KRONIEK
N ieuwsberichten.
Woensdag had een Raadsvergadering
plaats.
Na de mededeelingen liet volgende:
De Heer v. d. Kamp had verzocht
by aanbesteding van het slachthuis bij de
gunning in de eerste plaats te letteu
op de Haailemsche inschrijvers. B. en
W. meenden, dat dit niet in 't belang
van de gemeente zou zjjn. De Heer
Rinkema wenscht in elk geval eenige
zedelijke pressie ten opzichte van het
gebruik maken van Haarlemsche werk
krachten. B. en W'. meenden dat dit
punt zou overwogen worden.
Daarna had een geheime vergadering
plaats welke duurde tot het stikdonker
was.
Na heropening werd vastgesteld een
staat tot beschikking op onvoorziene
uitgaven 1904.
In Augustus 1.1. was door B. en W.
ingezonden eeu voorstel betreffende een
ontwerp-ovei eenkomst met het Rijk voor
het weghalen der faecalien enz. uit de
militaire gebouwen. Dit stuk werd toen
terug genomen. Thans wordt voorge
steld het bedrag voor die diensten te
bepalen op 760. Het voorstel werd
aangenomen.
Bij de laatst gehouden aanbesteding
voor den bouw van de Zevende Tus
schenschool was de aannemer H. Aar-
dema, de laagste inschrijver voor
f 49 453.Het bewijs dat het werk
tot dien prijs goed kon afgeleverd wor
den, werd door hem gegeven. Het werk
werd hem echter niet gegund. Als re
denen werd door den Directeur van P.
W. aangevoerd, de weinige bekend
heid van Item als aannemer van groote
werken. Hij wendt zich nu tot den Raad
met verzoek de zaak te behandelen op
dat zgn reputatie als aannemer niet
zal worden geschaad.
B. en W. stellen voor dit stuk ter
afdoening in hun handen te stellen'
De Heer Modoo meende dat het goed
zou zijn als B. en W. verklaarden, dit
wèl de Heer Aardema een betrouwbaar
man is.
De Heer de Breuk beantwoordde. De
Heer v. d. Kamp meent dat de grootste
grief is, dat Aardema geen grooter werk
dan van '2500.heeft uitgevoerd. Ja,
zeide de Heer de Breuk, en daar was
men niet eens over tevreden.
Het stuk werd nu in handen van B.
en W. gesteld.
Door B. Groenewegen, aannemer van
het terrein voor het openbaar slachthuis
enz verzoekt den Raad hem kwijtschel
ding te verleenen van de boeten door
hem beloopen wegens te late oplevering
en hem te te ontheffen van de verder
op hem rustende verplichtingen, aan
gezien de gesteldheid van den bodem
zeer groote moeielijklteden heeft ver
oorzaakt, wat door B. en W. erkend
wordt.
Voorgesteld wordt het verzoek in te
willigen onder voorwaarde dat adressant
genoegen neemt met een korting van
/■2000 op de aannemingssom.
Toegestaan.
Het Bestuur der Haarlemsche Politie-
vereeniging «Verbetering zij ons stre
ven" verzoekt de pensioen-verordening
zoodanig te wijzigen, dat aan politie
ambtenaren reeds op 55 jarigen leeftijd
met minstens 30 jaren dienst pensioen
wordt verleend, waardoor het pensioen
voor elk dienstjaar op s behoort
gebracht.
B. en W. stellen voor het verzoek te
wjjzen van de hand.
De Heer V. d. Kamp deelde mede,
dat B. en W. er toch toe moeten komen.
De Heer Kruseman wijst op andere
gemeentewerklieden die in 't zelfde ge
-val verkeeren.
De Heer Kruseman betreurt dat men
op de pas ingevoerde pensioensverorde
ning telkens aanvalt. Men bedenkt niet
wat de ftnancieele gevolgen zjj n. Onze pen
sioenstandaard bedraagt ongeveer ander
half millioen wat een rente vertegen
woordigt van 60000.wat op den
duur zal drukken op de belastingen
waarvan het percentage nu reeds 4°/0 is.
De Heer Hugenholtz vraagt, of het goed
is, elke vei betering te doen afstuiten op
vrees voor belastingverhooging. De vraag
is echter, of de aanvraag billijk en recht
vaardig is,
De Heer Kruseman beantwoordt.
