Nieuwsberichten.
over het karakter van den Rus. Hij is
beminnelijk doch driftig, leerzaam en
vlug van begrip, doch bjjgeloovig, gast-
vrjj, doch hebzuchtig, vandaar het on
gelukkige in geheel Rusland bestaande
fooienstelsel, waarvan een paar verma
kelijke voorbeelden werden bijgebracht.
Voor den groothandel is de Rus minder
geschikt; hij is meer kleinhandelaar en
komt hierin overeen met de talrijke in
Rusland wonende Joden, doch de Russi
sche kleinhandelaar is zorgeloos, wat de
Joodsche niet is, welk verschil aanleiding
geeft tot onderlingen haat.
Na nog een en ander medegedeeld te
hebben over de Kozakken, eindigde
Spreker met een citaat van een Engelsch
schrijver, de meening uitsprekende,
dat het Russische volk zooveel goede
eigenschappen bezit, dat het na de thans
bestaande revolutie blijken zal een volk
te zijn, dat in menig opzicht het buiten
land den loef kan afsteken.
Een menigte lichtbeelden diende ten
slotte om het besprokene meer in het
geheugen vast te leggen.
De heldere voordracht werd met be
langstelling gevolgd.
Den volgenden Maandag spreekt de
Heer P. H. Lamberts van Amsterdam.
Eerste Kamer. Vrijdag hield de
Kamer zich in hoofdzaak bezig met het
zalmvraagstuk, voor de visscherij van
groot belang. Herhaald was gebleken,
dat de vangst telkenjare afnam. In deze
was een verzoekschrift ingediend, dat
tot rapporten en adviezen aanleiding gaf.
De bemerking werd gemaakt, datde zalm
niet voort wil in onze genormaliseerde
rivieren en de zalmeieren door andere
visschen worden opgegeten, terwijl nog
andere oorzaken van het verval werden
genoemd, inzonderheid de vervuiling der
wateren. Nederland is met het poten
van jonge zalm geëindigd, doch de
adressant zou gaarne zien, dat er weer
mee begonnen werd.
De Minister het was de minister
van landbouw, handel en nijverheid
Veegens heeft verklaard, dat het zijn
zjjn plan was een commissie van des
kundigen te benoemen, die de zaak van
de zalmcultuur eens grondig zou onder
zoeken.
Tweede Kamer In de vergadering
van Vrijdag diende de minister van
Financiën van antwoord op de tot hem
gerichte bemerkingen bjj de algemeene
beschouwingen.
De beteekenis der verkiezingen was
het beginsel der evolitie te treffen die
onder leiding van Dr. Kuiper een bij
zonder karakter had aangenomen.
Overigens kan men niet de gedachten-
wisseling voortzetten over betgeen aan
de kabinetsformatie is voorafgegaan. Dit
is het gebied van de Kroon en htt debat
kan toch niet tot een bepaald resultaat
leiden. Nooit is medegedeeld op wiens
raad de Kroon heeft gehandeld en nog
minder waarom Zij het advies van den
een en niet van den ander heeft inge
wonnen.
En wat nu de critiek op de samen
stelling van het kabinet betreftbg het
stellen van den eisch dat de geheele
linkerzijde daarin vertegenwoordigd had
moeten zijn, vergeet men dat geen geor
ganiseerde linkerzijde als zoodanig bij
de stembus is opgetreden. Wanneer de
verschillende groepen op elkanders geest-
vei wanten hebben gestemd, was dit
zonder afspraak. Niet op vast accoord
is gestreden.
Een agressieve politiek beoogen wij
niet. Wjj zullen aller rechten en vrij
heden eerbiedigen. Wij zullen ons vrij
houden van elk exclusivisme. En wjj
hopen een meerderheid voor onze voor
stellen te vinden. Zekerheid daarvoor
hebben wjj niet. Mocht ons vertrouwen
beschaamd worden, wij zullen 't bewust
zijn I.ebben in moeilijke omstandigheden
naar ons beste weten 's lands belang te
hebben willen bevorderen.
Wat de benoemingen betreft erkent
de regeering dat daarbij in de eerste
plaats moet gelet worden op geschikt
heid of bekwaamheid.
Vermindering van traktementen van
de hoogere ambtenaren kan de Minister
niet beloven. Dat ware trouwens zeer
nadeelig voor de belangen van den dienst.
Over het kosteloos lager ouderwijs
verdaagt de Minister het debat tot bij
de behandeling van de ingediende motie.
