder de derde dynastie daarentegen begon het tijdvak van ontaarding met de schep ping van het Parlement, de opkomst der rechtsgeleerden en den groei van het absolutisme. Want Aristeteles had reeds te recht gezegd, dat de wille keurige regeering van één niet onder menschen te huis behoort, maar onder dieren." We behoeven niet te zeggen, dat deze naieve beschouwing van Frank- rijk's geschiedenis in haar geheel niet meer beantwoordt aan de resultaten Weill. Les Ihéories du pouvoir royal pen dant les guerres de religion p. 81. Bianclii. (De macht der geestelijkheid) I 46—43, een onverdacht getuige. Verzameld uitgegeven in 1600. van later onderzoekdoch daarvoor wordt hier ook Hotman's boek niet vermeld. Het is, omdat de Schrijver met het oog op zijn tijd, hoewel de erfelijke monarchie eerbiedigende, toch voor de rechten van het volk en de oude tradities opkomt. Hij laat ook niet na alle voordeelen te doen uit komen van de Salische wet, volgens welke vrouwen waren uitgesloten van troonsopvolging; herinnert aan de noodlottige gevolgen van vrouwelijke regentschappen, een redeneering die blijkbaar gericht was legen Catha- rina de Medicis, die helaas! onder haar drie zonen Frans II, Karei IX en Hendrik III eigenlijk de hoogste macht bleef uitoefenen Wij kunnen ons levendig begrijpen, hoe de Hugenoten zich in Franco- Gallia verdiepten om de tendenz die er duidelijk in zichtbaar was. Nog meer deden ze dat in het geschrift „Vindiciae contra Tyrannos". Dat was het voornaaamste politiek wijsgeerige geschrift uit de beweging der Hugenoten ontstaan. Waarschijn- lijk is dit werk gezamenlijk vervaar digd door Languet en Duplessis-Mor- nay 2) Reeds in de voorrede wordt het hoofddoel van het boek genoemd het verplaatsen van den Staat op zijn waren grondslag, waarvan Macchia- velli dien had verwijderd. Zekere zede lijke axiomata moeten toegepast wor den op de betrekking van regeerders en onderdanen. De voornaamste vraag is, of het noodzakelijk is, het gebod van vorsten te gehoorzamen, als dit in strijd is met den wil van God; en of het volk een inbreuk op de god delijke wet mag weerstaan. Het ant woord daarop is ontleend aan de Instituten en aan de gebeurtenissen van den Bartholomeus-nacht. Het ge heele lichaam van de vertegenwoor digers van het volk heeft de plicht en het recht om te weerstaan, ja zelfs de voornaamste mannen in de gewesten en steden. Toch heeft God niet in de handen der bijzondere per sonen het zwaard gelegd. Wat aan gaat den weerstand tegen de onder drukking van een volk door een vorst, verkondigt dat boek de volgende stel lingen. Het volk stelde koningen aan en plaatste in hun handen den scepter. De koningen moeten erkennen dat zij, van God, maar daarna evenzeer hun macht en souvereiniteit van het volk ontvangen hebben; zij moeten zich niet verbeelden van een andere en volmaakter stof dan andere men schen geschapen te zijn. Want ko ningen zijn eenvoudig de administra teurs van den Staat. De stuurman is niet de eigenaar van het schip. De besnoeiing der vrijheid stond het volk alleen toe in afwachting van bijzon dere voordeelen en dynastieën wor den alleen verdragen, ten einde zekere euvelen te vermijdenis het genees middel erger dan de kwaal, dan moet men er mee ophouden. Wel verre, dat het 's konings waardigheid aanrandt, als zijn wil wordt beteugeld, is er niets meer koninklijk, dan door goedo wet ten te worden geregeerd. Indien de koning zelf daaraan niet gehoorzaamt, dan is hij niet minder dan eenig ander persoon schuldig aan rebellie. Het ko ningschap is geen bezit noch vrucht gebruik het is eenvoudig een ambt en een voogdijschap. Alle koningen komen overeen de wetten te houden en de geschiedenis weet van geen staten, dien naam waard, waar niet niet zulk een overeenkomst bestaat. Wordt een Christen-volk door zijn vorst mishandeld, dan is het de plicht van naburige vorsten te hulp te ko men. Knox in lijn „Monstrous regiment of women" komt met 't oog op M*ry the Bloody tot dezelfde scherpe veroordeeling. J)Er lijn duidelijke bewijzen in van tweeerlei hand. Wordl vervolgd.) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1903 | | pagina 6