In de vergadering van Woensdag werden de algemeene beschouwingen over de Jachtwet voortgezet. De Heer Marchant zegt dat er geen wet is die ons volk meer ellende, meer moreel bederf brengt als de Jachtwet, speciaal dat deel dat zich beperkt tot bescherming van het jachtbedrijf. Spr. noemt: verzet tegen de politie, mishan deling, doodslag, bederf van de ambte naren door de premies, meineed, ver bittering wegens valsche bekeuringen; ten slotte wijst spr. er op dat deze wet meer dan eenige andere het volk ge meenzaam maakt met de gevangenis De reden voor den man met het geweer die achter den lichtbak loopt om den veldwachter dood te slaan, bljjft precies dezelfde als vroeger. Spr. vraagt dus of de Regeering niet beter doet met dit ontwerp terug te nemen en af te wachten het rapport van de Staats commissie ad hoe om met een herziening te komen. Doet ze dat niet, dan zal de verbittering onder het volk toenemen. De Heer van Wichen wenscht, dat dit ontwerp wordt aangenomen. Nadat nog vele leden het voor en tegen hadden bepleit stelde de Heer Troelstra de volgende motie: „De Kamer overwegend dat door de Regeering een Staatscommissie is inge. steld ter voorbereiding eener herziening der Jachtwet en dat de urgentie van de in het ingediend ontwerp vervatte regeling niet dringend genoeg is om deze partieele herziening aan de in uit zicht gestelde algemeene herziening te doen vooraf gaan, verzoekt de Regeering dit wetsontwerp voorloopig in nadere overweging te willen nemen en gaat over tot de orde van den dag". Deze motie, ondersteund door de sociaal-democraten, wordt te gelijk met dit ontwerp behandeld De motie Troelstra werd afgestemd en het ontwerp daarna aangenomen. Donderdag kwam aan de orde het wetsontwerp tot vehooging van het 3e Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1904 (buitenlandsche zaken)aanvrage van gelden voor Vermeerdering van het departementspersoneel. Na eenige discussie werd het ontwerp aangenomen als ook dat houdende be palingen omtrent het ondernemen van droogmakerijen en indijken en dat tot het in beheer en onderhoud nemen van een gedeelte van het Jaagpad van het Groot Noordhollandsch Kanaal bij het Rijk. Daarna is aan de orde: toekenning van een renteloos voorschot uit 's Rijks schatkist ten behoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van een spoorweg van LichtenvoordeGroenlo naar Zeddam. Aangenomen. Veklaring van het algemeen nut der onteigening van eigendommen in de ge meente Mtddelharnis, noodig voor den aanleg van een haven c. a. aldaar ten behoeve van eene stosmbootverbinding tusschen Hellevoetsluis en Middelharnis, in verband met den ontworpen spoor weg op de eilanden in Zui-dHolland. Aangenomen. Idem in de gemeente Stellendam, voor het maken van eene aanlegplaats c. a. in den mond der haven van Stel lendam ten behoeve van eene stoom bootverbinding Hellevoetsluis Goeree Overflakkee, in verband met den ont worpen spoorweg op de eilanden in Zuid Hollanr'. Aangenomen. Het ontwerp tot het verleenen van subsidie voor toko's aan boord der oor logsschepen vond bestrijding bij den Heer van Wassenaer, die voor geheele afschaffing van den oorlam pleitte ter- de Heer Roessingh er op wees dat men aan de manschappen geen sterken drank meer wil geven maar aan de meerderen het gebruik daarvan toestaat aan boord. Dat maakt een onaangenamen indruk. De minister van Marine verklaarde dat by afschaffing van een extra-oorlam en van algeheele afschaffing van den oorlam er in de toko's andere genot middelen moeten aanwezig zgn. De Minis ter zal over algeheele afschaffing van den oorlam tegen de begrooting van 1905 nader overleggen met zgn ambtgenoot van koloniën, maar de Minister betoogt nu reeds dat de manschappen geen recht hebben op den