DEMOCRATIE.
DOOR
Dr. D. C. NIJHOFF.
27)
Wilhelmina blijve als het symbool
van het ééne vaderland onze hoog
geprezen vorstin; doch zelve werke
zij mede, om alles te doen, om de
rechten en de welvaart van het gan-
sche volk te bevestigen. Dat, dat al
leen zal haar troon vast maken en
de achting en eerbied voor hare per
soonlijkheid verhoogen.
X.
EEN VOORSTEL TOT ORGANI
SATIE VAN DE FRANSCHE
DEMOCRATIE.
In een boek, aan de democratie
gewijd, mag Frankrijk niet ontbreken.
Wel zijn wij het volkomen eens met
Roscher, die beweert, dat de Fran-
sche revolutie in het eind der 18e
eeuw, trots de voorstelling als ware
Frankrijk door haar een zuster van
de Noord-Awerikaansche democratie
geworden, waarlijk niet kan gelden
voor werkelijk democratisch Doch
in onze eeuw, heeft het algemeen
stemrecht, door Napoleon III inge
voerd en als basis geldende voor de
thans bestaande republiek, haar tot
een democratie gestempeld. Het be
hoeft echter niemand herinnerd, hoe
treurig de verschijnselen van die
FranBche democratie onzer dagen zijn.
Zonder verder dan twee jaren in
haar geschiedenis terug te gaan, was
de Dreyfus-zaak wel bovenal een be
wijs, hoe krank die democratie was
geworden.
Geen wonder, dat edeldenkende
geesten in Frankrijk zich beklaagden
over dien diepen val. Gaston Des-
champs schreef in 1899 o.a. zijn
boek: „Le malaise de la démocratie,
en hij droeg die diepe klacht over
het heden op „Aux bons citoyens,
qui s'affligent du présent et s'inquiè-
tent de l'avenir; au grand ministre
qui nons manque; a l'homme d'état
que nous attendons."
Met klagen en treuren is echter
de zaak niet gewonnen. Dat heeft
o.a. begrepen de schijver eener merk
waardige brochure, Charles Benoist,
getiteldL'organisation de la démo
cratie. Van den inhoud dezer brochn-
re, die oorspronkelijk als conférence
in den aanvang van 1900 te Parijs,
te Lyon en te Reims werd gehouden,
wil ik kortelijk verslag geven en dit
voorstel tot organisatie der Fransche
democratie voor mijne lezers ontwik
kelen.
Eerst behandelt de schijver de or
ganisatie van het algemeen stemrecht.
Dit is geheel en al ongeorganiseerd;
van daar de anarchie, die er heer-
schende is. Of de schijver gelezen
heeft het beeld, dat Renan gebruikte,
om den toestand aanschouwelijk te
maken, zegt hij niet; maar hij gaat
van dezelfde beeldspaak uit. In zijn
brief aan Berthelot 1van 26 Febr.
1871 zegt Renan „La France s'est
trompée sur la forme que peut pren
dre la conscience d'un peuple. Un
tas de sable n'est pas une nation,
or le 8uffrge universel n'admet que
le tas de sable, sans cohésion, ni
rapports fixes entre les atomes." We
weten, hoe in verband met die uit
spraak, Renan tot de volgende con
clusie kwam„Nous avons détruit
les organes essentiels d'une société.
La civilisation a été de tous temps
Roscher. Politik S. 454—459.
De correspondentie tusschen Renan en
Berthelot is in 1899 verschenen.
l'ame une oeuvre aristocratique, l'ame
d'une nation est chose aristocratique
aus8i."
Benoist is het blijkbaar met die
aristocratische opvatting van de be
schaving en van de ziel van het volk
niet eens. En toch vergelijkt ook hij
het ongeorganiseerde suifrage univer
sel bij een zandhoop, die door een
windvlaag her- en derwaarts wordt ge
worpen, zonder dat er eenige zeker
heid bestaat, dat niet weder morgen
die millioenen zandkorrels elders zul
len verplaatst zijn. Sinds 50 jaren
streven wij zoo zegt Benoist
op 10 millioen korrels zand het ko
lossale gebouw van den modernen
Staat te stichten. Yan daar de anar
chie die de heerschende toestand is
geworden ook in dezen vredestijd.
Eén middel bestaat er slechts om
daarin verandering te brengen. Het
algemeen stemrecht moet georgani
seerd worden. Want Diet georgani
seerd, liggen het publiek bedrog, de
corruptie, de walging van en onver
schilligheid voor de staatkunde, de
exploitatie van het land ten eigen
bate door coterieën, en de achter
uitgang van staatkunde en volk on
middellijk voor de hand.
