De rede van
dr. Göbbeïs.
(Vervolg van pag. 3)
reeds millioenen van de beste Duitsche
vrouwen met het grootste succes. Honderd
duizenden zijn reeds gekomen, honderd
duizenden zuilen nog komen. In zeer kor
ten tijd hopen wij daardoor legers van
werkkrachten vrii te maken, die op haar
beurt wederom legers van strijdende front
soldaten beschikbaar zullen maken.
Met verachting, aldus de minister, wijs
ik het verwijt, ons door onze vijanden ge
maakt. van de hand, dar dit een nabootsing
van het bolsjewisme zou zijn. Wij willen
het bolsjewisme niet nabootsen, wij willen
het overwinnen en wel met middelen en
methoden, die tegen het bolsjewisme zijn
opgewassen. De Duitsche vrouw zal dit het
eerste begrijpen, want zij heeft reeds lang
ingezien, dat de oorlog, welken onze man
nen thans voert, in de eerste plaats een
oorlog ter bescherming harer kinderen is.
Niemand mag den ernst van den tijd mis
kennen omdat de vijand zoo ver van onze
grenzen verwijderd is. Er bestaat deson
danks een nationaal gevaar en dat moeten
wij verijdelen, het koste wat het wil.
Maatregelen.
Daarnaast voltrekken zich grootscheep-
sche fusies in het algemeene bedrijfsleven.
Dit heeft in de eerste plaats betrekking op
verzekeringsmaatschappijen en banken, de
belastingen, de tijdschriften en kranten, die
niet van oorlogs- en vitaal belang zijn. Het
heeft betrekking op partij en bestuursin
stellingen, die voor den oorlog niet onont
beerlijk zijn. maar ook op een verdere ver
eenvoudiging van het leven van het volk.
voorzoover de behoeften van den oorlog
dat noodig maken. Ik weet. dat groote dee-
len van ons volk daarbij zware offers moe
ten brengen. Ik heb begrip voor deze offers
en de leiding streeft ernaar ze tot een mi
nimum te beperken, maar er zal een zeker
gedeelte overblijven, dat "odrpaen moet
worden. Na den oorlog zullen wij datgene,
wat wij thans ontbinden, grooter en schoo
ner dan ooit opbouwen en de staat zal daar
toe de helpende hand reiken.
Na den oorlog wordt de middenstand on
middellijk in den grootsten omvang her
steld in economisch en maatschappelijk
opzicht. De maatregelen van thans zijn pit-
sluitend noodmaatregelen voor de oogmer
ken en de behoeften van den oorlog. Zij
zijn niet gericht op een structureele ver
andering van het economische leven, maar
alleen op een zoo snelle en zoo grondig mo
gelijke overwinning. Want hier ligt de weg
naar de overwinning. Alleen als wij vol
doende soldaten en wapens hebben, kun
nen wij ons met alle middelen te weer stel
len tegen de bedreiging uit het Oosten en
een door de Angelsaksische mogendheden
geprovoceerde bedreiging uit het Westen
of het Zuidoosten.
Men behoeft in Londen en Washington
geen twijfel te hebben over de ontvangst,
welke de Duitsche weermacht'een invasie
poging. waar die ook in Europa zou wor
den ondernomen, zal bereiden. Ik ontken
niet, dat ook met het oog op de uitvoe
ring van de zoo juist geschetste maatrege
len. ons nog weken vol zorg te wachten
staan. Maar daardoor krijgen wij thans
definitief lucht.
Wij richten deze maatregelen geheel
op de actie van den komenden zomer
en gaan thans, zonder eenige aandacht
te schenken aan de dreigementen en
grootsprekerij van den vijand aan het
Werk.
