Nieuwsberichten.
GEMEENTE VEK8LAÜ.
Het aantal lokaliteiten waarin met
vergunning kleinhandel in sterken drank
werd uitgeoefend, verminderde met
6 en bedroeg op 1 Januari 1905 hon
derd negen en zeventig.
De opbrengst van het vergunnings
recht beliep f 14750.
Van 48 lokalen werd de huurwaarde
herschat, van 10 dezer werd de huur
waarde niet verlaagd.
Ingevolge drankwet zijn door 151
bierhuishouders aanvragen ingediend tot
verkoop van alcoholhoudenden, anderen
dan sterke drank.
In 1904 hadden er 56 branden plaats,
zeven daarvan waren uitslaand. In de
meeste gevallen kon de blussching plaats
hebben, door slangen op brandkranen
der waterleiding.
Het aantal lotelingen was 668. Het
aandeel van de gemeente in de lichting
was 228 man.
Om verschillende reden werden afge
huurd 221 man, 216 man hebben vrij
geloot.
De geheele sterkte der Schuterij was
793 man, waarvan 214 man actief. De
Schuttersraad velde vonnissen tegen 69
leden der Schutterij. Aan boeten werd
ontvangen ƒ156,75.
De Vereeniging tot verhooging van
's Lands weerbaarheid „Voor Vaderland
en Koning" telt 83 leden. Kapitein
commandant is de Heer J. J. Zeewoldt.
De vereeniging hield schietoefeningen
op de militaire schietbanen onder Over-
veen. De wekelqksche oefeningen had
den geregeld plaats.
Dan noemt het Verslag nogde Schiet-
vereeniging Generaal van Merlen, de
Nederlandsche Weerbaarheidsvereeni-
ging, de Schietvereeniging „Claudius
Civilis", de Schietvereeniging „Volks
weerbaarheid" en de Weerbaarheidsver-
eeniging „Bataaf'.
Aangaande Kerkelijke Zaken worden
vermeld elf kerkelijke gemeenten met
19 predikanten, 6 pastoors, 20 kapelaans
en één leeraar.
Aan verschillende kerkelijke gemeen
ten werden legaten besproken.
De Gemeente telt zestien scholen voor
Openbaar Lager Onderwijs met 16
schoolhoofden, 112 onderwijzers, 80
onderwijzeressen, 3918 mannelijke en
3015 vrouwelijke leerlingen, waarvan
1313 kosteloos onderwijs ontvangen.
Het schoolgeld varieert tusschen 10
cents per week en 50.'s jaars.
Wanneer twee of meer kinderen uit
hetzelfde gezin een der scholen bezoeken,
wordt vetmindering toegestaan.
Aan jaarwedden voor schoolhoofden
werd uitbetaald 23834.80 aan onder
wijzers en onderwijzeressen 172941.46s
Aan pensioens bijdragen werd gestort
4655.68s.
Wegens gemis van vrije woning
weid aan schoolhoofden uitbetaald
ƒ5650.aan gehuwde onderwijzers
als tegemoetkoming in de huishuur
ƒ2719.15.
In 1904 is uitgegeven voor onderhoud
van gebouwen voor Lager Onderwijs,
schoolmeubelen, schoolbehoeften, verlich
ting, verwarming enz. de som van
127213.04. De ontvangen schoolgelden
beliepen 55644.73j.
Het Verslag noemt 19 Bijzondere
Scholen met 19 hoofden, 61 onderwijzers,
70 onderwijzeressen, 1983 mannelijke
en 2503 vrouwelijke leerlingen, waarvan
1001 kosteloos onderwijs ontvangen.
Aan 3 Openbare Scholen was gele
genheid tot het ontvangen van herhalings-
onderwqs, 95 leerlingen maakten er ge-
gebruik van.
Voor dit onderwijs werd uitgegeven
ƒ1558.271; het schoolgeld bracht ƒ55.
op
Dan worden nog genoemd Zondag
scholen, Bewaar- en Breischolen.
Het verslag over den toestand van
Lager Onderwqs uitgebracht door de
Commbsie van Toezicht in deze deelt
nog het volgende mede: Het verheugde
de Commissie, dat de oprichting van
een school voor Uitgebreid Lager
Onderwqs kan worden te geinoet gezien.
