de Heer Modoo een bemerking op de
notulen van de vergadering van 28 De
cember en vervolgens de beëediging en
installatie plaats van de nieuwe Raads
leden, de Heeren A. van Rossum en
Mr. J. H. Tiel.
De gebruikelijke eeden werden afge
legd en daarna volgde een harteljjk
woord van den Voorzitter.
Na de mededtelingen werd op zijn
verzoek eervol ontslag verleend uit zijn
betrekkiug als adjunct-archivaris aanden
Heer H. J Heshuysen.
Omtrent de lange ljjst van aanhan
gig gebleven stukken verzocht de Heer
V. d. Kamp ten spoedigste het werk
lieden reglement in te voeren en den
bouw van het Armenhuis te bespoedi
gen. De Heer Hugenholtz wenscht voort
gang met de kunstverlichting van school
lokalen. De Heer Kruseman antwoordt
dat er van oogen bederveu geen sprake
meer is.
Op nieuw werden ter vaststelling aan
geboden de staten A en B bedoeld bij
de pensioen verordening. Aangenomen.
Door B. en W. wordt aangevraagd
f 400.voor uit te voeren werken in
een gedeelte van de verlengde Oranje
boomstraat. Goedgekeurd.
Het Bestuur der afd. Haarlem en
Omstreken van de Maatschappij tot be
vordering der Bouwkunst verzoekt een
subsidie om te dienen tol het uitreiken
van prijzen in te houden gevel wedstrij
den. Het Bestuur wijst erop, dat deze
•wedstrijden succes hebben en strekken
tot verfraaiing van Haarlem.
In overweging wordt gegeven ƒ100.
beschikbaar te stellen tot het maken
van twee gouden medailles, één bestemd
voor den ontwerper, de andere voor hem
voor wiens rekening het perceel is ge
bouwd.
De Heer Stolp kan zich niet vereeni
gen met een subsidie, het licht op den
weg van de Vereeniging tot verfraaiing
van H. en O.
De Heer Rinkema is er ook in prin
cipe tegeu, het is een reclame voor den
architect en wenscht het voorstel aan
te houden Hiertoe werd besloten.
De Commissie van liquidatie van de
Haarl. Tramway Maatschappij en de
Vennootschap de Haarl. Tramweg Maat
schappij richten zich tot den Raad, de
eerste om aan de andere over te dragen,
de concessies, erfpachtsrechten en ver
gunningen aan haar door den Raad
verleend.
B. en W. stellen voor in dien zin te
besluiten en tevens om aan de Tram
weg Maatsch. vergunning te verleenen
om de concessie tot aanleg van een
trambaan over grouden behoorende aan
Haarlem, do :h gelegen onder Heemstede
tot en met 1907 te verhuren aan de
Noord-Zuidhollandsche Stoomtramweg
HaarlemLeiden.
De Heer Bijvoet heeft het woord in
deze. Het voorstel werd zonder stem
ming aangenomen.
F. J. Visser verzocht hooger dan de
verordening toestaat te bouwen aan een
perceel aan de Groene Buurt.
Voorge-teld wordt afwijzend te be
schikken.
De Heer Modoo wil het verzoek toe
staan, aangezien alles is gedaan om zoo
veel mogelijk aan de eischeu van de
verordening te doen voldoen. De Heer
de Breuk licht het voorstel toe. De Heer
Rinkema heeft het woord, bepleit ver
gunning in de richting van de rooilijn.
Nog de Heeren Welsenaar, V. d. Kamp
en Stolp, allen om toe te staan.
Voorstel B. en W. wordt verworpen,
Voorstel vergunning is aangenomen.
Ter tafel komt een voorstel om een
gedeelte grond gelegen bij de boerderij
Het Torentje kosteloos als speelterrein
ter beschikking te stellen van den Haar-
lemschen Bond voor Lichamelijke Op
voeding en /300.te bepalen tot om
rastering vanhet terrein. De Heer Modoo
wenscht het terrein uitsluitend ter be
schikking van de leerlingen der lagere
scholen, doch trekt dit in. De Heer
Rinkema wenscht geen prikkeldraad.
Het voorstel wordt aangenomen.
Onbewoonbaar worden verklaard de
perceelen Gasthuisiingel 14, Kleine Hout
straat 434, en de Witstaaat 32, 32 rood
en 52.
Tot lid in de Commissie van bijstand
voor gemeentebedrijven den Heer V. d,
Kamp;
tot ltd in de Commissie der betwaar"
schriften plaats, dir. belasting de Heer
Van Linden, Tol.
