FIRMA BODE Modelslagerij G. v. d. Kolk ATTENTIE E.N.S.A.I.D. Eerste Ned. Modevakschool 1ste kwaliteit LAMSVLEESCH. Gevonden Verloren De zaak voor Driehuis eri omgeving Goud- en Zilverwerken Uurwerken, Optiek, enz, Driehuizerkerkweg 81 Telefoon 4051 GRATIS DEMONSTRATIE. op Maandag 24 August, van 10-12 en 2-4 uur en Dinsdag 25 August, van 10-12 en 2-4 uur Hagelingarweg No. I Santpoort Wij vragen en bezorgen zonder Prijsverhoging. Ilmuidsn-Oost Velserduinweg 192 Santpoort Hagelingerweg No.1 Aan ons Bureau zijn enkele brieven (Leiter M, V en L) welke naar aanleiding van geplaatste Schakeltjes gezonden zijn, niet afgehaald. Wij verzoeken deze brieven in de komende week te halen. Uitdrukkelijk wordt medegedeeld dat brieven op Schakeltjes NIET bezorgd worden en de Scha keltjes VOORUIT moeten worden betaald. Telefonisch of Schriftelijk opgegeven Schakeltjes waarbij bedrag niet is voldaan, worden NIET geplaatst. Het eerste Concertin de muzieknis in het Burg. Rijkenspark. Even dreigend als vorige week stond de lucht naar regen, toen Dinsdagavond de diverse ver- eenigingen van Santpoort voor de eerste maal hun kunnen in de Muzieknis zouden laten hoo- ren, maar de optimisten hadden ditmaal de overhand en men liet het concert doorgaan. Tot het geven van dit concert had den zich bereidt verklaard het Fanf. corps Wilhelmina", het Gem. koor Vox Humana en een dubbel mannenkwartet. Voor dit concert bestond een vrij groote belangstelling, een belangstelling die inderdaad be stond uit belangstellenden voor muziek en zang, terwijl zij, die meenden zoo als gewoonlijk de rust te kunnen verstoren, wel dra door den sterken arm tot de orde werden geroepen. Dit laatste zal echter bijdragen tot nog grooter bezoek bij volgende gelegenheden. Het moet voor de vereen, een genot zijn in zulk een pracht omgeving en fraaie nis te kun nen musiceeren en voor de lief hebbers op zoodanige wijze te genieten. Jammer vonden wij dat voor dit eerste concert niet alle vereenigingen aanwezig waren. Gevonden en verloren voorwerpen te Santpoort. Gevonden voorwerpen worden alteen door bemiddeling der politie geplaatst. Heerenpantalon, Kerkweg 43. Dames armbandhorloge, Ver- gierdeweg 33, Haarlem N. Belastingmerk, Slaperdijk 22. Damesrauts, Hoofdstraat 164. Portemonnaie met inhoud, Ha. gelingerweg 208. Cigarettenkoker, Bloemendaal- schestraatweg 124. Zwart gevoerde regenjas, Bloe- mendaalschestraat weg 112. Pakje gereedschap uit lletstasch Tasmanstr. 13, IJmuiden. Aan komen loopen Schotsche Terrier, Middendui- nerweg 2- Belastingmerk aan touwtje, P. Ivrugerstraat 23 Haarlem N. Belastingmerk in etui, Kerke- rinklaan 17. Belastingmerk, Mevr. Dolleman W üs tel aan. Weggeloopcn Ruigharige foxterrier, naam „Sippy", Middenduinerweg 10. BELASTINGJAAR 1936-1937. (Door BERT G. v. HAARLEM, Belasting-Consulent, Wulverderlaan 4 Santpoort.) J. d. B. te IJ. Ja waarde Heer, dat is moei lijk, toch wil ik trachten U een beeld van één en ander te geven. De oplossing echterligt ver. Ik geef hierover een open bare beschouwing. Eventueele kritiek hierover van welke zijde ook, is mij altijd welkom. v. H. IIET ECONOMISCH AANPASSINGSPROCES. Begin van dit jaar ongeveer, is bij de Tweede Kamer der Staten Generaal het z.g. „Bezuinigings- ontwerp" ingediend. Dit ontwerp gewaagt of liever is doordrenkt van de gedachte „Handhaving van den Gouden Standaard". Inderdaad, het is onze Regee ring er volle ernst mee. We zien haar alle middelen te baat ne