De Commissie heeft voorgesteld, dat
de inrichting zal tellen 6 klassen en
3 vervolgklassen. In de vervolgklassen
zou het schoolhoofd bijgestaan worden
door schoolhoofden met middelbare
bevoegdheid voor een vreemde taal. Een
kostbare proefneming zal deze school
niet zijn. alleen de vervolgklassen zullen
hoogere eischen stellen.
Naardien het blijkt dat vele ouders
van leerlingen van Tusschen- en Koste-
looze Scholen er me-r en meer belang
in stellen nog een zevende jaar aan den
leertijd te verbinden, geeft de Commissie
in overweging de nieuw te bouwen
scholen uit 14 lokalen te doen bestaan.
Aan verschillende scholen kwamen
veranderingen van personeel.
Van de Schoolbibliotheken, werd
druk gebruik gemaakt. Zq tellen tus-
schen 350 en 450 boeken.
Wenschelijk zou zijn de toegestane
som voor deze bibliotheken te verhcogen.
Een Italiaan, die beweert den geest
van het Japansche volk goed te ken
nen, zegt: Het publiek is niet zoozeer
verstoord over de nietbetaling eener
oorlogsschatting, waaraan men nooit
zoo bijzonder veel heeft gehecht, maar
over 't laten vallen van den eisch tot
afstand van geheel Sachalin; een eiland
dat altijd beschouwd is als een deel
van het nationale gebied.
De Japanners maken nu op de we
reld den indruk dat zij, hetzij om mili
taire of om andere redenen, den oorlog
niet konden voortzetten, en aangezien
men vast oveituigd is dat het Japansche
leger te velde de overhand zou behouden,
komt men tot de slotsom dat een of
andere geheime invloed de positie van
Japan in een ongunstig licht gesteld
heeft.
Volgens het gebruik boden de minis
ters, na het afkondigen van den staat
van beleg te Tokio, den Mikado veront
schuldigingen aan voor hun tekortkomin
gen, en terwijl zij de noodzakelijkheid
van den maatregel betoogden, lieten
zij aan der. Keizer de beslissing of zij
zouden aanblijven of niet. De Mikado
antwoordde heden dat zij hun post
moesten blijven bekleeden.
Het Japansche departement van ma
rine maakt bekend, dat er op het pant
serschip Makasa Zondagnacht brand
uitbrak. Voor de bemanning geborgen
was bereikten de vlammen het kruit
magazijn. Er volgde een ontploffing,
die een gat sloeg in den bakboordswand
op de waterlijn. Het zonk en 599 man
kwamen er bij omdaaronder was
zeevolk van andere schepen, dat tehulp
was gesneld. De oorzaak van den brand
is onbekend. Er wordt een onderzoek
naar ingesteld.
Het verlies van de Mikasa vermindert
het* aantal thans beschikbare groote
Japansche slagschepen tot drie: de
Asahi, een zusterschip van de Mikasa,
de Sjikisjima, en de Foezji de beide
laatste zijn dan nog, betrekkelijk, vrij
oud: van 1898 en 1896. Wie weet, of
de oorlog, eenige maanden geleden, geen
andere wending genomen had, indien
deze ramp de Japansche marine een
halfjaar vroeger had getroffen!
De Japansche minister van marine,
admiraal Jamamoto, heeft gezegd dat
men met de verkregen vredesvoorwaar
den tevreden moest wezen. Maar hij
voegde er bij, dat Rusland zeker een
sterke vloot zou bouwen, en dat Japan
zich moet 'voorbereiden op maatregelen
ter verdediging.
De Standard verneemt uit Sjanghai
Het is uitgelekt dat maai schalk Jamagata
twaalf dagen in Mantsjoerije heeft
vertoefd, om na te gaan welke kansen
er waren dat de Japanners de Russen
zouden kunnen verpletteren. Jamagata
moet tot de slotsom zijn gekomen dat
het onuitvoerlijk was, althans binnen
kort; zqn besluit moet bij hebben
gedragen tot het sluiten Van den vrede.
Het publiek te Tokio blijft kalm;
de opgewondenheid begint aanmerkelijk
te bedaren, maar de politieke agitatie
wordt voortgezet. Gewelddadigheden
worden niet meer verwacht.
Het is onmogelijk het aantal dooden
en gewonden van de onlusten te schatten,
daar een groot aantal gewonden naar
de huizen gebracht zijn en daar verborgen
worden gehouden.
