K E 0 JT I E E
Nieuwsberichten.
paar nummers bijgewoond. De orde was
voorbeeldig gehandhaafd. In de Vereeni-
ging werden ook vaderlandsche liederen
gezongen, 't Zal overal wel zoo geweest
zijn. Het kleine volk amuseerde zich
uitstekend. Voor de noodige versnape
ringen was gezorgd. Tot het zien van
den optocht waren voor de schoolkin
deren mooie plaatsen gereserveerd.
Te een uur Feestuitvoering in de
Groote kerk met medewerking van de
Dames E. Stella de Jong en Nella Gun
ning, zang en viool, den Heer W. Ezer-
man, orgel, Het Mannenkoor Caecilia
onder Directie van den Heer Henri
Pielage en de Muziekvereeniging Har
monie, Directeur de Heer H. W. Hof
meester.
Met het oog op het Bloemencorso dat
te drie uur aanving was het kerkconcert
reeds te een uur begonnen.
Stopvol was de kerk. Zitplaatsen veel
te weinig, van twee stoven werd als
zoodanig met genoegen gebruikgemaakt.
In de eerste vijf nummers kwamen
beurtelings elk der uitvoerenden naar
voren. Psalm 8 werd door Caecilia fraai
weergegeven met mooien klank en uiterst
beschaafd.
De pas bekroonde Muziekvereeniging
Harmonie, geaccompagneerd door het
orgel, gaf het Gute Nacht van Abt. Een
waar genot.
Inmiddels had zich de Hertenkamp
en niet minder de omtrek ervan gevuld
met toeschouwers, geen wonder met het
verrukkelijke weer.
Het Gemeentebestuur had de noodige
maatregelen genomen voor orde en
veiligheid.
Te drie uur ving het Bloemencotso
aan. De Dames Boreel van Hogelanden,
geb. van Weede, Gevaerts van Geervliet
geb. Baronesse van Sytzema en de Hee-
ren Mr. G. C. Everwjjn Lange en Jhr.
Mr. P. Teding van Berkhout maakten
de Jury uit.
Smaakvolle versieringen met een schat
van bloemen waren aangebracht, terwijl
ook enkele geestig gedachte zeer de aan
dacht trokken.
Zeer zeker was de indruk van het
geheel beter toen de stoet zich in de
Hertekamp bewoog, dan later door de
stad.
Afdeeling equipages telde vier deel
nemers. Elke deelnemer ontving een
vaandel.
Afdeeling Rijtuigen of Vereenigingen,
vier deelnemers.
De Verguld Zilv. Medaille werd toe
gekend aan den versierden wagen van
het detachement Huzaren
de Zilveren aan de aardige sjees met
de dames Busé;
de Bronzen medaille aan het versierde
rjjtuig, voorstellende een Vogelnestje.
Vijf nummers telde de Afdeeling Voer
tuigen van Iudustrieelen.
De Verg. Zilveren Medaille viel ten
deel aan P. J. Nieuwenhoven, Agent
van den onderlingen landbouwersbond
de Zilveren aan „Hulde aan Haarlem"
van den Heer M. G. Uchtmann, in riet
en mandenwerken
de Bronzen aan den Heer H. D.
Schulze, Nutricia.
Twee Zilv. en een Bronzen Medaille
waren uitgeloofd voor de afdeeling Voer
tuigen van verschillenden aard. Zij
werden toegekend resp. aan de Haar-
lemsche Brandblusschersvereeniging De
Tien en Imitatie-Automobiel.
Vijftien nummers telde de Afdeeling
Rijwielen Clubs.
Twee Zilv. en twee Bronzen Medailles
waren uitgeloofd. Zij werden toegewe
zen resp. aan: „Voor Vaderland en
Koning", de Dames Groep „De Neder-
landsche Vlag", den Heer Slebos en de
Groep van den Heer W. Roozeu.
De Afdeeling Rijwielen Dame of Heer
of twee Heeren bracht zes nummers.
De prqzen twee Zilveren en twee
Bronzen Medailles vielen ten deel aan
de Heeren Beekman; Draagkoets 18e
eeuw en den Heeren Kuiper en van
Durschoten.
De twee Zilv. en een Bronzen Medaille
voor de Afdeeling Rijwielen met tien
deelnemers werden gewonnen door den
Heer C. Nel, versierde molenA. M.
de Lange (Clown); Mejuffrouw Kievit
en den Heer van Asperen.