men, om in een versneld tempo, de op tè grooten voet ingestelde Staatshuishouding, op een lager liggend stabilisatie-vlak terug te dringen. De wel zéér sterk gewijzigde bestaansvoorwaarden voor den mensch èn waaronder wij (het Nederlandsche Volk) hebben te leven, vermanen resp. waarschu wen toch vooral de toekomst of juister de harde werkelijkheid vierkant in het gezicht, te durven zien en de grootste voorzichtig heid in acht te nemen. Dit wordt thans, meer dan ooit, een ge biedende eisch. (Laat deze ernstige, harde waarschuwing wortel schieten en tot ons doordringen Zeker, er zijn in een reeks van jaren, die alweer ver achter ons liggen, reserves, zelfs flinke, ge kweekt, doch door de opeen stapeling van de groote tekorten der laatste dienstjaren, is van deze reserves der volkshuishou ding bovenmatig veel gevergd. Op dezen voet zóó doorgaainde, zullen de bespaarde reserve- gelden spoedig opgedroogd (op geteerd) zijn. Er zal wel moeilijk iemand te vinden zijn, die nog van een tij delijke crisis zou willen spreken. Het tegendeel is waar. Bedriegen de voorteekenen niet, dan zal deze, zich over de geheele linie voltrekkende crisis, die op den duur algeheele economische in zinking tot gevolg heeft, vrij lang aanduren. Men zou feitelijk al van een permanente economische inzinking kunnen spreken, die snel en bovenal vernietigend om zich heen grijpt en alle (elke) bestaansmogelijkheid doet wan kelen. Wij allen, in welk beroep of bedrijf ook werkzaam, hebben den terugslag reeds mogen in- casseeren of zullen hem binnen kort leeren aanvoelen. Het is dan ook zeker te prijzen, dat onze Regeering, aan wier hoofd een zeer bekwaam man, als Dr. Colijn, staat, wien we allen lof toezwaaien, dag en nacht een wakzaam oog houdt. De moeizaam opgebrachte, resp. gekweekte reserves mogen niet uitgeput raken. Zou dit on verhoopt wèl gebeuren, welnu ge kunt veilig aannemen, dat dit gelijk zou staan met een finale ineenstorting van ons geheele economisch leven, wat een nooit te vergeten ramp zou beteekenen. Beschamend zou het óók zijn, indien de zorgvuldig gekweekte reserves der Volkshuishouding werden verbruikt om de door de aanhoudende crisis geslagen ga ten, daarmee te dempen. Een totale opdroging dezer gelden moet derhalve, tot eiken prijs, worden voorkomen, gezien vooral het feit, dat deze reserves door de belastingschuldigen tezamen zijn opgebracht, soms onder de moeilijkste omstandigheden. „Sijmen betaalt wel" is vaak bezongen, belachen, doch nu zou het beweend moeten worden. Zooals reeds eerder opgemerkt, is de crisis, die wij beleven of doormaken, er een, die een lang leven schijnt te zullen hebben en die zich meer en meer als een monster in den vorm van een lijdensweg begint af te teekenen. Het moet dan ook wel duide lijk zijn, dat met het z.g.n. Eco nomisch Aanpassingsproces èn het practisch doorvoeren der noodige, daarmee uitsluitend verbandhoudende maatregelen, om tot een lager prijsniveau te komen, hetwelk bedoelt een nieuwe welvaart te brengen, het laatste woord nog lang niet is gesproken. Deze materie is zóó ontzaglijk moeilijk, dat het einde ervan niet te zien is. Het inge diende ontwerp Wet tot verla ging van vaste lasten en huren 1935 was er een sprekend voor beeld van. In de Tweede Kamer is o.a. daarover een zéér ernstig woord gesproken, vele tegenkantingen werden gemaakt, waarschuwin gen gehoord, doch ook de lof bleef niet uit. Tenslotte is het algeheele ont werp de doofpot ingegaan en leven we voort onder den druk der abnormale tijden. Was het genoemde ontwerp tot Wet verheven, zeker waren alle moeilijkheden lang niet overwon nen zoo zouden b.v. de huis eigenaren zwaar zijn gaan mop peren, anderen daarentegen zou den hebben gejuicht, 't Valt nu eenmaal niet mee, het een ieder naar den zin te maken. 