De politie maakte meer van de sabels
dan van de revolvers gebruik, vandaar
het groot aantal lichte wonden, die
werden toegebracht. Het is opmerkelijk,
dat geen geval van gewelddadig optreden,
welke de tusschenkomst der gewapende
macht noodig maakte, is voorgekomen
sedert de afkondiging van den staat van
beleg. De trams loopen weer.
Een groot aantal burgemeesters uit
verschillende streken van Japan zijn
gisteren te Tokio aangekomen, om den
Mikado een verzoekschrift, tegen het
viedesverdrag gericht, te overhandigen.
Toen zij ten paleize toegelaten wilden
worden, werd hun echter door gendar
men de boodschap overgebracht, dat
zij dadelijk naar hun woonplaatsen
moesten terugkeeren. De heeren volde
den daaraan zonder verzet.
Volgens een correspondent van het
Journal verlangen eenige afgevaardigden
de instelling van een commissie tot
onderzoek van de jongste ongeiegeld-
heden.
De Pet. Telgr. Ag. meldt, dat na
een tiendaagsche behandeling der zaak
tegen de 75 matrozen van het pantser
schip „George Bobjedonostzef" door den
marinekrijgsraad het volgende vonnis
gewezen werd: drie der beschuldigden
werden ter dood veroordeeld, 19 tot
dwangarbeid, 33 tot inlijving bij de
arrestanten-compagnie; 20 beschuldig
den werden vrq gesproken.
Kort na middernacht van Dinsdag
op Woensdag trok te Yokohama een
troep van 5500 menschen, meerendeels
koelies, bootslieden en gepeupel door
de straten; zij staken acht politie
posthuizen in brand, vielen toen drie
hulp-politieposten, het douane-kantoor,
de woonplaatsen van ambtenaren en
groote koopmans magazijnen aan, waar
bij zij groote schade aanrichtten.
Vierhonderd man troepen werden met
een extra-trein uit Tokio gezonden, en
kwamen kort voor het aanbreken van
den dag aan. Zij bewaken thans de
voornaamste straten, de magazijnen die
ontplofbare stoffen bevatten en de
petroleum-bewaarplaatsen.
De gouverneur vaardigde een procla
matie uit, waarin de bevolking wordt
aangemaand vertrouwen te stellen in
de macht der autoriteiten om de orde
te herstellen
De politie verdedigde zich tegen het
gepeupel met getrokken sabels; de
aanvallers waren gewapend met pistolen
en degenstokken.
Van de politie werden gewond: drie
man ernstig, 37 licht.
De oproei lingen staken de politie
posten in brand, door hoeden met
petroleum gedrenkt, aan te steken en
deze brandende hoeden in de posten te
werpen.
De orde is thans naar het schijnt
hersteld.
De regeering meende de booze geest
onder de lagere volksklasse reeds be
zworen te hebben en maakte zich sterk,
dat het woord „vrede", door den keizer
gesproken, de gemoederen zou bedaren,
omdat de wil des keizers tot heden door
het volk als hoogste wet werd beschouwd.
Dit blijkt nu niet meer zoo te zijn, mis
schien ook al een gevolg van de wester-
sche beschaving.
Gouden bergen zijn de Japanners voor
gespiegeld, o. a. door Engelsche kranten,
als Ruslands macht zou verpletterd zqn
men verdeelde de huid eer men den beer
had en het volk blijkt van het gouddenk
beeld geen afstand te willen doen. Er
was zóó stellig gerekend op Russische
goudstukken, dat een vrede zonder die
natuurlijk niet bevredigde temeer daar
de raad om den geldeisch in geen geval
los te laten van den kant van bondge
noot Engeland kwam. Dat het voortzet
ten van den oorlog den ondergang van
Japan zou ten gevolge hebben wist de
Russische onderhandelaar even goed als
de Japansche, maar het volk weet dit
1 niet en zóó kwam een geest van ver
zet binnen sluipen, die slechts na veel
moeielijkheden zal hunnen bezworen
worden.
Ook begrijpt het volk niet wat Japan
bij den oorlog heeft gewonnen aan mili
tair en politiek prestige.