Over zeven prijzen was te beschikken
voor de Afdeeling Automobielen met
zestien deelnemers, n.l. Zilv. Lauwer
krans toegekend aan den Heer L. R.
E. W. Hartog van Bondo;
Groote Verg. Zilv. Medaille aan den
Heer A. Oppenheim; Zilv. Medaille aan
den Heer A. H. van Wickevoort Crom-
melin
Zilv. Medaille aan den Heer A. H.
van Wickevoort Crommelin; den Heer
Joh. W. Koopman;
Zilveren Medaille aan den Heer P.
G. Timp;
Zilv. Medaille aan den Heer P. J.
Adrian
Bronzen Medaille aan den Heer A.
J. Storm de Grave.
Voor de prjjzen werden uitgereikt,
hadden wij van den Voorzitter der
Vereeniging een korte toespraak, waarin
in de eerste plaats huidwerd gebracht
aan H. M. de Koningin (hartelijke toe
juichingen); aan de Jury, die met zooveel
nauwgezetheid zich van haar moeielqke
taak had gekweten en dank aan de
deelnemers aan het corso, dat zoo
prachtig geslaagd was.
Overal in de straten waar de stoet
passeerde stonden massa's menschen,
die verschillende nummers luide toe
juichten.
Een woord van hulde aan het Bestuur,
dat met zooveel tact aan Haarlpm zoo
veel schoons te zien gaf.
De lokalen waren te zeven uur geheel
gevuld. Hoeveel menschen er wel waren;
maar er was geen gelegenheid om er
precies achter te komen.
Voor de noodige afwisseling was ge
zorgd en er werd uitstekend gewei kt.
De komische voordrachten hadden de
overhand en werden flink geapplausd,
door een dankbaar publiek. De orde
lievendheid van de toeschouwers maakte,
als altijd op de feestavonden van den
Koninginnedag, een prettigen indruk.
Men was vroolijk, opgewekt zelfs, zonder
ook msar een oogenblik de maat te
buiten te gaan.
De Feestcommissie was gedurende
die uren overal. In elk der lokalen
verscheen zq op het podium en hield
een korte toespraak, die goed pakte.
In de stad was alles op de been. Het
stroomde naar het Brongebouw, waar
voor de leden en de deelnemers aan het
bloemencorso een soirée werd gegeven,
terwijl na afloop een vuurwerk werd
ontstoken. Hoeveel duizenden ervan en
van den mooien avond genoten is niet
te bepalen; men kon over de hoofden
loopen.
De drie en twintigste verjaardag van
H. M. onze Koningin is te Haarlem op
waardige wijze gevierd.
De eerste Dinsdag in September is
door de Wet aangewezen tot het ver
richten van veel wat men zou kunnen
noemen huishoudelijke zaken; dan wor
den de nieuw inkomende Raadsleden
beëedigd en geinstalleerd, wat met een
hartelijk woord geschiedde; Wethouders,
Ambtenaren van den Burgeljjken Stand,
de Vaste Commissiën enz. enz. benoemd.
De Heer Sneltjes wenschte den
voorzitter, mede namens den Raad en
de Ingezetenen, geluk met de onder
scheiding hem dezer dagen te beuit
gevallen. (Applaus).
De Burgemeester bedankte voor de
belangstelling.
De Heer de Lanoy heeft ontslag ge
nomen als Raadslid.
Aan de leden van Spuit 10 werd een
jaarljjksche gratificatie van 150 toe
gekend.
Vooraf gingen enkele mededeelingen
en het trekken der Afdeelingen en kwam
aan de orde de begrooting van het Sint
Elisabeths of Groote Gasthuis over 1904.
In ontvangst en uitgaaf bedraagt deze
begrooting ƒ82884.35. Het gemeentelijk
subsidie zal f 52001.zijn.
De begrooting werd besproken door
den Heer Hofland, omtrent enkele posten,
aangezien de verplegingskosten te hoog
zijn voor werklieden, vraagt desnoods
aanhouding van het stuk. De Heer
Kruseman beantwoordt. De begrooting
wordt vastgesteld.
