Van Houten's
DE DOODEN IN HET
AFGELOOPEN JAAR.
Verduisteren: van 16.45 tot 8.45 uur
„Elga"
Opvoering door het „Deutsches Theater
in den Niederlandun".
Dit „droomspel" werd door Gerhart
Hauptmann, den voor eenige maanden
tachtig jaar geworden dichter, in weinige
dagen neergeschreven naar een novelle van
Grillparzer „Das Kloster von Sendomir".
Een zekere voorliefde voor het droommotief
heeft de met naturalistische drama's be
gonnen schrijver al eerder doen blijken: in
„Hannele's Himmelfahrt" weet hij aan een
wrang realistisch gegeven door een droom
een idealiseerende oplossing te geven: het
arme dorpskind, dat een eind aan het leven
zoekt te maken gaat den dood in onder een
visioen van den milden Jezus en stralende
engelen. In „Versunkene Glocke" is er
sprookjesverbeelding, die tot teere droom -
schoonheid stijgt en onberoerd blijft van
disharmonisch realisme.
In „Elga" heeft de droom de beklem
ming, neen, niet van de werkelijkheid,
maar die, welke alleen de droom hebben
kan en voor den droomer aangrijpender is
dan de werkelijkheid. Er is hier iets van de
biologeeren de angst en spanning uit Edgar
Poe's verhalen.
Suggestief is al dadelijk het eerste tafe
reel: De ridder die met zijn dienaar het
kloostervertrek binnenkomt, waar hij den
nacht zal doorbrengen en die voor hij zich
ter ruste begeeft een kort gesprek heeft
met den monnik, een somber, van de we
reld afgewend man, die tegenover de
„Lebensbejahung" van den ridder zijn
„ijdelheid der ijdelheden" stelt.
Dan de droom: Graaf Starckenski, de
figuur van den monnik in wereldlijke
kleedij, wordt bedrogen door zijn vrouw
Elga. Hij vermoedt hiervan niets, voelt zich
volkomen gelukkig 1dan komt plotseling
de waarheid aan het licht: zelfs het innig
beminde dochtertje blijkt niet zijn eigen
kind te zijn. Maar Elga stelt zich te weer
door zijn liefde voor haar heeft zij
macht over hem. Eén oogenblik lijkt ze te
zullen overwinnen, want de graaf die zijn
geluk niet verliezen wil, gelooft haar. Maar
onafwendbaar komt toch de ontknooping.
Starckenski noodigt zijn niets vermoeden
den medeminnaar Oginski als gast en laat
hem gevangen nemen en terechtstellen.
Maar nog heeft hij de hoop niet opgegeven
dat misschien zijn vrouw hem boven den
rivaal stelt. Hij brengt haar bij het lijk en
dan vlamt plotseling haar haat op tegen
hem, wanneer hij haar, terwijl ze bij het
doode lichaam ligt, voorzichtig nadert. De
droom is ten einde. De ridder ontwaakt,
roept zijn dienaar en spoedt zich naar bui
ten, weg van de gevloekte legerstede, waar
op het lijk van Oginski gelegen heeft.
Ernst Rufer had mooie decors ontworpen,
die een passende stemming wekten. Ook de
lichtval en de ?ang op den achtergrond
werkten daartoe mede.
Heinz Lorscheidt gaf een buitengewoon
knappe creatie eerst als monnik, vervol
gens als graaf Starckenski. Prachtig wist hij
de wisselende toestanden van deze sterk
emotioneele persoonlijkheid uit te beelden.
Zijn scène met Oginski, wanneer hij dezen
als gast ontvangt, zal mij lang bijblijven.
Buitengewoon knap was ook Cissie Hen-
ckel's Elga, de vrouw met het bruisende
bloed, die gevaarlijk zegt te willen leven
en haar man bewust en zonder wroeging
bedriegt.
Opvallend waren verder Albert Arid, de
getrouwe dienaar van den graaf en Gretl
KlugRaisier als Elga's kamermeisje.
B. VEURMAN.
Piano-avond Arend Koole.