Tot onderwijzeres aan de Opleidings
school voor Meisjes benoemt de Raad
Mej. H. M. J. Wielandt.
tot onderwijzer aan de Zevende Tus-
schenschool de Heeren A. W. Troll, D.
Kuiper, S. A. Peereboom, R. van der
Meer en C. Doeven. In verbtnd met
deze benoemingen besprak de Heer Hu
genholtz de formatie der voordrachten en
deed een vraag in deze. waarvan de
Voorzitter verklaaide, dat Spreker het
natuurlijk geheel mis had, wat nogal
hilariteit verwekte;
tot makelaar in planten, bloemen en
andere bloemist-artikelen de Heer J. J.
van Cruyningen.
Daarna werd de vergadering geslo
ten.
Voordrachten in Teylers Stichting.
In Teylers gehoorzaal hield Dr. W.
Martin Woensdagavond een zeer inte
ressante voordracht over onze schilders
der 17eecUW, het gehoor tot goed begrip
der toestanden een overzicht gevende
omtrent de opleiding van den schilder,
hoe hij vestigde en hoe hij zijn werk
plaatste, het laatste punt vooral tame
lijk uitgebreid, omdat in dien tijd België
en Nederland leden aan overproductie
van schildergen.
De opleiding was ongeveer als thans.
Als een jongmensch zich aan de kunst
wilde wijden werd hij in de leer gedaan
hg een meester waar hg teekenen leerde
naar allerlei vormen en dan leerde hij
het pen=eel hanteeren. Maar de aanko-
rneling leerde ook de verven bereiden
op de meest deugdelijke wijze, wat thans
niet het geval is. De knaap is de knecht
van den meester en woont bq hem in
huis, waarvoor de meester in den regel
ƒ100 per jaar ontvangt. Het weikvan
den leerling is het eigendom van den
mees.er, soms verkoopt hij het als eigen
werk.
Rubens en v. Mierevelt heten hun
leerlingen veel bijwerk schilderen, hoof
den en handen deden ze zelf. Somslieten
zij hun leeriingen copiën maken van
builenlandsche meesters, die later als
echt aan de markt kwamen.
Had de jonge man zijn meesterproef
gedaan, dan vestigde hg zich Zijn eerste
zorg was dan voor een atelier. Naar
mate van zijn maatschappelgkon wel
stand, was dit een ruime kamer, soms
een zolder, doch steeds zorgde hg voor
hoog zijlicht uit het noorden, zooals nu
nog gebruikelijk is.
Eigenaardig schilderde men niet in
de open lucht, wel werden de schets-
teekeningen buiten gemaakt, waarop
dan soms nog wel de kleuren in schrift
zijn aangegeven.
De meester was lid van het gilde,
dat allerlei bepalingen nam en wist te
handhaven. Zoo mocht hij zijn stukken
verkoopen, doch niet buiten de stad,
en zq waien onderhevig aan een
onderzoek. Wat in strijd was met de
zedelijkheid werd op last van het gilde
verbrand, zelfs paneel en verf waren
aan keuring onderworpen.
De schilder verkocht zijn werk zeer
verschillend.
Sims verkocht hg op atelier of bij con
tract, enkele malen met het recht van
voorkoop.
Ook de kunsthandel liet werken op
contract, terwgl het ook voorkwam,
dat de artist volgens zekere gegevens
moest werken, gedurende een bepaalden
tijd tegen een vaste betaling. Dat dit
laatste een schraal loon opleverde mag
wel blijken uit den naam dien men aan
zulke werken gaf; galeischilderen
De openbare markt diende ook om
den schilder aan den kost te helpen en
soms liep de meester zelf met zgn werk
te koop. De groote overproductie leidde
tot lage prijzen, waardoor eigenlgk ieder
schilderijen bezat, men beschouwde het
steken van geld in schildergen als een
goede geldbelegging te meer daar ook
het buitenland een goede afnemer was.
Door een en ander bestond er groote
concurientie in hetkunsvak, waartegen
de gilden, hoewel soms vruchteloos,
trachten te waken, naardien de bepa
lingen in deze al te dikwijls ontdoken
werden.
Het gebeurde ook wel dat schilde-
j rgen als betaalmiddel dienden. Huizen
en kleederen werden er voor ingeruild,
huishuren er mee verrekend.
Hooge prijzen werden niet betaald.
