DE AANSLAG OP DEN
FüHRER.
Nieuws uit de courant van
gisteren.
Vervolg van vag. 1
in 1942 wegens lafheid en ongehoorzaamheid
uit de weermacht was gestooten.
Von Witzleben is in 1881 geboren. In de
Rijksdagzitting van 19 Juli 1940 werd hij door
den Führer tot veldmaarschalk benoemd, doch
in 1942 naar de reserve overgeplaatst. Hij
geeft toe, dat hij „in de zaak verwikkeld is".
Von Witzleben kende den standrechtelijk
doodgeschoten vroegeren generaal Olbricht
Êedert geruimen tijd en heeft met hem on
derhandeld. Hij heeft ook contact gehad met
dén vroegeren chef van den generalen staf
van het leger, Generaloberst Beck, die zelf
moord heeft gepleegd en met beklaagde Höpp-
ner. Het eerste zeer belastende feit houdt in,
dat Von Witzleben reeds in Februari 1943
Beck in diens woning heeft bezocht en met
hern heeft gesproken „over den toestand". Zfij
hadoen er over gesproken, dat degenen, die
de Führer aan het hoofd der militaire oorlog
voering geplaatst had, „niet goed" waren en
,,de goeden" waren uitgeschakeld.
Op de vraag van den president, wie het
beter had kunnen" doen, antwoordt Von Witz
leben met zachte stem: „Wij beiden. Beek
en ik;,'.
Een tweede bespreking in deze aangelegen
heid hield von Witzleben in October of No
vember 1943 met Olbricht en wel omdat Ol
bricht zich had belast met de correspondentie
van het verraad. Bij deze bespreking heeft
aldus blijkt uit de behandeling Olbricht er
voor het eerst op gewezen, dat hij het alle*n
nauwelijks afkon. Hij moest er nog iemand
bij hebben.
De president vraagt hoe men zich eigenlijk
de verwezenlijking had gedacht van het plan
om den Führer tot aftreden te bewegen en
Von Witzleben en Beek opperbevelhebber en
rijkskanselier te laten spelen. Daarop ant
woordt Von Witzleben: „Van de heele poli
tiek en de binnenlandsche politieke aangele
genheden heb ik in het geheel geen verstand.
In de eerste plaats wilden wij ons na
tuurlijk van den Führer meester maken,
maar niet in den vorm van een aanslag.
Men zou wachten op een tijdstip, dat de
Führer met zoo klein mogelijk gevolg op
reis zou zijn, opdat men zich van hem
meester kon mak'en. Wij waren van mee
ning, dat een Führer in» leven nuttiger voor
ons zou zijn, dan een niet-levende".
Pres.: ..Wie zou den stoottroep aahvoeren?"
Von Witzleben: „De menschen daarvoor
moesten eerst gezocht worden".
De president vraagt, of men zich had voor
gesteld, dat de Führer zich zonder strijd zou
laten overweldigen. Von Witzleben antwoordt:
„Dat hadden wij ons toen voorgesteld". Op
de opmerking van den president, dat men toch
een. zuiveren moord had beraamd, verklaart
Von Witzleben: „Dat kan men natuurlijk zeg
gen"
Een derde bespreking had Von Witzleben in
Mei 1944. toen hij naar Olbricht ging om zich,
zooals hij zegt, een uiteenzetting van de si
tuatie te laten geven. Daarbij leerde hij den
moordenaar, graaf Stauffenberg, kennen. Von
Witzleben geeft toe, dat hij nu wist, dat Ol
bricht den „gezoehten helper" Had gevonden.
Na deze bespreking vertrok Von Witzleben in
alle kalmte voor zijn gezondheid naar Bad-
Kissingen. Daar werd hij op 10 of 1.1 Juli op
gebeld door een nieuwen tusschenpersoon met
de mededeeling. dat hij onmiddellijk naar
Berlijn moest komen. Men had hem daar noo-
dig. De aanslag was namelijk al voor dien
dag beraamd
De Bendler-sirasse.
Op 19 Juli bevond Von Witzleben zich we
derom ..om persoonlijke redenen" te lijn.