Drs. Arend Koole is een veelzijdig be
gaafd man. En het zou van hem slechts
afhangen een figuur van bijzondere betee-
kenis wellicht een uitblinker te wor
den, indien hij een keuze kon doen onder
de faculteiten die hem aangemeten zijn, en
hij zich hierop wilde concentreeren. Voor
zeker is een dergelijke definitieve keuze
noodig, indien hij een eerste-rangs con
certpianist wil worden. Dit toch eischt den
geheelen mensch. Stof hiervoor is er ge
noegzaam aanwezig; zulks heeft zijn kla
vier-avond in de tuinzaal duidei'jk aange
toond. Zijn programma ving aan met het
Italiaansch Concert van Bach, dat hij
levendig, maar niet met volmaakt afgewo
gen toucher ten gehoore bracht. Uit de
keuze der beide volgende nummers, één-
deelige sonates van de ons onbekende
Spaansche componisten Bias Serrano en
Mateo Albeniz, proefden wij den musico
loog Drs. Koole, die hier een paar vermoe
delijk recente vondsten wilde in 't licht
stellen en mogelijk confronteeren met hun
reusachtigen tijdgenoot Beethoven, al zou
Hoofdredacteur: F. C. Derks, Haarlem, Chef
van Dienst en Binnenland. S. R. Kuiper, Haar
lem. Sport en Stad: A. Overmeer. Heemstede.
Buitenland: J. C. van der Laag, H'stede. Haagsch
Redacteur: B. Korsten, H'stede. Nieuws en re
portage voor Velsen en omgeving: J. J. E. van
Baarsel, Santpoort. Advertenties: W. van Om
men, Heemstede.
li» verschillende smaken verkrijgbaar
PUDDINGPOEDERS
Kozakken op wacht. De verbinding tus-
schen de ver uiteen staande posten wordt
door snelle kozakkenruiters instand ge
houden. (PK Kocherber HH/St. P. c)
het bij voorbaat reeds zijn uitgemaakt dat
zij als dwergachtige schimmen in zijn
schaduw zouden staan, vooral de eerste,
die met zijn pronkerige rococoversieringen
niet zou doen vermoeden dat hij dit werkje
schreef omstreeks 1810; Mateo Albeniz'
sonate, hoewel gefixeerd een twintigtal
jaren vroeger, is spontaner en levendiger,
doch qua vorm nog zeer primitief en over
't geheel nog al kort van adem. Wat een
geweldige uitdrukkingskracht ervaart men
dan, na deze niet ten onrechte vergeten
muziekjes, bij het beluisteren van Beet
hoven's op. 31 no. 2 in d, die uit het jaar
1802 dateert! Het is alsof men eerst een
gestamel hoorde en nu in oratorische wel
sprekendheid een rijk poëtisch gegeven
hoort ontwikkelen. Heeft Koole deze parallel
misschien bedoeld?
Verder vergastte hij het publiek op de
Waldszenen van Schumann, waarvan hij
de romantische sfeer nu en dan goed wist
te treffen. Raker nog werd zijn teekening
bij de zes schetsen van Debussy's Children's
Corner, waarin de Fransche componist zoo
geniaal de gevoelssfeer van het moderne
kind weergeeft. Maar het beste van Koole's
pianistisch kennen hoorden wij in zijn
losjes-weg gespeelde bisnummers, Le petit
ane blanc van Jacques Ibert en de Alle
mande uit de tweede Fransche Suite van
Bach. Dat was waarlijk werk van.een voor
naam concertpianist, niet van een toevallig
ook goed pianospelend degelijk musicus,
die met een flair van „wie doet me wat"
meesterlijk weet te boeien.
JOS. DE KLERK.
Noorsche filmkunst.
Vertooning van een nieuwe Noorsche
film in ons land.
Een film van Noorsche herkomst is een
niet-alledaagsche gebeurtenis voor ons land.
In de laatste jaren zijn althans weinig pro
ducten van de Noorsche filmindustrie tot
ons gekomen. Een van die weinige films was
„Lajla" en menigeen zal- zich ongetwijfeld
nog deze schilderachtige rolprent herinne
ren. Bewees „Lajla" reeds, dat Noorwegen
ov§r goede cinéasten en spelers beschikt,
ten overvloede vinden we dit in de nieuwe
Noorsche film „De stem van het bloed"
(door de „Odeon" in ons land geïntrodu
ceerd) bevestigd. Ook hier is de indruk
wekkende natuur van het hooge Noorden
buitengewoon knap verfilmd en ook hier
wordt men getroffen door de ongekunstel
de wijze, waarop spelers en speelsters hun
rollen vervullen.
Beide films hebben niet alleen in dit op
zicht veel gemeen, ook de vrij simpele opzet
van het eigenlijke gegeven vertoont een
duidelijke overeenkomst. In de „groote"
Europeesche filmindustrie stelt men on
tegenzeggelijk hoogere eischen aan het
drama: meer intrige, meer verwikkeling.