Tataarsche benden zwermen nu overal
rond in de Kaukasische districten
Zangezur en Jebrail, groene vlaggen
meevoerende en den heiligen oorlog
verkondigende. Er moet vreesdij k ge-
moord worden onder de Armeniërs,
geslacht noch leeftijd is een reden voor
genade. Duizenden Tataarsche ruiters
van over de Perzische grens hebben
zich bq de opstandelingen aangesloten.
Bij de verwoesting van het dorp
Minkind zqn 300 Armeniërs vermoord.
Verminkte kinderen werden voor de
honden geworpen. Enkele gespaarden
redden zich het leven door den Islam
te omhelzen.
Het ontbinden van de Zweedsch-Noor-
sche Unie vordert niet. Zweden wilo.a.de
Noorweegsche grensvestingen opgeruimd
zien, Noorwegen ziet in dien eisch een
vernedering; weigert. Toch is een vrede
lievende oplossing alleen mogelijk als
aan den Z weedschen eisch wordt voldaan,
reden waarom men den stand van zaken
ernstig inziet, maai men troost zich
met het denkbeeld dat een schikking
zal kunnen getroffen worden en dat
geen der partijen vóór oorlog is.
Zoo zal het dan kunnen zijn dat de
scheiding op vreedzame wijze tot stand
komt.
De Roes deelt mee, dat in de jongste
zitting van het minister-comité graaf
Solsky, de minister van binnenlandsche
zaken, heeft meegedeeld, dat hij binnen
kort een wijziging van de perswet zou
voorstellen, waardoor de couranten o. a.
gelegenheid zouden krijsen vrijelijk alle
kwesties te bespreken, die betrekking
op de verkieziezingen voorde Rijksdoema.
Naar het Hbdl. verneemt, is aan een
commissie van hooggeplaatste officieren
der zeemacht een volledig onderzoek
opgedragen naar het gebeurde met Hr.
Ms. pantserschip Evertsen voor IJmui-
den in den nacht van 18 op 19 Augus
tus j.l.
De heer Staalman, het afgetreden lid
der Tweede Kamer voor het district
Helder, heeft zich in het assurantievak
begeven. Hij zal optreden als vertegen
woordiger voor Nederland van de Maat
schappij de Nederlanden van 1845, en van
de Ongevallen-verzekering-Maatschappij
Fatum, beide te 's-Gravenhage.
De heer Staalman zal zich intusschen
niet uit de politiek terugtrekken en blijft
zijn beide bladen uitgeven.
Bij de herstemming voor drie leden
der Tweede Kamer, Donderdag te Rot-
terdam gehouden, werden verkozen de
Heeren S. van den Bergh Jr. (Lib.),
P. R. Mees. (V. D.) en K. Eland (Lib.).
Bq de Donderdag te Amsterdam
gehouden herstemming voor Leden van
Provinciale Staten van Noor-Holland
zijn verkozen de Heeren J. Douwes (a.r),
Th. M. Ketelaar. (Vr. Dem) en W. F.
Bqvoet Jr. (lib.)
De zwaluwen, leest men in de Zwolsche
courant, toeven dit jaar buitengewoon
lang. In Brabant en Vlaanderen heet
8 September (H. Maria geboorte) ook
wel „Zwaluwen-afscheidsdag".
Nu schrijven we 13 September en
de zwaluwen zijn er nog, hoog de de
lucht zwierend als het droog is en
de insecten in groote troepen in de'
hoogere luchtlagen dansen, maar als
het vochtig is vlak langs het gras en
de struiken strqkend om er de vliegende
insecten uit op te jagen, of dicht over
het water scherend om daar althans
nog een onvoorzichtige of een zwem
mende muggenlarf te verschalken.
Zoowel de Boerenzwaluw, kenbaar
aan zijn sterk gevorkten staaft als de
huiszwaluw, mot korte staart en wit
onderlijf zijn hier nog.
Doch al toeven zq ditmaal lang, de
tqd van hun vertri k nadert toch.
Zij zelf vinden dat niet aangenaam.
Wel maken kou en regen hun het leven
hier zuur en biedt Afrika, waar zij
hun winterverblijf houden, slechts warm
te en droogte. Maar hier is toch hun
eigenlijk vaderland. Geen enkele zwa
luw zegt vader Brehm mint en
broedt daar.
Ook wij zien hen met weemoed ver
trekken.
Moge hun lang blijven ons een lang
en mooi najaar voorspellen.