Men zeide hem daar, dat het „den y Hen
dag waarschijnlijk voor elkaar zou ziin".
waarop hii zich weer naar huis begaf, naar
Seesen. district Kalau. Op 20 Juli werd Von
Witzleben volgens zijn bekentenis te Seesen
opgebeld met de mededeeling, dat het er te
Berlijn op los ging. Onderweg informeerde hij
weer bij een militair bureau, maar vernam
daar, dat de Führer bij den moordaanslag
slechts licht gewond was. Von -Witzleben be
gaf zich naar het opperbevel van het leger in
de Bendlerstrasse en kwam daar bijeen met
Beek. Höppner en Olbricht. Daar was graaf
Stauffenberg juist na den aanslag uit het
hoofdkwartier van den Führer aangekomen.
Beek zette in een korte toespraak uiteen,
waarom men de revolte ook zonder vaststaand
bericht over den afloop van den aanslag had
ontketend.
Aan Von Witzleben werden thans zooge
naamde „bevelen" voorgelegd, die zijn naam
droegen en waarvoor hij zich, hoewel hij
zeide ze tevoren niet gelezen te hebben,
thans voor het Volksgerechtshof verant
woordelijk verklaarde en wel met de opmer
king, dat hij deze bevelen „juist had geacht".
Als z.g. „opperbevelhebber der weermacht"
maakte hij in deze „bevelen" bekend, dat
er een „nieuwe Rijksregeering" was gevormd.
De p; esident verwijst o.m. naar een gc-
hcimbevrl, dat Höppner had uitgevaardigd
als z.g. „opperbevelhebber van het reserve
>»gcr in net biunenland". Het betreft hier
voorschriften voor de arrestaties vap allen,
die in het Nationaalsoeialistische Duitsch-
land de handhaving van de orde, de voedsel
voorziening, de wapenindustrie, kortom de
geheele oorlogvoering en het staatsleven
leiden.
Von Witzlebeneen Höppner beschikten bo
vendien, en wel ineen bevel waarvoor Von
Witzleben thans nog uitdrukkelijk de ver
antwoordelijkheid op zich neemt, dat de
concentratiekampen door soldaten moesten
worden bezet, de bewakingsmanschappen ge
ïnterneerd en de misdadigers bevrijd. Men
wilde hun alleen verzoeken, zich voorloopig
van" alle demonstraties te onthouden.
Op de verklaring van den president dat
dit de vrijlating van duizenden zuiver cri-
mineele deels buitenlandsche misdadigers
Hoofdredacteur: F. C. Derks, Haarlem, Chef van
Dienst en Binnenland: S. R. Kuiper. Haarlem,
Sport en Stad: A. Overmeer, H'slede (afw.),
Buitenland: J. C. van der Laag, Heemstede.
Verantwoordelijk voor de advert.-rubriekW. van
Ommen, Heemstede.
zou hebben beteekend, zweeg Von Witzleben.
Von Witzleben was in totaal zeven kwar
tier in de Bendlerstrasse geweest. Toen
bleek, dat de Führer in leven was en Beck's
poging zich van den omroep meester te ma
ken was mislukt, liet hij zijn wagen voorko
men en reed naar huis. Kort daarna werd
hij gearresteerd. Hij heeft aanvankelijk, zoo
als hij thans toegeeft, bij het politieverhoor
onwaarheid gesproken. Hij had beweerd, dat
hij volkomen toevallig naar Berlijn gekomen
was. Het radiotoestel in zijn auto had hem
van den aanslag in kennis gesteld. Hij was
daarop met den vroegeren kwartiermeester-
generaal Wagner, die intusschen zelf een
eind aan zijn leven gemaakt heeft, onderweg
in een militair bureau samengekomen. Daar
na was hij doorgereden naar Berlijn. In de
Bendlerstrasse had hij Beek, Höppner en
anderen ontmoet. Graaf Stauffenberg had
hem een bevel getoond, dat als onderteeke-
ning de naam Von Witzleben droeg. Hij had
echter geweigerd, de rol van opperbevelheb
ber der weermacht te spelen.
Tegen deze onware verklaringen staat het
bewijsmateriaal, dat thans, tot de bekentenis
van Von Witzleben heeft geleid. Na de op
heldering van de rol, door Von W^zleben
op 20 Juli gespeeld, vraagt de president hem:
„Hebt U erover gedacht, wat de andere
Duitsche veldmaarschalken over uw misdaad
zouden zeggen?"
Von Witzleben: „Ik begrijp, dat zij mij
veroordeelen".
Höppner.
Vervolgens werd de vroegere kolonel-
generaal Höppner verhoord. Höppner is de
zoon van een arts. Sedert 1938 was hij com-
mandeerend generaal over een pantsercorps.
