Blokfiguur-Puzzle. Kerstfeest en staal Onze Kerstversiering Kerstvre v tm iezm Vier dagen later Wij hadden een modern interieur gekocht, juist voor den oorlog, in den tijd, die in mijn herinnering voortleeft als een vreemde men geling van een roes van levensvreugde en de overal opduikende ongewisse schaduw van den naderenden oorlog. Vroolijk gingen wij, na ons werk, dien laatsten vredeswinter, door de verlichte straten van de stad om inkoopen te doen voor ons toekomstig leven. De lampen schommelden zacht in den wind boven de menschenhoofden en spiegelden zich in het natte asfalt van den rijweg, de etalages vorm den lichte vensters, waardoor wij, met moeite onze keus bepalend, dingen zagen lig gen. die straks misschien ons heel het lange verdere leven zouden vergezellen. Soms aten wij op Zondagavond in een restaurant en reden daarna in een taxi naar schouwburg of bioscoop. Josje noemde het „grootdoenavon- den" en vgrheugde zich er al tien dagen tevo ren op. En eensklaps, na enkele uren van ontroe ring en feest, was het goede, groote avontuur begonnen. We hervonden onszelf in onze kleine, nieuwe woning met kleine, nieuwe dingen, die nu toch weer allemaal vreefnd leken; het huis van een ander. Misschien lag het aan mij. Ik heb vroeger nooit tusschen stalen meubelen gewoond Josje vond het eenig. Ik vond er den weg niet in. Josje da delijk. Ik nam haar veel mee uit, als vroeger. En alles was tenslotte feestelijk, ook zonder feestelijken tooi. ,Toen kwam, na een lente, waarin ze meis jesachtiger was dan ooit, en waarin we stoei den en zongen, de oorlog. De oorlog heeft veel met ons allen gedaan, met u en uw gezin, en ook met Josje en mij. Voor het eerst heeft ze gehuild op een avond, toen ze met de bonnen bezig was, op haar stalen stoel, aan de tafel met stalen pooten. Ik was moe. Duizend vraagstukken speelden krijgertje door mijn hoofd en van de bonnen begreep ik niets. Langzaam, onge merkt, zijn allerhande nieuwe vraagstukken bij ons tusschen de stalen meubelen komen wonen, met elkaar een zware last. Zij liggen den heelen dag om Josje heen, waar ze gaat, in den groentewinkel, in de keuken, met kof fiedrinken, 's avonds in de eenige warme ka mer (die van de stalen meubelen) en in de kilte van ons slaapvertrek. Josje is veranderd. Ze huilt bijna nooit meer. Ze is overdag gehaaid, en 's avonds koel. en zakelijk. Ze gaat in de gang kijken naar den meter, als ik eens het schemer lampje op den schoorst^n wil aandraaien om het gezellig te maken. Ze lawaait met de pook .in de kachel als ik rustig de krant lees. Ze zucht soms en ze zegt: „Ik kan jou toch niks opdragen, daar ben je veel te onhandig voor". En als er een enkele maal een vriend van ons is, heeft ze alleen maar banale verhalen over clandestien en de buren. Wanneer ik haar aanhaal, kijkt ze me even lief aan en strijkt me langs mijn wang, maar ik zie aan haar oogen, dat ze onderdehand aan de aardappe len en mijn scheerzeepbon denkt. Heele avonden zit ze kousen te stoppen en hemden te verstellen. Ik begrijp dat niet; al die kapotte boel van ons alleen? ,,Ja", zegt ze, „je moest eens weten, wat ik allemaal te doen heb, maar dat weet je niet" Dan valt er verder een diepe stilte. „Grootdoenavonden" hebben we natuurlijk nooit meer. Ik weet het: ik ben onhandig en ik heb te weinig medege voel. En zoo kwam ik er laatst toe om weer eens bloemen mee te nemen, zooals in het begin; chrysanten, wèl erg kostbaar, maar Josje houdt van chrysanten. Eén oogenblik was ze blij, dat zag ik. Maar direct zei ze: „O lieverd, wat zonde, de bloemen zijn zoo vreeselijk duur!" En daar stond ik. Maar nu, aan het einde