Nieuwsberichten.
beton voor school vloeren besproken door
«len Ingenieur van O. W. Deze technicus
komt tot het resultaat, dat beton zon
der linoleum bedekking goedkooper is
dan hout.
Een linoleum bedekking, f 2.per
M1, zou echter de betonvloeren duurder
kunnen maken, dit zegt de Ingenieur
niet met zooveel woorden, maar het is
er zoo uit te besluiten.
Dan wordt nog gewezen op den tijd
die zou verloopen eer het bestek kan
omgewerkt zijn en tevens, dat vertra
ging aller ongewenscht is. Als we't dus
wèl begrijpen, zou de besteding met
betonvloeren doorgaan als niet een cre-
diet moest gevraagd voor de hoogere in
schrijving dan de raming voor de aan
besteding.
De Heer Stolp bespreekt het stuk,
doet opmerken, dat het eerste plan door
den Raad was afgewezen, als zijnde de
prijs te hoog in verband met de ge
meen te-financiën. Meent, dat het crediet
zoo min als de som moet toegestaan
worden. Ook de Heeren Welsenaar en
Modoo. De laatste bemerkt nog dat de
Raad had gewenscht een school voor
ƒ43000.De school van den Heer de
Vries kostte 38900.
De Heer de Breuk doet opmerken, dat
niet vaststaat dat de hoogere inschrij
vingssom ligt aan de beton andere cij
fers, b.v.b. die van de ongevallenwet, heb
ben er toe meegewerkt. Staan de heeren
de sommen niet toe, dan duurt het zoo
veel langer eer de school klaar is.
De Heer J. N. Kruseman. meeut, dat
de beton tot heden in den Raad alleen
is beschouwd naar den prijs, ook de
hygiënische voordeelen dienen in acht
genomen.
Nog de Heer Stolp, de Commissie
heeft een dubbele besteding gewenscht,
daaraan is geen gevolg gegeven.
De Heer de Breuk bespreekt nog nader.
De Heer de Lanoy meent, dat de
hoogere inschrijvingsprijs van beton in
verband staat met onbekendheid ermee,
men durft het nog niet aan.
De Heer V. d. Kamp meent, dat het
goed zou zijn de school niet te bouwen.
De Burgemeester geeft ophelderingen
omtient het niet zenden van bestekken
aan de Raadsleden, meent, dat het in
de vorige vergadering besprokene van
invloed was op de inschrijving en dan
zijn er nog andere feiten in dit opzicht.
De Heer Bijvoet erkent de bevoegd
heid van B. en W. maar nu wordt ge
vraagd om het crediet te verhoogen
moet er meer zekerheid zijn. Stelt voor
de zaak aan te houden teneinde B. en
W. eene nieuwe besteding te doen houden
volgens een bestek in overeenstemming
met de wenschen van den Raad.
Dit werd zonder stemming aangenomen.
Vervolgens- werd voor kennisgeving
aangenomen het procesverbaal van de
opneming der kas van den gemeente
ontvanger
vroeg en verkreeg de HeerM. van den
Ende eervol ontslag als leeraar in de Wis-
en Werktuigkunde aan de Burgerscholen
alhier, wegens benoeming te 's Graven-
hage;
werden vastgesteld de staten van af-1
en overschrijving op de begrooting van
1902
goedgekeurd de rekening van inkom
sten en uitgaven der voormalige corpo
raties van neringen en bedrijven, slui
tende met een voordeelig saldo, groot
ƒ1062.44»;
werd goedgekeurd de rekening van
het St. Elisabeths Gasthuis, welke een
gemeentelijke subsidie van 48706.97
behoeft;
zoo ook die van de bewaarschool in
het Barbara Gasthuis, aanwijzende een
tekort van 618.88», dat de gemeente
moet bijpassen.
De rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur betreffende de Huiszittende Ar
men en het Stads Armen- en Ziekenhuis
ging mede zonder bemerkingen onder
den hamer door.
De gemeentelijke drinkwaterleiding
zal aanwijzen een batig saldo van
ƒ29047.90
Voorgesteld wordt hiervan ƒ14000.—
af te zonderen voor meerdere aflossing,
voornamelijk op den post Watermeters.
De Heer Stolp meent, dat de Com
missie van bijstand hiervan geen kennis
heeft bekomen. Meent dat het beter is
de winst niet te vast te leggen met het
oog op mogelijke uitbreidingswerken.
De Heer H. D. Kruseman verdedigt
het voorstel. De Heer Stolp blijft bjj zijn
meening. De Heer de Breuk heeft nog
het woord.