Vgf en twintig gulden was een knappe
prijs. Mierevilt ontving voor zijn stuk
ken tusschen achttien en vier en twintig
gulden, maar er dient hier in o ig ge
houden, dat het geld in dien tijd onge
veer viermaal meer waarde had dan
tegenwoordig.
In de huizen vonden de schilderijen
een plaats boven schoorsteen, deur ot
kjnapee.
Toen de Kerk haar heerschappij over
de kunst verloren had maakten religi-
euse stukken plaats voor familie-por
tretten en huiselijke tafereelen, waardoor
de kunst haar intrede binnen de wo
ningen deed
Dat de artist zich soms te schikken
had naar de grillige begrippen van zgn
lastgever, mag wel blijken uit portret
ten die geheel in buitenlandsche omge
ving zijn afgebeeld, bijvoorbeeld in een
Italiaanschen tuin met overdadige beeld
houw versieringen.
De vorm der schilderijen verschilde
zeer. Voor portret was het ovaal nogal
gewild en zes of achthoekige paneelen
waren niet zeldzaam.
Spreker vertoonde ten slotte een
menigte lichtbeelden tot opheldering
van het besprokene: Het atelier van
Rembrand naar een teekening van hem
zelf, waaruit tevens bleek hoe die meester
zijn werkplaats had verdeeld in kleine
afdeelingen, dienende voor de leerlingen.
Een andere plant gaf een smaakvol
atelier waar de schilder aan het weik
was, terwijl weer een ander de wijze
van belichting aangaf.
Brouwers atelier was op een zolder,
men ziet er den artist aan een zijner
boerenstukjes wei ken.
Nog gaf een lichtbeeld een begrip van
een kunsthandel, soms gedreven in een
boekwinkel.
Eigenlijke rnusea waren er toen niet,
wel zeer belangrijke particuliere ver
zamelingen. Van de wijze waarop deze
ingericht waren werden eon paar mooie
platen te zien gegeven, terwijl ook werd
aangetoond op welke wijze schildergen
in de woonhuizen werden geplaatst.
De ruime blik dien de Spreker deed
werpen op het artistenleven van voor
drie eeuwen werd door de aanwezigen
blgkbaar met veel belangstelling gevolgd.
N ieu wsberichten
Aan Koeropatkin wordt een pl in tot
aanval toegeschreven, waaraan de menig
te ruiterg, die onder zijn bevelen staat
een groot aandeel zal hebben. Bij ver
schillende schermutselingen hebben de
kozakken reeds herhaald van zich doen
spreken.
Gaat het plan door dan zullen onge
veer een millioen menschen in een beslis-
senden slag tegenover elkaar staan.
Op initiatief van Ds. Baljon, predikant
te Spaarndam, is te HoutrijkPolanen
een zangvereeniging voor gemengd koor
opgericht; directeur is de heer Biele te
Haarlem.
Reeds hebben zich 55 leden aange
meld.
Dezer dagen is het volgende feit door
geruchten aan het licht gekomen. In
Januari van het vorige jaar, bg het
uitgraven der boomen langs de straat
weg is door een paar arbeiders een
kistje ontgraven dat verschillende gouden
en zilveren horloges inhield en als ver
moedelijk van diefstal afkomstig, aldaar
was verstopt. De horloges werden zoo
„eerlgk" mogelijk verdeeld onder de
vier arbeiders in de zaak betrokken en
eerst onlangs lekte er iets van het ge
beurde uit.
De te Halfweg gestationeerde Rijks
veldwachter stelde een onderzoek in en
weldra had hg drie der medeplichtigen
opgespoord en zelfs nog vier horloges
waarvan twee zware gouden, die nog
niet verkocht waren, in beslag genomen.
H AARLEM 20 Januari 1905
Woensdagavond trad Dr. Blink
van 's Gravenhage, op in de zeer slecht
bezochte buitengewone vergadering van
de Afd. Haarlem der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen, in de bovenzaal
der Soc. Vereeniging.
Spreker had tot behandelingspunt ge
nomen de aanleidende oorzaak van den
Oorlog in Oost-Azië. Spreker behandelde
achtereenvolgens de geschiedenis van
Japan van het tijdstip af waarop, voor
zoover bekend, het eerst een westerling
Japan bezocht had. Marco Golo, Ita
liaanse!) reiziger, had namelijk op zgn
reis door China al hooren spreken over dat
heerlijke land van de rgzende zon. In
1542 gelukte het echter den Portugee-
zen handelsbetrekkingen met Japan,
toen genaamd Cipanga, aan te knoopen.