De afschaffing van de Staatsloterij
acht de regeering niet urgent. Het
spelen in die loterij 's riiet het meest
afkeurenswaardige spel. Daarom zeide
de regeering dat vooralsnog geen aan
leiding bestaat een voorstel tot afschaf
fing te doen, ook in verband met de niet
onaanzienlijke bate welke de Staatsloterij
oplevert.
De financieele toestand is ongunstig.
Er is geen achteruitgang van welvaart
door malaise, maar er is achteruitgang
door uitzetting van de uitgaven. Men
heeft te veel gerekend op den goeden
gang van de zaken. Dat is een gewoon
verschijnsel. Thans is noodig bezuiniging
en belastingversterking.
Onder verschillende kabinetten zijn de
wetten tot stand gebracht. De Minister
wijst in dit verband op het verschil
tusschen de rekeningcijfers van 1901
en de begrootingscijfers voor 1906. Pen
sioenwetten, onderwijswetten, de finan
cieele regeling met de gemeenten, de
Kinderwetten, de Lageronderwijswet
1901, de Militiewet 1901, de Landweer-
wet, openbare werken, pensioenwet voor
de zeemacht, de landmacht, bevorde-
ringswetNoordzeekanaalsubsidieering
van stoomtrams, enz. hebben tot die
vermeerdering' bijgedragen. Totaal een
verhooging van 16 millioen.
Nu is de toestand der financiën „niet
zonder zorg" genoemd, doch tevens is
de naaste toekomst nog al met gerust
heid ingezien. De Minister erkent, dat
op 't papier vermoedelijk over 1905 geen
tekort zal zijn.
.Een tariefswijziging wordt door den
minister niet absoluut verworpen. Een
onderzoek kan geschieden, 't Is mogelijk
dat enkele artikelen voor verhooging
geschikt zijn. Men moet voorzichtig we
zen.
Het voorstel betreffende de opcenten
is slechts van tijdelijken aard, hooger
dan vjjf opcenten wil de Minister niet
gaan.
Hierna was de Minister van Landbouw
aan het woord.
De Minister begrijpt volkomen dat de
rechterzijde nog veel verwachtte van
het vorige Kabinet voor de sociale wet
geving, te meer waar van hetgeen inge
diend is, nog zoo weinig tot stand is
gekomen. De minister sluit zich zelf
gaarne aan bij de hulde voor hetgeen
dr. Kuyper voor het havenbedrijf te
Rotterdam heeft gedaan. Maar de sociale
arbeid van den heer Kuyper was niet
altijd even practisch.
Wat den arbeidstijd voor volwassenen
betreft, ook aan 's Min. oordeel is die
tijd voor velen veel te lang.
Voor tusschenkomst van den wetgever
bestaat daartoe allerzins reden, niet enkel
voor den arbeidsduur, maar ook voor
den nachtarbeid. Verhooging van de
leeftijdgrens voor de toelating van kin
deren in de fabrieken is in de overwe
ging genomen. Zondagrust wordt door
den Minister ook op hoogen prijs ge
steld.
Er wordt gewerkt aan de ouderdoms-
en invaliditeitsverzekering tegelijkertijd
en zóó dat het eene onderweg niet op
het andere zal behoeven te wachten.
Maar beiden zullen niet in 't laatst
der wetgevende periode worden inge
diend, doch zóó tijdig dat voor behan
deling de gelegenheid ruim zal zijn. Over
den inhoud dier regeling kan de Mini
ster zich niet uitlaten. Hhoopt zijn
eigen weg te gaan en in dit groote volks
belang den steun der Kamer te zullen
vinden.
Men heeft gezegd dat de grondslagen
voor het kiesrecht in de Grondwet moeten
gelegd worden. Dit moge waar zijn, doch
ufdoende argumenten daarvoor heeft de
minister niet gehoord. De aard van het
kiesrecht, hoe gewichtig ook, brengt niet
mede dat het in de Grondwet moet wor
den vastgelegd. Evenmin is dit 't geval
met de onteigening, met het Nederlan
derschap, terwijl de Minister verder de
samenstelling van de commissie voor de
Grondwetsherziening verdedigt.
In de namiddagvergadering antwoord
de de Minister van Oorlog.
De Minister zal streven naar zuinig
heid waar dit kan, doch hij durft niet
beloven goedkoop te zullen zijn. Wjj
moeten onze defensieuitgaven gelijk stel
len met premiën van a-surantie. Ten
„„rechte werd beweeid, dat de Minister
forten stelde boven de levende strijd
dichten. Het omgekeerde is juist 't
„eval en blijft oveituigd dat de stelling
van Amsterdam zoo spoedig mogeljjk
moet afgewerkt worden. De ttelling is
onze nationale brandkast. Daarin liggen
de schatten van onze vrijheid en onaf
hankelijkheid.