Voorstel B. en W. wordt aangenomen.
Mejuffrouw J. A. van Walsem, leera-
res aan de Meisjesschool voor M O. heeft
gedurende de ziekte der Directrice bui
tengewone diensten aan die Inrichting
bewezen, waardoor thans een voorstel
om haar een gratificatie van ƒ300.
toe te kennen. Aangenomen.
B. en W. achten het wenscheljjk den
veeg en sproeidienst binnen de gemeente
uit te breiden, tot welk doel alsnog
ƒ11305 wordt aangevraagd, een dienst
die het geld waard is. Men verheugt
zich al bij voorbaat in de vuil- en mod-
derlooze straten en als dan de manne
tjes van den veegdienst ons in 't geheel
niet meer in stofwolken hullen, óók in
de niet-hoofdstraten, maar eerst behoor
lijk sproeien, dan zullen de gemeente
naren, daar zeer mee gebaat zijn. Het
voorschrift luidt toch, eerst sproeien, dan
vegen.
De Heer Thijssen vraagt zekerheid of
de gevraagde som betrekking heeft op
de zaak zelf. Ja, zegt de Voorzitter. Als
dan, vervo'gt de Spreker, is van het aan
gevraagde reeds een deel verbruikt. Het
verwondert Spreker, dat B. en W. die
recht hebben op de toegestane som reeds
ƒ5000.— meer hebben gebruikt en be
klaagt zich, dat er zoo weinig rekening
wordt gehouden met een raadsbesluit.
De Heer de Breuk doet opmerken, dat
het belang van de reinheid het aanstel
len van meer personeel noodig maakt.
Die kunnen niet allen uit den gewonen
dienst betaald worden. Van het thans
aangevraagde is niets verbruikt. Wil de
Raad de som niet toestaan, dan keert de
vorige toestand terug. De Heer Thijssen
neemt zijn bemerking omtrent ƒ5000
terug, waarschuwt echter tegen de tus-
sehentjjdsche aanvragen.
De Voorzitter geeft nog eenige ophel
dering. Er bestaan alle termen om de
som toe te staan.
De Heer Stolp zal tegen het voorstel
stemmen.
De Heer Tjeenk Willink steunt het
voorstel.
De Heer V. d. Berg wenscht, dat het
vegen van de straten zal plaats hebben
op geschikte uren.
De Heer Rasch vraagt of 11305 kan
gevonden worden uit deze begrooting.
De Heer de Breuk merkt op, dat
Haarlem goedkooper reinigt dan andere
gemeenten.
De Heer de Braai beveelt aan den
sproeidienst op Zondag in te krimpen.
De Heer Thjjssen wenscht te laten wat
nu is, doch nieuwe dingen niet in te
voeren, waardoor het bedrag met 5000
♦e verminderen is.
De Heer Schram vraagt of er dan
minder gesproeid wordt, dat tot heden
is dit zoo, dan zal hjj er tegen zijn.
De Heer Thijsen wenscht ook geen
vermindering van den sproeidienst.
De Heer de Breuk beantwoordt, dat
er van meerdert n sproeidienst geen spra
ke kan zijn, als het bedrag niet wordt toe
gestaan.
Amendement Thijssen in stemming
wordt verworpen.
Voorstel B. en W. wordt aangenomen.
De Vereeniging nOnderling Belang",
een Vereeniging van Handelaren in
Sterken Drank, tellendé ongeveer tach
tig leden, zou gaarne het openingsuur
van haar Inrichtingen een uur vroeger,
zes uur des morgens, gesteld zien.
Een der motieven is, dat er zooveel
menschen, marktbezoekers, zijn die vroeg
met hun werk beginnen, wat hen vroe
ger dan een ander die laat begint, doet
omzien naar een hartversterking, maar
nu kunnen ze niet terecht voor zeven
uur; men zou meenen dat dit vroeg
genoeg is.
B. en W. zien in, dat er geen vol
doende termen bestaan het verzoek toe
te staaa en adviseeren afwijzende be
schikking.
In deze kwestie meende ook een
woordje meê te mogen spreken het Be
stuur der Afd. Haarlem van den Volks
bond, dat geheel aan de zijde van B.
en W. staat en terecht opmerkt, dat
een hartversterking in den voim van
een borrel het lichaam niet len goede
komt.
Wij hadden al zitten bedenken wie
van de Raadsleden het voorstel zou
kunnen aanvallen geen der Heeren.
Het voorstel] is aangenomen.