De Heer Rasclt herinnert dat 55-ja-
rige leeftijd vroeger door den Ra-td is
verworpen; om nu reeds wijzigingen te
maken is ongeraden.
In stemming wordt voorstel B. en
W. aangenomen.
In October 1.1. besloot dp Raad tot
opheffing van de Hoogere Burgerschool
met 3 jarigen cursus, doch het tijdstip
der opheffing werd niet bepaald.
B. en W. meenen, dat dit geleidelijk
behoort te geschieden in dien zin, dat
de leerlingen, die thans de school bezoe
ken, in de gelegenheid worden gesteld
het onderwijs tot het einde van het
derde leerjaar te volgen. Wordt hiertoe
be-loten, dan zullen in 1905 geen nieuwe
leerlingen meer worden toegelaten en
de school met 1 September 1907 op
houden te bestaan.
De Heer Schram zal met schroom voor
dit voorstel stemmen.
Voorstel wordt aangenomen.
De bewoners van de Krocht, hoewel
zeer ingenomen met den nieuwen aan
leg van trottoirs voor hun woningen,
zgn vart meening, dat de sombere naam
Krocht niet meer in harmonie is met
de omgeving. Zij verzoeken daarom den
naam van hun straat te wijzigen.
B. en W, vinden hel niet goed dert
historischen naam te doen verdwijnen
en geven in overweging den naam on
veranderd te laten.
Dit voorstel wordt aangenomen.
Mejuffrouw Winkel verzocht den Raad
in gebruik te mogen ontvangen twee
lokalen van de Tweede Tusschenschool
aan het Leidsche Plein tot het houden
van Zondagschool.
Tegen inwilliging van dit verzoek be
staat bij B. en W. geen bezwaat en
wordt voorgesteld het verzoek toe te staan.
De Heer Hugenholtz herinnert, dat
schoollokalen volgens de wet alleen be
schikbaar zijn tot het geven van gods
dienst onderwjjs door godsdienstleeraren
maar niet op Zondag. En ah men toe
staat, zal men dan het secte-onderwijs
niet helpen?
De Heeren Spoor en Rasch verdedi
gen de vergunning. De vergunning wordt
verleend.
De firma Keur en Zonen te Hillegom
verzoekt vergunning tot het hebben van
een uitgang naar den weg langs de
Leidsche Vaart door middel van een loop
plank over de bermsloot van dien weg.
B en W. stellen voor de vergunning
te verleenen en de recognitie te bepalen
op 1.per jaar. Toegestaan.
Onbewoonbaar wordt verklaard het
perceel Lange Heeienvest No. 11, het
perceel Lange Heerenvest No. 8 en de
perceelen Krom No. 5 en 7.
Op voorstel van den Voorzitter werd
j thans eerst aan de orde gesteld, de be
noeming van hoofd der Kostelooze school
letter B. De voordracht bestond uit de
Heeren E. Hindriks, Hoofd eener school
te Gorinchem, C. van der Werff Wzn.,
Hoofd eener school te Pooitugaal, en
L. J. de Vries, Hoofd eener school te
Zaandam.
Uit het begeleidende stuk blijkt, dat
de bedoeling van B. en W. is bij de
eerstvolgende vacature van hoofd eener
school in deze gemeente een vergelijkend
examen te doen plaats hebben, om daar
mede als dan de onderwijzers, verbonden
aan de openbare lagere scholen alhier,
in de gelegenheid te stellen het bewijs
te leveren dat zij, wat theoretische ken-
nis betreft, kunnen wedijveren met hun
collega's uit andere gemeenten.
De Heer Kleyuenberg stelt voor de
benoeming uit te stellen, teneinde reeds
nu Haarlemsche onderwijzers op de
voordracht te kunnen brengen.
De Heer Schram verzoekt het D. B.
deze voordracht terug te nemen.
De Heer Thijsen meent, dat aanne
ming van het voorstel geen succes zal
hebben en ziet niet in dat B. en W.
en de Schoolopziener later met een an
dere voordracht zullen komen.
De Heer Bijvoet zal met voorstel
Kleynenberg meegaan. Een votum van
den Raad zou aanleiding kunnen geven
tot het innemen van een ander stand
punt. Vindt het in 't belang van 't
Haarlemsch onderwijs, dat geschikte
Haarlemsche onderwijzers op de voor
dracht komen.
De Heer de Haan Hugenholtz her-1
innert hoe een voordracht in de wereld
komt't is het resultaat van overeen
stemming tusschen B. en W. en den
schoolopziener.
