Haarlemsche Courant
BEKENDMAKING
Beroepspersoneel der voormalige
Ned. Weermacht opgeroepen.
BEKENDMAKING.
Politiestandrecht
in verschillende
provincies.
Verbod tewerkstelling
studeerenden.
Nieuwsblad voor Noord-Holland
Het Politiestandrecht.
288e Jaargang No. 98
Bureaux! Groote Houtstraat SIS.
Tel Advert. 10731, Redactie 108M
Postgiro 134958 Haarlcmscha Ct, Haarlem
Bijkantoor, Soendapleln ST. Tel. ISWM
Hoofdredacteur! J, V. Baudewyns
Vrijdag 30 April 1943
Verschijnt dagelijks,
behalve op Zon- en Feestdagen
Drukkerij: Z. B. Spaarne 13. Tel. «Til
Kantoor XJmuIden: Rembrandtlaan 35,
IJmuiden-Oost
Ultg Graf, Bedrijven Damiate, Haarlem
K 129T
De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, General der Flieger Fr.
Christiansen, maakt het volgende bekend:
Na de capitulatie van de Nederlandsche weermacht in Mei 1940 heeft de Führer
en opperbevelhebber van de Duitsche weermacht bevel gegeven tot onmiddellijke
invrijheidstelling van de Nederlandsche soldaten uit de krijgsgevangenschap.
Deze maatregel werd vanzelfsprekend genomen op voorwaarde, dat de Neder
landsche officieren en manschappen deze grootmoedige handelwijze met een
dienovereenkomstige houding ten aanzien van de Duitsche bezettende macht
zouden beantwoorden. Een groot gedeelte van hen heeft aan deze verwachting
voldaan; in vele gevallen is echter onder invloed van onverantwoordelijke ophit
sers een tegenovergestelde ontwikkeling gevolgd. Reeds in Mei 1942 moesten
derhalve de voormalige beroepsofficieren opnieuw in krijgsgevangenschap worden
weggevoerd. De Duitsche weermacht heeft sindsdien bijna een vol jaar laten
verstrijken in de verwachting, dat deze duidelijke waarschuwing zou worden ver
staan. In feite hebben echter afzonderlijke leden van de voormalige Nederlandsche
weermacht door hun vijandig gedrag telkens opnieuw het vertrouwen, dat bij hun
vrijlating in hen werd gesteld, geschonden. Dit misbruik van een volkomen vrij
willig teruggeschonken vrijheid wordt thans niet langer meer geduld.
De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden beveelt derhalve, dat de leden
van de voormalige Nederlandsche weermacht terstond opnieuw in krijgsgevangen
schap worden weggevoerd. Hij zal de betrokken personen in de dagbladpers tot per
soonlijke aanmelding oproepen. Wie aan den oproep van den Wehrmachtbefehls
haber geen gevolg geeft of tracht, zich op andere wijze aan de krijgsgevangen
schap te onttrekken, moet op de strengste maatregelen rekenen. Dit geldt eveneens
voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke 'pogingen ondersteunen. Allen,
die thans in krijgsgevangenschap moeten terugkeeren, hebben dit uitsluitend aan
de ophitsers te danken, die door hun misdadig gedrag dezen maatregel nood
zakelijk maakten.
2.
3.
De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, General der Flieger Fr.
Christiansen, maakt bekend:
In vervolg op de op 29 April 1943 in de dagbladpers gepubliceerde bekend
making wordt hiermede ter aanmelding en terugvoering in de krijgsgevangen
schap opgeroepen
Het beroepspersoneel van de voormalige Nederlandsche weermacht
beneden den rang van officier, met geboortedatum na 31 Maart 1898, voor zoover
dit personeel in Mei 1940 in werkelijken dienst van de Nederlandsche weermacht
stond.
In het weermachtskamp te Amersfoort, Zonnebloemstraat, moeten zich tel
kens tusschen 8 en 11 uur de volgende personen aanmelden: de leden
1. van het wapen der infanterie, cavalerie, artillerie, technisch personeel,
politïetroepen, op 7 Mei 1943;
van de zeemacht met beginletters AH en de leden van het wapen der
genie, nontonniers en tornedisten, militaire luchtvaart, mil. geneeskun
digen dienst, on 10 Mei 1943;
van de zeemacht met beginletters IZ en de leden van alle boven niet
genoemde wapens en onderdeden op 13 Mei 1943.