Hier gaat het in den roman van den jager
Burtai en zijn geliefde heel wat minder
gecompliceerd toe. al ontbreken de con
flicten evenmin. En wie aanvankelijk wat
onwennig tegenover zooveel naieveteit staat,
komt geleidelijk tot de conclusie, dat dit
karakter toch geheel in overeenstemming
is met den oerstaat, waarin het primitieve
jagersvolk uit dit onherbergzame oord ver
keert.
Een verschijning, die ons uit de film
drama's der Westersche landen welbekend
is, ontbreekt inmiddels ook in deze rol
prent niet, n.l. de arglistige „derde", die
zich, na de onverbiddelijke afwijzing door
zijn uitverkorene, tot doel stelt den gelie
ven het leven zoo zuur mogelijk te maken.
Aan het eigenlijke drama is een diepere
zin ten grondslag gelegd door de „stem van
het bloed" als onzichtbare medespeler te
laten fungeeren. Burtai de jager staat
langen tijd voor de vraag of hij het ambt
van zijn vader zal volgen of naar den stam
van zijn moeder, die een boerendochter
was, zal terugkeeren. De jager in hem zege
viert tenslotte, mede door toedoen van zijn
levensgezellin. Parallel hiermede loopt de
tweestrijd van den wolfshond „Wolk", den
trouwen beschermer van het Juraken-
meisje. De wolvenaard doet het dier ten
slotte naar de natuur terugkeeren.
Prachtig zijn de momenten, die in deze
film uit het dierenleven zijn vastgelegd;
bovenal zal het imposante tafereel, dat de
drommen trekkende rendieren opleveren,
in de herinnering blijven. H. VOSKUIL.
Uitreiking distributiebescheiden.
Voor de uitreiking van distributiebeschei
den is het morgen Donderdag de beurt aan
de letters E en G.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Broche, v. Voorst, Schagchelstraat 16 rd.;
handschoenen, v. Turnhout. Neptunusstraat 31;
koffer. Bureau van Politie, Smedestraat 9; mof.
Vellinga, Voorduinstraat 1; shawl, Turnhout,
Neptunusstraat 31; vulpen, Souverein, Roosveld-
straat 27; wanten, Bureau van Politie, Smede
straat 9.
Januari: 8. ir. H. v. BEECK VOLLENHO
VEN, Heemstede, bankier en vice-voorzitter
van den Ned. Bond van Forensen; 11. A. L. D.
DAMEN, oud-onderwijzer te Zandvoort; 11. A.
KLEYN. oud-beheerder der kadasters; 12 M.
DE HEER KLOOTS, rustend arts; 13. JOH.
KONING, Zandvoort, lid van de kerkvoogdij
der Ned. Herv. Gemeente aldaar; 14. JAN DE
NOBEL, Terheijden, oud-hoofd eener school te
dezer stede; 14. J. F. BEKKER, bekend bloe
menhandelaar en bloemschikker; 22. ds. V.
ROOS, Bloemendaal, em. predikant der Ned.
Herv. Kerk; 24. C. VAN MAREN, Overveen,
garagehouder; C. J. NOBELS, eigenaar van
hotel „Hof van Holland"; 29. M. S. v. d.
HOORN, gep. hoofdagent van politie.
Februari: 4. G. KALKMAN, gep. kan
toorknecht der P.T.T.; 4. J. VAN WIJK, Aer-
denhout, gep. stationschef te Gorkum; 4. P. C.
DE ZEEUW, N.-Vennep, oud-wethouder van
Haarlemmermeer; 5. G. D. KOL, Overveen,
bekend groenten- en bollenkweeker; 5. mr. A.
STOOP, Den Haag, mede-eigenaar van Stoop's
Bad te Overveen; 6. J. VREEKEN, hoofdagent
van politie; 10. H. BANNINK, lid van de W.A.;
14. H. v. d. BERG, gep. hoofdcommies ter ge
meente-secretarie; 17. G. R. WAGENAAR, oud
inspecteur der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen; 17. G. J. BETTINK, oud
onderwijzer, oud-secretaris van de afd. Haar
lem van het Ned. Onderwijzers Genootschap;
18. L. JANSE, Overveen, lid van de directie
der N.V. Ned. Vliegtuigenfabriek Fokker; 20.
Th. B. F. HOYER, oud-redacteur van de Opr.
Haarl. Courant; 23. D. v. ZIJVERDEN, Heem
stede, eigenaar van de modelboerderij „Wee-
resteyn" te Hillegom; 26. H. HIEMSTRA, die
renarts.