De Elektrische Spoorweg Maatschap
pij heeft om van de Amsterdamsche
poort naar de Anthoniestraat te komen
gedeelten walgrond noodig aan de Hee-
renvest, welke echter verhuurd zjjn.
B. en W. stellen voor hen t; mach
tigen die huren op te zeggen.
De Raad stemt toe.
Aan Bestuurderen van het Fonds van
wjjlen den Heer A. de Haas worden
op nieuw verhuurd twee stukjes grond
aan de eerste en tweede Hoogelandslaan
voor 15 cents per M' per jaar.
De Heer N. H. Braakenburg wil op
een tuin aan het Ripperdapark een
loodsje zetten, vraagt vergunning.
B. en W. willen de vergunning ver
leend zien mits de Heer Braakenburg
betaalt het verschil in koopprijs tusschen
grond voor woning en voor tuin bestemd,
dat hier 2.50 per M'. schijnt te zjjn.
De Heer Van Lennep wenscht den
prjjs te stellen op f 5.per M'.
De Heer de Breuk geeft opheldering,
doch de Heer Spoor vindt het onrecht- 1
vaardig voor den bouw op eigen grond
2.50 te eischen.
De Heer de Breuk merkt op, dat het
voorstel is in verband met vroegere be
sluiten van den Raad, doch is in den
grond verkeerd.
De Heer Spoor wenscht aan te houden.
De Heer J. N. Kruseman wenscht een
bepaald voorstel.
De Heer Stolp bespreekt de zaak,
toont aan, dat B. en W. en de Raad
volstrekt niet onzedelijk handelen dooi
een geldelijken eisch te stellen.
De Voorzitter wenscht af te doen.
Voorstel Bijvoet, niets te betalen komt
in stemming. Het wordt verworpen, 14
tegen 13.
Voorstel V. Lennep 5.te laten
betalen wordt verworpen.
Voorstel B. en W. wordt aangenomen.
Nog verschillende Heeren voerden het
woord in deze.
De Heer A. Wijnands, koopman al
hier, wenscht benoemd te worden tot
Makelaar in paarden, rijtuigen en aan
verwante artikelen.
Tegen deze benoeming bestaan bij B.
en W. geen bezwaren en alzoo benoemt
de Raad in dien zin.
Met de benoeming van de stembu-
reaux voor de stemmingen en herstem
mingen voor den gemeenteraad op 10
en 21 Juli a.s. was de agenda afgeloo-
pen.
De Heer Groot heeft gehoord, dat er
aangevraagd is tot het houden van een
collecte voor de stakers. Doet een beroep
op den Burgemeester om vergunning
voor die collecte.
Dan is er gezegd, dat stakers geen
werk kunnen bekomen aan de gemeente.
Vrouw en kinderen zijn daar de dupe
van. Doet een beroep op den Burgemees
ter om zulke mannen, op wien niets te
zeggen valt, niet steeds terug te stooten.
Zeer zeker heeft de Heer Groot zijn be
roep op den Burgemeester op zulk een
kalme, waardige wijze voorgedragen, dat
we wel eenig antwoord hadden mogen
verwachten, maar zoodra de verzoeker
had uitgesproken werd de vergadering
gesloten.
Tweede Kamer. Na aanneming van
het onteigeningsontwerp voorden Spoor
weg van Stadskanaal naar Zuidbroek,
werd Dinsdag het debat over de Mariene
begrooting voortgezet. De Heer Fock
verklaarde, dat hij een proef met de
opleiding van Indo Europeesche jonge
lingen aan de Kweekschool te Leiden
op ruimer schaal had wenschen genomen
te zien. De heer van Karnebeek wilde
de verbetering van het personeel niet
doen geschieden ten koste van het ma
teriaal. Hij achtte de stationeering van
een meer modern schip in de West
noodig. De heer Marchant besprak de
invloeden, van buiten op het Mariene-
personeel. Hjj betwjjfelde, of's Minister's
voorgenomen poging om den beteren
geest te herstellen door de slechte
elementen uit het mindere personeel,
te verwijderen, baten zal. De Minis
ter van Mariene verklaarde, da' hjj
aanvaardt den algemeenen grondslag,
waarop dit Kabinet zich heeft gesteld,
't Is geenszins zjjn bedoeling onze zee
macht in Indië te verzwakken; voorts
verdedigde hjj de wjjze van samenstel
ling der Raden van Mariene en van
Defensie. De Min. opperde bedenkingen
tegen het speciaal bestemmen van lndo-
Europeaansche jongelingen voor de vloot
in Indië, en hjj betoogde niet te kun
nen opheffen het voorgestelde station-
nement van een schip in West-Indië.