De Heer Thijsen meent, dat het van
belang dat men wete, dat men met
deze voordracht niet tevreden is. Ech
ter behoort de Raad zich niet te verklaren
tegen deze voordracht.
Stelt met den Heer Loosjes een mo
tie: Betreurende dat op de voordracht
geen Haailemsche onderwijzers voor
komen, gaat over tot de orde van den
dag.
De Heeren de Braai en Bijvoet heb
ben nog het wooid.
De Voorzitter deelt mede, dat de be
langen van de Haarlemsche onderwij
zers hier zijn in acht genomen. De
motie is ook niet den geest van de wet.
De Heer Hugenholtz meent, dat als
Gedeputeerde de benoeming deden, (als
geen overeenstemming wordt verkregen),
wij in goede handen zouden zgn.
Een vergelijkend examen achten de
onderwijzers uit den booze.
De Heer V. d. Kamp vraagt waarom
geen Haarl. onderwijzers op de voor
dracht zijn, zooals was toegezegd.
Dit laatste betwist de Wethouder van
Onderwijs.
De Heer Modoo meent, dat vele Raads
leden niet de overtuiging hebben dat de
voordracht het gevolg is van overeenstem
ming, maar dat B. en W. gezwicht zijn
voor den wil van één man Wat de Voor
zitter niet toestond.
De Heer Bijvoet hoopt, dat wanneer
B. en W. en schoolopziener het standpunt
van den Raad kennende, daar mee reke
ning zullen houden.
Motie ThijsenLoosjes komt in stem
ming en wordt aangenomen.
Thans wordt gestemd over voorstel
Kleijnenberg, het wordt aangenomen
met 16 tegen 12 stemmen.
Nu zal de vraag zijn hoe de verdere
loop van de kwe9tie is. De voordracht,
zou men kunnen verwachten, komt on
veranderd in den Raad. Maar de zestien
Heeren die voor het voorstel Kleynen
berg gestemd hebben wenschen een
andere voordraent, namelijk een waarop
Haarlemsche onderwijzers voorkomen.
De twaalf tegenstemmende Heeren, dus
zjj die zich vereenigen met voordracht
B. en W. en schoolopziener, zullen dan
een hoofd benoemen. Zullen dan de zes
tien Heeren in blanco stemmen of
buiten de voordracht om iemand be
noemen?
Welke benoeming onwettig zal zgn,
omdat de Wet een benoeming voor
schrijft uit een voordracht van drie of
meer personen, opgemaakt door B. en
W. en den District-schoolopziener.
Is nu een benoeming door twaalf le
den, met zestien blanco stemmen van
kracht of niet? Neen. Bedanken de Heeren
voor de henoemiDg uit het bekende drie
tal, dan benoemen na zes maanden Ge
deputeerde Staten, maar dan zal er toch
bij gewonnen zjjn, dat de aandacht ge
vestigd wordt op een Rijksambtenaar,
waarmede het Gemeentebestuur in som
mige gevallen niet tot samenwerking kan
komen, zooals o.a. óók blijkt uit de
vertraging van den bouw der school in
de Tuchthuisstraat, waarvoor de goed
keuring van het bouwplan niet kon ver
kregen worden, reden waarom in de
vorige verg. de Raad de beslissing van
den minister heeft ingeroepen.
De Raad benoemde twee leden der
stembureaux voor de verkiezing van twee
leden *an den Raad,
Tot lid der Commissie van Toezicht
op het Haarlemsch Muziekkorps werd
herbenoemd de Heer H. van den Berg.
Tot onderwijzeres aan de Zevende
Tusschenschool werd benoemd Mejuf
frouw C. Volger te Zandvoort.
Bjj de rondvraag herinnert de Heer
Hugenholtz aan de weigering van het
aanplakken van een biljet waarin een
vergadering was aangekondigd ter be
spreking van den Minister van Marine
en het Marine personeel. Komtop tegen
de weigering, omdat nergens wordt ge
zegd op welken grond geweigerd wordt, i
De reden moet gezocht worden in de
mogelijkheid dat kritiek zou geoefend
worden op het beleid van den Minister
Ellis. Wenscht zjjn groot leedwezen over
dit plaats gehad hebbendete betuigen.