Maart: 2. dr. C. JONGES, vrouwenarts;
7. G. BOETJE, onderwijzer aan de J. P. Coen-
school; 3. B. C. WITBERG, broeder Dositheus,
verbonden aan het ziekenhuis Joannes de Deo;
12. P. G. M. OTTOLINI, schoorsteenveger; 14
J. A. FEENSTRA, Heemstede, arts, controlee
rend geneesheer; 13. P. KIKKERT, Heemstede,
gezagvoerder ter koopvaardij; 30. IJ.v. ZONEN
oud-concierge Rijkskweekschool voor onder
wijzers; 31. J. J. BECCARI, wijnhandelaar en
president-commissaris hotel „Lion d'Or".
April: 3. G. HONIG, directeur van het
postkantoor te Hoofddorp; 4. J. L. BOUWER,
oud-directeur van Hout en Plantsoenen; 10.
HANS BIJVANCK, Heemstede, violist van het
Concertgebouw-orkest; 11. T. C. DAEY
OUWENS, notaris; 14. J. F. H. PRUSCHEN,
chef-de-bureau bij den Rijkswaterstaat; 14. J.
W. A. C. VAN LOENEN, oud-secretaris der
gemeente Beverwijk; 18. C. W. DE VISSER,
Bloemendaal, kapitein ter zee b.d.; 18. J. VER
MEER, handelaar in groenten en fruit; 27. I. J.
M. MEYER, Heemstede, em.pastoor der R.K.
kerk te Leiderdorp; 28. J. HOP, oud-leeraar
gymnastiek, bekend figuur in de gymnastiek-
wereld. 29. F. BROERSMA, aannemer.
Mei: 13 Mr. dr. W. P. VIS, advocaat en
procureur; 18 dr. C. STERRINGA, burgemees
ter van Marken; 29 P. J. v. TRUYEN, commies
ter secretarie
Juni: 8 J. V. BAUDEWYNS, hoofdredac
teur van de Haarl. Courant; 16 L. MAARS,
oud-gezagvoerder der Kon. Holl. Lloyd; 17 H.
H. MORISON, reclasseeringsambtenaar te Am
sterdam; 27 C. G. GOUDA, assuradeur.
Juli: 2 H. J. BAARBé, Overveen, oud
redacteur van De Standaard; 19 J. H. C. v.
RUYVEN, hoofdbrandmeester; 26 R. SMINK,
begrafenisondernemer; 27 mr. H. C. ITTMANN
notaris en advocaat; 28 J. A. BRONKHORST,
Heemstede, bloembollenkweeker; 30 D. BRE
MER, oud-directeur Bremer's Houthandel.
Augustus: 4 C. J. TJADEN, lid der fa.
H. J. Tjaden en Zn., eere-lid Haarl. Kegelbond
5 J. v. DOKKUM, gep. ass. werkmeester le kl.
Ned. Spoorwegen; 7 W. F.v. WAVEREN, Heem
stede, bloembollenkweeker; 10 Dr. H. v. ERP,
oud-leeraar H.B.S.; 18 J. F. KLERCQ, oud
directeur der Alg. Visscherij M., IJmuiden; 24
J. M. v. WICKEVOORT CROMMELIN, Heem
stede, gep. kapt.-luitenant der Ned. Marine.
24 S. BOON, gep. hoofd eener school; 27 J. v.
d. BAN, architect.
September: 2. N. LEVENKAMP, oud
directeur van de Twentsche Bank, rayon Haar
lem; 10 Mr. P. J. BIJLEVELD, oud-president
van het Gerechtshof te Amsterdam; 12 Mr. P.
TIDEMAN, advocaat en procureur; 12 P. OUD
Gzn„ wijnhandelaar; 15 P. J. DOODENHUIS,
gep. stationschef; 15 G. METTES, vroeger een
bekend schaatsenrijder; 21 D. v. ROUENDAAL
Bussum, oud-penningmeester van de voetbal
club Zandvoortmeeuwen; 24 H.F. WAGENAAR
REISIGER, oud-uitgever van het weekblad
„Indië"; 27 dr. J. D. BIERENS DE HAAN,
Aerdenhout, bekend wijsgeer.
October: 6 P. v. DUYN, wachtmeester
bij de politie van Heemstede; 10 dr. F. C.
KUIPERS, arts; 16 W. CAPTIJN, bestuurslid
van de voetbalclub Ripperda; 18 mr. J. WALIG
Santpoort, oud-notaris te Zaandijk; 28 ir, M.
v. BREEMEN, brandstoffenhandelaar; 28 J.