Het verheugt mij dat ik dit programma
der overwinning mag voordragen aan een
Duitsche volk, dat deze maatregelen niet
alleen bereidwillig draagt, maar ze zelfs
eischt. en dat wel dringender dan ooit
in den loop van dezen oorlog het geval
is geweest. Ik spreek mijn diepe over
tuiging uit, dat het Duitsche volk door
den tragischen slag van het lot te Stalin
grad innerlijk ten diepste gelouterd is. Het
heeft den oorlog in zijn hard en mee-
doogenloos gelaat gekeken. Het weet
thans de gruwelijke waarheid en is vast
besloten met den Führer door dik en dun
te gaan. Aan onzen kant staan trouwe en
betrouwbare bondgenooten. Het Italiaan-
sche volk zal met ons onder leiding van
zijn grooten Duce zonder afdwalen den
weg naar de overwinning voortzetten. De
fascistische leer heeft het rijp gemaakt
voor alle groote lotsbeproevingen. In
Oost-Azië brengt het dappere Japansche
volk de Angelsaksische oorlogsmacht slag
na slag toe. Drie groote mogendheden en
wereldmachten tezamen met haar bond
genooten voeren den strijd tegen de plu
tocratische tyrannie en de bolsjewistische
bedreiging. Wat kan ons gebeuren, wan
neer wij ons met hechte vastberadenheid
onderwerpen aan de harde beproevingen
van dezen oorlog? Aan de zekerheid van
onze overwinning bestaat bij ons geen
twijfel.
I)e vijand zal ons in den aanstaan
den zomer weer in oude offensieve
kracht leeren kennen; het Duitsche
volk is vastbesloten den Führer daar
voor met inspanning van al zijn ener-
giëen de noodige mogelijkheid te
verschaffen.
In deze dagen heeft, zoo ging dr. Goeb-
bels- voort, de Engelsehe en Amerikaansche
pers zich zeer uitvoerig met de houding
van het Duitsche volk in de huidige crisis
bezig gehouden. De Engelschen kennen
het Duitsche volk, naar zij 'zelf beweren,
zooals bekend is. veel. beter dan wij. zijn
eigen leiding. Zij geven ons schijnheiligen
raad omtrent hetgeen wij te doen en te
laten hebben, steeds in de onjuiste opvat
ting, dat het Duitsche volk van thans ge
lijkt op het Duitsche volk van November
1918, dat het slachtoffer werd van hun ver
leidingskunsten. Ik behoef geen tegenbewijs
te leveren tegen deze veronderstelling. Het
tegenbewijs wordt door het strijdende en
werkende Duitsche volk dagelijks opnieuw
geleverd.
Tien vragen.
De minister richtte in dit verband tot de
volksgenoten, die de vergadering bijwoon
den een reeks tï'agen. Toen mij, zoo zeide
hij, mijn toehoorders op mijn eischen van
30 Januari spontaan de verzekering gaven
van hun instemming, beweerde de Engel-
rche pers den volgenden dag, dat dat een
nropagandavertooning was geweest en
geenszins in overeenstemming was met de
ware stemming van het Duitsche volk.
Voor mij zittera thans in reeksen Duitsche
gewonden van het Oostelijk front, met af
gezette armen en beenen, met stukgescho
ten ledematen, oorlogsblinden. die met hun
Roode Kruiszusters zijn gekomen, man
nen in den bloei hunner jaren, die hun
krukken voor zich hebben staan. Tusschen
hen tel ik tegen Qe 50 dragers van het Eiken
loof en het Ridderkruis. Een schitterende
delegatie van ons strijdende front. Achter
hen verheft zich een blok van bewapenings
arbeiders en -arbeidsters uit de Berlijnsche
jantserf abrieken.
Achter hen weer zitten mannen uit de
nartijorganisatie, soldaten uit de strijdende
weermacht, artsen, geleerden, kunstenaars
mgenieurs en architecten, onderwijzers
ambtenaren en bedienden, een trotsche
vertegenwoordiging van ons geestelijke le
ven. Rondom is het geheele sportpaleis zie
ik verdeela duizende Duitsche vrouwen. De
ieugd is hier vertegenwoordigd en de grijze
ouderdom. Geen stand, geen beroep en geen
levensjaar is bij de uitnoodigingen over het
hoofd gezien. Ik kan dus met het volste
vecht zeggen; wat hier voor mij zit is een
ertegenwoordigend deel van het geheele
Duitsche volk, aan het front en in het va
derland.
Is dat juist? Ja of neen? (Donderend ja-
geroep antwoordde den minister).
Gij dus, zoo ging dr. Göbbels verder, ver
tegenwoordigt in dit oogenblik de natie.
En tot U zou ik tien vragen willen richten.
ie'gij met het Duitsche volk ten aanhoore
van de geheele wereld moet beantwoorden.