van December, kwam het groote probleem: Kerstmis. De vorige jaren hadden we bij familie gevierd, maar dat kan dit jaar niet, omdat ze uitste- dig zijn. Dus Kerstmis thuis. Voor het eerst. Temidden van de stalen meubelen. We roerden geen van beiden het thema aan. Ik spiedde, terwijl zij met de bonnen zat, tersluiks eens rond, en piekerde over versier- mogelijkheden, ofnou ja. om toch iéts te doen. Toen ze in de keuken was bond ik een stukje touw om de leuning van een stalen stoel, om te zien of het zou houden als ik er b.v. hulst tusschen stak. Maar Josje kwam intuïtief kijken en vroeg verbaasd: „Wat voer jij uit?" en ik zei: „Och, niks, in gedachten" en ging met een rood hoofd op zolder rom melen. De lamp bood ook geen mogelijkheden, want het geplisseerde shantung eingt zoo maar in een rand van ijzerdraad. Gisteravond heb ik kordaat een Ijoompje gekocht. Dat hadden we thuis ook altijd. En ik heb ook wat versiering op den kop getikt, wel niet zoo mooi als vroeger, maar goed, tóch versiering. Ik kwam thuis met mijn vangst en Josje was boodschappen«.doen. 'Aarde uit het tuintje in een pot. Het boompje er in. De dingetjes er aan. De ster er boven op. Er waren maar drie kaarsenknijpertjes. Wel wat weinig. Maar enfin, ons eenige pak kaarsen opengebroken, en drie kaarsen er uit gehaald. Ik had de tafel een eind naar het verduisterde raam geschoven. Nu nog de kaarsen aan, want ze moeten vóórbranden, dan doen ze op den avond zelf het beter. Dat zeiden ze vroeger thuis tenminste altijd. Op dat oogenblik hoorde ik gestommel in de gang. Ik draaide het licht uit en bekeek goed keurend mijn prestatie. Toen kwam Josje binnen. Ze bleef met een ruk staan. Een tijdlang zag ze zwijgend naar het boompje. Het schijnsel van de drie kaarsen weerkaatste in het staal van de meubelen. De drie vlam metjes stonden sidderend tusschen het groen. Er was een lichte geur van hars, de geur, die bij Kerstmis hoort. Ik keek haar eens glimlachend aan. Zij lachte niet. Ze kwam ldhgzaam naar me toen en sloeg haar armen om mijn hals, én toen ik zei: „Maar het is nog te vroeg", schudde ze haar hoofdje en leunde tegen mijn schouder. Later op den avond hebben we warme wijn gedronken en zoo samen, niet te vroeg, maar op tijd, een goed, mooi Kerstfeest gevierd. Horizontaal: 2. deelgenoot; 4. elkeen; 6. Ame- rikaansche koekoek; 7. rustplaats; 9. zangstem; 10. lichaamsdeel; 12. kamerplant; 14. mensche- lijk; 15. binnenste 16. liefdegod; 18. aller moe der; 19. muzieknoot; 21. eventueel (afkorten); 22. voertuig; 23. ruimte; 25. Indisch eiland; 27 lied; 29. strijdmacht; 31. ingewijde; 33. ver wording; 37. eigenwijs; 41. deel van een boom; 42. plaats in België; 43. slot; 44. gebak toiletartikel; 47. kleur; 48. aanlegplaats; 49 zangnoot; 50. plaats in Zeeland; 51. rivier in Nederland; 53. soort aloe; 57. wel tjpdankt: 59. stad in Nederland; 64. vrucht; 65. oude Ger manen; 67. dwars zitten; 69. gemeenschappe lijke grond; 71. beloften; 72. nauw; 73. uitbouw; 76. vadsig; 77. voorzetsel; 78. voorzetsel; 79. voorzetsel; 80. Finsche stad; 82. gedicht; 83, Europeaan; 85. hinder; 86. gebouwen; 87. deel van een wet (afkorten); 88. onbepaald voor- n^pmwoord; 89; ergo; 91. nagel; 92. graan; 94. tam. Verticaal: 1. gedienstige; 2. gesteente; 3. schuldenaar (afkorten); 4. tusschenkomst; 5. belooning; 6. laan; 8. volk; 9. oude wijnmaat; 11. voertuig; 13. als 53 horizontaal; 14. vrouw van een aartsvader; 17. vocht verwijderen; 20. bijwoord; 23. afsluiting: 24. rivier in Azië; 26. persoonlijk voornaamwoord; 27. rivier in Duitschland; 28. dorp in Gelderland; 29. rivier in Nederland; 30. belemmering; 