De Portugeezen was het evenwel niet
in de eerste plaats te doen om die
handelsbetrekkingen, daar zij van den
Paus het recht gekregen hadJen bui
tenslands te gaan, mits zg in de nieuw
ontdekte streken ook den R.K. godsdienst
invoerden, kwamen dan ouk meestal na
de handelsmenschen de Portug. monni
ken opzetten en daar deze godsd enst
wel iets op de Japansche godsdienst
geleek, duurde het niet lang of de R.
K. kerk had een groot aantal aan
hangers gekregen. De Mikado on om
geving zag evenwel hierin een ge
vaar voor zgn onbepeikte macht en
stieng ging men dan ook dezen gods
dienst te keer, terwijl aan de Portugee
zen liet handeldrijven met Japan zoo
niet verboden, dan toch meestal onmo
gelijk gemaakt werd.
Van deze roering tegen de Portugeezen
maakten de Nederlanders in 1802 een
goed gebruik door zich bg den Mikado
in te dringen en deze, bedacht op een
wapen <egen de Portugeezen, aarzelde
dan ook niet met Nederland vriend
schapsbetrekkingen aan te knoopen. Als
woonplaats werd hel eerst het eilandje
:Firando later later Decima aangewezen.
Tot omstreeks I860 heeft Nederland
zich altijd nog in de vriendschap
van Japan mogen verheugen. Evenwel
bleef het een gesloten land, een geheel
op zich zelf staand en blijvend men-
schenras, het herbergen van vreemde
lingen of het buitenslands gaan werd
meestal zwaar gestraft. Toen dan ook
in 4814 Willem II een brief aan den
Mikado zond, waarin op den toestand
buitenslands gewezen werd, antwoordde
de Mikado hem, dat hg zich zeer vereerd
gevoelde voor zooveel belangstelling,
maar ook, evenwel in zachte bewoordin
gen, dat hij voortaan zijn brieven wel
bg zich kon houden.
In 1854 werd de Mikado evenwel
bericht dat zoo hij niet goedschiks Ja
pans havens wilde openen, deze dan
door de verschillend.; mogendheden met
geweld opengesteld zouden worden. On
geveer terzelfder tgd deed zich het geval
voor dat de Mikado, anders hoofd van
de kerk èn hoofd van staat, zich uit dit
laatste gedeeltelijk had teruggetrokken
en men dus eigenlijk niet met den
Mikado maar met den Sjogoen, den
eerste minister, te doen kreeg.
Deze zag dan ook in dat zoo Japan nog
langer van de buitenwereld afgesloten
bleef, dit tot ondergang zou gedoemd
worden. Het eerste wat aangeschaft
moest worden was een vloot en dit gaf
Nederland aanleiding Japan een oor
logschip cadeau te doen. Spoedig zou nu
evenwel het beslissende oogenb ik voor
Nederland komen. In 4860 wilde Japan
namelgk een gezantschap naar Europa
zenden, en nam hier dan ook weer
Nederland voor in den arm Dit moest
(kleinzieligheid van onzen staat) wegens
de groote kosten hieraan verbonden van
deze ontvangst enz. afzien. Engeland
dit hooiende haastte zich zijne hulp
aan te bieden en van dien tgd afweid
Nederland ter zijde gesteld.
In 4874 ging een commissie naar
Europa om onderzoek naar de consti-
tutioneele toestanden te doen. Bg die
van Pruisen werd het meeste baat ge
vonden en in 4890 richtte men dan ook
de grondwet en verschillende andere
voorname wetten naar Pruisisch model
in. Na 4870 werd er al meer en meer
de nijverheid bevoiderd, van dien tijd af
werd het Westen dan ook op den grooten
vooruitgang in het Oosten opmerkzaam
gemaakt en is men thans zoo bevreesd
voor het „gele gevaar".
Verschillende punten over den oorlog
van 4894 tusschen China en Japan en
den Opiumoorlog tus;chen Engeland en
China werden nog aangehaald. Hieruit
voortvloeiende de onrechtmatige bezet
ting van Port-Arthur door Rusland,
hetgeen altijd een doorn in Japan's oog
bleef, en waarvan het smeulende vuur
nu als in lichtelaaie is uitgebarsten,
aangehitst als het ware door de Eng.
pers, die om de oogen der mogendheden