De Engelschen beweren, dat het Duitsche
volk het geloof in de overwinning heeft
verloren. Ik vraag u: gelooft gij met den
Führer en met ons aan de uiteindelijke,
totale overwinning van het Duitsche volk?
Wederom antwoordde een „ja" van vele
luizenden stemmen.
Ik vraag u. zijt gij vastbesloten den
Führer in het bevechten van de over
winning door dik en dun en met aan
vaarding van ook de zwaarste persoon
lijke lasten te volgen? een veelvuldig,
vele malen herhaald „ja" was het ant
woord'der menigte.
Ten tweede: De Engelschen beweren, dat
het Duitsche volk den strijd moe is. Ik
vraag u: Zijt gij bereid met den Führer. als
phalanx van uw vaderland achter de strij
dende weermacht staande, dezen strijd met
wilde vastberadenheid en zonder afdwalen
voort te zetten door alle lotsbeschikkin
gen heen tot de overwinning in onze han
den is?
Een stormachtig „ja" van alle aanwezigen
was het antwoord.
Ten derde: De Engelsehe beweren, dat het
Duitsche volk geen lust meer heeft zich te
onderwerpen aan den hand over hand toe-
nemenden oorlogsarbeid, dien de regeering
eischt. Ik vraag u: zijt gij en is het Duitsche
volk vastbesloten, wanneer de Führer het be
veelt, tien, twaalf en zoo noodig veertien en
zestien Cfur per dag te werken en het uiter
ste te geven voor de overwinning.
Wederom antwoordde de menigte met een
donderend „ja".
Ten vierde: De Engelsehe beweren, dat het
Duitsche volk zich verzet tegen de totale
oorlogsmaatregelen van de regeering. Het wil
niet den totalen oorlog, maar de capitulatie.
Ik vraag u: Wilt gij den totalen oorlog? Wilt
gij hem zoo noodig totaler en radicaler dan
wij hem ons thans ook maar kunnen voor
stellen?
De deelnemers aan de betooging antwoord
den met een geestdriftig: „ja".
Ten vijfde: De Engelsehe beweren, dat het
Duitsche volk zijn vertrouwen in den Führer
heeft verloren. Ik vraag u: Is uw vegtrouwen
in den Führer thans grooter, gelooviger en
onwrikbaarder dan ooit? Is uw bereidheid hem
op al zijn wegen te volgen en alles te doen,
wat noodig is om den oorlog tot een zegevie-.
rend einde te brengen volstrekt en onvoor
waardelijk?
De menigte betuigt haar instemming met
stormachtig heilgeroep op den Führer en
roept in spreekkoren: „Führer beveel, wij
volgen".
Ik vraag u ten zesde: Zij» gij bereid van nu
af aan uw geheele kracht te geven en het
Oostfront de menschen en wapens ter be
schikking te stellen, die het noodig heeft om
het bolsjewisme den doodelijken slag toe te
brengen?
Wederom weerklonk een onvoorwaardelijk
„ja" van vele duizenden stemmen.
Ik vraag u ten zevende: legt gij fnet heiligen
eed aan het front de gelofte af, dat het vader
land met sterk moreel achter het front staat
en het alles zal geven wat het noodig heeft
om de overwinning te bevechten?
Ik vraag u ten achtste: wilt gij, in het bij
zonder gij vrouwen zelf, dat de regeering er
zorg voor draagt, dat ook de Duitsche vrouw
geheel haar kracht ter beschikking stelt van
de oorlogvoering en vooral, waar dat slechts
mogelijk is, inspringt om mannen voor het
front vrij te maken en daarmede haar man
nen aan het front te helpen?
Ik vraag u ten negende: keurt gij het goed,
wanneer zoo noodig de meest radicale maat
regelen genomen worden tijgen een kleinen
kring menschen, die zich onttrekken, en op
lichters, die midden in den oorlog vrede spe
len en den nood van het volk willen uitbuiten
voor zelfzuchtige doeleinden? t Gaat gij er
mede accoord, dat, wie zich aan den oorlog
vergrijpt het hoofd verliest?
De geweldige zaal brak ten antwoord uit
in donderenden bijval.