In 1942 werd hij wegens lafheid en ongehoor
zaamheid uit het legér gestooten. 25jn be
kentenis behelst, het volgende:
Höppner woonde in de buurt van Olbricht
in Dahlen. Sedert September 1943 werd hij
door Olbricht ingewijd in de voorbereiding
van de misdaad. Höppner verklaarde, dat hij
zich alleen in geval van positief slagen der
uitvoering van zoo'n onderneming ter be
schikking heeft gesteld. Hij geeft toe dat hij
bij de besprekingen en mededeelingen die
hem gedaan "werden, ook gedacht heeft aan
de mogelijkheid van een gewelddaad jegens
den Führer en dat hij- voorstander was van
den scherpsten uitzonderingstoestand ten aan
zien van het Duitsche volk. Bij de beschrij
ving van een op 15 Juli te Berlijn gebracht
bezoek, dat „vergeefsch", was, aangezien de
aanslag door Stauffenberg niet was uitge
voerd, had Olbricht reeds last- gegeven tot
een speciale alarmeering van d^ in de om
geving van Berlijn liggende krijgsscholen van
het leger. Olbricht werd, naar hij Höppner
op den dag van den aanslag des middags bij
ëen bespreking in het ambtsvertrekmede
deelde, door zijn superieur berispt aangezien
hij overijld aanleiding gegeven had tot de
alarmeering van de krijgsscholen. Olbricht
verklaarde in dit 'verband, naar Höppner
bevestigde: „Er bestaat anders gevaar, dat
kolonel-generaal Guderiait die tanks naar het
Oosten, naar het front overbrengt".
De daders vreesden dus, dat zij de op
zettelijk door hen in het vaderland ach
tergehouden strijdkrachten aan het front
zouden moeten afstaan en dat daardoor de
door hen voor hun onwentelingsplannen
in het vaderland achtergehouden troe-
pendeelen verzwakt zouden worden.
Höppner en Olbricht gingen na het eerste
gesprek op 20 Juli tegen 13 uur tezamen di-
neeren. In aansluiting hierop gingen zij weer
naar de Bendlerstrasse en wachtten onge
duldig op het verwachte bericht uit het
hoofdkwartier van den Führer. De mededee
lingen die zij ontvingen luidden verschillend.
Op de eerste, om 15.50 uur in de Bendler
strasse van Stauffenberg ontvangen mede
deeling, dat de Führer door den aanèlag was
gedood, nam Olbricht uit een brandkast de
voor het verraad voorbereide bevelen. Tege
lijkertijd werd gemeld, dat Stauffenberg, die
op het vliegveld Rangsdorf was aangekomen,
rapporteerde, dat- er bij de zware ontploffing,
die hij gehoord en gezien had, niemand het
leven had kunnen behouden. Het was ge
weest als of er een 15 c.m. granaat was in
geslagen.
Intusschen kwam Beek naar Olbricht
en maakte zichzelf chef der regeering.
Opk Witzleben kwam eft men begon te
„regeeren". Höppner begon als „opper
bevelhebber van het leger in het vader
land" in het daarvoor aangewezen dienst
vertrek met dé lectuur van de intus
schen door Witzleben uitgevaardigde
„bevelen". Hij had vervolgens o.m. de
Gruppenleiter van het opperbevel van
het leger bijeen geroepen, doch was bij
hen op energieken tegenstand gestuit.
BUITEN BAND
In Bretagne woedden zware gevechten.
Jn Italië poogden de Geallieerden bij Floren
ce tevergeefs den Arno over te steken. Aan
het Oostelijk front lagen de zwaartepunten
van den strijd bij Baranof, het gebied van
Bialystok, ten Noorden van den Mem-el en bij
Birsen. De bevolking van Oost Pruisen helpt
in haar geheel aan de grensversterking.
Aan de Japansche bevolking is medege
deeld, dat zij zal worden bewapend.
In Slowakye is arbeidsdienst plicht voor
alle personen tusschén 18 en 60 jaar inge
voerd.
De samenstelling van het Ho ngaarsc he
kabinet is gewijzigd.
Aan het Turksche parlement werd een
plan tot evacuatie der groote steden^oorge-
legd. De Duitsche ambassadeur Von Papen
is op terugreis naar zijn land te Sofia aange
komen.