't Is alles een wettelijk dwin gen, een neer- of terugduwen naar een lager liggend econo misch plan van aanpassing, waar door getracht wordt, de econo mische ontwrichting, die nog steeds blijft doorwroeten, verder te kunnen ontloopen, resp. tegen gaan en den menschen langzaam maar zeker een nieuwe welvaart te bezorgen. Voorwaar een prachtig en hoopvol streven, waarvoor wij allen veel respect moeten hebben, jammer echter, dat het afgedwongen resp. gefor ceerd te voorschijn moet worden geroepen. Op den dokter, die hiervoor het juiste geneesmiddel brengt, wordt met angstige spanning ge wacht EEN DER. LEERAREN. Leo M. Doorendaal. Een angstige stilte hing over de klas toen de laatste hortend- gesproken woorden van. de leeraar weggestorven waren. Het had den jongens vreemd geklonken, de eerste les al, en dan nog wel aan het begin. Theunissen was te laat geko men, misschien dat hij al in den gang was toen de bel ging, maar in de klas kwam hij toen de leeraar zijn boek opengelegd had. Bij diens tafeltje gekomen, ver telde hij, al bij den directeur geweest zijn. De leeraar had niets gezegd, en was blijven kijken naar het stuk vloer dat hij juist boven zijn tafeltje uit zien kon. Jan Theunissen was gaan zitten in de achterste bank en pakte zijn boeltje uit. De jongens wisten, dat er wat broeide De heer Meijer was toen van achter zijn tafeltje gekomen, en gestapt naar zijn geliefkoosd plekje tusschen de eerste en de tweede rij daar had hij gestaan terwijl de vouw van zijn broek hevig agiteerde en zijn handen tot vuisten gebald, met in de rechter een dik vultpotlood, be wegingloos, maar evenals de broekspijpen hevig geagiteerd trillend langs zijn dijen, terwijl ze bij iedere lettergreep kleine schokjes ondervonden van de, voor de hijgend-krachtige letter grepen gepleegd wordende, lon gen des heeren Meijer. Alles wees er alzoo op dat ook de heer Meijer hevig geagiteerd was, ja, aan zijn woorden te zeggen, zich be-lee-digd-ge-voel-de. De heer Meijer had er gestaan als een hevig beleedigde godheid, als een verpersoonlijking van de be droefde goedheid, edelheid en beminnelijkheid, die volgens zijn herhaald zeggen, zich niet in 't minst beleedigd achtte, dat trou wens niet kón omdat hij zich wel boven dat troepje vlegelachtige suffertjes en lamlendige luitjes met hun inferieure meeninkjes, ideetjes en vrijmoedigheidjes ver heven voelde zich evenwel niet door die stukjes-vlegellap-wilde laten rin- gelooren, al verkeerden ze in nog zoon' dunkje van hun eigenwaar- detje zich absoluut niet kwaadmaken of zelfs niet ergeren won-op-of- aan zulk soortje luitjes, omdat hèm niets was aangedaan oh- neen in 't geheel niet, hij had een breede rug, en kon dat wel verdragen, maar dat ze toch wel een eigenwaardeering zouden willen hebben, en toch niet grof wilden zijn, al was 's maar om hun eigen fatsoentje, dat ze waarschijnlijk wel niet zouden hebben uit het gezichtspunt van gewoon menschelijk aangeboren beleefd tegenover anderen zich toonende wellevendheid dat hij er zich niets van aan wilde trekken, van al die vlegel maniertjes die uit laag'-bij-de- Opleiding voor