BOES, Wageningen, vroeger te Haarlem, chi
rurg; 28 G. W. MARTENS, oud-inspecteur def'
directe belastingen; 29 W. A. ANKRINGA,
Heemstede
November: 2 ED. A. v. BILDERBEEK,
oud-onderwijzer Doopsgezinde school; 4 C. H.
J. V. LANGEVELD, arts; 8 C. NIEUWENDIJK
oud-directeur en pres.-commissaris N.V. Melk
inrichting „Holland" te Amsterdam; 12 H.
SCHOUTEN, Heemstede, directeur der Hol
land-Sumatra Rubbermaatschappij; 14 mej. L.
A. C. DE CLERCQ VAN WEEL, eere-presi-
dente der Haarl. Huish.- en Industrieschool,
eere-lid van den kerkeraad der Rem. Geref.
Gemeente; 17 A. ELFFERS, oud-raadslid; 18
mej. J. F. v. LEYDEN. rustend hoofd der
Fröbelschool, Colensostraat; 20 P. A. KEM
PEN, Heemstede, hoofdofficier van administra
tie der 2e kl. Kon. Ned. Marine b. d.; 22 G. J.
H. ZIMMERMANN, Heemstede, oud-hoofd
werktuigkundige Rijkswaterstaat; 27 F. N. G.
J. v. BEMMEL, Heemstede, gep. gemeente
ambtenaar; 27 A. BRUGGEMANS, oud-con-
cierge Stadsbibliotheek; 27 J. BELS, gep. kol.
der artillerie.
December: 3 H. CRANSBERG, oud-
hoofd eener school; 4 L. B. VERDOORN,
Heemstede, ambtenaar bij het Gew. Arbeids
bureau te Beverwijk; 6 J. LOHMANN, gep.
commies P.T.T.; 8 E. H. KRELAGE, gep. hoofd
Sfoó wreandt twin run sixL mah
•VKritia. Inct sbjicvzwvvoLJzjtuTxiz
•plak de fnmkttrsegiJs mak tuas<3*imjimibe
a vul vdorl5eE<x^evxaLlLet>cmivan^st-
mefctnkfcirv''
of-*
Helt» PT.T- antLatf.
opzichter aan het slachthuis; 8 H. J. DA AM,
Bloemendaal, directeur der Batavia Arak Mij.;
9 H. MARWITZ, leeraar Rijkskweekschool v.
onderwijzers(essen)12 J. A. HOEKENDIJK,
Heemstede, vroeger verbonden aan Meer en
Bosch. 14 B. PRONK, Heemstede, oud-hoofd
der R.K. Jongensschool aan den Heerenweg.
15. J. K. RITSEMA, Laren, vroeger wonende
te Haarlem, kunstschilder; 17 Jhr. S. VAN
LENNEP, Heemstede, oud-directeur van de
Mij. voor gemeente-crediet; 20 mr. J. VAN
HEERDE, Bloemendaal, gep. hoofdambtenaar
ter gemeente-secretarie van Amsterdam; 24
W. BOUMAN, gepensioneerd hoofdinspecteur
van de Gem. Waterleiding; 26 M. v. WAARD,
vele jaren kellner in De Leeuwerik; 28 R.
WILSON, Bloemendaal, gep. ritmeester der
Cavalerie. I
DE MUSICUS LEO RUTGROK I
OVERLEDEN
Op 54-jarigen leeftijd is te Hilversum I
overleden de musicus Leo Ruygrok. I
Leo Ruygrok werd op 8 Mei 1889 te
Utrecht geboren. Het eerste muziek-onder- j
richt kreeg hij van zijn vader, Johan Wage
naar wijdde hem in de compositieleer in.
Terzelfdertijd was hij leerling van Ed. Fer-
ree voor violoncel. In het Utrechtsch Stede.
lijk Orkest werkte hij drie jaren onder Wou-
ter Hutschenruyter. In Berlijn bekwaamde
hij zich onder Paul Estel verder in de com- I
positieleer. Als solo-cellist werkte hij ach
tereenvolgens te Wintherthur, Lausanne, I
Angers en Helsinki.
In 1914 werd hij benoemd tot tweeden di
rigent van de Arnhemsche Orkestvereeniging
In 1919 werd hij dirigent van de Nationale
Opera. In 19 23 volgde Ruygroks benoeming
tot tweeden dirigent van 't Residentieorkest
en van het toonkunstkoor van de afdeeling
's Gravenhage. Voorts werd hij directeur van I
Apollo" te Delft en hoofdleeraar aan het I
conservatorium te Rotterdam. De laatste ja
ren was hij als dirigent aan den Nederland-
schen omroep verbonden.
