nieuwsberichten.
van af- en overschrijvingen op de be
grooting.
Goedgekeurd werd de rekening en
verantwoording over 1904 van de Stads
Apotheek tot een bedrag van 8728.255
met een gemeentesubsidie van 3992 43.
Evenzoo de begrooting dier inrichting
voor 1906 bedragende in ontvang en
uitgaaf 9700.waaronder een ge
meente subsidie van ƒ5100.
Goedgekeurd werd de rekening van
inkomsten en uitgaven der voormalige
corporaties van neringen, ambachten
en bedrijven over 1904, sluitende met
een voordeelig saldo van ƒ1637.935.
In behandeling kwam een voordracht
van Regenten van het St. Elisabeths
Gasthuis tot goedkeuring van twee
suppletoire begrootingen voor 1904,
in ontvang en uitgaaf aanwijzende
ƒ174125.235 en voor 1905 151255.37.
Voorgesteld wordt aan den le luite
nant der infanterie, de Heer P. A. J.
van Tienhoven, belast met de opleiding
van de officieren en het kader der schut
terij, toe te kennen een gratificatie van
ƒ150. Het voorstel werd aangenomen.
Door besturen van verschillende kerk
genootschappen en corporaties was aan
den Raad verzocht de lokalen met ver
gunning zoo mogelijk gedurende den
geheelen Zondag, of althans gedurende
den kerktijd te sluiten, krachtens de
bevoegdheid door de Wet aan gemeen
tebesturen verleend.
B. en W. hebben ernstig overwogen
of een middel kon gevonden worden
om het drankmisbruik in deze gemeente
op Zondag aan de hand van de bepa
lingen der gewijzigde Drankwet meer
dan tot dusverre tegen te gaan, daarbij
tevens rekening houdende met de eischen
van het tegenwoordig verkeer.
Het is B. en W. echter niet mogen ge
lukken een bevredigende oplossing te ont
dekken, zoodat zij den Raad in overwe
ging meenen te moeten geven op die
adressen afwijzend te beschikken.
De Heer de Braai stelt voor het voor
stel aldus te lezen: te bepalen, dat de
voor het publiek toegankelijke lokali
teiten, waarvoor vergunning is verleend,
op Zondag na 8 uur des avonds zullen
gesloten zijn.
De Heer Winkler had in deze het
woord, betreurende het afwijzend advies,
hoewel groote belangen er bjj betrok
ken zijn Zal tegenstemmen.
De Heer Schram doet opmerken, dat
Haarlem, wegens zijn groot verkeer in
bijzondere positie verkeert, waardoor het
D.B. zeer zeker niet anders kon doen. En
dan zou de' politie niet alle overtredin
gen kunnen opsporen. Zou voorstel de
Braai met kunnen steunen. Desnoods
zou hjj kunnen medewerken tot slui
ting op Zondag om tien uur in plaats
van twaalf uur.
De Heer de Braai verdedigt zjjn
amendement en bestrijdt de meening
van den Heer Schram, dat de grootste
drukte op mooie Zondagen tusschen acht
en tien uur zou zijn. Onvoldoend poli
tietoezicht mag geen motief zijn.
De Heer van Lijnden zet zjjn stand
punt uiteen.
De Heer Schram beantwoordt.
De Voorzitter zet het standpunt van
B. en W. uiteen. Een goed voorstel
is niet te vinden omdat de uitvoering
niet goed mogelijk is; allerlei moeieljjk-
heden doen zich voor.
Nog de Heer de Braai, meent dat
nieuwigheden toch langzamerhand in
burgeren.
De Heer Winkler erkent de bezwaren,
doch tegenstemmen is voor hem in deze
een kwestie van beginsel.
De Heer Rasch meent dat het goed
zou zijn aan adressanten te berichten,
dat de Raad, hoezeer de goede bedoe
lingen erkennende, verklaart, dat er
moeilijkheden bestaan, vanwege den
bijzonderen toestand waarin onze ge
meente verkeert. B. en W. nemen dit
over.
De Heer v. d. Kamp wil eenvoudig
van de hand wijzen doch dit wordt
verworpen.
Voorstel B. en W.Rasch werd aan
genomen.
Voorstel de Braai wordt verworpen.
Verbod vrouwelijke bediening in tap-
perjjen komt thans in behandeling.