31. Turksche 45 t:tol32. kort geluid; 33. vrücht; 34. zangnoot; '35. bevestigingsmiddel; 36. gemeenzaam; 37. plakkaat; 38. verdieping; 39. voorzetsel; 40. voor de rechtbank roepen; 41. dicht; 46. plantje 52. masker; 53. dagwijzer; 54. muziekinstru ment; 55. geestelijke; 56. familielid; 57.artistiek werkf 58. boomen; 60. niet deelbaar door twee; 61. bezittelijk voornaamwoord; t62. stuk; 63. hardsteen; 64. mand; 66. ontkenning; 68. steen; 70. De oudere (afkorten); 74. voor alles; 75 schitterend; 79. militair ros; 81. lichaamsdee- len; 82. nagerecht; 84. loop; 90. bedrag; 91. kleverige stof; 93. advies. Oplossing op 31 December. Ook dit jaar zullen wij traditiegetrouw het Kerstfeest vieren. Kerstmis, het feest van den terugkeer van het licht, het zonnewendefeest, die gedachte moet ons kracht geven om het nieuwe jaar in te gaan. Juist nü, nu er zooveel leed overal geleden wordt, is het noodig, ja zelfs onze plicht in deze dagen wat licht, gezelligheid en warmte om ons heen te verspreiden en wij kunnen dat in de eerste plaats doen in den eigen familie kring en ook daarbuiten natuurlijk. Laten we beginnen met in de huiskamer zoo veel mogelijk lichtjes te laten branden en ver der de kamer met groen versieenr. Uiteraard zal die versiering dit jaar soberder zijn dan in vorige jaren, maar dat is geen bezwaar, want een eenvoudige, smaakvolle versiering zal het altijd goed doen. Het feestmaal zal ook bescheidener moeten zijn, maar wanneer onze tafel dan fleurig is versierd, zullen we toch in de ware Kerststemming kunnen komen. We dekken de tafel met een smetteloos wit damast daarover leggen we. kruiselings roode linten en op de kruispunten b.v. een hulsttakje. Heeft u geen rood papier meer, dan kunt u daar ook strooken rood papier voor nemen of anders b.v. lichtgeel lint. Op elk servet leggen we een takje dennegroen of hulst. Midden op tafel kunt u, indien u niet meer in het bezit van kaarsen zijt, een bloemetje neerzetten en hiervoor nemen we dan bij voorkeur witte Kerstrozen of witte begonia's. Om nog wat meer kleur aan de tafel te geven plaatsen we hier en daar gekleurde paddestoeltjes, gevat in een rood manchetje. Aan de lamp bevesti gen we een Kerstklok, die u b.v. met groen, afhangende linten en zilveren slingers kunt versieren. Voor hen, die nog in het gelukkig bezit van kaarsen zijn, is het niet moeilijk hun huis kamer feestelijk te verlichten, want niets schept een intiemere sfeer dan uitsluitend kaarsverlichting. Anderen zijn misschien nog In het bezit van waxine-nachtlichtjes, ook daarmede is een aardige indirecte verlichting te verkrijgen door de lichtjes in schaaltjes te zetten en ze liefst hoog, b.v. op een boeken kast te plaatsen. Een aardig effect kan ook béreikt worden wanneer men een witte of gekleurde wijn- flesch met water vult, een kaars erin zet en de flesch met dennegroen en hulst versiert Vervolgens een rood afhangend lint om den hals van de flesch bevestigen en het geheel nog met een slinger van zilverdraad garneeren De wanden van de kamer versieren we met dennegroen, takken hulst en dennenappels, welke laatste we met zilverpoeder bestrooien. Vooral niet te veel groen in de kamer aan brengen, anders wordt het gauw overdadig. U ziet dus, dat men er ook in dezen tijd met weinig materiaal in kan slagen een echte Kerststemming te bereiken en een prettige sfeer voor uw huisgenoefe» te scheppen. SS-PK. Oswald Gjessing, de ernstige, zwijgzame Noor, had voor het boompje ge zorgd. Een moeilijke opgave was het overigens niet geweest, hij had net zoo goed een reus van twintig meter kunnen omleggen. Denne- boomen waren er genoeg in het