DE AANSLAG OP DEN FüHRER. Nieuws uit de courant van gisteren. Vervolg van vag. 1 in 1942 wegens lafheid en ongehoorzaamheid uit de weermacht was gestooten. Von Witzleben is in 1881 geboren. In de Rijksdagzitting van 19 Juli 1940 werd hij door den Führer tot veldmaarschalk benoemd, doch in 1942 naar de reserve overgeplaatst. Hij geeft toe, dat hij „in de zaak verwikkeld is". Von Witzleben kende den standrechtelijk doodgeschoten vroegeren generaal Olbricht Êedert geruimen tijd en heeft met hem on derhandeld. Hij heeft ook contact gehad met dén vroegeren chef van den generalen staf van het leger, Generaloberst Beck, die zelf moord heeft gepleegd en met beklaagde Höpp- ner. Het eerste zeer belastende feit houdt in, dat Von Witzleben reeds in Februari 1943 Beck in diens woning heeft bezocht en met hern heeft gesproken „over den toestand". Zfij hadoen er over gesproken, dat degenen, die de Führer aan het hoofd der militaire oorlog voering geplaatst had, „niet goed" waren en ,,de goeden" waren uitgeschakeld. Op de vraag van den president, wie het beter had kunnen" doen, antwoordt Von Witz leben met zachte stem: „Wij beiden. Beek en ik;,'. Een tweede bespreking in deze aangelegen heid hield von Witzleben in October of No vember 1943 met Olbricht en wel omdat Ol bricht zich had belast met de correspondentie van het verraad. Bij deze bespreking heeft aldus blijkt uit de behandeling Olbricht er voor het eerst op gewezen, dat hij het alle*n nauwelijks afkon. Hij moest er nog iemand bij hebben. De president vraagt hoe men zich eigenlijk de verwezenlijking had gedacht van het plan om den Führer tot aftreden te bewegen en Von Witzleben en Beek opperbevelhebber en rijkskanselier te laten spelen. Daarop ant woordt Von Witzleben: „Van de heele poli tiek en de binnenlandsche politieke aangele genheden heb ik in het geheel geen verstand. In de eerste plaats wilden wij ons na tuurlijk van den Führer meester maken, maar niet in den vorm van een aanslag. Men zou wachten op een tijdstip, dat de Führer met zoo klein mogelijk gevolg op reis zou zijn, opdat men zich van hem meester kon mak'en. Wij waren van mee ning, dat een Führer in» leven nuttiger voor ons zou zijn, dan een niet-levende". Pres.: ..Wie zou den stoottroep aahvoeren?" Von Witzleben: „De menschen daarvoor moesten eerst gezocht worden". De president vraagt, of men zich had voor gesteld, dat de Führer zich zonder strijd zou laten overweldigen. Von Witzleben antwoordt: „Dat hadden wij ons toen voorgesteld". Op de opmerking van den president, dat men toch een. zuiveren moord had beraamd, verklaart Von Witzleben: „Dat kan men natuurlijk zeg gen" Een derde bespreking had Von Witzleben in Mei 1944. toen hij naar Olbricht ging om zich, zooals hij zegt, een uiteenzetting van de si tuatie te laten geven. Daarbij leerde hij den moordenaar, graaf Stauffenberg, kennen. Von Witzleben geeft toe, dat hij nu wist, dat Ol bricht den „gezoehten helper" Had gevonden. Na deze bespreking vertrok Von Witzleben in alle kalmte voor zijn gezondheid naar Bad- Kissingen. Daar werd hij op 10 of 1.1 Juli op gebeld door een nieuwen tusschenpersoon met de mededeeling. dat hij onmiddellijk naar Berlijn moest komen. Men had hem daar noo- dig. De aanslag was namelijk al voor dien dag beraamd De Bendler-sirasse. Op 19 Juli bevond Von Witzleben zich we derom ..om persoonlijke redenen" te lijn. Men zeide hem daar, dat het „den y Hen dag waarschijnlijk voor elkaar zou ziin". waarop hii zich weer naar huis begaf, naar Seesen. district Kalau. Op 20 Juli werd Von Witzleben volgens zijn bekentenis te Seesen opgebeld met de mededeeling, dat het er te Berlijn op los ging. Onderweg informeerde hij