Voorgesteld wordt tot goedkeuring der
rekening over 1902 voor de dienstdoende
schutterij. Het batig saldo, f 162.18'
wordt gebracht op de rekening over 1904,
alsmede de begrooting der Schutterij
over 1904, sluitende in uitgaaf en ont
vangst met een bedrag van 5747 25
Goedgekeurd, met vier stemmen tegen.
Goedgekeurd werd een plan tot be
bouwing van gronden ten zuiden van
de Amsterdamsche Vaart.
Vergunning werd verleend tot dem
ping van een sloot aan de Kleverlaan.
Benoemd werden tot tijdelijke leearen
aan de Burgeravondschool in het recht
lijnig- en bouwkundig teekenen de Heer
A. van der Spet',
in het rechtlijnig teekenen de Heerrn
J. A. TraanbergP. A. Montauban en
A. Wensing
in het werktuigkundig teekenen de
Heer F. Hage-,
in het vakteekenen de Heer J. P
Strijbo».
Vervolgens werden als wethouders
herbenoemd de Heeren De Haan Hugen-
holtz, Nieuwenhuijzen Kruseman en
Kruseman welke Heeren verklaarden
de benoeming aan te nemen. Na een
vriendelijk woord van den Voorzitter
namen de benoemden hun plaatsen als
Wethouder weer in.
Verder had de benoeming plaats van
vier Ambtenaren van den Burgerlijken
Stand
Commissie openbaar slachthuis, wat
tot eenige discussie aanleiding gaf;
Vaste Commissiën;
Tot leden der Commissie Gemeente-
finantiën benoemde de Raad de Heeren
H. D. Kruseman, v. Lennep, Thijsten,
Sabelis en van Linden Tol.
twee leden der Speciale Commissie
voor de tramplannen;
De Heer Rasch had voor een be
noeming bedankt. Behalve de Heeren
H. D. Kruseman en van Lennep, waren
lid der Commiss'e de Heeren Laane en
de Lanojj die bedankt hadden en de
Heer Tjeenk Willink, die niet meer in
aanmerking wenschte te komen;
drie leden der Speciale Commissie
voor brandverzekering van gemeente
lijke eigendommen;
twee leden der Commissie voor de
bezwaarschriften in zake de plaatselijke
directe belasting;
plaatsvervangend lid der Commissie
van Onderzoek voor de Schutterij
twee raadsleden-Commissarissen der
Stads-Apotheek
Commissaris gemeentelijke Bank van
Leening;
raadslid-Regent St. Elisabeth's- of
Groote Gasthuis;
lid Commissie van toezicht op Haar-
lemsch Muziekkorps.
De Jodenvervolgingen in enkele sta
ten, de ellendige toestand van de Joden
in andere, heeft reeds lang aanleiding
gegeven tot het denkbeeld om alle Joden
te vereenigen in het land der vaderen,
Palestina, ten einde daar een zelfstan
digen staat te stichten.
De Israëlieten waren op verre na niet
de raeening toegedaan, dat dit plan uit
voerbaar zou zjjn. Wie aan het slagen
der plannen geloofden, stichtten een
combinatie. Het streven in het alge
meen noemde men Zionisme.
Om nader tot het doel te komen
werden congressen belegd, waar de meest
ontwikkelde Israëlieten het voor en tegen
der zaak bespraken.
Zoodanig congres is thans te Bazel
gehouden, waar o. a. medegedeeld werd,
dat de Sultan van Turkqe, tot wiens ge
bied ook Palestina behoort, de plannen
niet zou tegenwerken, doch dat Enge
land had aangeboden in Zuid Afrika
kolonies te doen stichten, in zooverre
zelfstandig, dat de suzereiniteit van Brit-
tanje een der voorwaarden bleef.
Veelzijdig is de kwestie toegelicht, met
kracht van redenen het voor en tegen
met ernst aangetoond.
Een der Sprekers, Dr. Franz Oppen-
heimer uit Berlin heeft echter de moei
lijkeden het duidelijkst uiteengezet.
Zoo wijst hq op de onmogelijkheid om
millioenen van de armsten en ellendig-
sten op een gegeven tijdpunt tot den
uittocht voor te bereiden, een uittocht,
waarbij de volksverhuizingen nog niets
te beteeken hadden en ze te brengen
1 naar een land, dat al dudelqk overbe-
volkt zou zjjn en waarvan de bodem
zoo geheel verschillend is van de gewes
ten waar de de landverhuizers wounden,
dus met een andeien plantengroei, ter
wijl de bewerking der gronden als on
bekend moet geacht worden.