BH de aanmelding moeten het persoonsbewijs en voor zoover nog aanwezig
de wwf.ifwoffle vertoond.
Kleedinfr: Zooveel mogelHk uniform, anders burgerkleedïng. Dringend wordt
aanbevolen daagsche en Zondagsehe kleeren, wollen dekens, lijfgoed en extra
schoeisel mede te bremren. De gezamenlijke bagage mag den omvang van twee
handkoffers niet overschrijden.
Van de aanmelding en terugvoering in de krijgsgevangenschap zijn uitge
zonderd
1. Alle leden der Nederlandsche politie en haar nevenorganisaties in zooverre
deze personen momenteel in actieven dienst staan bij
a. de staatsordepolitie;
de gemeenteliike ordepolitie;
de marechaussee (gendarmerie)
de politie te water;
de staatsrecherche (recherchecentrale, recherchehoofdafdeelingen,
rechercheafdeelingen)
de gemeentelijke recherche;
de staatsbrandweer;
de gemeentelijke brandweren;
de vrijwillige brandweren voor zoover deze personen daar als hoofdberoep
een functie uitoefenen of leiders zijn;
de vaste kern van den luchtbeschermingsdienst (bezoldigd door den
staat)
onderofficieren, die tijdens hun actïeven diensttijd bestuursambtenaren
(administrateurs) waren;
personen, die als hoofdberoep een functie bij den Nederlandschen
Arbeidsdienst uitoefenen;
4. in Duitschland werkende personen.
De onder 1. genoemde personen moeten vóór 15 Mei 1943 een bevestiging van
de boven hen staande Nederlandsche dienstinstantie betreffende hun tegen
woordige aanstelling (actief dienstverband) inzenden aan den commissaris voor
de belangen van de voormalige Nederlandsche weermacht te Den Haag, Lange
Voorhout 7.
Wie geen gevolg geeft aan den oproep van den Wehrmachtbefehlshaber of zich
op andere wijze aan de terugvoering in de krijgsgevangenschap probeert te ont
trekken, moet op de scherpste maatregelen rekenen. Dit geldt ook voor personen,
die de betrokkenen 'bij dergelijke pogingen ondersteunen.
Verdere oproepingen zullen volgen.
b.
c.
d.
e.
f.
s-
h.
i.
k.
2.
3.
Het Rijkscommissariaat maakt bekend:
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heeft op grond van
de paragrafen 62 e.v. van de verordening
op de bescherming der orde 1943 voor de
gebieden der provincies Overijssel, Lim
burg, Noord-Holland en Gelderland met
onmiddellijk van kracht worden het
Politiestandrecht afgekondigd en in ver
band hiermede beschikt:
„Ik verbind daarmede het bevel dat zich
een ieder heeft te onthouden van iedere be
roering die de openbare orde en de veilig
heid van het openbare leven kunnen ver
storen of in gevaar brengen en zich heeft
te voegen naar mijn speciale beschikkingen,
die ik uitvaardig onder uitdrukkelijke ver
wijzing naar de gestrengheid van het
Politiestandrecht.
Wie handelt in strijd met dit bevel wordt
standrechtelijk veroordeeld.
De Höhere S.S.- und Polizei-Führer treft
alle maatregelen die hem tot instandhou
ding of herstel van de openbare orde of de
veiligheid van het openbare leven noodza
kelijk voorkomen.
De Höhere S.S— und Polizei-Führer kan
bij de uitvoering van zijn opdracht afwij
ken van het geldende recht".
Tot speciale gemachtigden volgens par.
65 van de verordening op de Bescherming
der Orde heeft de Rijkscommissaris aan
gewezen:
voor de provincie Overijssel zijn ge
machtigde voor deze provincie, Weidlich;
voor de provincie Limburg den Ober-
Bereichsleiter Himmerich; voor de provin
cie Noord-Holland zijn gemachtigde voor
deze provincie en de stad Amsterdam Dr.
Schroder, tot diens plaatsvervanger den
Reichsrichter Schwebel; voor de provincie
Gelderland den plaatsvervangenden ge
machtigde voor deze provincie Brandes.