Een volksleger als in Zwitserland zou
hier geen kans van slagen hebben. In
Zwitserland wordt de militaire opvoeding
in de kazerne voltooid; hier wordt zij
in de kazerne begonnen.
De Minister van Waterstaat consta
teert, dat de toezeggingen van 's minis
ters voorganger tot het subsidieeren van
openbare werken begiensd waren door
de middelen waarover wjj kunnen be
schikken.
De Voorzitter gaf een wenk tot be
korting der debatten met het oog op
den beschikbaren tijd.
In de avondzitting dienden nog eenige
Heeren van antwoord.
Hg uitzondering vergaderde de Kamers
Zaterdag.
De Heer van Nispen tot Sevenaer
vond het noodig onze consulaire amb
tenaren beter dan tot dusver op de hoogte
te houden van hetgeen in Nederland en
Koloniën omgaat.
Verder ontwikkelde spr. het denkbeeld
van de vestiging van een centraal-bureau
van handel en njjverheid. Hjj wenscht
datde minister zich hiertoe in betrekking
stelle met andere departementen. Tevens
zal dat bureau kunnen dienen tot op
leidingsplaats voor onze leerlingen
consuls.
De Heer Hubrecht is van meening
dat de tegenwoordige minister van Bui-
tenlandsche Zaken een vrijzinnige han
delspolitiek in den vreemde zal behar
tigen, dat hjj zal zorgen dat onze ambte
naren in den vreemde in die richting
zullen werkzaam zjjn en dat onze diplo
matieke vertegenwoordigers onze belan
gen op sociaal en handelsgebied zullen
veidedigen en de min. het vraagstuk
der reorganisatie van ons consulaatwezen
ernstig ter hand zal nemen.
De Heer Blooker brengt den inter
nationalen handel in vrouwen en meisjes
ter sprake. Behalve in Turkjje en in
Griekenland zijn in alle landen comiló's
gevestigd tot bescherming van deze vrou
wen. De drang tot het nemen van
maatregelen is te grooter geworden nu
deStrafwetnovelleisingetrokken, waarbij
zware straffen werden bedreigd tegen
de ronselarij met minderjarige en zelfs
meerderjarige meisjes en vrouwen. IIij
vraagt een meer stellige toezegging dan
in de stukken is gegeven omtrent de
spoedige indiening van het ontwerp tot
goedkeuring van het te Parjjs vastgestel
de internationale politietractaat te dezer
zake. De urgentie daarvan wordt door
spr. krachtens zjjn ervaring als medicus
betoogd.
De Heer de Beaufort zette de taak
van onze diplomatie uiteen; ons land
tegenover de vreemde mogendheden een
bescheiden doch zelfstandige positie te
verschaffen.
Vooral in de tegenwoordige omstan
digheden, nu het voorname gewicht der
buitenlandsche poli'iek naar Azië is
verlegd, is het voor ons land, met zijne
uitgebreide koloniale bezittingen, van
het uiterste belang aan deze leidende
gedachte met nauwgezetheid vast te
houden.
In de vergadering van Maandag wer
den enkele Heeren door den Min. van
Buitenlandsche Zaken beantwoord en
deelde o.a. mede, dat van de verschij
ning van Nederlandsche oorlogschepen te
Tanger betreft, volstrekt niet de betee
kenis had dat wjj ons aan de zijde van
Duitschland schaarden. Het komt her
haaldelijk voor, dat vreemde vertegen
woordigers de belangen van andere na
tiën overnemen. Dit was ook hier 't
geval.
De verschijning van onze schepen had
enkel de beteekenis van vlagvertoon en
de waarnemende vertegenwoordiger te
Tanger, die tevens Duitschlands vertegen
woordiger is, kwam niet in de laatste
hoedanigheid aan boord, maar in quali-
teit van Nederlandsch vertegenwoordiger.
Veel nieuws geeft Rusland natuurlijk
niet, nu ongeveer alle post-en telegraaf-
veikeer stilstaat. Maar het weinige dat
meu krijgt, is somber. In St. Petersburg
staan zeventig fabrieken stil, ongeveer
honderd duizend arbeiders zjjn er werk
en broodeloos door en de laatsten hebben
plannen tot hét nemen van weerwraak.
Wie maar eenigszins bemiddeld is
trekt naar het buitenland, na eerst zijn
opeischbare geldon opgevraagd te hebben.