En wat bedoelt hij met de orga
nisatie van het stemrecht? De vol
gende statistiek kan ons op het spoor
brengen. Er zijn in Frankrijk circa
11 millioen kiezers. Van die 11 milli
oen leven 5 millioen van den land
bouw. Naar billijkheid zou dus kunnen
verwacht worden, dat van de 580
afgevaardigen, die de Kamer in 1893
telde, 5/,gedeelte eveneens van den
landbouw leefde of daarmee in ver
band stond. In plaats daarvan waren
er slechts 38 afgevaardigden tot den
landbouwstand behoorende. Vier mil
lioen kiezers leven van de industrie
slechts 49 afgevaardigden waren in-
dustrieelen; l'/j millioen kiezers
leven van den handelslechts een
dertigtal handelaars telde de kamer
van 1893. En nu de tegenstelling.
Van de 11 millioen kiezers oefenen
slechts 400.000 een geleerd bedrijf
of beroep uit en toch telde de Kcmer
296, d. i. meer dan de helft der
leden, advokaten, dokters, leeraars
en journalisten, te dikwijls zelfs advo
katen zonder klanten, dokters zonder
zieken, journalisten zonder dagblad
en professors zonder leerlingen. Door
dezen ongeregelden staat van zaken
wordt de politiek een carrière voor
een zeker soort van politiciens, ge
vaarlijker dan elk ander complot met
caesaristische en clericiale doeleinden.
Want door aan zulk een klasse de
macht te geven, wordt de meerder
heid vernietigd door de usurpatie
eener minderheid; wordt de middel
matigheid gekroond en wordt er in
het ware en echte en werkelijke va
derland een onwettige partij gevormd,
die niet weet, wat Frankrijk wil en
dan de Republiek met zich zelf ver
wart.
Doch hoe wil dan Benoist, dat
daaraan een eind komt? Door het
algemeen stemrecht te organiseeren,
dat wil zeggen door aan ieder zijn
plaats te geven, zonder aan iemand
zijn plaats te ontnemen. En hoe zal
dat het best geschieden? Niet door
willekeurige bepalingen, b.v. door
aan enkelen meer dan een stem te
geven; of door andere gezochte en
onnatuurlijke middelenmaar door
den volgenden weg in te slaan.
Het nu vigeereud stemrecht houdt
zich alleen op met de vraag, waar
iemand woont. Wat iemand doet,
welk bedrijf hij uitoefent, daarop
wordt in 't minst niet gelet. Welnu
dat laatste moet de hoofdzaak worden.
Naar het bedrijf moeten proportioneel
de leden der Kamer gekozen worden.
De kiezers zelve moeten daartoe even
eens naar hun beroep in een zes of
zevental groote groepen verdeeld wor
den, waarbij niemand mag worden
uitgesloten, noch iemand eenig privi
legie heeft. De schrijver noemt deze
groepen: landbouw, industrie, han
del, verkeer, publieke administratie,
geleerde beroepen, eigenaars en ren
teniers; met het gevolg, dat van een
Kamer van 500 leden de 5 millioen
kiezers die van den landbouw leven
225 afgevaardigden zullen hebben in
plaats van 38, gelijk in 1893 het
geval was. De industrie zal, in plaats
van door 49, door 164 afgevaardig
den zijn vertegenwoordigd en aldus
naar verhouding ook de andere be
roepen en bedrijven.
Aldus zal men, volgens Benoist,
een veel meer ware en levende repre
sentatie verkrijgen en zullen de sociale
kwestiën, die hoe langer hoe meer
het brandpunt van de politiek zullen
moeten vormen, van zelf zich op den
voorgrond dringen.
Den Senaat wil Benoist gekozen
zien uit elk departement drie, waar
van een door en uit de Conseils géné-
raux, een door en uit de Conseils
municipaux en een door en uit de
sociale en beroepsvereenigingen.
Het kan niet ontkend worden, dat
dit denkbeeld zeer lucide gedachten
in zich bevat. Onder al de hervor
mingen van het kiesrecht, die overal
uit den grond opduiken, komt het
mij voor dat deze splinternieuwe ge
dachte de meeste waarheid in zich
bevat. Mocht het langs dien of een
anderen weg er nog eens toe komen,
dat niet alleen in Frankrijk, maar
overal de representatie meer aan de
waarheid van het volksleven beant
woordde.