Karelische land. Méér dan genoeg. Maar een aardig klein boompje uitzoeken, daar kwam nog wat voor kijken, had Gjessing gezegd. Dat was zijn werk. Dat had hij thuis in Drontheim ook al tijd gedaan. En hij was weggetrokken met de scherpe spade en had er na veel zoeken een geveld. Als deskundigen hadden de anderen er omheen gedraaid en hun oordeel te kennen gegeven. Mooi verdeeld waren de takken en nog zoo frisch het groen. Maar vooral de geur, de geur van versche hars. De lucht van gebak ken aardappelen was er door neergeslagen. Ja, het was een puik boompje. Gjessing had er verstand van. Rudi Wenniger, de knutselaar uit den Su- detengau, had een" munitiekistje met bijl en hamer bewèrkt en er een solide voetstuk voor het boompje uit gemaakt. Jaap Notenboom, de Hollander, was er op uit getrokken en terug gekeerd met rood papier en karton. Geen mensch die wist, waar hij het vandaan haalde. En op een avond waren ze allemaal rond het gloeiende bunkerkacheltje gaan zitten en had den figuren gesneden, sterren en andere din gen. Ze hadden ze beplakt met het roode papier. Heele kunststukken waren er bij ge weest, die van hand tot hand gingen. Buiten was de sneeuw weer gaan vallen, rijk en overvloedig. Het ging een mooie Kerst mis worden In den laten namiddag van den 23sten De cember huilt een granaat over het vooruitge schoven loopgravenstelsel aan den woudrand, boort zich in den grond en velt eenige boomen. Enkele oogenblikken later volgen een tweede en een derde. Dan is het weer stil. Alleen ploft nog lang daarna de sneeuwlast van de boomen. Dev trechters der granaten storen als zwarte vlekken het smettelooze landschap. De inslagen liggen vrij goed, van bolsjewis tisch standpunt gezien tenminste. Het is onbe grijpelijk, dat ze hun beschieting niet voort zetten. Of zouDe commandant van de stelling vraagt den waarnemingsposten de scherpste oplettendheid. Er schijnt iets te broeien aan de overzijde. In den morgen van den 24sten, den dag voor Kerstmis, ongeveer een uur voor zonsopgang, komt het verwachte trommelvuur. De So vjets schijnen te schieten uit alle vuurmonden, waarover ze de beschikking hebben. Aan den woudrand is de hel losgebroken. Boomen ver splinteren, takken gieren door de lucht, brok ken aarde, hard als steen, vallen naast, voor en achter de mannen in de loopgraven. Een voltreffer in de pakmunitie kost twee dooden. Ineengedoken, het hoofd tusschen de schou ders, de beenen verstijfd, door de koude en de geforceerde houding, de handen krampachtig aan hun wapens, liggen de SS-mannen in hun Op hoeken van straten stonden ook dit jaar weer vele koQplieden, die trachtten de kerst- böomen aan den man te brengen. De belang stelling er voor was bijzonder groot en het is dus te verwachten, dat in tallooze gezinnen, als moeder de vrouw het versiersel goed be waard heeft en nog de beschikking heeft over een voldoend aantal kaarsjes, of electrische lichtjes, de boom weer een eereplaats in de huiskamer zal innemen. Moeder heeft toch wel een druktef in deze dagen, want zij is het toch. die de gezelligheid kan verhoogen. Dat doet ze niet alleen door den kerstboom op te tuigen, hier en daar een hulsttakje> neer te leggen of een mistletoe op te hangen.' maar ook door wat extra aandacht te besteden aan de lekkernijen En dat laatste valt niet mee. Hoe geheel anders ging het er in de vorige eeuw bij <je viering van het Kerstmis aan toe. In dien tijd aten de vele gezinnen gans en daaraan kon men gemakkelijk komen. Met schepen kwamen in Amsterdam ladingen van die vogels aan en speciale markten werden ingericht. De rijken konden zich gemakkelij ker een gansje