Van boomstam tot Oceaankasteel!
KirS
Van boomstam tot zeekasteelHet is
een interessante ontwikkelingsgang, weiken
het schip heeft doorgemaakt. Wie denkt er
nog bij het zien van een trotsche „drijvende
stad" aan de boomstammen, de zoo heel ge
wone uitgeholde boomstammen, waarmede
de Batavieren ons land binnenkwamen?
Reusachtige vorderingen zijn er gemaakt: de
praetijk toont het, maar ook de bijzonder
heden, die over het verleden zijn bewaaru.
Want ais men de geschiedenis nagaat krijgt
men eerst recht een indruk van den invloed,
dien de zee altijd heeft gehad en wanneer men
zich er eenmaal een beeld van heeft gevormd
verbaast men zich er niet meer over, dat de
menschen, die aan het zilte nat hun hart en
hunbestaansmogelijkheid hebben ver
pand, zoo sterk en zoo moedig kunnen zijn.
Men moet echter niet uitsluitend aan de
uitgeholde boomstammen van de Batavieren
denken, wanneer men in gedachten naar
vroeger" terugkeert. Want rncn mag niet
vergeten, dat reeds de Kelten naar Engeland
trokken, een gebeurtenis, waarvoor wel dege
lijk behoorlijke vaartuigen noodzakelijk wa
ren. Men moet ook weten, hoe opgravingen
op het eiland Walcheren indertijd hebben
getoond, dat er al zeer vroeg een levendige
handel door toedoen van de zee en wateren
als de Scheide en de Rijn werd gedreven
En men mag ook Marco Polo geen onrecht
aandoen door hem terzijde te stellen, me
andere woorden: te verzwijgen, dat hij na
langdurig in het domein der Aziaten te heb
ben verkeerd den bijzonder verbaasden men
schen van zijn land en de naburige streken
kwam verhalen dat een zeker soort Chineesche
vaartuigen, jonken, beter waren dan de
dertiende-eeuwsehe schepen van het knappe
Venetië; ze waren in alle opzichten zee
waardiger, vertelde hij, en ze waren prac
tischer ingericht, ze hadden zoowaar zelfs
waterdichte schotten of iets van dien aard
het kostte hem zijn geloofwaardigheid, want
men kende hem meer fantasie dan over
tuigingskracht toe (het bleek, dat hij aller
minst fantaseerde, maar dat was zeer veel
later i)
De oude tijd
De oude volken kenden reeds goede sche
pen. De Phoeniciërs mogen in dit verband
worden genoemd. De Kretensers en de Grie
ken moeten evenmin onvermeld blijven. Men
maakte al onderscheid tusschen oorlogs- en
andere vaartuigen; in het jaar 480 voor Chris
tus had er bijvoorbeeld bij Salamis een groote
zeeslag plaats. Behoorlijke schepen hadden
ook de Romeinen, die door de noodzaak ge
dwongen bijzonder veel aandacht aan den
scheepsbouw wijdden. Het was de bekende
Julius Caesar, die in het jaar 55 voor Chris
tus Engeland zag en' besloot er heen te varen
Hij gaf last een vloot te bouwen en het bleef
niet bij een bevel, want er werden zorg
vuldig voorbereidingen getroffen. Er werd
van de Fransche kust (Boulogne-Dover) over
gestoken. Het is duidelijk, dat deze onder
neming heel wat vereischte, hetgeen bewijst
dat niet alleen boomstammen in tel waren.
Want Caesar slaagde er in zijn onderneming
te volbrengen en met zoo'n goed resultaat, dat
de Romeinen tot de vijfde eeuw Engeland in
handen bleven houden.
De komst van de Romeinen heeft den men
schen in het Noorden van Europa veel ge
leerd. Voor zij hier arriveerden trof men
vaartuigen aan, welke veel op notedoppen
leken; deze waren log, in het midden breed
en van voren en achteren spits toeloopend.
Ook waren hier platte vaartuigen, die wei
nig diepgang hadden en door toedoen van
houten rollen op het strand werden ge
bracht. Plinius heeft echter reeds gewag ge
maakt van vaartuigen, welke uit boomstam
men waren gevormd en met leer waren be
kleed; deze konden dertig mannen dragen!
Caesar heeft verteld, dat hij in Bretagne
Straatnamen.
Groote verscheidenheid.
We hebben reeds eerder opgemerkt en het
Is trouwens een ieder bekend, dat de ge
meente Velsen wat de daar voorkomende
straatnamen betreft op een groote verschei
denheid kan bogen. We zullen ditmaal enkele
voorbeelden hiervan aanhalen.