weer bij een militair bureau, maar vernam daar, dat de Führer bij den moordaanslag slechts licht gewond was. Von -Witzleben be gaf zich naar het opperbevel van het leger in de Bendlerstrasse en kwam daar bijeen met Beek. Höppner en Olbricht. Daar was graaf Stauffenberg juist na den aanslag uit het hoofdkwartier van den Führer aangekomen. Beek zette in een korte toespraak uiteen, waarom men de revolte ook zonder vaststaand bericht over den afloop van den aanslag had ontketend. Aan Von Witzleben werden thans zooge naamde „bevelen" voorgelegd, die zijn naam droegen en waarvoor hij zich, hoewel hij zeide ze tevoren niet gelezen te hebben, thans voor het Volksgerechtshof verant woordelijk verklaarde en wel met de opmer king, dat hij deze bevelen „juist had geacht". Als z.g. „opperbevelhebber der weermacht" maakte hij in deze „bevelen" bekend, dat er een „nieuwe Rijksregeering" was gevormd. De p; esident verwijst o.m. naar een gc- hcimbevrl, dat Höppner had uitgevaardigd als z.g. „opperbevelhebber van het reserve >»gcr in net biunenland". Het betreft hier voorschriften voor de arrestaties vap allen, die in het Nationaalsoeialistische Duitsch- land de handhaving van de orde, de voedsel voorziening, de wapenindustrie, kortom de geheele oorlogvoering en het staatsleven leiden. Von Witzlebeneen Höppner beschikten bo vendien, en wel ineen bevel waarvoor Von Witzleben thans nog uitdrukkelijk de ver antwoordelijkheid op zich neemt, dat de concentratiekampen door soldaten moesten worden bezet, de bewakingsmanschappen ge ïnterneerd en de misdadigers bevrijd. Men wilde hun alleen verzoeken, zich voorloopig van" alle demonstraties te onthouden. Op de verklaring van den president dat dit de vrijlating van duizenden zuiver cri- mineele deels buitenlandsche misdadigers Hoofdredacteur: F. C. Derks, Haarlem, Chef van Dienst en Binnenland: S. R. Kuiper. Haarlem, Sport en Stad: A. Overmeer, H'slede (afw.), Buitenland: J. C. van der Laag, Heemstede. Verantwoordelijk voor de advert.-rubriekW. van Ommen, Heemstede. zou hebben beteekend, zweeg Von Witzleben. Von Witzleben was in totaal zeven kwar tier in de Bendlerstrasse geweest. Toen bleek, dat de Führer in leven was en Beck's poging zich van den omroep meester te ma ken was mislukt, liet hij zijn wagen voorko men en reed naar huis. Kort daarna werd hij gearresteerd. Hij heeft aanvankelijk, zoo als hij thans toegeeft, bij het politieverhoor onwaarheid gesproken. Hij had beweerd, dat hij volkomen toevallig naar Berlijn gekomen was. Het radiotoestel in zijn auto had hem van den aanslag in kennis gesteld. Hij was daarop met den vroegeren kwartiermeester- generaal Wagner, die intusschen zelf een eind aan zijn leven gemaakt heeft, onderweg in een militair bureau samengekomen. Daar na was hij doorgereden naar Berlijn. In de Bendlerstrasse had hij Beek, Höppner en anderen ontmoet. Graaf Stauffenberg had hem een bevel getoond, dat als onderteeke- ning de naam Von Witzleben droeg. Hij had echter geweigerd, de rol van opperbevelheb ber der weermacht te spelen. Tegen deze onware verklaringen staat het bewijsmateriaal, dat thans, tot de bekentenis van Von Witzleben heeft geleid. Na de op heldering van de rol, door Von W^zleben op 20 Juli gespeeld, vraagt de president hem: „Hebt U erover gedacht, wat de andere Duitsche veldmaarschalken over uw misdaad zouden zeggen?" Von Witzleben: „Ik begrijp, dat zij mij veroordeelen". Höppner. Vervolgens werd de vroegere kolonel- generaal Höppner verhoord. Höppner is de zoon van een arts. Sedert 1938 was hij com- mandeerend generaal over een pantsercorps. In 1942 werd hij wegens lafheid en ongehoor zaamheid uit het legér gestooten. 