Maarschalk Mknnerhéim, de nieuwe
Finsche president, heeft ter gelegenheid van
zijn ambtsaanvaarding in een dagorder aan
het leger er op gif-wezen, dat de strijd wordt
voortgezet.
BJXXEXLAM)
Het aantal dooden tengevolge van de
beschieting van rijdende treinen door Arrglo-
Hij heeft toen vervolgens tegen 18 uur offi
cieel bekend werd gemaakt, dat de Führer
nog leefde, er met Beck over beraadslaagd,
of men zich niet door een „krachtproef"
meester kon maken van den omroep.
Het einde der samenzwering.
Het verraderlijke drijven van Beek, Witz
leben en Höppner vond een plotseling einde,
toen officieren en soldaten van het leger het
dienstvertrek van Höppner bestormden. Bij
de verdere, nog slechts minuten durende
afwikkeling van de misdaad eindigde een
deel van hen door standrechtelijke fusilee-
ring, kolonel-generaal Beek trachtte zelf
moord te plegen en bracht zich met drie
pistoolschoten verwondingen toe. Om rede
nen die op het oogenblik nog niet opgehel
derd zijn, werd hij daarop door kolonel-
generaal Fromm persoonlijk doodgeschoten.
Höppner liet zich arresteeren.
De handlangers.
Na Höppner kwamen de handlangers voor
den rfechter. In de eerste plaats graaf York
von Wartenburg, neef 'van Stauffenberg. In
het burgerlijk leven Oberregierungsrat, wilde
hij thans staats-secretaris van den Rijkskan
selier worden, een functie, waarmede Gör-
deler zich zou belasten.
De beklaagde was op de hoogte van de
verschillende moordtermijnen. Hij was regel
matig op de hoogte gebracht en verklaarde
dat het in het voornemen lag onverwijld
contact op te nemen met den vijand in het
Oosten en in het Westen. Wel koesterde,
naar hij verklaarde, de samenzweerders-
clique geen enkele twijfel, dat de vijanden
zouden vasthouden aan een onvoorwaarde-*
lijke capitulatie en vernietiging van het
Duitsche rijk en volk.
De 24-jarige kapitein Friedrich Karl Klau
sing, die als volgende werd verhoord, is een
willoos werktuig van den voornaamsten
misdadiger geweest. Klausing hield in het
volle bewustzijn van het feit waar het om
ging, wagen en vliegtuig voor den moorde
naar gereed. Slechts een ziekte, die hem
plotseling had overvallen, had hem verhin
derd om op 20 Juli eveneens actief deel £e
nemen aan de uitvoering van de misdaad.
De beklaagde luitenant-kolonel Bernardis
bekent schuldig te zijn aan medeplichtigheid
Wanneer ik toen niet in handen zou zijn ge
vallen van Stauffenberg'. zeide hij, ..maar
een fatsoenlijk superieur had gehad, stond ik
thans niet als misdadiger voor het Duitsche
volk, Maar toen ik in handen was geraakt
van mijn superieur Stauffenberg. brak ik van
dien dag af mijn eed. Ik was niet meer in
staat tegten het voornemen van Stauffenberg
een standpunt in te nemen, zooals mijn
plicht zou zijn geweest. Ik heb zelfs mijn
kameraden verleid tot deelneming. Tenslotte
h%b ik ook op 20 Juli gefaald. Wanneer ik
tot dien dag mede schuldig was doordat ik
op de hoogte was. werd ik toen tot deelne
mer en actief medeplichtige, doordat ik de
bevelen voor de revolte doorgaf.
Als laatste beklaagde werd de in 1885 in
Hanpver geboren Paul von Hase verhoord. In
1 940 perd hij benoemd tot luitenant-gene
raal en weer mach tseo m m a n tlan t van Berlijn.
Hase kwam volgens zijn uiteenzetting eind
1 943 voor de eerste maal in contact met Ol
bricht «en wel door een gesprek waarin Ol
bricht de vraag stelde of bij binnenlandsche
onlusten van eenigerlei aard te Berlijn tegen,
stellingen tusschen weermacht en partij te
verwachten waren. Hase hoorde toen van Ol
bricht niets meer tot 15 Juli 1944 Op dien
dag werd hij bij Olbricht ontboden, die ver
klaarde dat er iets in de hoogste oorlogslei
ding gebeuren moest.