Velen zullen zich wel eens hebben afge
vraagd waarom de Van Dalenlaan te Sant
poort aldus is komen te heeten. Het gemeente
bestuur heeft deze 24 April 1934 vernoemd
naar Heijltje van Dalen, die in 1603 een be
langrijk waterconsent van den Heer van
Brederode in de Leckbuurt bij Santpoort had,
geheeten „De Leek en de Bergen".
De Litslaan te Santpoort heeft haar naam
te danken aan Hendrik Lits, een groot lijn-
waadbleeker in de tweede helft van de acht
tiende eeuw, wiens vernaming 24 April 1934
is geschied.
In Oud-IJmuiden kent men de S P. Kuy-
perstraat, waardoor het feit is vastgelegd,
dat Simon Pieter Kuyper het eerste lid van
den gemeenteraad uit de afdeeiing IJmuiden
was. De heer Kuyper werd 12 Januari 1836
op Texel geboren en vestigde zich 30 April
1878. uit Beverwijk komende, in de gemeente
Velsen. Van 16 December 1879 af tot zijn
dood (hij overleed 19 Maart 1900 te Velsen)
had hij in Velsens raad zitting. We kunnen
aan deze bijzonderheden nog toevoegen, dat
hij een zoon van Cornelis Pieter Kuyper en
Jannetje Daalder was en het beroep van
cargadoor uitoefende. Op 20 Maart 1902 werd
de straat naar hem vernoemd.
De Braamstraat, eveneens in Oud-IJmuiden,
is weer op een geheel andere wijze aan haar
naam gekomen. Zij is 5 September 1906 naar
de.... bekende struik vernoemd. Daaren
tegen heeft de Geelvinckstraat te Velsen-
Noord haar naam te danken aan den eige
menschen aantrof, die stevige houten sche
pen maakten. Toen de Romeinen er eenmaal
waren zorgden zij door hun doorzettings
vermogen en macht voor belangrijke ver
beteringen.
Intusschen is het verkeerd te denken, dat
de veroveraars „oppermachtige" schepen
hadden. Dit wordt wel aangetoond door het
feit, dat een boot in ongeveer dertig dagen
werd gebouwd en dan zeeklaar was. Het
oorlogsvaartuig van de Romeinen in de
Middellandsche Zee was een slanke boot, de
iiburne, welke een lengte van dertig meter
had en ruim tachtig roeiers met zich nam.
Hier was een bepaald type noodig, aangezien
de Iiburne in deze landen moeilijk kon wor
den gebezigd en de bewoners van Engeland
voor het gebruik op de Noordzee betere vaar
tuigen hadden, hoewel deze (planken booten
en corakels van dierenhuiden) kleiner waren.
De vorschers naar bijzonderheden over de
oudheid zijn het overigens lang niet altijd
met elkaar eens, zoodat er vele vragen open
blijven.
In ieder geval maakte de bouwkunst groote
vorderingen in dien ouden tijd en niet alleen,
hier. Men denke aan de Vikingen! Hun booten
waren niet van grooten omvang, maar voor
de zeevaart leenden zij zich uitstekend en
bovendien waren zij van zeilen voorzien,
zoodat zij gelet op de toenmalige eischen
geen gebrek, aan snelheid hadden, te meer
daar zij acht er. twintig roeiers telden. Ze
voeren op de Noordzee en op de Oostzee,
maar ook op de Atlantische Oceaan. We
mogen de oogen niet sluiten voor het feit,
dat zij (het moge wegens hun armoede zijn)
zich roovers toonden en aan zachtzinnigheid
weinig waarde hechtten, maar desondanks
kunnen we beamen, dat zij moedige en er
varen zeelui waren Hun schip was als het
ware hun huis, met het gevolg, dat zij het
do9r en door kenden, dus niet alleen zijn
grillen, maar ook in zijn mogelijkheden! Door
hetgeen we over de Noormannen op de
schoolbanken hebben vernomen, weten we
ook een en ander van hun vaartuigen. Deze
waren zoo beschilderd, dat ze het uiterlijk
van een draak of een slang hadden. De boot
was het lichaam, voorop ontwaarde men een
afgrijselijken kop met een geweldigen muil.
Is het een wonder, dat de eenvoudige men
schen, die door de Noormannen werden aan
gevallen, aan duivelskrachten dachten? Men
noemde de vaartuigen hier drakars en snek-
kaars. De groote booten waren overdekt, doch
de kleinere waren open en bloot en boden
dus weinig beschutting; het laatste deerde de
Noormannen evenwel niet, want zij waren
mannen van weer en wind, ze waren wer
kelijk taai, hetgeen ook wel noodig was, niet
alleen in verband met de grillen van de zee
maar eveneens met het oog op den verwoe
den strijd, dien zij te lar.d hadden te leveren.
in ons iüiiu.
Vervolgens een en ander over de ontwi*.-
iteiing van het schip in ons iand. fn ut..