25jn be kentenis behelst, het volgende: Höppner woonde in de buurt van Olbricht in Dahlen. Sedert September 1943 werd hij door Olbricht ingewijd in de voorbereiding van de misdaad. Höppner verklaarde, dat hij zich alleen in geval van positief slagen der uitvoering van zoo'n onderneming ter be schikking heeft gesteld. Hij geeft toe dat hij bij de besprekingen en mededeelingen die hem gedaan "werden, ook gedacht heeft aan de mogelijkheid van een gewelddaad jegens den Führer en dat hij- voorstander was van den scherpsten uitzonderingstoestand ten aan zien van het Duitsche volk. Bij de beschrij ving van een op 15 Juli te Berlijn gebracht bezoek, dat „vergeefsch", was, aangezien de aanslag door Stauffenberg niet was uitge voerd, had Olbricht reeds last- gegeven tot een speciale alarmeering van d^ in de om geving van Berlijn liggende krijgsscholen van het leger. Olbricht werd, naar hij Höppner op den dag van den aanslag des middags bij ëen bespreking in het ambtsvertrekmede deelde, door zijn superieur berispt aangezien hij overijld aanleiding gegeven had tot de alarmeering van de krijgsscholen. Olbricht verklaarde in dit 'verband, naar Höppner bevestigde: „Er bestaat anders gevaar, dat kolonel-generaal Guderiait die tanks naar het Oosten, naar het front overbrengt". De daders vreesden dus, dat zij de op zettelijk door hen in het vaderland ach tergehouden strijdkrachten aan het front zouden moeten afstaan en dat daardoor de door hen voor hun onwentelingsplannen in het vaderland achtergehouden troe- pendeelen verzwakt zouden worden. Höppner en Olbricht gingen na het eerste gesprek op 20 Juli tegen 13 uur tezamen di- neeren. In aansluiting hierop gingen zij weer naar de Bendlerstrasse en wachtten onge duldig op het verwachte bericht uit het hoofdkwartier van den Führer. De mededee lingen die zij ontvingen luidden verschillend. Op de eerste, om 15.50 uur in de Bendler strasse van Stauffenberg ontvangen mede deeling, dat de Führer door den aanèlag was gedood, nam Olbricht uit een brandkast de voor het verraad voorbereide bevelen. Tege lijkertijd werd gemeld, dat Stauffenberg, die op het vliegveld Rangsdorf was aangekomen, rapporteerde, dat- er bij de zware ontploffing, die hij gehoord en gezien had, niemand het leven had kunnen behouden. Het was ge weest als of er een 15 c.m. granaat was in geslagen. Intusschen kwam Beek naar Olbricht en maakte zichzelf chef der regeering. Opk Witzleben kwam eft men begon te „regeeren". Höppner begon als „opper bevelhebber van het leger in het vader land" in het daarvoor aangewezen dienst vertrek met dé lectuur van de intus schen door Witzleben uitgevaardigde „bevelen". Hij had vervolgens o.m. de Gruppenleiter van het opperbevel van het leger bijeen geroepen, doch was bij hen op energieken tegenstand gestuit. BUITEN BAND In Bretagne woedden zware gevechten. Jn Italië poogden de Geallieerden bij Floren ce tevergeefs den Arno over te steken. Aan het Oostelijk front lagen de zwaartepunten van den strijd bij Baranof, het gebied van Bialystok, ten Noorden van den Mem-el en bij Birsen. De bevolking van Oost Pruisen helpt in haar geheel aan de grensversterking. Aan de Japansche bevolking is medege deeld, dat zij zal worden bewapend. In Slowakye is arbeidsdienst plicht voor alle personen tusschén 18 en 60 jaar inge voerd. De samenstelling van het Ho ngaarsc he kabinet is gewijzigd. Aan het Turksche parlement werd een plan tot evacuatie der groote steden^oorge- legd. De Duitsche ambassadeur Von Papen is op terugreis naar zijn land te Sofia aange komen. Maarschalk Mknnerhéim, de nieuwe Finsche president, heeft ter gelegenheid van zijn ambtsaanvaarding in een dagorder aan het leger er