Ik vraag u ten tiende en ten slotte: Wilt
gij, dat, zooals het nationaal socialistische
program het eischt juist ia den oorlog ge
lijke plichten en gelijke rechten lieerschen,
dat het vaderland de zware lasten van den oor
log solidair op zijn schouders neemt en .dat
zij voor hoog en laag en arm en rijk op ge
lijke wijze verdeeld worden?
Het antwoord was een heil-gcrocp, waar
aan geen einde kwam.
Ik heb u gevraagd, zoo ging de minister
voort, en gij hebt uw antwoord gegeven. Door
uw mond heeft zich dus het standpunt van
het Duitsche volk gemanifesteerd. Gij hebt
onzen vijanden toegeroepen, wat zij moeten
weten, opdat zij zich niet overgeven aan illu
sies en valsche voorstellingen. De machtigste
bondgenoot, die er ter wereld bestaat, het
volk zelf. staat achter ons en is vastbesloten
met den Führer, het koste wat het koste en
met aanvaarding van ook de-.zwaarste offers
de overwinning strijdende te bevechten.
Welke macht ter wereld zou ons thans nog
kunnen verhinderen alles door te zetten en
te vervullen, wat wij ons als doel hebben ge
steld?
Wij leggen voor het front de gelofte af en
wij leggen voor den Führer de gelofte af, dat
wij het vaderland tot een blok van willen
aaneen willen smeden, waarop de Führer en
zijn strijdende soldaten onvoorwaardelijk en
blindelings kunnen vertrouwen. Met vurig
hart en koel hoofd willen wij de oplossing
der groote problemen van deze phase van den
oorlog ter hand nemen. Wij betreden daar
mede den weg naar de definitieve over
winning.
Zij ligt gefundeerd in het geloof aan den
Führer. De Führer verwacht van ons een
prestatie, die allés, wat tot dusver bestaan
heeft, in de schaduw stelt. Wij willen zijn
eisch niet afwijzen. De natie is tot alles be
reid. De Führer heeft bevolen, wij zullen hem
volgen. Wanneer wij ooit trouw en onver
brekelijk aan 'de overwinning geloofd hebben,
dan op dit oogenblik van nationale bezinning
en innerlijke oprichting. Wij zien haar in
tastbare nabijheid voor ons liggen, wij moeten
slechts toegrijpen. Wij moeten slechts de be
sluitvaardigheid toonen om al het andere
ondergeschikt te maken aan het dienen der
overwinning.
Dat is het gebod van het oogenblik en daar
om luidt het parool: Thans, volk, sta op. en
storm, breek los.
Beriijnsch commentaar.
De gisteren gehouden massabetooging in het
Sportpalast te Berlijn, in welker middelpunt
de groote rede stond van minister dr. Göbbels.
beheerscht volkomen het beeld der Duitsche
Vrijdagochtendbladen.
De bladen noemen deze betooging een
volksstemming^voor den totalen oorlog en
schrijven, dat de herhaalde instemming der
massa met de uiteenzettingen van dr. Göbbels
de rotsvaste zekerheid der Duitsche natie in
de overwinning overtuigend tot uiting heeft
gebracht.
De Berliner Lokal Anzeiger schrijft: Het
Duitsche volk wil zijn toekomst en wil de
overwinning. Voor dit doel wil het strijden
en offeren. Het zal aan niets -anders meer
denken dan aan den oorlog en daarom zal
het dien winnen.
De Berliner Börsenzeitung: Na deze impo-
neerende betooging zal er ook bij de vijanden
geen twijfel meer mogelijk zijn. Het Duitsche
volk heeft uiting gegeven aan zijn vastbera
den wil, den totalen oorlog zoo grondig te
voeren, dat aan het eind daarvan de totale
overwinning zal staan.
De Völkischer Beobachter -zegt o.m.: Met
den wal onzer wapenen Europa te behoeden
voor zijn ineenstorting, werd onze missie voor
cultuur en beschaving, maar ons zelf voor de
uitroeiing te bewaren, werd ons besluit. Daar
aan valt niet te tornen. Al zou de toekomst
ons nog een zwaarder lot brengen, dan wij
reeds doorstaan hebben, toch willen wij het
beleven, want hetr lot stelt ons als volk en
als mensch voor de vraag, of wij willen leven
of sterven. Wij hebben gisteren geantwoord.
Aartsbisschop van New-York naar
het Vaticaan.