Bovendien heeft de Rijkscommissaris op
grond van par. 63, art. 3, van de Verorde
ning op de Bescherming der Orde 1943 met
uitdrukkelijke verwijzing naar de ge
strengheid van het Politiestandrecht voor
de bovengenoemde provincies het volgende
beschikt:
„lo. Wie aan openbare samenscholingen
van welken aard ook deelneemt;
2o. Wie, staakt of door louter passief ge
drag, weigert te werken, wie werknemers
uitsluit;
3). Wie zonder verlof vuur-, houw-, of
steekwapens draagt of bezit;
4.) wie vlugschriften vervaardigt, ver
spreidt of bezit, welke de openbare orde
kunnen verstoren;
5.) wie weerstand biedt aan de openbare
macht, wordt standrechtelijk veroordeeld
en zal derhalve volgens par. 66 van de ver
ordening op de bescherming van de orde
1943 principieel met den dood gestraft wor
den.
Poging, opruiing of hulpverleening wor
den gestraft op dezelfde wijze als de vol
trokken daad".
De Höhere SS- und Polizeiführer bij den
Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied heeft op grond van par.
64 van de Verordening op de Bescherming
der Orde 1943 met verwijzing naar het door
den Rijkscommissaris voor het bezette Ne-
derandsche gebied afgekondigde Politie
standrecht voor de bovengenoemde provin
cies het volgende beschikt:
„1) De aan mij ondergeschikte SS- en
Polizeieenheden schieten onverwijld zon
der waarschuwing, wanneer samenscho
lingen van welken aard ook voorkomen of
wanneer zich meer dan 5 personen op
openbare wegen of pleinen verzamelen.
Uitgezonderd zijn door de Duitsche politie
goedgekeurde bedrijfsvergaderingen.
2) Verboden is het oponthoud buitens
huis in den tijd van 20 uur tot 6 uur. Uit
zonderingen staat de Duitsche politie toe.
3) Verboden is het schenken en gebrui
ken van brandewijn en andere alcoholische
dranken in openbare lokalen en het afle
veren en verkoopen van dergelijke dran
ken.
4) Den werkgevers is de uitbetaling van
loonen en salarissen aan stakers verboden
voor dagen, waarop geheel of gedeeltelijk
is gestaakt.
5) De Duitsche veiligheidspolitie neemt
alle zaken in beslag, die tijdens den duur
van het politiestandrecht op de voorge
schreven of ter plaatse gebruikelijke tijden
niet open zijn.
Wie handelt in strijd met een van de on
der 2 tot 4 genoemde verboden wordt ge
straft met gevangenisstraf en boete tot een
onbeperkte hoogte of met een van deze
straffen, voor zoover niet volgens andere
bepalingen een strengere straf is ver
beurd.
Maatregelen der veiligheidspolitie blij
ven voorbehouden."
Het Politiestandgerecht, bepaalt (vol
gens de verordening van 9 Jan. 1943) voor
zoover in deze afdeeding niet anders is
bepaald zijn procédure overeenkomstig
plichtmatige beoordeeling. Met betrekking-
tot de inleiding van een onderzoek of tot
het voeren van de standrechterlijke proce
dure dan wel tot niet verdere vervolging
BESCHIKKING
van den commissaris-generaal voor het vei-
ligheidswezen betreffende het verbod van
tewerkstelling van studeerenden.
Op grond van par. 52 der verordening op
de bescherming van de orde 1943 (no. 1)
beschik ik om redenen van het handhaven
der openbare orde:
Par. 1. 1) Werkgevers mogen in het
bezette Nederlandsche gebied personen, die
in het studiejaar 1942-1943 of later een
Nederlandsche universiteit of hoogeschool
hebben bezocht en hun studie nog niet vol
gens het leerplan hebben voltooid (in het
vervolg studeerenden genaamd) niet in
dienst hebben.
2) Studeerenden mogen geen werk aan
nemen bij werkgevers in het bezette Neder
landsche gebied of verder werk verrichten.
Zij moeten de werkplaats met het van
kracht worden dezer beschikking verlaten.
Par. 2. 1) De werkgevers .zijn verplicht
te onderzoeken of zich onder hun werkne
mers studeerenden bevinden, die vallen
onder de bepalingen van par. 1.