op gif-wezen, dat de strijd wordt voortgezet. BJXXEXLAM) Het aantal dooden tengevolge van de beschieting van rijdende treinen door Arrglo- Hij heeft toen vervolgens tegen 18 uur offi cieel bekend werd gemaakt, dat de Führer nog leefde, er met Beck over beraadslaagd, of men zich niet door een „krachtproef" meester kon maken van den omroep. Het einde der samenzwering. Het verraderlijke drijven van Beek, Witz leben en Höppner vond een plotseling einde, toen officieren en soldaten van het leger het dienstvertrek van Höppner bestormden. Bij de verdere, nog slechts minuten durende afwikkeling van de misdaad eindigde een deel van hen door standrechtelijke fusilee- ring, kolonel-generaal Beek trachtte zelf moord te plegen en bracht zich met drie pistoolschoten verwondingen toe. Om rede nen die op het oogenblik nog niet opgehel derd zijn, werd hij daarop door kolonel- generaal Fromm persoonlijk doodgeschoten. Höppner liet zich arresteeren. De handlangers. Na Höppner kwamen de handlangers voor den rfechter. In de eerste plaats graaf York von Wartenburg, neef 'van Stauffenberg. In het burgerlijk leven Oberregierungsrat, wilde hij thans staats-secretaris van den Rijkskan selier worden, een functie, waarmede Gör- deler zich zou belasten. De beklaagde was op de hoogte van de verschillende moordtermijnen. Hij was regel matig op de hoogte gebracht en verklaarde dat het in het voornemen lag onverwijld contact op te nemen met den vijand in het Oosten en in het Westen. Wel koesterde, naar hij verklaarde, de samenzweerders- clique geen enkele twijfel, dat de vijanden zouden vasthouden aan een onvoorwaarde-* lijke capitulatie en vernietiging van het Duitsche rijk en volk. De 24-jarige kapitein Friedrich Karl Klau sing, die als volgende werd verhoord, is een willoos werktuig van den voornaamsten misdadiger geweest. Klausing hield in het volle bewustzijn van het feit waar het om ging, wagen en vliegtuig voor den moorde naar gereed. Slechts een ziekte, die hem plotseling had overvallen, had hem verhin derd om op 20 Juli eveneens actief deel £e nemen aan de uitvoering van de misdaad. De beklaagde luitenant-kolonel Bernardis bekent schuldig te zijn aan medeplichtigheid Wanneer ik toen niet in handen zou zijn ge vallen van Stauffenberg'. zeide hij, ..maar een fatsoenlijk superieur had gehad, stond ik thans niet als misdadiger voor het Duitsche volk, Maar toen ik in handen was geraakt van mijn superieur Stauffenberg. brak ik van dien dag af mijn eed. Ik was niet meer in staat tegten het voornemen van Stauffenberg een standpunt in te nemen, zooals mijn plicht zou zijn geweest. Ik heb zelfs mijn kameraden verleid tot deelneming. Tenslotte h%b ik ook op 20 Juli gefaald. Wanneer ik tot dien dag mede schuldig was doordat ik op de hoogte was. werd ik toen tot deelne mer en actief medeplichtige, doordat ik de bevelen voor de revolte doorgaf. Als laatste beklaagde werd de in 1885 in Hanpver geboren Paul von Hase verhoord. In 1 940 perd hij benoemd tot luitenant-gene raal en weer mach tseo m m a n tlan t van Berlijn. Hase kwam volgens zijn uiteenzetting eind 1 943 voor de eerste maal in contact met Ol bricht «en wel door een gesprek waarin Ol bricht de vraag stelde of bij binnenlandsche onlusten van eenigerlei aard te Berlijn tegen, stellingen tusschen weermacht en partij te verwachten waren. Hase hoorde toen van Ol bricht niets meer tot 15 Juli 1944 Op dien dag werd hij bij Olbricht ontboden, die ver klaarde dat er iets in de hoogste oorlogslei ding gebeuren moest. Aangezien de Führer niet vrijwillig aftrad, moest hij uit den weg geruimd worden. Dit onderhoud vond plaats tegen 12 uur en Ol bricht voegde er ondubbelzinnig aan