De Voorzitter zegt dat de Voorzitter
als hoofd der politie in deze geen ver
antwoording schuldig is als hot betreft
de openbare orde. Wenscht de Raad
inlichting omtrent het weigeren van een
bilje» op een gemeentebord, dan heeft
de Raad zich uit te spreken.
De Heer Hugenholtz stelt den Raad
voor den Voorzitter te verzoeken in deze
inlichtingen te verschaffen.
Dit voorstel wordt verworpen.
Nog deelt do Heer Hugenholtz mede,
dat politie rechercheurs in dienst zjjn
geweest om onderzoek te doen naar de
omstandigheden van personen, die ge
solliciteerd hadden voor een betrekking
aan de Holl. Spoor.
Stelt voor den Voorzitter te verzoeken
in deze inlichtingen te verschaffen.
De Heer Bjj voet doet opmerken dat
de Voorzitter als hoofd der politie in
deze geen verantwoording schuldig is,
wat al weer de Heer Hugenholtz niet
toestemt en deelt zjjn voornemen mede
om dit geschil in de Kamer in bespre
king te brengen
Het voorstel wordt verworpen.
De Heer Modoo bespreekt de totstand
koming der bouwverotdening, waarvan
langer uitstel niet is in het financieel
belang der Gemeente. De Voorzitter
zegt, dat de mogelijke spoed wordt
gemaakt en den Heer Bijvoet deelt mede
in welk stadium de zaak is.
Te half zeven werd de vergadering
gesloten.
Tioeede Kamer. Dinsdag zijn de
algemeene beschouwingen aangevangen
over de Staatsbegrooting.
Aangezien minister Kityper niet aan
wezig was, stelde de Heer Borgesius
voor, de beraadslagingen uit te stellen,
doch de Kamer besloot daarop niet in
te gaan.
De Heer Roessingh opende het debat
over 't Christelijk beginsel, in 1901
voorop gezet, maar waarvan tot heden
niet zoo heel veel gebleken is.
De Heer Borgesius besprak de ftnan
cieele politiek. Het tekort van vjjf mil
lioen, dat de begrooting aanwjjst, is van
weinig beteekenis en hjj noemt de alge
meene ftnancieele toestand vrij gunstig,
in tegenstelling met het gevoelen van den
minister, zoodat de noodzakelijkheid van
belastingverhooging niet bljjkt.
Gaarne erkent de Spreker het goede
in verschillende tegenwoordige ministers
maar wat in 3i/s jaar is tot stand ge
komen, is grootendeels afkomstig uit
de nalatenschap van vroeger ministeries.
Ten opzichte van het Onder wjjs tracht
de regeering ons Volk te verdeelen in
twee vijandige kampen.
De Heer Tydeman dikte een en ander
nog w it aan, deed uitkomen dat van
de Christelijke beginselen het eerst bljjk
was bij de Wet Hooger Onderwijs, van
dat oogenblik af deed de Regeering zich
kennen als exclusief, welk mer^teeken
van onverdraagzaamheid wij ook zien in
de ontwerpen tot herziening van lager
en middelbaar onderwjjs terugkeeren.
De openbare lagere school, de school
voor allen, moet worden gefnuikt, om
er sectescholen voor in de plaats te
brengen. Zelfs op het vak-, het ambachts-
onderwjjs wil men dit beginsel van af
scheiding op grond van verschil van
levensbeschouwing toe gaan passen, wat
bezorgd maakt. Ook in andere regee-
ringsplannen bljjkt het zeer bepaald
party kiezen van het cleriaal bewind.
Door eensgezindheid in het vrijzinnige
kamp "moet hier een eind aan komen.
De Heer Roëll gevoelde zich zeer be
zorgd ten opzichte van de financiëen.
Voor het leger, het ondeiwjjs, en de
verzekering zjjn millioenen noodig, waar
moeten die van komen.
Bij de vergadering van Woensdag
was minister Kuyper aanwezig, wat den
Heer van der Vlugt aanleiding gaf de
Kamer daarmee geluk te wenschen.
Deze Spreker waarschuwde tegen het
vooropschuiven van het verschil tusschen
geloof en ongeloof en spreekt van par
tijdigheid bjj benoemingen als zijnde
de ergste vorm van staatsbedeif en wjjst
hier op Amerika en Frankrjjk.
Ook de Heer Staalman is over het
regeeringsbeleid slecht te spreken.
Heel lang van stof was de Heer Troelstra,
die door zijn wjjd betoog den Voorzitter