In toonaangevende kringen van het Vati
caan worden geen mededeelingen gedaan over
redenen en bedoelingen van het bezoek van
Mgr. Spellman, aartsbisschop van New-York,
die morgen in Vaticaanstad zal aankomen. In
ieder geval moet Spellman niet door den Paus
zijn uitgenoodigd.
Spellman, die van Amerikaansche nationa
liteit is, is te Rome geen onbekende. Van 1921
tot 1932 was hij te Rome werkzaam als verte
genwoordiger van de Amerikaansche Roomsch
Katholieke Orde der Ridders van Columbus.
In 1933 speelde hij een rol bij het aanknoopen
van betrekkingen tusschen het Vaticaan en
president Roosevelt, dat tot de benoeming van
Myron Taylor leidde. De aartsbisschop staat
sedert vele jaren in nauwe persoonlijke be
trekking met het Vaticaan. Kort na de confe
rentie te Casablanca heeft hij te Washington
een onderhoud met Roosevelt gehad, waar
over geen mededeelingen zijn gedaan.
Gedurende zijn verblijf te Rome is Spellman
de gast van den Paus. In Vaticaanstad wordt
een terugkeer van Taylor, die al ruim een
jaar uit Rome weg is en slechts eenmaal een
kort bezoek aan den Paus heeft gebracht,
niet verwacht.
Duitschland en Spanje.
Hot bekende Engelsehe blad „Sunday
Despatch" heeft het belicht de wereld in
gestuurd, dat Duitschland van Spanje
steunpunten overzee in Algeciras, op de Ba
learen, in Tanger en in Spaansch Marokko
heeft geëischt. In officieele Berlijnsche re-
geeringskringen noemt men dit bericht een
proefballon die slechts ten doel heeft om de
verhouding tusschen Spanje en Duitschland
te vertroebelen.
Japansche uitvinding.
Een Japansche geleerde zou er in zijn
geslaagd een metaallegeering te ontdekken
waarvan het gewicht 33 procent lager is
dan dè lichtste tot nu toe bekende legeering.
Deze uitvinding zal vooral voor do vliegtuig
industrie van belang zijn.
Amerikaansche toebereidselen.
Roosevelt heeft Zaterdag met zijn militaire
raadgevers langen tijd geconfereerd. Het
hoofdthema der besprekingen zou zijn ge
weest de invasie van het Europeesche vaste
land en de bombardeering van Japan uit de
lucht. Charles Henry Barth is benoemd tot
chef van den generalen staf van het Ameri
kaansche leger op het Europeesche oorlogs-
tooneel.
De Londensche correspondent van „Svens-
ka Dagbladet" meldt, dat dit jaar nieuwe ont
moetingen tusschen Churchill en Roosevelt
zullen plaatsvinden. Ook zullen conferenties
worden gehouden over de betrekkingen tus
schen Engeland en de Vereenigde Staten.
Tenslotte deelt de correspondent mede, dat
de algemeene politieke richtlijnen worden
voorbereid, die later ten opzichte van de As-
mogendheden zullen gelden.
Syrië en Arabië.
In Egyptische politieke kringen te Cairo
volgt men nauwlettend het streven van de
Engelschen, om ook nog andere Arabische
staten te bewegen tot een oorlogsverklaring
aan de Asmogendheden.
Aan bepaalde, schijnbaar plaatselijke
gebeurtenissen, is men geneigd, in het licht
der oorlogsverklaring van Irak en haar
voorspel, een diepere en verder gaande
beteekenis toe te kennen.
Men heeft berekend, dat ruim de helft
van de nieuwe Egyptische begrooting
direct en indirect voor oorlogsdoeleinden
dient. Deze begrooting is met haar 65
millioen pond de hoogste, die de financieele
geschiedenis van Egypte ooit heeft ver
toond.
Groot opzien heeft voorts gebaard de
recente aankomst te Cairo van den Emir
van den Syrischen stam Ruallah. In Cairo
is hij niet de gast van de Egyptische re
geering, maar van den Britschen minister
Casey. Volgens officieele berichten is hij
ontvangen door een gezant van Saoedië-
Arabië. Men leidt hieruit het vermoeden
af, dat het oude Bfitsche plan eener
Saoedisch-Syrische personeele unie onder
de dynastie van Saoedië-Arabië den laat-
sten tijd weer nieuwen vorm heeft aange-
notnen, temeer, daar Syrië sinds den dood
van bet laatste staatshoofd nog geen
nieuwen leider gekregen heeft. Vorenge
noemde Emir, Sjaalen. is een zwager van
Koning Ibn Saoed en is volgens Arabisch
oordeel de juiste man voor het behandelen
van delicate politieke problemen. Zegs
lieden uit Turkije bevestigen dat de Brit
ten er naar streven, een genoemde perso
neele unie tot stand te brengen.