Het verdwjjnen van het oorlam aan
boord hangt af van de schepelingen.
De Min. hoopt, dat het spoedig zoover
zal komen. Voorts betoogde hjj de ur
gentie tot aanvulling van dekorpiraal-
stokers. Uitvoerig besprak de Min. den
geest van het Mariene-personeel. Hjj
beweerde,, dat van een geest van on
tevredenheid onder de onderofficieren en
mariniers niet gesproken kan worden.
Hierbjj wees de Min. op de vele dien
sten, door de mariniers t jjdens de jongste
werkstaking be wezen. Hjj betoogde voorts
dat de ontevredenheid onder de officieren
niet grooter is dan vroeger. Onder de
matrozen heerscht wel een geest van
ontevredenheid, met name onder deleden
van de Mariene-matrozenbond, die zich
schaart om enkele leiders, de anderen
terrorizeert en verwjjdering sticht tus
schen meerderen en minderen, en tegen
zin tegen den dienst bij jonge schepe
lingen tracht te zaaien. De Min. ging
na af er werkeljjk redenen tot ontevre
denheid bestaan. Hjj verdedigde het stel
sel van dienstverband en beloofde te
trachten meer stabiliteit in den dienst te
verkrjjgen. De klachten over behandeling
aan boord achtte de Min. overdreven.
Hij heeft den Koramandanten opgedra
gen jaarlijksch een rapport in te zenden,
bevattende de wenschen van het per
soneel. Hij wil daarmee konkurrentie
aandoen aan de bonden, die een slech
ten invloed uitoefenen. De Min. weigerde
het instellen van een onderzoek naar de
conduite-staten door den heer Hugen-
holtz in het debat gebracht, omdat, die
stukken door kwade trouw hierheen zjjn
gebracht, en de Min. het daarom in stryd
met de hoogheid van Kamer en Regeering
acht, deze langs illegalenweg gekomen
bescheiden hier te bespreken. Slechte
elementen onder de schepelingen zullen
onverbiddelijk uit den dienst worden
verwjjderd. Pensioen aan weduwen van
aan cholera overleden schepelingen kan
de Min. als regel niet toezeggen. Ieder
geval moet op zich zelf beoordeeld wor
den. De heer Hugenholtz verdedigde
tegenover den Min. nader den Mariene-
matrozenbond, waarvan volgens Spreker
geen slechte invloed uitgaat. Wanneer
de Min. voortgaat met het fnuiken van
deze bonden, dan voorziet Spreker, dat
de Min. goede elementen uit den dienst
zal verwijderen en met het uitschot van
het personeel zal blijven zitten. De heer
Staalman drong nader aan op afschaf
fing van het oorlam en op volledige
Zondagsrust aan boord en aan wal voor
de muzikanten der Mariene. Na antwoord
van den Minister weid het algemeen
debat gesloten. Artt. 119 werden goed
gekeurd. Op art. 20 (Rijkswerven) werd
een am. voorgesteld door de heeren Bos,
Drucker en van Raalte, om het art. met
480.500 te verhoogen. De heer Staal
man besprak de loonkwestie van de ar
beiders op de Rij k s Marienewerf. De Heer
van Wassenaar van Catwjjck bestreed
het am. namens de Komm. van Rapp.
Het am. mocht zich wel verheugen in
de sympathie van den Min. van Mariene,
die echter de beslissing aan de Kamer
overliet. De Voorzitter van de Komm.
van Rapp., de heer Verhey, verklaarde,
dat de meerderheid der Kommissie vóór,
de minderheid tegen het am. was. Het
am. werd verworpen met 44 tegen 34
stemmen. Artt. 2030 werden goed
gekeurd. Bjj art. 31 herhaalde de heer
Hugenholtz de reeds geuite klachten om
trent de aan het stokerspersoneel op het
wachtschip opgelegde zware korveeën
en den piketdienst op verschillende oor
logsbodems. De Min. van Mariene ant
woordde. Artt. 3133 werden goedge
keurd. Bjj art. 34 ontspon zich eene
woordenwisseling tusschen den heer
Verhey en den Minister over de pozitie
der adelborsten. Artt. 34—40 werden
goedgekeurd en ook artt. 4142. Bjj art.
43 (hospitalen) wees de Heer Hugen
holtz op een geval van verdenking van
simulatie in het hospitaal te Willems-
I oord, waaromtrent de Min. van Mareine