oorlam, dus ook niet op extra soldg in de plaats daarvan. Gaat men tot algeheele afschaffing over in 1905, dan is men daardoor niet verplicht i don manschappen een equivalent in bons of geld te geven. Na eenige repliek werd het wetje aangenomen. Van het oorlogsterrein is niet veel te berichten, voorpostengevechten komen dagelijks voor. Naar Port Arthur is aller oog gericht, Japan heeft er honderdzestigduizend man en bijna driehonderd kanonnen voor beschikbaar, Koeropatkin bljjktde vesting aan haar lot over te laten. Om de stad worden verschansingen aangelegd tot plaatsing van grofgeschut, en dit weik wordt van uit de vesting niet bijzonder bemoeielijkt, aangezien men zuinig moet zijn met den schietvoorraad. Men verneemt thans iets van gene raal Stackelberg die door Koeropatkin met twaalfduizend man was vooruit geschoven pm den vijand tegen te houden. Hij seinde aan den czaar: Den 14 Juni tegen den middag begon de aan val der Japanners op de stelling zes wersten ten Zuiden van het station Wafangau. De vijand deed krachtige pogingen om onze linkervleugel terug te werpen, doch zijn aanvallen werden afgeslagen en wij hielden onze stelling bezet. Het eerste regiment, dat op den linkervleugel stond leed zware verliezen. De bevelhebber, kolonel Chwasternow en de regiments-adj udant zg n gesneuveld. Generaal Gerngros is gewond. In Petersburg is men algemeen van oordeel, dat de conditie van Rusland ter zee nooit beter was dan thans; een aanval der Japanners op Liaoyang wordt niet verwacht; hun doel is Port-Arthur en de generaals Koeroki en Nodzoe, die zich in de richting van Liaoyang bewe- i gen, schijnen alleen Koeropatkine te willen tegenhouden, niet hem aanvallen. Daarom maken zij hechte versterkingen nabij Port-Ada'ms en hebben zij de oude Russische Twee officieren zijn te Lyaojang aan gekomen na er in geslaagd te zijn uit Port-Arthur te komen en door de Ja- pansche linies heen te dringen. Dit was niet makkelijk, want de Japanners hou den zeer scherp de wacht, met een. schildwacht op eiken vijftig pas. De vluchtelingen hadden dan ook vjer dagen noodig om door de vijandelijke linies te komen. Volgens de mededeelingen dezer officieren is de mondvoorraad in de belegerde stad ruimschoots voldoende de kooplieden zijn goed van alles voor zien en hebben de voorzorg genomen van allerhande zaken in te slaan, Volgens particuliere berichten uit Katsoemoto, op het eiland Iki sjima, in de zeeengte van Korea, is een gevecht geleverd tusschen Russische en Japansche schepen. De correspondent van de Roeskoje Slowo, seint: De hitte is begonnen. In heel Mants- joerjje kan men nauwelijks adem halen. De rivieren drogen uit. De tijd van on verdraaglijke hitte begint, daarop volgt de vreeseljjke regentijd. In Rusland wordt sterk verlangd naar het bericht van een overwinning. Tot heden heeft niets plaats gehad dat de ontstemde gemoederen zou kunnen opvrooljjken. Uit Petersburg wordt aan de „Exchan ge Telegraph" een statistiek geseind van de verliezen der Russen sedert het uitbreken van den oorlog tot 8Junijl. Deze statistiek meldt, dat aan Russische zijde sneuvelden: 44 officieren en 920 man van de vloot, en 36 officieren en 980 man van het leger. Gewond werden: 13officieren en 120 man van de vloot, en 103 officierenen 2080 man van het leger. Krijgsgevangen werden gemaakt: 20 officieren en 700 man. De beide troepenmachten komen dich ter bij elkaar. Een veldslag wordt ver wacht. Sedert 12 Juni, toen 2 Russische compagnieën met 20 man verlies uit Oeritaono gedreven werden, is in het front van het le legercorps niet meer gevochten. Dezer dagen werd aan keizer Wilhelm een bekend kunsthistoricus voorgesteld, een professor van wien bekend is dat hij de moderne richting is toegedaan. Men hoopte