Uit dezelfde bron wordt voorts bekend,
dat de Amerikanen het ontstaan van een
dergelijk groot blok van Arabische lan
den onder Britsche auspiciën-in het geheel
niet goedkeuren. Koning jbn Saoed heeft
zijn ouden eisch naar voren gebracht
der inlijving van het emiraat Kowéit aan
de Perzische Golf bij zijn Koninkrijk. Daar
hebben zich reeds de Amerikanen genesteld
en zij zijn gekant tegen een dergelijke in
lijving, die dit strategische punt weer aan
hun rechtstreekschen invloed zou onttrek
ken. In breede Arabische kringen is men
over het algemeen van oordeel, dat de
personeele unie, waarover thans in Cairo
onderhandeld wordt, niet tot stand zal
komen t gevolg van de Amerikaansche
tegenwerking.
KORT NIEUWS.
Naar de Berlijnsche bladen melden heeft
zich Zaterdag een ontploffing voorgedaan op
het station „Nordsüd" in de Friedrichstrasse.
Er zijn twee dooden en verscheidene zwaar
gewonden te betreuren.
De Spaansche minister van marine is Zon
dagmiddag in de oorlogshaven Cartagena aan
gekomen ter bezichtiging van de havenwer
ken. Hij was o.a. vergezeld van den chef van
den generalen staf der marine.
SPORT EN SPEL
Biljarten.
KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND GROOT
BILJART.
Donderdag werden de biljartkampioenschap
pen groot biljart anker kader 71/2 in Den Haag
voortgezet.
Over het algemeen was het spel wel beter dan
den eersten dag. De Rotterdammer Van de Pol
was de man, die voor zijn beide parftijen tegen
Vreeswijk en Metz resp. 11 en IS beurten noodig
had. In zijn eerste partij maakte hij met de eerste
beurt tevens de hoogste serie tot nu toe ge
maakt, n.l. 86, ^oodat de verwachtingen hoog
gespannen waren. Hij overschreed dit aantal eeh
ter niet meer. Zijn gemiddelde tegen Vreeswijk
van 27, 27 is zeer goed te noemen, in zijn tweede
partij tegen Metz ging het iets minder vlot. Een
mooie serie van 61 strandde op een gemakkelijk
bandstootje.
De uitslagen,luiden:
caramb.
brt.
h.s.
gem.
Metz
300
22
72
13.63
Van Vliet
187
22
27
8.50
Van de Pol
300
11
86
27.27
Vreeswijk
108
11
19
9.81
De Leeuw
300
25
53
12.—
Domme ring
193
25
32
7.27
Jacobs
300
39
55
7.69
Sweering
298
39
43
7.58
Van Vliet
300
27
44
11.11
Vreeswijk
220
27
55
8.14
Van de Pol
300
18
61
16.16
Metz
177
18
36
9.83
Van de Pol en De Leeuw hebben de leiding met
ieder drie gewonnen partijen en 0 verliespunten.
Dammen.
KWARTETWEDSTRIJDEN DAMCLUB
„OOSTERKWARTIER".
Hieronder publiceeren wij den eindstand
van de door Damclub „Oosterkwartier" ge
organiseerde wedstrijden om den „Ooster-
kwartier"-wisselbeker.
gesp. gew. gel. verl. p.
Damcl. „Oosterkwartier"
7
6
1
0
13
Haarlemsche Damclub
7
5
2
0
12
R.K. Damclub „St. Bavo"
7
5
0
2
10
R.K. Damclub „T.E.P."
7
3
0
4
6
Damclub „Haarlem"
7
3
0
4
6
Damclub „Het Noorden"
7
1
2
4
4
DamvereenigLog „D.O.S."
7
2
0
5
4
Haarl. R.K. Damgenootsch.
7
0
1
6
1