De Heer Stolp meent, dat de maat
regel van verbod in deze niet van pas is.
B. en W. achten wenscheljjk dat in
vergunningslokalen vrouwelijke hulp
niet wordt toegelaten zonder vergunning
van B. en W.
De Heer Spoor wil wachten tot de
maatregel noodig is.
Voorstel B. en W. wordt aangenomen.
In behandeling komt de Verordening
uit kracht van de Leerplichtwet, be
doelende het verleenen van bevoegd
heid van ambtenaren der politie om kin
deren, vallende onder de genoemde
wet, die zij tusschen schooltijd op den
weg aantreffen, te brengen naar de
school waar zij behooren, tenzij zij zich
bevinden onder het geleide der ouders,
of hun blijkt van een geldige reden tot
tijdelijk verzuim. Het was de Heer v. d.
Kamp, die dat punt indertijd ter sprake
bracht in den Raad.
De Heer Thiel stelt voor als volgt
te lezen:
„De ambtenaren van politie zijn ge
machtigd schoolgaande kinderen, die zij
gedurende den schooltijd op den open
baren weg aantreffen, te brengen naar
het hoofd der school, tot welker leer
lingen zij behooren indien blijkt van
schoolverzuim buiten weten der ouders,
voogden of verzorgers.
Dit wordt aangehouden.
Vervolgens kwam een voorstel tot
het geven van namen aan nieuwe straten
of de verlenging van bestaande straten.
De Heer Winkler neemt met ge
noegen kennis van de voorgestelde namen,
doch heeft een paar bedenkingen
De Heer Spoor wenschl inplaats van
Schreveliusstraat Mr. Kiststraat. De Heel
de Breuk wenscht Schreveliusstraat te
behouden, dit wordt aangenomen.
De Heer Winkler wenscht Wester
gracht inplaats Kanaalkade. Het wordt
Westergracht. Er werd zeer breedvoerig
over dit punt gesproken.
Voor de Gemeente werden kosteloos
aanvaard een stukje grond aan den
Koninginneweg, aan den Kruisweg en
een strook grond aan de Linschoter-
straat.
Een wijziging werd gebracht in de
voorwaarden betreffende den huur van
een stukje grond aan de Kampervest
ten behoeve van de E.S M.
Aan de Maatschappij Bosch en Vaart
werd vergunning verleend tot het uit
voeren van verschillende werken in den
gemeenteberm langs den Heerenweg.
De Mannenzang-Vereeniging „Proza
en Poëzie" heeft een wedstrijd uitge
schreven voor mannenzang en gemengd -
koor ter gelegenheid van haar 15-jarig
bestaan. Zij verzocht den Raad eenig
blijk van belangstelling in dien wed
strijd.
B. en W. adviseerenVermits het
feit, dat een der talrijke zangvereni
gingen alhier vijftien jaar bestaat, ons
niet belangrijk genoeg voorkomt om in
deze een blijk van belangstelling van
de zijde der gemeente te verleenen,
geven wij U in overweging het verzoek
niet in te willigen.
De Heer van den Berg stelt voor
aan den Mannenzangvereeniging tot het
door haar bedoelde een som van 50.
te verstrekken tot aankoop van een
gouden medaille.
Het voorstel werd ondersteund en de
voorsteller verdedigde het. De Heer
Thjjssen wijst op het gemeentebelang
in deze, geeft in overweging toe te
staan. De Heer H. D. Kruseman ver
dedigt voorstel B. en W. Na langdurige
besprekingen, waarbjj de bemerking van
den Heer Modoo, dat de aanvragers min
der bekende personen zijn en dit B. en
W. heeft geleid tot afwijzende beschik
king, deed de Heer Loosjes opmerken,
dat zeker niet vele Raadsleden het in
deze met den Heer Modoo eens zullen
zjjn, maar dat het goed zou zjjn voor
stel v. a. Berg aan te nemen.
Namens B. en W. verklaart de Heer
Kruseman dat, gehoord de verklaring
dat er tweeduizend meoschen komen,
het college met voorstel 50,mee
gaat.
De Heer J. P. F. Dicke, niet eervol
ontslagen onderwijzer aan de Tweede
Burgerschool, beveelt zich aan voor her
plaatsing in eene betrekking bjj het
onderwijs of plaatsing in een andere
stedelijke betrekking, welke voor hem
geschikt is en hem in staat stelt in
het onderhoud van zijn gezin te voorzien.