dat de Keizer in een gesprek met dezen professor eens iafs anders zou hotren over de nieuwe kunst, dan zijn omgeving hem gewoonlgk Iaat ver nemen. Maar nauwelgks had keizer Wilhelm den naam van den professor gehoord, of hij zeide: „kiest u asjeblieft flink partg tegen de moderne richting", en wendde zich tot andere heeren om hem heen. Velen verwondert dit gezegde van den keizer, die toch in andere gevallen getoond heeft het goede uit het minder goede te onderscheiden. De Amerikaansche pers komt op tegen den grooten aanvoer van ongewenschte landverhuizers uit Europa, de zooge naamde tweeponders. De commissaris van landverhuizing van den staat New York heeft de aangekomenen op Ellis- eiland bezocht en gezegd, dat velen terug moeten. Een Russisch onderdaan Zakarof, slechts aangeduid als de kleinzoon van den directeur van de hoogeschool te Moskou, heeft zgn land een vorstelijk geschenk gedaan door het 18 torpedo booten aan te bieden, vertegenwoordi gend een waarde van ruim 10 millioen. De Russische Regeering heeft bij de Regeering te Washington protest aan- geteekend, zoo wordt uit Petersburg g.-meld, tegen het verkoopen van het onderzeesche schip „Protector" aan de Regeering van Japan. Er dreigt nog weer een nieuwe werk staking te Marseille, voor deze haven van groote beteekenis. De expediteurs of liever de vrachtrijderspatroons heb ben besloten het werk te staken en de sleepers van den omtrek zullen zich hierbij aansluiten. Oorzaak is een geschil omtrent de aanneming van personeel. In een schouwburg te Madrid heeft een aangrijpend ongeluk plaats gehad. Eergisteravond bij de voorstelling van een drama is de populaire artiste Felisa Gonsales doodgeschoten. Een der mede spelenden moest in een der scènes haar met een pistool bedreigen; door een noodlottige vergissing, die nauwelgks te verklaren is, was het dezen avond gebruikte pistool geladen en de kogel trof de tooneelspeelster in de volle borst. Welk een omvang de thans bij de wet verboden loterijen der Italiaansche couranten hadden gekregen, moge blijken uit de msdedeeling, dat de Milaneesche Secoio elk jaar alleen reeds een half millioen lire aan prijzen besteedde; de eerste prijs was een mooie villa aan een der Lombardijsche meren. De kleine couranten moesten op bescheidener voet wel volgen en zoo woekerde het kwaad overal door. In plaats van door goed en snel journalistiek werk poogden de uitgevers lezers te trekken door steeds hoogere prijzen in hun loterijen. Of minister Luzatti, van wien de wet afkomstig is, veel genoegen zal hebben van zijn verdienstelijk werk, mag be twijfeld worden; iedereen kent toch den hartstocht der Italianen voor het loterijspel. De verkiezingen in België schijnen altgd aanleiding te geven tot botsingen. De jongliberalen te Leuven deden een ommegang, om hun overwinning bij de verkiezingen te vieren. Er waren onge veer 3000 menschen in den stoet, die de nieuw gekozen liberale vertegen woordigers ovaties brachten. De clericale Vlaamsche studenten trachtten de libe ralen te hinderen, maar werden afge slagen. Zjj bestookten daarna deliberalen van koffiehuizen uit met alle mogelijke voorwerpen, die natuurlijk teruggekaatst werden Tegen tien uur stonden de twee vijandelijke partijen klaar om aan het plukharen te gaan, toen twee agenten verschenen die twee op misdadigers af gerichte honden bij zich hadden. In enkele oogenblikken was het geheele plein als schoongeveegd. Uit St. Petersburg wordt aan de Daily Express gemeld: Dank zij hare krachtige pogingen, is de Keizerin-Weduwe er eindelijk in ge slaagd, de rooverijen bij de leger-inten- dance te verhinderen. Men zegt dat reeds een verduistering van 84 millioen gul den aan het licht is gekomen. Men bericht uit New-York van 15 dezer: Een groote