2) Werknemers, die studeerenden zijn,
moeten dit aan hun werkgever mededeelen.
Dit geldt o.m. bij aanstelling in een nieuwe
positie.
Par. 3. 1) De bepalingen van par. 1 gel
den niet ten aanzien van studeerenden, die
een verklaring volgens par. 2 van de ver
ordening no. 2/1943 betreffende de beveili
ging van de orde aan universiteiten of
hoogescholen afgelegd hebben of afleggen.
2) Het bewijs betreffende het afleggen
van de in art. 1 genoemde verklaring wordt
geleverd door de bevestigingsverklaring van
de universiteit of hoogeschool.
Par. 4. 1) Wie opzettelijk of door na
latigheid inbreuk pleegt op de bepalingen
van deze beschikking of tracht haar te ont
duiken, wordt gestraft met hechtenis tot'
zes maanden en met een boete tot 2000
gulden of met een van deze straffen.
2) Maatregelen der veiligheidspolitie
blijven voorbehouden.
Par. 5. Deze beschikking wordt op 3 Mei
1943 van kracht.
DEN HAAG, 27 April 1943
Der Generalkommissar für das
Sicherheitswesen
(gez.) RAUTER.
SS-Gruppenführer und
General-leutnant fW Polizei.
kan de hoogere S.S.- en politieleider aan
het gerecht opdrachten geven.
Het politiestandgerecht dient in de pro
cedure alles te doen wat tot ontdekking
van de waarheid noodzakelijk is. De ver
dachte dient, zoo noodig door tusschen-
komst van een tolk. te worden gehoord.
Als verdediger wordt hij bijgestaan door een
SS-leider of een politie-officier. Het gerecht kan
in diens plaats eveneens een door den verdachte
zelf gekozen verdediger toelaten, voor zoover de
procedure hierdoor niet wordt vertraagd.
Dé namen der rechters, van den griffier en
van den verdachte, de bewijsmiddelen, het straf
bare feit, het met redenen omkleede vonnis, zoo
mede de dag en de plaats der terechtzitting van
het standgerecht worden in een door den' voor
zitter en den griffier te onderteekenen proces
verbaal neergelegd.
Indien ter terechtzitting blijkt, dat een straf
baar feit in den zin van artikel 62, lid 3, niet
heeft plaats gevonden, of in een standrechte
lijke procedure de zaak niet kan worden opge
helderd, wordt de zaak verwezen naar den ge
wonen rechter.
Eden en Malsky bijeen.
Litwinof naar Moskou.
Reuter meldt, dat de Britsche minister
van buitenlandsche zaken, Eden, een ont
moeting heeft gehad met den Sov,iet-am
bassadeur, Maisky.
De Sovjet-ambassade in Washington heeft
bekend gemaakt, dat de ambassadeur, Lit
winof, de volgende week naar Moskou zal
vertrekken, Het is niet bekend, of de reis
in verband staat met de breuk in de be
trekkingen tusschen de Sovjetregeering
en de Poolsche emigranten in Londen.
Radio Moskou meldt, dat de vertegenwoor
diger van de Poolsche emigranten in de Sov
jet-Unie, Romer, met zijn personeel heden
uit Moskou vertrekt en naar Koeibysjef reist.
Hij zal dan met het geheele personeel bestaan
de uit ongeveer 100 personen de Sovjet-Unie
verlaten en doorreizen naar Iran.
Amnestie op Java.
De Japansche militaire autoriteiten op. Java
hebben op 29 April, ter gelegenheid van den
verjaardag van den Japanschen Keizer, een
algemeene amnestie afgekondigd voor inland-
sche strafgevangenen. Uitgezonderd van deze
amnestie zijn communisten, anarchisten en
gevangenen, die voor den Japanschen krijgs
raad terecht hebben gestaan, die zijn gestraft
wegens vergrijpen tegen de openbare orde en
rust, of die nog in voorarrest zitten.
RADIOREDE VAN DEN LEIDER
OP 1 MEI.
De persdienst van den Nederland
schen Omroep deelt mede, dat de Lei
der op den „Dag van den Arbeid 1
Mei, om 13 uur over den zender Hil
versum 1 een rede tot het Nederland
sche volk zal houden.
(Zie voor de weermachtberichten pag 3.)