Namens het Hoofdbestuur van den
Bond van Nederlandsche Onderwijzers
wordt dit verzoek ondersteund.
Het advies van B. en W. luidt als
volgt: Na kennisneming van een en
ander hebben wij de eer mede tedeelen,
dat geen argumenten zijn aangevoerd
die ons hebben doen twijfelen aan de
juistheid der gronden waarop het be
streden besluit indertijd genomen is,
zoodat wij geene termen aanwezigachten
om U voor te stellen op Uw besluit
terug te komen, noch om aan den
overigen inhoud van het verzoekschrift
te voldoen.
Voorstel B. en W. werd aangenomen.
Benoemd werd de Commissie van
Onderzoek voor de Schutterij.
Tot lid van de Commissie A tot
wering van Schoolverzuim werd benoemd
de Heer D. L. Bleeker.
Tot onderwijzer aan de Zevende
Tusschenschool benoemde de Raad den
Heer A. Kroes te Haarlemmermeer.
De Heer Winkler noodigt de Raads
leden uit thans eens een kjjkje te nemen
in den Hout, na de verbeteringen die
plaats gehad hebben.
De Heer Thiel vestigt de aandacht
op de deuren in de scholen, toegang
gevende tot lokalen.
Verzoekt B. en W. er de aandacht
op te vestigen, dat b.v. in een lokaal
waar voor eenigen tjjd ernstige feiten
hebben plaats gehad geen doorzicht is.
Voor de zedelijk zwakken is veel toe
zicht noodig.
De vergadering werd daarna gesloten.
Eerste Kamer. In de vergadering van
Woensdag bracht de Voorzitter een
warm woord ter nagedachteuis van het
overleden lid de Heer Laane.
Nu werden de geloofsbrieven van het
nieuwe lid in hinden eener commissie
gesteld.
De Heer Van Weideren Rengers heeft
bezwaar tegen de bedoeling om in de
afdeelingen aan te vangen met het
onderzoek der Onderwjjzerspensioenwet-
ten en daarmede samenhangende wetten,
zoomede met dat van de Onderwijs-
novelle. Hij apprecieert de goede bedoe
ling des Voorzitters om de Kamer in
kennis te stellen met zijn voornemen,
maar hjj meent dat er nog geen vol
doende tijd is geweest om van de ge
noemde ontwerpen kennis le nemen.
Obstructie ligt geenszins in zijne be
doeling, maar toch meent hij in over
weging te moeten geven liet afdeelings-
onderzoek eerst de volgende week aan
te vangen en doet daartoe het voorstel.
Na stemming werd besloten de ge
noemde ontwerpen in de afdeelingen
te onderzoeken.
Tweede Kamer. Woensdag was de wet
tot verbetering van de positie der lagere
postbeambten aan de orde.
De Heer Nolting wenscht het ver
strekken van dienstwoningen voor brie
vengaarders, den Heer Smeenge betere
regeling voor de commiezen.
De Heer van Wichen vindt de clas
sificatie onjuist,onbilljjk en onhoudbaar.
Het beste ware die classificatie geheel
op te heffen, en de bezoldiging te rege
len naar anciënniteit en de levensbe
hoeften. Het maximum tractement zou
dan gelijk kunnen zjjn, evenals het aan
vangssalaris.
De minister van Waterstaat beant
woordt, wijst er op, dat de loonen bjj
particulieren niet hooger zjjn.
Men wil gelijkstelling van klerken
met de commiezen. Maar volstrekte ge
lijkstelling is een waan. Overigens ver
geet men dat de klerken commies kun
nen worden. Zij hebben slechts het
examen te doen en het wordt hun daarbij
zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt.
Slaagt een surnumerair niet voor zijn
commies-examen, dan wordt hij ont
slagen; een niet-slagende klerk blijft
echter gehandhaafd.
Dat de positie der telegrafisten ver
betering zou behoeven, stemt de minis
ter niet toe.
Ge classificatie der kantoren kan niet
gemist worden.
De Heer de Klerk stelt de volgende
motie
«De Kamer, van oordeel dat 't wen-
scheljjk is dat de kantoren van de 7e
klasse ook voor de klerken worden
opengesteld, gaat over tot de orde van
den dag.i
De motie wordt dadel jjk behandeld,
doch wordt ingetrokken, en het ontwerp
daarna aangenomen.