Aangezien de Führer niet vrijwillig aftrad,
moest hij uit den weg geruimd worden. Dit
onderhoud vond plaats tegen 12 uur en Ol
bricht voegde er ondubbelzinnig aan toe, dat
waarschijnlijk op dat oogenblik een aanslag
op den Führer werd gepleegd. Het was mo
gelijk. dat hij ieder oogenblik een mede
deeling zou ontvangen over het resultaat van
deze actie. Er waren reeds bevelen vastge
legd tegen z.g. „binnenlandsche onlusten''.
Als eerste maatregel moest de rogêeningswijk.
worden afgezet.
De president stelde voorts den beklaagde
Witzleben de'vraag of hij in zijn vorige mili
taire dienstbetrekking na het mislukken van
het verraad nog verklaringen heeft afgelegd
in dien zin dat voor den putsch niet vol
doende personen ter beschikking hadden
gestaan.
De beklaagde antwoordde hierop dat
hij hij het mislukken van deze putsch-'
poging „een fundamenteele vergissing"
had geconstateerd. Uij had steeds ge
loofd, dat „betrouwbare troepeiideelen
en een vrij groote kring hoogere offi
cieren" zouden meedoen. Zijn groote
dwaling is het geweest dat hij zieh volle-
A.merikaansche vliegtuigen op 5 Augustus
was gisteren tot 60 gestegen. Er zijn 75
zwaar en meer dan 120 licht gewonden.
«In de courant van gisteren is een mede
deeling* te vinden inzake de Z-s procedure
van de Nederlandsche bouwindustrie.
-i. Voor kinderen geboren in 1940 dn 1941
worden wederom 100 gram gedroogde abri
kozen beschikbaar gesteld op bon Reserve
D 69. welke voor of op 12 Augustus bij den
winkelier moet worden ingeleverd. Waar
schijnlijk komt de aflevering begin Sep
tember.
In de courant van gisteren staat een be
richt inzake vrijstelling van belastingen, te
verleenen aan kleine onderlinge ver zeker ings
maatschappijen.
STAD
Tot substituut-griffier bij de Arron
dissementsrechtbank te Haarlem is benoemd
Mr. A. C. E. Haersma dé With, wnd. griffier
Arr. rechtb. Assen.
SPORT
De drie elftallen van „Haarlem", die in
de competitie van den Ned. Voetbalbond uit
komen, zullen op .het terrein van HFC aan
de Spanjaardslaan hun thuiswedstrijden
spelen.
De jaarlijksche damreunie van den
Prov. Noord-Hollandschen Dambond zal
J2ondag 10 September in Hotel Proot te Alk
maar worden gehouden.
dig vergist heeft ten aanzien van de Na-
tionaal-socialistische houding der Duit
sche weermacht.
Requisitoir
Vervolgens behandelde de Oberreichsan
walt de kwestie van het voltrekken' van het
te verwachten doodsvonnis. De beklaagden
hebben zich met hun daad gesteld buiten
iedere betrekking,tot de volksgemeenschap,
de grond en het vaderland. De aanslagple
gers hebben trouwbreuk gepleegd jegens-den
Obersten Kriegherr" en tegenover hun ka
meraden en Duitschland op het oogenblik
van het hoogste gevaar blootgesteld aan
nieuwe ongehoorde lasten. Dat zoo'n smade
lijke actie ei' niet mee kan worden geboet,
dat een eerlijke" kogel een einde maakt aan
het leven van- de beklaagden, is een onbe
twistbaar feit. De doodstraf kan slechts met
den strop voltrokken worden.
De Oberreichsanwalt besloot met de woor
den: „Wanneer het vonnis zal zijn voltrok
ken, is een schandvlek uit de geschiedenis
van de Duitsche weermacht uitgewischt,
zooa.ls er nooit tevoren een geweest is en
zooals er nooit in de toekomst meer een
zal zijn."
In zijn pleidooi zette Oberreichsanwalt
Dautz o.m. nog uiteen, dat de geschiedenis
van de Pruisisch-Duitsche weermacht, die
rijk is aan heerlijke bewijzen van moed, dap
perheid, trouw en eer geen voorbeeld kent
van de afgrondelijke laaghartigheid die
thans hier onthuld is. De snelheid, de vast
beradenheid, waarmede de misdadige revolte
op 20 Juli is neergeslagen heeft eeri vraag in
de schaduw gedrongen, die desondanks ge
steld moet worden, wanneer men de schuld^
maat op juiste waarde wil schatten.