De overleden musicus was ook een begaafd
componist.
MOORDENAAR VEROORDEELD.
De procureur-generaal bij het Gerechtshof
te Leeuwarden heeft tegen den 20-jarigen
arbeider G, J. O. te Ruinerwold, wegens dief
stal met geweldpleging, acht jaar gevange
nisstraf met aftrek der preventieve hechtenis
gevraagd. De rechtbank te Assen had hem
tot vijf jaar en zes maanden veroordeeld.
In den avond van 24 September 1942 drong
hij de boerderij van den alleenwonenden
landbouwer A. Dekker binnen. Terwijl hij
bezig was alles wat van zijn gading was in
een paar zakken te stoppen, zooals een be
drag aan geld, een portefeuille, distributie
bescheiden, levensmiddelen, kleeren, enz.
kwam de boer van zijn bed. Een worsteling
volgde, waarbij de boer werd gewurgd. Op
een nieuwe fiets van Dekker vervoerde de
dader den buit naar zijn woning. Daarna
ging hij terug naar de boerderij, overgoot het
bed met petroleum en stak het in brand. De
verdachte veronderstelde, dat Dekker dood
was, doch een lijkschouwing wees uit, dat,
toen de kamer in brand stond, de man nog
leefde. Hij was aan verstikking overleden.
KOLONEL DER STAATSPOLITIE
KOOYMANS WEER NAAR HET OOSTFRONT
De chef van den algemeenen staf, kolonel
der Staatspolitie P. J. Kooymans, zal over
eenige dagen voor de tweede maal vrijwillig
naar het Oostfront vertrekken. Gedurende zijn
afwezigheid zal zijn functie worden waargeno
men door den luit.-kolonel der Staatspolitie,
IJ. de Boer, thans waarnemend gewestelijk
politiepresident te Groningen.
RADIO-PROGRAMMA
DONDERDAG 6 JANUARI 1944.
HILVERSUM I, 414.4 M.
6.45 Volksliedjes. 7.00 BNO Nieuws. 7.10 Och
tendgymnastiek, 7.15 Ochtendgroet. 7.40 Sport
nieuws. 7.50 Progr. overz. 8.00 BNO Nieuws. 8.10
De N.A.D. concerteert. (Van 8.458.50 voor de
Huisvrouw). 9.00 Het Kamerorkest ,,Ars Nova et
Antiqua". 9.45 Godsd. uitz. 10.00 Vocale en in
strumentale solisten. 10.30 De Melodisten. 11.00
Geen angst voor het nieuwe Europa. 11.15 Zang,
piano en gram.muz. 12.00 Almanak. 12.15 Orgel
spel. 12.45 BNO Nieuws. 13.00 Land en Volk
brengt13.05 Ork. Gerard van K revelen, soliste
en gram.muz. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Salon
orkest 15.00 Haagsch Blaaskwintet. 15.30 En hier
is de koffergramofoon. 16.00 De Melodisten en
solist. 16.45 BNO Nieuws. 17.00 Ork. Klaas van
BeeCk. 17.30 Nieuws in een notedop. 17.40 Orgel
spel. 18.00 BNO Persoverz. 18.05 Lichte Opera
klanken. 18.45 Brandende kwesties. 19.00 BNO
Nieuws en act. beschouwing. Van 19.15 af alleen
voor de Radio-Centrales. 19.15 Het Concertge
bouworkest en het Tramkoor „Kunst en Broe
derschap" (in de pauze voordr.„Suskewiet
viert Driekoningen"). 21.30 Hoe wordt een lied
gezongen. 22.00 BNO Nieuws en cult, berichten.
22.15 Beroemde koren. 22.40 Lichte Orkestcompo
sities. 23.30—24.00 Pianocomposities.
HILVERSUM II, 301.5 M.
17.00 Liederen van Schubert. 17.20 Sonaten-
concert. 18.00 Orkest Malando. 18.45 Orgelspel.
19.00 BNO Nieuws en act. beschouwing. 19.15
Voor de kleuters. 19.20 Het Amusementsorkest en
soliste. 20.15 De Elfsteden-tocht.. 20.30 Musette-
orkest en soliste. 21.00 Ork Francis Keth. 21.45
Avondwijding. 22.00 BNO Nieuws en cult, be
richten.