Vervolgens werd het ontwerp school
wet aangenomen met 56 tegen 38 stem
men, rechts tegen links.
Aan de orde is de behandeling van
het wetsontwerp tot:
Aanleg van een scheepvaartkanaal
ter verbinding van de Zuidwillemsvaart
en de rivier de Mark onderling en met
de rivier de Amer.
Na discussie werd het ontwerp aan
genomen.
Vervolgens was aan de orde het wets
ontwerp houdende bepaling betreffende
het merken van boter, afkomstig van
aangeslotenen bij een onder rijkstoe-
zicht staand botercontrólestation
Ook dit werd aangenomen.
Toen kwamin-behandelinghetbouwen
van een stationsgebouw te Deventer.
Een verzoek om overlegging van de
1 teebeningen kon niet ingewilligd wor
den wegens administratieve moeieljjk-
heden.
De Minister van Waterstaat wijst op
de wenscheljjkheid van dezen stations-
bouw, die al jaren geleden vaststond.
De Hollandsche Spoorwegmaatschappij
heeft alle mogelijke plannen afgekeurd.
Er bljjft dus niets anders over dan den
weg der wet in te slaan en een Kon.
besluit uit te lokken, krachtens het 2e
lid van artikel 5 van de Spoorwegwet
van 1875, waarbij aan de Kon Ned.
Lokaal Spoorweg Mij. het medegebruik
wordt gewaarborgd van het station te
Deventer. Dat medegebruik maakt de
kosten van den bouw hooger. Wie zal
nu de hoogere kosten dragen, is ge
vraagd? De minister is ten deze gerust.
Men kan, komt er geen minnelijke
schikking tot stand, met vertrouwen
steunen op de wet van 1875. Er bestaat
ten deze een precedent; indertijd bij
den bouw van een station te Leiden, toen
de maatschappij Leiden Woerden werd
veroordeeld tot betaling van ƒ117,000
in de bouwkosten van het gemeen
schappelijk station met de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-maat schappij.
Na replieken, verklaart de Minister
nader, dat de Exploitatiemaatschappij
den bouw op zich heeft genomen, en
100,000 daarvoor heeft beschikbaar
gesteld. Er bljjven dan nog 8 ton over,
te dragen door den staat, maar waarin,
naar de minister hoopt, de Koninklijke
Lokaalspoorweg-maatschappij, langs den
door den minister ingeslagen weg, een
flinke som zal bjjdragen. Het ontwerp
is daarna aangenomen.
Aan de orde is liet wetsontwerp
houdende wettelijke bepalingen be
treffende loterijen.
Het algemeen debat wordt geopend.
De Heer Drucker verheugt het, deze
hervorming te mogen behandelen met
dezen minister van justitie, die met
goede plannen was bezield. Door den
loop der omstandigheden kwam van die
vele goede plannen niet veel terecht.
Gelukkig dat deze hervorming nu tot
stand zal komen.
De Heer De Waal Malefijt is ook
dankbaar voor dit ontwerp. Hjj acht
de loterij een kwaad uit godsdienstig,
zedelijk en economisch oogpunt. De
loterij prikkelt tot speelhartstocht en
wekt een afkeer van arbeid. Daarom
is zjj ook uit economisch oogpunt af
keurenswaardig.
Donderdag hield de voorgestelde rege
ling van de pensioenen voor loodsen de
Kamer den geheelen dag bezig. Zonder
stemming werd het ontwerp goedge
keurd.
De behandeling van het proces-Drey-
fus voor het hof van cassatie zal wel
tot na de groote vacantie worden uit
gesteld. De raadsheer Michel Jaffard,
die belast is met het rapport over deze
zaak, moet eenige maanden rust nemen
wegens een longaandoening.
Bij de stad Szatmar Nemeti in Hon
garije wilden tien boerenmeisjes in een
schuit een zjjarm van de Szamos over
steken. Behalve dezen bevonden zich
aan boord twee mannen, die het vaar
tuig bedienden, met hun vrouwen. Mid
den op het water sloeg de schuit om,
met het droevig gevolg, dat allen te
water geraakten. Elf personen verdron
ken; slechts de beide mannen en de
vrouw van een hunner wisten zich te
redden.