pleizierstoomboot, de Gene ral Slocum, met duizend schoolkinderen, van de Duitsche Luthersche zondags school te St. Marks (Florida), en vrou wen aan boord,-is op de East River in brand geraakt. Honderden sprongen te water. Er zijn reeds verscheidene hon derden Igken aangespoeld. Bovendien zijn vermoedelijk vijfhonderd opvarenden verbrand. De brandbegon in de eetzaal. De loodsen en de kapitein zgn in hechtenis genomen. Er zijn reeds driehonderd lgken gevonden. De telegraaf vermeldt van dit treffend ongeval nog de afgrijselijkste b(jzonder heden. Omtrent de oorzaak van den brand verkeert men in onzekerheid en moet men afgaan op de verwarde verklaringen van enkele geredden. Sommigen zeggen, dat in de tweede klasse kajuit het vuur ontstond; anderen dat de bekleeding van de ketels vlam vatte. Er zgn er ook, die beweren dat de ketels zgn ge sprongen en dat het brandende schip in tweeën brak. Het schouwspel aan beide oevers van de passage tusschen Long Island en New York was hartverscheu rend; vreeselijk verminkte en verkoolde lichamen meest van vrouwen en kinderen werden aangespoeld en op hoopen ge worpen al waren ze wrakhout. Moeders werden gevonden, die hare kinderen nog in de armen klemden, meisjes die elkaar omstrengeld hielden. Men schat dat er 500 Zondagschool leerlingen, 100 onderwijzers en 1000 bioedverwanten, vrienden en leden van het Luthersche kerkgenootschap aan boord waren. Het aantal dooden moet reeds 500 bedragen, doch men vreest binnen in het half gezonken schip nog meer lijken te zullen vinden. Te Berlijn is Zaterdag weer een romp van een meisje uit hef water gehaald, waarvan het hoofd, de armen en beenen op dezelfde wijze waren afgesneden als bg het vorige slachtoffer. De overblijf selen zgn herkend als die van Lucie Berlin, het negenjarige dochtertje van een sigarenmaker. Onderaan het lichaam, tusschen de weeke deelen, was de romp nog verminkt met een diepe snede, wat doet vermoeden dat men hier weer met een sexueelen moord te doen heeft. Buren van het meisje weten te ver tellen dat het kind verleden week door een jongen man (wiens signalement bekend is) naar een lekkerswinkel is meegetroond. Daarna heeft niemand meer iets van het meisje gezien. De politie looft 4000 Mk. uit voor belang rijke aanwijzingen. Te Coltano bij Pisa wordt thans een station voor draadlooze telegrafie ge bouwd, dat het grootste en machtigste zal zijn van de geheele wereld en geheel van steen zat gebouwd worden. Het zal gereed zgn in Augustus of Septem ber, waarna de machinerieën en andere apparaten zullen opgesteld worden, zoo dat het in begin van 1905 in exploitatie zal komen. Dit station zal, volgens aankondiging, in staat zgn draadlooze telegrammen te wisselen met Groot-Britannië, Cana da, de Vereenigde Staten en Nederland, zoowel als met alle schepen in de Middellandsche, Baltische en Roode Zee, den Atlantischen en den Indischen Oceaan. Een vreeselijk ongeluk is gebeurd in de Gehoorzaal te Kampen. Een kok, voor enkele dagen aangenomen tijdens het vijftigjarig feest der Theol. School, is in zijn bed in brand geraakt. Het ver moeden ligt voor de hand, dat de man met een brandende sigaar in bed is gaan liggen, waardoor al het licht brandbare om hem heen heeft vlam gevat. Om streeks 4 uren werd een vervaarlijk geschreeuw gehoord en bjj onderzoek vond men den ongelukkige, geheel met brandwonden overdekt en badende in zijn bloed. Hij heeft van uit de slaapkamer zich nog een weg gebaand door een dakgoot en is zoo op een zinken plat gekomen, vanwaar hij per brancard naar het mili tair hospitaal vervoerd is en daar spoe dig is overleden. Een begin van brand was ontstaan, dat echter spoedig kon gebluscht worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1904 | | pagina 2