COSTUMIÈRE, COUPEUSE EN LEERARES. Ook wordt opleiding gegeven voor Mod. Sierkunst, Relief- en Plusette Schilderen. De Hoofdleerares, A. V. LEIJD1NG-DE VRIES LENTSCH HOOFDSTRAAT 58 B BIJ DE OVERBILDTWEG VANAF HEDEN VERKRIJGBAAR Lamsvleesch. Vet Gemest Kalfsvleesch. Doorr. Lappen m. been 25 ct Lappen per pond 50 ct Karbonade 35 ct Carbonade per pond 45 ct Magere Lappen 40 ct Stukjes per pond 60 ct Stukjes 50 ct Biefstuk per pond 70 ct Lams Vet 35 ct Oesters per pond 70 ct RUNDVL.EESCH. VARKENSVLEESCH. Doorr. Ossenlappen 40 ct p. P- Carbonade 45, 50 ct p. pond Magere Lappen 45 ct p. p. Lappen 50 ct Riblappen 50 ct p. P- Fricandeau 55 ct Rosbeaf 55 ct p. P- Doorr. Varkenslapp. 35 ct Biefstuk 70 ct p. P- Vette Lappen 30 ct Haas 70 ct p. P- Reuzel 35 ct Vet 50 ct p. P- Laat VflH DER KOLK OOK UW SLAGER ZIJN! grondsche opvattinkjes over be leefdheid en eerbied voortkwa men, aangekweekt door onder linge groothoud-en-doenerij maar dat hij zich niet wilde laten beleedigen en nog minder negeeren door zulk een laag staand gedoetje dat de heele geest verpest, en dat hij zich ook niet kwaad wilde maken, daar zou hij zich wel voor passen, op zulk een inferieur individuutje dat hem maar zat aan te staren, wat hem nog kwader deed wor den over zulk een onbeschaamde beleediging dat hij zich echter tóch wilde vergenoegen met de verklaring die zoo'n lamzakkerig", wezenloos kijkend, milieuverstinkend, slam- pamperig en onwaardig inferieur- blijkend branieschoppertje van zijn te laat komen gaf want dat dat wel een beetje te schofterig werd om zich zoo tegenover een leeraar uit te la ten, niet om den leeraar, o nee, maar om het optreden zelf." Nog stond de heer Meijer daar, die zich blijkbaar zoo hoog boven die luitjes verheven voelde, dat hij ze niet meer ontwaren kon en zelfs zijn kwaadheid van hooger sferen dateerde, zoodat, al lèèk hij kwaad, hij er nog oneindig ver vanaf wa. De mond beefde niet zoo erg meer, alhoewel ze nóg in haar niet-kwade" stand stond. Dan kwam er beweging in den heer Meijer, en zich omkeerend zette hij zich weer achter zijn boek, terwijl hij probeerde op een „andere" niet-kwade of niet- beleedigde toon te spreken. Hij legde zijn potlood naast zijn agenda, vouwde zijn handen, zette zijn ellebogen op tafel en, zijn lippen naar voren brengend bracht hij eveneens naar voren dat „we de vorige keer in de Camera Obscura aan 't lezen" waren, en dat we „waren geble ven op de tweede bladzijde van De Familie Stastok" en dat „de Camera zijn naam ontleent aan. geschreven is in. Hildebrand geleefd heeft in cleze schets een typeering van. de schrijver een geraffineerde manier heeft van.... de...." hetgeen de jongens allang wisten van zijn toelichting van den vo- rigen keer en den keer daarvoor, waardoor de luitjes zich niet ver dienstelijk hadden kunnen ma ken door iets uit de zoo heerlijk- uitgelegde Hildebrandliteratuur te lezen. Verder kwam de heer Meijer resumeerende tot de ontdekking, dat Hildebrand een romanticus uit de 19e eeuw was, zich zoo stiekum weg sympathiek wist te maken, deze schets een typeering is van een onbenullige familie, dat de camera toentertijd een kastje was waarin men kon kijken en dan een verkleind beeld te zien kreeg van de om geving en dat. waardoor de leerlingen tot de vaste overtui ging kwamen dat het een groote waarheid is dat de geschiedenis zich herhaalt. Leo M. Doorendaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad Huis aan Huis | 1936 | | pagina 3