Lang zullen de banken dit niet meer
kunnen volhouden. Wie niet vertrekken
kan, bereidt zich op het ergste voor,
doet inkoop van levensmiddelen, aLof
een belegering zou volgen.
Mag men de particuliere berichten
gelooven, dan is de toestand bjjzonder
onrustbarend en met eenigen angst
I vraagt men zich af waar het einde zal
zjjn.
Aan wie de schuld? In de eerste
plaats aan de regeeiing, die niet de
bakens verzette toen het getjj begon te
verloopen. Al sedert eenige jaren, maar
vooral sedert het optreden van den
tegenwoordigen czaar, waren de meest
beschaafde Russen gekant tegen de fou
ten der regeering. Willekeurige gezags
uitoefening der hooggeplaatste ambte
naren en in verband hiermee een grof
eigenbelang, heeft de maat doen over-
loopen. Maar het intellect stond op zich
zelf zwak, daarom werd onder de lagere
standen propaganda gemaakt voor meer
vrijzinnige denkbeelden, waarin ook de
ongelukkige oorlog tegen Japan een niet
gering aandeel had. De eerste uiting van
den volkswensch in Januari van dit jaar
met haar meer dan bloedig verloop,
vermocht geen indruk te maken op de
regeering van den czaar. Thans moet
zjj toegeven. Zij belooft en belooft, en
't is best mogelijk dat de regeering
haar beloften houden zal, maar de natie
wantrouwt. Wat zal het eind zijn
Een Fransch schrijver deelt in een
werk eenige gegevens mede omtrent
den Czaar.
O- a. deelt de schrijver het volgende
mede:
Zijn onvaste wil onderwerpt zich bjj
afwisseling aan de raadgevers, die hun
tjjd en hunne gelegenheid goed weten
te kiezen. Wie hem poogt te beheer-
schen en wie blijvend invloed op hem
wil uitoefenen, dien gaat hij verdenken.
Hij is wantrouwend, jaloersch en licht
geraakt, laat zich weinig uit en leeft
slechts voor zjjne familie, houdt niet
van schouwburgen of hofpartijen en is
het gelukkigst, als hij met zijn kinderen
kan spelen. Het gevoel, dat hem het
meest beheerscht,is dat van wantrouwen
tegenover zijne geheele omgeving. Toen
hij den troon beklom vond hg in het
ministerie van financiën een vastberaden
en talentvol man, den heer WTitte. Win
over zulk een man wil heerschen, vindt
zelf een beheerscher. NicolaasII verdroeg
die drukkende heerschappij 7 jaren
teen schudde hjj het drukkende juk
van zijn schouders.
Witte was 16 Aug, naar Zarskoje-
Selo gekomen, om zjjn wekelijksch rap
port uit te brengen. De keizer had, zon
der veel te zeggen, de stukken onder
teekend en Witte stond op, om afscheid
te nemen, toen de Tsaar hem terugriep
en, bijna zonder hem aan te zien, zeide:
„Meneer Witte, uit dankbaarheid voor
de voortreffelijke diensten, die u mij
hebt bewezen, benoem ik u tot presi
dent van het minister comité."
Dit wat had de heer Witte kunnen
opmaken, dat de keizerlijke ongenade
hem boven het hoofd hing, de Tsaar
was als altijd korrekt, terughoudend en
stil geweest. De Joden duldt hjj slechts
met tegenzin in zijn rjjk en alleen om
dwingende financieele redenen hief hij
enkele bepalingen op, die deoud geloo-
vigen buiten het nationale leven stelden.
Een droevige rechtzaak heeft voor de
strafkamer te Saarbi ücken gediend. Te
recht stond Michael Comtesse, een jong
weikman uit Wehrden die bij een win
kelierster vleesch, brood en andere
levensmiddelen op een vahchen bon ge
haald had. Bij het verhoor bleek dat de
beschuldigde de valschheid uit wanhoop
had begaan, om zijne vijf kleine broer
tjes aan eten te helpen; de moeder was
dood en de vader was weggeloopen. Het
vonnis was veertien dagen gevangenis
straf.
De Daily Mail verneemt uit Peters
burg:
De toestand van het leger wordt met
den dag erger. Zestien duizend man te
Charkof hebben het voorbeeld van de
troepen te Kiëf, Jekaterinodar en Eupa-
toria gevolgd, en zjjn aan het muiten.
De eerste kolonnes van het Mantsjoe-
rjjsche leger zjjn zooeven te Moskou aan
gekomen, eveneens in een muitzieken
toestand, en ontwapend.