Wat zou wel gebeurd zijn wanneer op
grond van deze daad der beklaagden op 20
Juli 1944 de infame moordaanslag op den
Führer geslaagd was en daarmede het Duit
sche volk op het toppunt van zijn levensstrijd
beroofd zou zijn geweest van de stelligste
waarborg^ van den meest vastberaden wil tot»
zelfbehou'd. Het is schokkend zieh er een
beeld van te vormen van wat in het bijzonder
aan den dag getreden is in de leidende in
stanties der kliek"van samenzweerders. Eén
ding echter heeft ook het proces van heden
duidelijk uitgewezen. Het was slechts een
kleine kring van eervergeten schooiers, diè
er toe bereid waren de hand op te heffen te
gen den Führer. wien zij als soldaten de eed
van trouw hadden gezworen.
De Oberreichsanwalt constateerde ook dat
het bij de beklaagden slechts gaat om een
kleine kring van lieden*die door persoon
lijken invloed en kliek belangenJot elkaar
was gekomen, maar die door hun posities in-'
vloedrijk waren en die niets uit te staan heeft
met het officierscorps van de Duitsche weer
macht.
Nadat de Oberreichsanwalt vervolgens de
verschillende beklaagden "op grond van het
resultaat van het verhoor behandeld had,
kwam hij tot het volgende oordeel'over hun
-*chuld
Alle beklaagden zijn zonder uitzonder
ring medeplichtigen of daders van den
aanslag en het verraad. Bij geen hun
ner 'is het zoo gelegen dat hij niet voor
^zijn persoon minstens .een belangrijke bij
dra ge voor het hoogverraad had.
Zij hebben de oorlogsinspanningen van
Duitschland systematisch geblokkeerd.
Zij hebben getracht door een moordaan
slag op den Führer. die laf was in zijn
uitvoering, maar die door Gods zegen is
mislukt, macht te krijgen over leger en
vaderland. Zij waren typische reaction-
nairen. Zij wilde laf en onwaardig
Duitschland aan den vijand uitleveren.
Zij zijn derhalve niet alleen hoogverra-"
ders. zij zijn ook infamie landverraders.
De straf d;e elk hunner volgens de wet
m.oet treffen, is de doodstraf.
Na de aanklachtsrede van den Oberreichs*.
•inwalt kregen.de aangewezen verdedigers
het woord. In de anderhalf uur durende uit
eenzettingen der verdedigers van de beklaag
den kwam behalve een diepgaande "juridische
waardebepaling van de aanklacht tot uit
drukking dat reeds" op 20 Juli het vonnis
over deze beklaagden was uitgesproken door
de uitspraak van het Dot en door d^ stem van
het Duitsche volk.
De beklaagden kregen toen het hun vol
gens de wet toekomende laatste woord. De
beklaagden Klausing en Bernardis verzoch
ten het ffoor hen verwachte vonnis met den
kogel te voltrekken.
TIet vonnis
Het Volksgerechtshof van het fïroot-
Duilsehe rijk teeft op 7 en 8 Augustus
de zaak behandeld tegen acht uit het le
ger gestooten vorraderg. die deelgeno
men hadden in leidende functie aan de
misdaad van 20 Juli.
De beklaagden Fr win von Witzleben,
Erich Höppner. Hellmuth Stieff, \1-
breeht von Hagen. Paul von "Havso. Ro
bert Bernard's. Friedrich-Karl Klausing
en Peter Graf York von Wartenburg wer
den als meineedigen, eerloozon. eer/.uch-
tigen wegens hoog- en landverraad ter
dood veroordeeld. Hun vermogen ver
valt aan het Rijk.
Het vonnis is twee uur na de uitspraak
voor alle veroordeelden niet den strop
voltrokken.
Auto bij Leiden door trein
gegrepen.
Burgemeester van Voorschoten en twee
politiemannen gedood.
Hedenochtend omstreeks zeven uur is op
den spoorwegovergang De Vink in het baan
vak Voorschoten—^Leiden een auto door een
trein gegrepen. In de auto bevonden zich de
burgemeester van Voorschoten, de 43-jarige
heer M. F. Berkhout en de wachtmeesters
der politie A. Leeuwis en H. de Vrij, heiden
31 jaar oud. Allen werden gedood
.Verduisteren: van 21.15 tot 6.15 uur
10 Aug.: zon op 6.13, onder 21.16 uur
maan onder 13.52, op 0.22 uur
11 Aug.: zon op 6.15, onder 21.14 uur