aanschaffen dan de minder be deelden. Toch kwam bij velen van de laatste groep ook een kerstgans op tafel. In herber gen e.d. hingen er tegen de kerstdagen enkele ganzen tegen den muur, welke onder de bezoe kers verloot werden. Verheugd was moeder als vader op den avond veór Kerstmis mei een boutje huiswaarts keerde. Het gebruik, om kerstganzen te eten, was in de eeuwen daarvoor ook al in zwang en het vertellen van het sprookje van „Moeder de Gans" was dan een attractie. De kop van een gans werd wel eens aan den muur gehangen en smaakte het gerecht, dan wendde een der huisgenooten zich naar den muur en zei: „Dank je el. moeder de gans". In later jaren verdwenen de sprookjes echter en daarvoor in de plaats kwamen ernstige verhalen.' o.a. over slechte kinderen, die weggeloopen waren en met Kerstdag in hun ouderlijke woning terug keerden of over personen, die op het 'ver keerde pad waren geraakt en zich met Kerst mis bekeerden. Een kerstboom is vroeger niet zoo algemeen in gebruik geweest. Populairder waren niet alleen in ons land, doch ook in Vlaanderen, Frankrijk. Duitschland en Noorwegen, het branden van een kerstblok. Die was gemakke lijk te krijgen en werd bij den haard gelegd. Op Kerstavond werd .het blok of stobbe aan gestoken en het huisgezin schaarde zich er om heen. Verhaaltjes werden verteld, liederen ge zongen en allen deden zich tegoed aan vele lekkernijen. Koeken, krentestoet en chocolade werden overal in den lande voorgezet. Hier en daar werden zelfs zeer groote koeken gebak ken. In Amsterdam b.v. was een bakker, die een koek maakte van drie voet lang en ander halve voet breed. Was het nog vroeg in den avond, dan vereenigden de ouders en kinde ren zich om de tafel, om een spelletje te doen; het ganzebord verrichtte vele malen een be langrijke functie. Het itftdeelen van geschen ken aan familie en vrienden heeft langen tijd vreugde gebracht, doch later is het bereiden van verrassingen meer naar St. Nicolaas ver schoven. Al mogen de gebruiken in den loop der jaren hier en daar gewijzigd zijn, nog in den tegen- woordigen tijd zijn de Kerstdagen bestemd voor genoeglijke feesten, welke vooral in het huisgezin gevierd worden. Zij, die hun ouder lijk huis verlaten hebben, denken dan met dankbaarheid terug aan dien heerlijken tijd, toen moeder het voor de kinderen zoo gezellig maakte. dekkingen en wachten, wachten op wat komen gaat. Aan alles denken ze, aan thuis, aan wat was en wat is, alleen niet aan Kerstmis Eerst vier dagen later gelukt het, na dag en nacht woedenden strijd, waarbij de loopgra ven aan den woudrand eenige malen van eigenaar wisselen, de Sovjets in hun uitgangs stellingen terug te werpen. Als stuka's hun zware artillerie hebben vernietigd, blijkt de duurgekochte doorbraak" niet te houden. Een energieke tegenstoot jaagt de bolsjewisten in het open veld, waar goedliggend vuur der zware machinegeweren de rest doet. Slechts één dag nog biedt het landschap een beeld van woestenij, van omploegde stukken infan- teriegeschut. Dan komt weer de sneeuw en doet vergeten. Als de SS-mannen hun vernielde onderko mens beginnen te herstellen, in de oogen nog de harde glans, die de voorbije dagen erin brachten, vinden ze in een hoek. vertrapt en vernield door hen, die niet meer begrijpen kunnen, het door Gjessing zoo vol liefde en gedachten aan thuis, met de zelfgemaakte ver sieringen opgetuigde, boompje. Op zijn graf in het Karelische woud staat de datum: 26 December en het eenvoudige hou ten kruis geurt nog sterk, geurt naar versche hars SS-corlogsverslaggever C. G. Andrew*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 7