toe, dat waarschijnlijk op dat oogenblik een aanslag op den Führer werd gepleegd. Het was mo gelijk. dat hij ieder oogenblik een mede deeling zou ontvangen over het resultaat van deze actie. Er waren reeds bevelen vastge legd tegen z.g. „binnenlandsche onlusten''. Als eerste maatregel moest de rogêeningswijk. worden afgezet. De president stelde voorts den beklaagde Witzleben de'vraag of hij in zijn vorige mili taire dienstbetrekking na het mislukken van het verraad nog verklaringen heeft afgelegd in dien zin dat voor den putsch niet vol doende personen ter beschikking hadden gestaan. De beklaagde antwoordde hierop dat hij hij het mislukken van deze putsch-' poging „een fundamenteele vergissing" had geconstateerd. Uij had steeds ge loofd, dat „betrouwbare troepeiideelen en een vrij groote kring hoogere offi cieren" zouden meedoen. Zijn groote dwaling is het geweest dat hij zieh volle- A.merikaansche vliegtuigen op 5 Augustus was gisteren tot 60 gestegen. Er zijn 75 zwaar en meer dan 120 licht gewonden. «In de courant van gisteren is een mede deeling* te vinden inzake de Z-s procedure van de Nederlandsche bouwindustrie. -i. Voor kinderen geboren in 1940 dn 1941 worden wederom 100 gram gedroogde abri kozen beschikbaar gesteld op bon Reserve D 69. welke voor of op 12 Augustus bij den winkelier moet worden ingeleverd. Waar schijnlijk komt de aflevering begin Sep tember. In de courant van gisteren staat een be richt inzake vrijstelling van belastingen, te verleenen aan kleine onderlinge ver zeker ings maatschappijen. STAD Tot substituut-griffier bij de Arron dissementsrechtbank te Haarlem is benoemd Mr. A. C. E. Haersma dé With, wnd. griffier Arr. rechtb. Assen. SPORT De drie elftallen van „Haarlem", die in de competitie van den Ned. Voetbalbond uit komen, zullen op .het terrein van HFC aan de Spanjaardslaan hun thuiswedstrijden spelen. De jaarlijksche damreunie van den Prov. Noord-Hollandschen Dambond zal J2ondag 10 September in Hotel Proot te Alk maar worden gehouden. dig vergist heeft ten aanzien van de Na- tionaal-socialistische houding der Duit sche weermacht. Requisitoir Vervolgens behandelde de Oberreichsan walt de kwestie van het voltrekken' van het te verwachten doodsvonnis. De beklaagden hebben zich met hun daad gesteld buiten iedere betrekking,tot de volksgemeenschap, de grond en het vaderland. De aanslagple gers hebben trouwbreuk gepleegd jegens-den Obersten Kriegherr" en tegenover hun ka meraden en Duitschland op het oogenblik van het hoogste gevaar blootgesteld aan nieuwe ongehoorde lasten. Dat zoo'n smade lijke actie ei' niet mee kan worden geboet, dat een eerlijke" kogel een einde maakt aan het leven van- de beklaagden, is een onbe twistbaar feit. De doodstraf kan slechts met den strop voltrokken worden. De Oberreichsanwalt besloot met de woor den: „Wanneer het vonnis zal zijn voltrok ken, is een schandvlek uit de geschiedenis van de Duitsche weermacht uitgewischt, zooa.ls er nooit tevoren een geweest is en zooals er nooit in de toekomst meer een zal zijn." In zijn pleidooi zette Oberreichsanwalt Dautz o.m. nog uiteen, dat de geschiedenis van de Pruisisch-Duitsche weermacht, die rijk is aan heerlijke bewijzen van moed, dap perheid, trouw en eer geen voorbeeld kent van de afgrondelijke laaghartigheid die thans hier onthuld is. De snelheid, de vast beradenheid, waarmede de misdadige revolte op 20 Juli is neergeslagen heeft eeri vraag in de schaduw gedrongen, die desondanks ge steld moet worden, wanneer men de schuld^ maat op juiste waarde wil schatten. Wat zou wel gebeurd zijn wanneer op grond van deze daad der beklaagden op 20 Juli 1944 de infame moordaanslag op den Führer geslaagd was en daarmede het Duit sche volk op het toppunt van zijn levensstrijd beroofd zou zijn geweest van de stelligste waarborg^ van den meest vastberaden wil tot» zelfbehou'd. Het is schokkend zieh er een beeld van te vormen van wat in het bijzonder aan den dag getreden is in de leidende in stanties der kliek"van samenzweerders. Eén ding echter heeft ook het proces van heden duidelijk uitgewezen. Het was slechts een kleine kring van eervergeten schooiers, diè er toe bereid waren de hand op te heffen te gen den Führer. wien zij als soldaten de eed van trouw hadden gezworen. De Oberreichsanwalt constateerde ook dat het bij de beklaagden slechts gaat om een kleine kring van lieden*die door persoon lijken invloed en kliek belangenJot elkaar was gekomen, maar die door hun posities in-' vloedrijk waren en die niets uit te staan heeft met het officierscorps van de Duitsche weer macht. Nadat de Oberreichsanwalt vervolgens de verschillende beklaagden "op grond van het resultaat van het verhoor behandeld had, kwam hij tot het volgende oordeel'over hun -*chuld Alle beklaagden zijn zonder uitzonder ring medeplichtigen of daders van den aanslag en het verraad. Bij geen hun ner 'is het zoo gelegen dat hij niet voor ^zijn persoon minstens .een belangrijke bij dra ge voor het hoogverraad had. Zij hebben de oorlogsinspanningen van Duitschland systematisch geblokkeerd. Zij hebben getracht door een moordaan slag op den Führer. die laf was in zijn uitvoering, maar die door Gods zegen is mislukt, macht te krijgen over leger en vaderland. Zij waren typische reaction- nairen. Zij wilde laf en onwaardig Duitschland aan den vijand uitleveren. Zij zijn derhalve niet alleen hoogverra-" ders. zij zijn ook infamie landverraders. De straf d;e elk hunner volgens de wet m.oet treffen, is de doodstraf. Na de aanklachtsrede van den Oberreichs*. •inwalt kregen.de aangewezen verdedigers het woord. In de anderhalf uur durende uit eenzettingen der verdedigers van de beklaag den kwam behalve een diepgaande "juridische waardebepaling van de aanklacht tot uit drukking dat reeds" op 20 Juli het vonnis over deze beklaagden was uitgesproken door de uitspraak van het Dot en door d^ stem van het Duitsche volk. De beklaagden kregen toen het hun vol gens de wet toekomende laatste woord. De beklaagden Klausing en Bernardis verzoch ten het ffoor hen verwachte vonnis met den kogel te voltrekken. TIet vonnis Het Volksgerechtshof van het fïroot- Duilsehe rijk teeft op 7 en 8 Augustus de zaak behandeld tegen acht uit het le ger gestooten vorraderg. die deelgeno men hadden in leidende functie aan de misdaad van 20 Juli. De beklaagden Fr win von Witzleben, Erich Höppner. Hellmuth Stieff, \1- breeht von Hagen. Paul von "Havso. Ro bert Bernard's. Friedrich-Karl Klausing en Peter Graf York von Wartenburg wer den als meineedigen, eerloozon. eer/.uch- tigen wegens hoog- en landverraad ter dood veroordeeld. Hun vermogen ver valt aan het Rijk. Het vonnis is twee uur na de uitspraak voor alle veroordeelden niet den strop voltrokken. Auto bij Leiden door trein gegrepen. Burgemeester van Voorschoten en twee politiemannen gedood. Hedenochtend omstreeks zeven uur is op den spoorwegovergang De Vink in het baan vak Voorschoten—^Leiden een auto door een trein gegrepen. In de auto bevonden zich de burgemeester van Voorschoten, de 43-jarige heer M. F. Berkhout en de wachtmeesters der politie A. Leeuwis en H. de Vrij, heiden 31 jaar oud. Allen werden gedood .Verduisteren: van 21.15 tot 6.15 uur 10 Aug.: zon op 6.13, onder 21.16 uur maan onder 13.52, op 0.22 uur 11 Aug.: zon op 6.15, onder 21.14 uur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1944 | | pagina 2