Doch die hervorming is niet de
eenige, die Benoist voorstelt voor
i de organisatie der democratie. Met
het oog op de schandelijke verwar
ring, die er gedurende het geheele
bestaan der derde Republiek, maar
vooral in den laatsten tijd, onder de
drie machten, de wetgevende, uitvoe
rende en rechterlijke macht tot schade
van het volksleven heeft bestaan, stelt
hjj voor.
1'. dat de keus van den Presi
dent der Republiek niet meer zal
plaats hebben door het congres (de
Senaat en de Kamer) maar door de
Consiels généraux. Door dien maat
regel zal beter dan thans gehandhaafd
worden de totale onafhankelijkheid
van het hoofd der uitvoerende macht
van de wetgevende, in welker handen
thans door die keuze van den Pre
sident de basis van de uitvoerende
macht ligt, dat in den grond ver
keerd is.
2°. Wat de ministers aangaat, die
thans vaak zijn de speelbal der Kamer
en wier bestaan afhankelijk gesteld
wordt van promotiën en benoemin
gen, den parlementairen partijen ten
gelieve ook hun wezen en werk
kring zou Benoist in den grond willen
veranderen. De president der Repu
bliek moest alle vrijheid hebben, ze
te kiezen buiten de Kamers omveel
duidelijker moest hem die vrijheid
worden gegeven dan bij de wet van
1875. Regel en gebruik moest het
worden, dat de president zijn minis
ters nam, waar hij goed vond; doch
dat niet alleen. Slechts een der minis
ters moest als minister van Staat
(zonder portefeuille) in contact met
de volksvertegenwoordiging komen.
Hem alleen moest zijn opgedragen,
op interpellatiën te antwoordenter
wijl de andere ministers meer als
administrateurs moesten worden be
schouwd. De corruptie, die thans zoo
vaak parlement en ministers bederft,
zou daardoor voor een groot deel
verdwijnen.
34. Een der voornaamste wijzigin
gen in den regeeringsvorra zou vol
gens Benoist moeten zijn de vestiging
van een Cour Suprème, in navolging
van Amerika. Ook in de Revue des
deux Mondes besprak dezelfde schij
ver binnen kort die zelfde dringende
behoefte. En waarlijk, indien men zich
slechts herinnert de jongste staatkun
dige geschiedenis van Frankrijk, welk
een verwarring er plaats had in de
rechterlijke colleges en hoe de Senaat
als hoogste hof fungeerde; dan be
grijpt men den aandrang, waarmee
de schrijver die hervorming bepleit,
volkomen. In naam van het recht van
eiken burger, die thans het slacht
offer kan worden van al die verwar
ring van het politieke leven met de
bestaande rechtelijke macht, doet
Benoist een welsprekend beroep, om
zulk een Cour Suprème, bestaande uit
een klein getal van de eminentste,
onafhankelijkste mannen in Frankrijk
te vestigen. Gelijk zulk een hof een
bescherming zal zijn voor eiken bur
ger, zoo zal het ook het hedendaag-
sche parlementarisme met zijn diep
treurige vertooningen, moeten en
kunnen brengen in het eenig ware
en goede spoor.
De schrijver besluit zijn brochure
met een enkel woord over de sociale
organisatie van de democratie, waarin
hij verklaart dat er naast de vele niet
te verwezenlijken utopiëen der socia
listen, toch wel socialistische wen-
schen zijn, die vervuld moeten en
knnnen worden. In bijzonderheden
behandelt hij dit punt niet. Maar
niemand, die zijn voorstel tot her
vorming leest, zal kunnen ontkenneD,
dat er machtig veel waars en goeds
in is verscholen. En gaarne geef in
den schijver gewonnen de stelling,
waarmee hij onlangs det bedoelde stuk
in de Revue des deux Mondes ein
digde en die aldus luidde:
„L'organisation de la démocratie
est dans l'état présent des choBes, la
seule question politique it laquelle il
vaille la peine de s'intéresser et la
seule oeuvre politique it laquelle il
vaille la peine de se dévouer"
De Revue des deux Mondei van 1 Au?.
1900 en van 15 Oct 1900 bevatte onder de
op.-ehriften„Parement et parlemfntariime"
en Démocratie organisée et, parlementarisme
réel* nieuwe atikelen van denzelfden rchry ver
ter aanbeveling van dezelfde hervorming.
(Slot).
Gedrukt bq DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem;