Koop nu IVOROL Een dompteur heeft stalen zenuwen. predikbeurten [ZONBAGSDMSTMSffll Onrustige Zenuwen? R.K. Kerk, Santpoort oië laargang no 3 Rëdaktie: Terrasweg 31 Kerkerinklaan 45 Uitgave van Drukkerij Cornegge Telefoon 8619 Hnis SanlpcafcWeehblad aan HUIS Vrijdag 22 jan. 1960 Administratie en advertenties: Drukkerij Cornegge Terras weg 31 Telefoon 8619 Kerkerinklaan 45 na 6 uur telef. 7029 EBmmmmam UBBtraa WEDSTRIJDEN GINGEN NIET DOOR Zoals te voorzien was, is er zondag j.l. niet gevoetbald. De afd Haarlem van de K.N.V.B. was er al vroeg bij om alles af te gelasten en de „grote" K.N.V.B. volgde, óók ten opzichte van het betaalde voetbal, dit voorbeeld. Of er zondag a.s. gevoetbald zal worden, is op het moment, dat we dit schrijven, nog een open vraag. Zouden weer- en terreinomstandigheden het hollen achter het bruine monster mogelijk maken, dan wordt hetzelfde programma vastgesteld van de vorige week. Terrasvogels speelt dus thuis tegen O.F.C. en Velsen uit tegen Z.A.P. Velsen en Terrasvogels „uit" en „thuis". De door Velsen en Terrasvogels gespeel de uit- en thuiswedstrijden hadden het volgende resultaat. Velsen (thuis) Alcm. Victrix 53, Be verwijk 02, Alkm. Boys 12, C.S.V. 4—3, A.D.O. 2—0, D.T.S 1—1, Z.A.P. 4—4. Velsen (uit) Alcmaria Victrix 20, Wijk aan Zee 01, Beverwijk 13, Alkm. Boys 3—1, H.S.V. 0—4, A.D.O. 13, Egmondia 32, Meervogels 52. Terrasvogels (thuis) R.C.Z. 03, D.I.O. 41, Waterloo 43, V.V.Z. 32, E.H.S. 03, Bloemendaal 23. Terrasvogels (uit) Kinheim 62, D.I.O. 1—2, V.V.Z. 1—2, Zaanlandia 2—1, E.H.S. 13, G.V.O. 22, Bloemendaal 2—1. TERRASVOGELSNIEUWS Een blik in het verleden Het afgelopen jaar heeft natuurlijk hoogte- en dieptepunten te zien gegeven in onze vereniging, maar in het algemeen kunnen we toch niet van een opwindend jaar spreken. Het eerste elftal ons visitekaartje tegenover de buitenwereld, al wordt dat helaas te vaak vergeten handhaafde zich gelukkig nog juist in de 4de klas na een vrij moeilijk jaar. Wie gedacht had, nat in de 4de klas de moeilijkheden van de laatste jaren zich niet zouden voor doen, kwam dus bedrogen uit. In het be gin van de competitie ging 't nog wel, maar toen volgde een bijzonder slechte periode, met tenslotte aan het eind van de competitie, gelukkig, een opleving. Het nu aan de gang zijnde seizoen 1959- 1960 werd door een en ander niet erg rooskleurig ingezien en de serie neder lagen aan het begin leken de sombere stemming te bevestigen. Maar opeens Wo' daar toch het herstel en zoals de laatste weken gespeeld wordt door onze jonge ploeg, hoeven we m.i. niet pessi mistisch meer te zijn. Het tweede en derde elftal handhaafden zich vorig seizoen. In het begin zag het er naar uit, dat het tweede elftal met haar oude kern hoge ogen zou gooien en dat het derde elftal de promotie van het voorafgaande seizoen weer zou verspe len. Dit alles gebeurde niet en beide ploe gen eindigden op een middenmoot- plaatsje. Ditmaal was het vierde elftal aangewe zen om de eer hoog te houden en met be hoorlijk spel en een goede teamgeest werd onbedreigd het kampioenschap be haald. Het vijfde elftal tenslotte, speelde wat wisselvallig. De ploeg bestond uit zeer jonge spelers en de meesten hadden moeite,'zich in dit seniorenmilieu aan te passen. Het begin van het seizoen 19591960 maakte duidelijk dat de doorgevoerde verjonging van het tweede elftal een, hoewel noodzakelijk, gevaarlijke bezig heid was. Gelukkig zijn enkele punten binnengehaald, maar we zijn nog lang niet zeker van handhaving in de eerste klas H.V.B. Het derde elftal, thans ge- heël bestaande uit ouderen (veteranen klinkt zo naar!), leek in één ruk door te lopen naar het kampioenschap, maar juist bij c'e jaarwisseling ging men raar doen. Misschien om de spanning erin te hou den? Met het vierde elftal is het sukkelen. Totnutoe is de laatste plaats nog vast bezet en we vrezen het ergste. Gelukkig doet het vijfde elftal betere dingen. Van de jeugd vorig seizoen was weinig opzienbarends te melden. Of eigenlijk toch wel! Het jeugdledental liep terug en dat is voor een vereniging een onrust- oarend verschijnsel. Gelukkig is bij de aanvang van het seizoen 19581959 een »vnt uitgebreider jeugdcommissie aan het jrK getogen om hierin verandering te v engen. Opvallend zijn totnutoe de pres- faties van de junioren B. Het verschijnsel in onze vereniging van het wegblijven van spelers, zo vaak in ons clubblad bekritiseerd, werd aardig dc kop ingedrukt. De elftal- en jeugd commissie hebben sinds enige tijd geen trdon meer tegenover de wegblijvers, atuurlijk is 't euvel niet geheel opge- v. n, maar we hebben toch goede hoop, wij langzamerhand die vervelende 5 in ons weekblaadje ge- voor x weken zullen zien rdwijnen. j En een blik in de toekomst Verwacht nu niet van mij, dat ik in de sterren gekeken heb of iets dergelijks. Voorspellingen ga ik niet doen, maar wel wilde ik eens in algemene trekken be spreken, hoe wij ervoor staan. Om te beginnen: onze terreinen aan de Elta zullen dit jaar niet klaar zijn. Daar komt geen koffiedikkijkerij bij te pas en het zou ons wel echt meevallen, wanneer wij bij de volgende jaarwisseling een beter geluid kunnen laten horen. Wat de voetbalafdeling betreft: het eer ste elftal, overwegend bestaande uit jonge spelers, zal dit lopende seizoen be slist niet meer meedingen voor de boven ste plaats, maar ook voor de onderste plaats behoeven wij praktisch geen zor gen te hebben. Zij komen er wel. Maar volgend seizoen moet toch ernst ge maakt worden om een hartig woordje mee te spreken. Juist met deze jonge ploeg, die duidelijk beter gaat spelen en ervaring opdoet, moet het mogelijk zijn iets meer te bereiken dan een midden- mootplaatsje. Dit zal niet vanzelfspre kend zijn, neen er zal bewust op aan ge stuurd moeten worden. De spelers moe ten bereid zijn zich hiervoor geheel in te zetten en het Bestuur zal alles moeten doen wat in haar vermogen ligt om de teamgeest te stimuleren en te verbeteren. Ik kan U verzekeren, dat dit nu reeds een punt van bespreking heeft uitgemaakt op de bestuursvergaderingen. Voor de lagere elftallen en vooral voor het tweede elftal geldt eigenlijk hetzelfde. Ook hierin zul len zoveel mogelijk jonge spelers dienen te worden opgesteld. Want wil men hoge ogen gooien met het eerste elftal, dan zal het tweede elftal over spelers moeten be schikken, die eventueel openvallende plaatsen direct en zonder verzwakking kunnen bezetten in dat eerste elftal. Een paar ongelukkige blessures van eerste elftalspelers of uit vorm geraken mogen dan geen beslissende rol kunnen spelen. Wat de jeugd betreft: wij hebben goede hoop dat de thans zittende jeugdcommis sie op de goede weg is en daardoor zal zorgen dat de teruggang van het aantal jeugdelden zal worden omgebogen in een vooruitgang. Mijnhardt's Zenuwtabletten SCHAKEN. SCHAAKCLUB „SANTPOORT" Maandag j.l. moesten onze schakers van het eerste tiental het in Alkmaar op nemen tegen V.V.V. I, één der leidende clubs in de Overgangsklasse (no. 2). De schakers uit de kaas-stad waren na vier wedstrijden slechts éénmaal verslagen. Het zou dan ook heel lastig worden om deze overwinningsreeks van onze gast heren te stuiten. Deze kansen verminder den aanmerkelijk toen op 't laatste ogen blik nrs. 4 en 5 van ons team door ziekte en bijzondere omstandigheden verstek moesten laten gaan en reserves van het tweede tiental hun plaatsen moesten in nemen. Ondanks deze handicap hebben onze mensen al het mogelijke gedaan om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Het werd tenslotte 6 Yl3J^ voor V.V.V. I, hetgeen, gelet op de verzwakte Dubbele tuben: Voordeliger prijs. Uw tanden vragen het beste. opstelling, nog niet zo slecht genoemd mag worden. Haanappel en Pels zorgden voor de volle winst en Sterk, Geus en Pie terse speelden remise. Vooral onze re serve Pieterse verdient een pluim; hij moest het opnemen tegen één der sterkste schakers van V.V.V. I en had lange tijd het betere speltotdat de klok een woordje mee ging spreken gevolg min der goede zet en zijn tegenstander kon nog net remise bereiken. Nu rest nog de laatste wedstrijd op 2 februari a.s. tegen V.H.S. 2 Haarlem. Bij volledige opkomst kan deze gewonnen worden. Onderlinge competitie Deze vordert regelmatig. De volgende partijen kwamen tot afwikkeling: Groep I: Oosterling-Kroone 01 Pels-v. d. Bergh YlYl Brugman-de Groot 01 Haanappel-Serk 01 Wolters-Geus YïYl Geus-Blansjaar YlYl Groep II: Kesting-Kruijff 0 Leijsma-Busselman 10 v. d. Bronk-Lammertsma 10 Pieterse-Stolvoort 10 Bilder-Vos 1-0 Stolvoort-v. d. Bronk 01 Groep III: Kip-Hoogzaad YlYi Put-Sterk jr. YlYl W. Sterk II-v. Duin 0 Lubken-Baljet 01 Zondag 24 januari H.H. Missen 7 uur, 8.15 - 11.30. Hoogmis 9.30. 7 uur Lof. Woensdag 7 uur Maandelijkse Gezongen Requiem Zaterdag half 8 Broederschapslof. Burgerlijke Stand. Overleden: W. Tr. Bucksteeg, 65 jaar, echtgen. van J. Bleyenberg, Broekbergen- laan 27; J. van den Berg, 47 jaar, echt genote van C. de Graaf, Laurillardlaan 18; J. G. Kruimel, 57 jaar, echtgenoot van T. Falkenberg, Harddraverslaan 33. Geboren: Helena Jeanette, dochter van A. Kliebisch en A. Kliebisch-Seeuwen, van Dalenlaan 83. Bevallen: H. Aarts-Lokkers, d., Mr. J. Gerritslaan 75 III, Haarlem M. Collard- Gierczak, d., Tulpenstraat 28, Santpoort; J. M. van Megen-Wijker, z., Moerberg- plantsoen 79, IJmuiden; C. G. Olgers- Verzijlenberg, z., de Noostraat 106, IJ- muiden-Oost; A. Huhl-van der Vis, d., Pleiadenplantsoen 91, IJmuiden; P. A. H. van Laar-van den Ooesterkamp, d., de Ruij terstraat 134, IJmuiden-Oost; M. M. Siemons-Verschoor, d., Pres. Steijnstraat 36, IJmuiden; A. C. Winkelaar-Mets, d., Pieter Verhagenlaan 91, Beverwijk; Th. A. M. van de Pas-van Vegchel, d., Du- venvoordestraat 12, Haarlem; H. Laver- man-Vellinga, d., Alex. Bellstraat 13, IJmuiden; J. E. M. Renssen-van Reenen, z., Meervlietstraat 4, Velsen-Zuid. Ondertrouwd: A. Tuk, Hollanderstr. 58, Dordrecht en M. Korf, Schoutenstr, 8, IJmuiden, t.a. Schoutenstraat 8, IJmuiden; P. F. Hartendorf, Terrasweg 65, Sant poort en M. E, Michel, President Steijn straat 52, Haarlem, t.a. Zinneveltlaan 35, Santpoort; C. G. Steenks, Lookwatering .13, Schipluiden en A. K. Vilten, Midden- duinerweg 81, Santpoort, t.a. Lookwate ring 13, Schipluiden; G. A. Leijenaar, J. T. Cremerlana 67, Santpoort en A. M. Werkhoven, Sparrenlaan 57, Baayn, t.a. Mauritsstr. 56, Utrecht; J. Rens, Ceder straat 3, IJmuiden-Oost en C. Vlegels, Kanaalstr. 19 rd., IJmuiden, t.a. Berken straat 21, IJmuiden-Oost; M. de Niet, Nieuwmarkt 18, Amsterdam en N. Schel- linger, Schulpweg 492, Velsen-Noord, t.a. Schulpweg 492, Velsen-Noord; A. W. Guillot, van Rijswijkstr. 56, Velsen- Noord en L. Bruinsma, van Rijswijkstraat 56, Velsen-Noord, t.a. Woonark „Dui- zendtreê", Jachthaven Zaadnoordijk, Uit geest. Gehuwd: G. J. Niemarkt-D. G. Klepper, de Weerdstraat 5, IJmuiden-Oost; G. A. Venema-C,S. Kraaijenoord, Prins Hen drikstraat 58 rd„ IJmuiden; S. Hafma- S. C. J. de Bliek, Hagelingerweg 184, Santpoort; J. M. Keirsgieter-C. W. Vis, Enschedestraat 27, IJmuiden. Miss-Bril verkiezing. De in de Stichting Oog en Bril ver enigde ruim 1000 Nederlandse opticiens, zullen ook dit jaar een Miss Bril-verkie- zing organiseren. De opticiens willen met deze verkiezing niet zo zeer onze aan Misses toch al zo rijke samenleving nóg een Miss bezorgen, maar door het verlenen van deze titel bewijzen, dat een vrouw er ook met een bril charmant en lieftallig kan uitzien. Immers, de bril is in deze tijd geworden tot een mode-ar tikel. Mits met zorg gekozen, kan de bril een sieraad zijn. In tegenstelling tot de vorige verkiezin gen, die direct landelijk waren, zullen dit keer provinciale voorronden worden ge houden. In elke provincie zullen drie da mes worden gekozen, die elkaar in een demi-finale te Utrecht zullen ontmoeten. Hier zal dan blijken wie in maart in de Singer Concertzaal te Laren naar de titel zullen dingen. De winnares ontvangt 1000,de num mers 2 en 3 respectievelijk 500,en 250,Bovendien krijgen alle demi- finalistes een set brillen, bestaande uit dag-, avond- en zonne-bril. Ook de demi- finalistes zullen een fraaie herinnering aan dit gebeuren in ontvangst mogen nemen. Aanmelding is mogelijk bij de Oog en Bril-opticiens in de plaats van inwoning of rechtstreeks bij het Secretariaat van de Stichting Oog en Bril, Grotestraat 4, Nij megen. De deelneemsters moeten hiertoe een goed gelijkende foto bijsluiten. Aanmelding: tussen 15 en 22 januari 1960. Voorlichting: Adviesbureau voor Public Relations Van Rijswijk, N.Z. Voorburgwal 346, Amster dam-C., tel. 020-240371. Schetterende muziek van het circusorkest prikkelende geur van vers gestrooid zaag sel in een piste, die omgeven is met een ijzer hekwerk. De mensen stromen het circus binnen en zoeken hun plaatsen. Totdat alle plaatsen bezet zijn en de di rectie het bordje uitverkocht aan de kassa, bij de ingang van het circus kan hangen. Inderdaad uitverkocht. Want het circus is nog steeds een grote trekpleister voor het uitgaande publiek. Een publiek dat nog steeds niet verzadigd is als het span ning en sensatie betreft. En wat is span nender en sensationeler dan de verrich tingen in een circus? Een grote bijdrage tot deze spanning is ongetwijfeld nog altijd het „wilde dieren- nummer", dat elk rechtgeaard circus op zijn programma heeft staan. Wanneer de dompteur met zijn leeuwen en tijgers de piste in gaat, gaat er een huivering door het publiek en het schrikwekkend brullen dezer dieren bezorgt menigeen kippevel. Velen denken dan immers, dat de leeu wen of tijgers waar de dompteur mee optreedt, kwaad zijn en dat dit brullen een uiting is van hun vijandigheid tegen over de mens. Niets is ecbter minder waar. Het brullen van leeuwen bijvoor beeld is, hoe paradoxaal het ook moge klinken, niets anders dan een uiting van hun blijdschap. Immers, de gehele dag hebben ze opgesloten in hun kooien ge zeten. Maar 's avonds, als ze in de arena losgelaten worden, dan weten ze dat ze met dat vreemde dier, dat mens heet, allerhande spelletjes mogen doen. En die spelletjes vinden ze leuk. Ze spelen graag, vandaar hun gebrul, dat dus eigenlijk niets anders is dan een uiting van ge noegen. Het eerste contact. Dit wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat leeuwen zulke lieve diertjes zijn. Ze blijven gevaarlijk en er komt heel wat voor kijken alvorens ze hun optreden in de arena als een spel gaan zien. Het beroep van dompteur is nog altijd levens gevaarlijk en er zijn heel wat jaren van voorbereiding toe nodig. Hoe gaat nu een temmer, laten we zeg gen een leeuwentemmer, te werk om aan het dier zijn wil op te leggen. Zijn eerste stap is natuurlijk om met het dier in con tact te komen. Dit alleen duurt reeds vele maanden. Het dier moet zijn meester leren kennen en dat niet alleen, maar het moet ook zijn eigen naam weten. Vele uren brengt de dompteur voor de tralies van de leeuwenkooi door, praat met de leeuwen, geeft hen te eten en speelt met hen door middel van een stok, die hij tussen de tralies doorsteekt. Want in de kooi waagt hij zich nog lang niet... Dat doet hij pas na vele weken en dan hoogstens een minuut, de volgende dag wat langer enz. Totdat het dier na ver loop van tijd gewend is aan de aanwezig heid van de temmer. Dit kan echter lang duren, als het dier een beetje nerveus is zelfs maanden lang. Maar ten slotte zal ook een nerveuze leeuw de temmer in zijn kooi laten komen en dan kan men spreken van een eerste contact. Dan pas kan de temmer er aan denken het beest kleine en zeer gemakkelijke kunst jes te leren, zoals bijvoorbeeld het recht opzitten enz. enz. Op deze manier wordt langzaam maar zeker de mens een speelkameraad van het wilde dier. Merkwaardiger nog, het dier gaat naar de komst van deze mens verlangen, omdat het weet dat er dan spelletjes gedaan worden. Vergeet niet dat de leeuw een mens niet ziet als een mens, maar als een ander dier. Voorzorgsmaatregelen. Een goed dompteur zal er steeds voor zorgen dat zijn dieren vriendelijk be jegend worden. Met ruwheid of wreed heid is niets te bereiken. Immers, het oer- instinct van zelfverdediging en aanvallen zou in het dier kunnen ontwaken met voor de temmer alle nare gevolgen van dien. Ook is het van belang het dier rustig te benaderen. Want de dieren mogen in geen geval aan het schrikken gemaakt worden, dit zou gevaarlijke re acties teweeg kunnen brengen. Nu wordt wel eens beweerd, dat leeu wen voor hun optreden slecht gevoed worden en ze pas goede voeding krijgen als ze een of andere prestatie naar be horen verricht hebben. Dit is niet waar! Met hongerige leeuwen kan men niets beginnen, onmogelijk er mee te werken. Want juist door honger zijn hun reacties nerveus en daardoor hoogst onbetrouw baar. Vanzelfsprekend kent de dompteur een aantal voorzirgsmaatregelen. Zo zal hij er steeds voor zorgen achter de schouder van de leeuw te blijven, want leeuwen zien niet graag dat iemand achter hen loopt. Ook is het van belang de dieren geen moment uit het oog te verliezen. Een bedreven temmer zal vooral op de ogen letten, want daarin is het beste te lezen wat de dieren in hun zin hebben. Het in de gaten houden van zo n leeuw is wel het moeilijkst van alles. De tem mer moet immers nog op andere dingen letten, b.v. dat hij niet struikelt of valt. Dit is zeer gevaarlijk. Dieren zijn im mers niet gewend om te struikelen of te vallen, zij verwachten dit ook niet van de temmer, die zij, zoals we gezien heb ben, als een dier beschouwen. Gemengde nummers. Gemengde dierennummers zijn ongetwij feld het gevaarlijkst. Dit geldt voorname lijk als het leeuwen en tijgers betreft, want deze verdragen elkaar zeer slecht. Een dompteur zal bij een gemengd num mer dan ook steeds een zweep bij zich hebben. Want het is opmerkelijk dat leeuwen en tijgers nergens zoveel ontzag voor hebben als voor een zweep. De belangrijkste eigenschap voor een dierentemmer is wel onverstoorbare kalm- tete. Een wild dier miet nu eenmaal met kalmte benaderd worden. Wanneer een temmer iets van een leeuw of van een tijger verlangt, duikt hij een beetje in el kaar, Dan nadert hij heel voorzichtig het dier, hoe langzamer hoe beter. Want dan gaat de leeuw of de tijger denken: „Dat is een gevaarlijk dierdaar moet ik voor oppassen, en dan kan de temmer alles gedaan krijgen wat hij wil. Tijdens de voorstelling is er een voort durend contact tussen de temmer en de dieren. De eerste met vloeiende woor den, de laatste met een plagend weigeren of een instemmend gegrom. Voor de toe schouwer is dit alles zeer huiveringwek kend, voor de dieren en de temmer echter slechts spel. Maarals een leeuw of een tijger zich op een sluipende manier gaat voortbewegen, dan weet de tem mer dat het jungle-instinct bij het dier ontwaakt en dan is de grootste voorzich tigheid geboden. Geen lui leventje. Men niet dat een dierentemmer een he renleventje heeft. Niets is minder waar. Reeds om zes uur 's morgens begint voor hem de dag. De dieren moeten dan ge voed en verzorgd worden, er moet wor den geoefend, de middagvoorstelling, weer oefenen, de avondvoorstelling en pas na middernacht kan er aan slapen gedacht worden. De volgende morgen begint dan het lieve leventje opnieuw. Bovendien zijn er steeds de nieuwe num mers, die ingestudeerd moeten worden. Geen wonder dan ook dat een wilde die rentemmer van tussen de veertig en vijf- en-veertig jaar zijn beroep er aan geeft. Want op die leeftijd beginnen de men selijke reacties te verzwakken en een geringe misrekening kan dodelijk zijn. Dierentemmer wordt men zomaar niet. Men moet er van jongs af aan mee be ginnen. Men wordt het alleen door jaren lange omgang met de dieren en een nauwkeurige studie van hun gedragingen. Bovendien is er een grote dosis moed voor nodig en men moet wel degelijk stalen zenuwen hebben. ZIJN WIJ EEN TUCHTLOOS VOLK? Men zegt wel eens dat wij Nederlanders een tuchteloos volk zijn. Wij drijven de hooggeroemde vrijheid zó ver, dat zij in bandeloosheid en vandalisme ontaardt, heet het dan. Discipline en zelftucht ken nen wij niet. Wij vinden met dat wordt dan speciaal de jeugd van deze tijd doch ook wel de ouderen bedoeld het heerlijk eens uit de band te springen en dingen te doen, waarvan een geordend volk zou moeten weten, dat 't de grenzen overschrijdt. Wij maken van onze vrij heid dikwijls zodanig misbruik, dat het de vrijheid, het welzijn en het belang van anderen aantast. Gevoel van betame lijkheid is vaak ver te zoeken, De voorbeelden heeft men voor het grij pen. In de nog niet zo lang achter ons liggende december-feestdagen, vooral van Oud en Nieuw, heeft men in vele plaatsen van ons land een hels kabaal kunnen aanschouwen en horen. Dat er voor een kapitaal aan vuurwerk is „ver daan" is nog daaraan toe. Maar het ge donder, gekraak en geloei was niet van of uit de lucht. Het leek hier en daar wel oorlog. Het was een ergelijke geschie denis voor zieke mensen, slapende kinde ren en zenuwachtige lieden. Men stoorde zich daarbij aan niets. Het was alsof dat alles geen geld kostte. Vele mensen on dervonden schade of hindernis. In vele gevallen moesten branweer en politie krachtdadig optreden. Klachten en nog eens klachten. Onze tuchteloosheid manifesteerde zich ook in het openbare verkeer. Vandaar het grote aantal ongelukken. Van eerbied voor andermans veiligheid is geen of weinig sprake. Hoe sneller en hoe dies ter hoe mooier. Wij staan te dringen voor trams en treinen zonder respect voor anderen, ook niet als het vrouwen zijn of zwakkere ouderen. Als in ver- voersgelegenheiden jongeren voor oude ren opstaan zijn wij getroffen over zoveel beleefdheid en goede manieren. In di verse plaatsen van ons land, vooral ten plattelande, worden bij feestelijke gele genheden ware bachanaliën aangericht op de openbare straat. Volgens ingeroeste tradities mag dat. Men sleept van alle kanten brandbare rommel bijeen, men ontziet zich niet desnoods te roven en te plunderen van de boerenerven om zo groot en zo mogelijke brandhopen te kunnen vormen en dan gaat tot groot ver maak van klein en groot de „fik" er in. Hoeveel schade en ongerief daardoor aangericht wordt is niet te overzien. Men klaagt bij de autoriteiten over dit vér gaande vandalisme, en overwogen wordt strenge bepalingen te stellen voor de productie van vuurwerk en het stichten van z.g. feestbranden. Met een ongekende wellust worden lantaarnpalen „onder vuur" genomen. Zelfs ondanks bewaking dringt men in aanbouw zijnde huizen binnen en rameit er op los. Lichtmasten vormen een geliefd object voor vernieling. Politierapporten spreken van tal van relletjes tijdens de jaarovergang, die het karakter van straatoproeren aannamen, waaraan niet alleen de jongeren maar ook ouderen deelnamen en waarbij het zo toeging, dat de politie er met charges aan te pas moest komen en politieman nen gewond werden. En zo zouden wij voort kunnen gaan. Klachten en nog eens klachten over wat men geneigd is verwildering en tuchte loosheid te noemen. Feiten zijn feiten. Wat hierboven genoemd wordt berust op waarheid. Deze dingen gebeuren en zijn geen verzuchtingen en praterij van be daagde lieden, die vergeten, dat zij zelf jong zijn geweest en toen ook niet zulke lieve schatten waren. Wat moeten wij over dit alles zeggen? Is er werkelijk een toenemende tuchte loosheid te konstateren of dreigen wij zo gauw te vervallen in de fouten van ouderen, die menen en het ook zeggen, dat het vroeger toch anders en beter was, uiterlijk althans en kennis toenemen ondanks het feit, dat wij in beschaving en in stad en land hoe langer hoe meer deel krijgen aan en profiteren van mo derne culturele waarden? Men hoede zich voor overdrijving. Wij komen tot deze overdenkingen om dat wij ergens lazen van een mijnheer die een groot deel van de wereld bereisd had en die verklaart, dat het nergens, althans in West-Europa niet, zo n bende is als in ons land. Ftij roept op tot strenge be straffing van wat hij noemt de straat boeven en verwijt de politie een te „zachte" hand te hebben en te veel toe te laten. Deze schrijver eindigt met woorden uit de Bijbel, te weten van Koning Salomo, die in Spreuken 23 vers 13 zegt: „Weer de tucht van de jongen niet; als gij hem met de roede zuit slaan zal hij niet sterven; gij zult hem met de roede slaan en zijn ziel van de hel redden". En hij besluit met deze zijn eigen woor den: De hel der tuchteloosheid, die ons volk berucht heeft gemaakt in geheei West-Europa en wellicht verder. Met alle begrip voor en erkenning van de feiten zoals boven genoemd, menen wij toch, dat hier van overdrijving sprake is. Het spreekwoord zegt: Wie te veel wil beweren of bewijzen, bewijst niets. De Fransen zeggen het nog treffender: Qui trop embrasse mal étreint. Wij en daarmee bedoelen wij de uit de ouderen denken zo gauw, dat vroeger alles beter was. Maar zelfs het citaat uit de H.S. zou er op kunnen duiden, dat het in Salomos tijd ook niet zo ideaal was en vandaar zijn vermaning. Anderszijds staat voor ons vast en vrijwel alle op voeders en opvoedkundigen zijn het er over eens, dat er van verslapping en ge brek aan tucht bij een deel der jeugd sprake is. Maar daar mogen wij niet alleen de hui dige jeugd op aanzien. De schuld daar van treft de ouderen evenzeer en mis schien nog meer. Gereformeerde Kerk 10 en 17 uur ds de Kluis Chr. Gereformeerde Kerk (Pniel-Kapel) v.m. 10 uur ds J. J. Rebel n.m. 4 uur ds J. C. Maris Doopsgezinde Gemeente Remonstrantse Gemeente Gebouw ,,Spaarnberg" 10.30 uur ds J. W. Wery Doopsgez. Gemeente IJmuiden Helmstraat, IJmuiden 10 uur ds P. J. van Schayck Lutherse Gemeente Kapel „Westerveld" te Driehuis 9.35 unr ds H. J. A. Haan, Leiden Ver. Vrijz. Herv. IJmuiden kbelenstraat 1 te IJmuiden, 10.30 uur ds G. Nijenbuis Ned. Herv. Kerk Dorpskerk 10 uur ds G. H. v. Willenswaard 19 uur ds J. C. Remijn Adventskerk 10 uur ds J. C. Remijn Jehova Getuigen Wachttoren Studie Diensten zondags van 7-8 uur in het Cultureel Gebouw, IJmuiden Dinsdags van 89 uur Hagelingerweg 190 en Rijksweg 331 Gem. Gods Cultureel Gebouw, IJmuiden Elke zondag 10 uur Zondag a.s. J. STOFFEL, Hoofdstraat 165 Telefoon 8310 APOTHEKEN Zondag a.s. Apotheek de Wilde Broekbergenlaan 42, Santpoort-Dorp Telefoon K 25608284 Wijkzusters ,,Het Witte Kruis" Zondagdienst Zr. Langejan, Brederoodseweg 106 Santpoort, tel, 7477 Si

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad Huis aan Huis | 1960 | | pagina 1