Het grootste bezwaar omschrijft Dr.
Oppenheimer als volgt.
Wat de cultuur-geschiedenis ons toont
aangaande de volksverhuizingen, het zqn
of woeste heiden-stammen die uit hunne
steppen naar de vruchtbare vlakten af
zakten en de boeren tot hunne lijfeigenen
maakten of het zijn vreedzame land
bouwers voor wie het gebied te klein ge
worden en zich met huhne kudden elders
verder vestigden. Doch het volk dat wq
hebben uit te leiden, de tot de diepste
ellende verzonken Joden, dat zijn noch
woeste herderstammen, noch kundige
landbouwers; het zijn nagenoeg alleen
handwerkslieden, de paria's der arbei
ders klassen. Sedert voor 2000 jaren het
zwaard der Romeinen den boom Israels
van zijne wortelen hieuw, het volk van
zijn bodem losrukte, mochten en konden
z(j zich nergens meer als akkei bouwers
neerlaten. Zoo is het Joodsche volk van
Azië geworden een waardeloos materiaal,
door honger, vieze ellende en bittere ver
nedering uitgeput, een rotte bouwsteen
voor een grootschen, nieuwen tempel.
Toch zou een krachtigen Joodschen
boerenstand moeten ontstaan, zich vor
mende met financieelen steun, doch zon
der aalmoezen.
Niettegenstaande al die bezwaren
meende de Spreker de kolonisatie niet
onmogelijk.
En met de oude agrarische wetten
der Joden tot basis ontwikkelt de spre
ker zeer, zeer breed het gemeenschaps
wezen van productie en consumptie in de
nieuwe kolonie. Dit solide fundament van
het jonge staatswezen zal een onbeperkt
vertrouwen op de kredietmarkt scheppen.
En als de rijstkorrels op het schaalbord
in de Oostersche fabel zal de kolonie
aangroeien tot een enorme massa. Niet
langer van paria's en vogelvrij-verklaar
den, doch van vrije burgers in het eigen
vaderland.
Aangenomen werd het volgende voor
stel
„Tot onderzoek der vraag in zake de
kolonisatie van het door de Engelsche
regeering zoo grootmoedig ten beschik
king gestelde gebied, besluit het con
gres eene commissie te benoemen."
«Deze commissie bestaat uit 9 leden
en staat het hoofdbestuur met raad
gevende stem bij in zake het ontwerpen
van een plan tot exploratie van dit ge
bied door eene Zionistische expeditie.
De middelen die noodig zjjn voor het
uitzenden dezer expeditie zullen noch
uit de geldmiddelen van de Joodsche
koloniale bank, noch uit die der Anglo-
Palestine Company, noch uit het nationaal
fonds geput worden. Een afzonderlijk
congres zal voor de beslissing over deze
geheele aangelegenheid later samenge
roepen worden."
Het blijkt thans, dat de Engelsche
regeering van de bovengenoemde kolo
nisatie de volgende voorwaarden stelde:
de kolonie zal zelfstandig zqn in in-
wending bestuur met een Jood aan het
hoofd der regeering; zij regelt zelf haar
gemeentebestuur; in godsdienstzakenis
zjj geheel vrij. De Engelsche regeering
oefent algemeen toezicht uit. Zq betaalt
niets van de bestuurskosten van de
kolonie, en mag het land weer in bezit
nemen als de volkplanting een misluk
king blqkt.
Het Commissie-verslag over den oorlog
in Zuid Afrika heeft in Engeland diepen
indruk gemaakt.
Men kan niet gelooven, dat de regeering
onder de genoemde omstandigheden,
gebrek aan alles, een oorlog kon aan
vaarden, wat in de eerste plaats tot
ontzaggelijke geldverspilling leidde. Het
rapport spreekt niet van verontschuldi
gingen, het laat de beoordeeling aan
het publiek over en dit laat zich niet
onbetuigd.
Meer en meer blqkt Paus Pius X den
eenvoud te betrachten in het ceremonieel
bq audiënties, zoodat tot groote ergernis
van de vaticaanbedienden de voetkus is
afgeschaft.