Graventijd waren er verschillende type,
vaartuigen. Een ieder heeft wel eens van du
rvOgge gehoord, het schip, dat eeuwenlang n.
georuik bleef, fn het begin van de vijitienat
eeuw was de Kogge niet grooter dan nondera-
zeslig ton, over net algemeen, tenminste, wan.
er is wei eens gesproken van een kogge, dit
vijfhonderd mannen vervoerde. Het scneeps-
.ype hield in vele gevallen verband met u.
p.aaiseiijke omsiancngheuen. Men wil name
en' waren kraaien en heden, baarösen en
pieiten, buizen en ballen, giers en rijn-
chepen, kromstevens en roeijachten. Maa.
we wagen het niet te pogen uit te vissche.,
welken vorm deze vaartuigen hadden, want
voor verscmiienae typen wc.aeii uezeuun
.»arnen geoiuikt. ue baards en de pleit zullen
we echter wel als zeeschepen mogen b-
cnouwen; zij waren van zeventig tot tacn
tig ton.
schepen werden geleidelijk grooter er.
oeter. Er was immers een gezonde onder
nemingsgeest. Steeds meer legde de zeevaar
op de aandacht beslag. De Spanjaarden wa-
en spoedig begonnen de vruchten van he.
koene optreden van Columbus en zijn man
nen te plukken. Handeldrijven was de leuze
en ze lieten niets onbeproefd om de groote
mogelijkheden uit te buiten. Zoo ruim was
nun arbeidsveld, dat zij er iets anders voor
verwaarloosden. Er deed zich dus een kans
voor de Nederlanders voor en deze werd ge-
oruikt. Onze vooroudei's gingen aliengs meer
als vrachtvaarders tusschen het Zuiden en
de Oostzeeianden optreden. Het was tegen
net einue van de zestiende euw, dat men tot
de Middellandsche Zee doordrong en wel om
koren naar Xtaiie te brengen, waar een hon
gersnood heerschte. Er werd ook naar Bra
zilië gevaren, hoewei vaak voor Portugeesche
rekening. Bovendien waren er Nederlanders
op vreemde schepen.
We moeten ons wegens ons bestek beper
kingen opleggen, maar in het kort. moge er
toch aan worden herinnerd, dat er in dien tijd
heel wat van de zeelieaen werd gevergd. Ze
hadden bijna steeds niet aan den wal kun
nen aarden en hebben toen (dikwijls nood
gedwongen!) het ruige zeeleven gezocht. Hier
konden ze hun ruwe kracht toonen en er
bleken groote tiguren onder hen te zijn, men
schen, die aan den wal soms als mislukke
lingen werden beschouwd, doch in den zwa-
ren strijd hun goede hoedanigheden toonden.
Steeds verder breidde ons land zijn vleugels
uit. Er werd handel gedreven met indië, met
ie nieuwe wereld, ja waar niet. Nederland
ging de zee beheerschen; zijn schepen wer
den machtig, er werd flink geld verdiend en
veel daarvan werd aanvankelijk gebruikt om
steeds weer nieuwe lauweren te oogsten
Nederiand heeft altijd op goeie zeelieden!
kunnen rekenen. Reeds in de zeventiende
eeuw schreef de zeer deskundige Hollander
Nicolas Witsen, dat niet de scheepsvorm de
Hollanders tot zulke bekwame zeelui maakt.
Neen, de reden moet men zoeken in hun
IJmuiden in wintertijd
IJsvreugde op het Noordzeekanaal!
„Bene qui Labuit,
Bene vixit".
Huis ter Spijk, eens een der
aanzienlijkste
buitenplaatsen.
Het is geen wonder, dat men,
wanneer men den tijd voor
oogen houdt, toen er in deze
nen de ouderen heel wat vertellen. Strenge
winters hebben zij medegemaakt, zoo streng,
dat het hun geen moeite kost in gedachten
terug te gaan en zich weer precies voor den
geest te halen hoe het was. De jongeren heb-wgejl lvcI1 el
ben vaak met veel belangstelling naar hun streek zooveel prachtige bui
relaas geluisterd en in st.lte vroeger" ver-. t laatsen w talrijke
geieken met hetgeen ze zelf hebben beleefd. ma, aan Santpoort denkt.
IJmuiden in wintertijdZeer koud kon'
het zijn in die strenge winters, welke we
ook in zoovele sprookjes weergegeven zien.
Maar in IJmuiden werd niet aan sprookjes
gedacht. Men moet zich maar eens herinne
ren hoe de trawlers en andere visschers-
vaartuigen de Visschershaven binnenkwa
men. Welk een wonderlijk beeld boden de
schepen. Dik lag het ijs .p het dek, ragfijn
was het netwerk - als van zilver. Maar de
IJmuidenaren, die naar de „ijsbooten" ke
ken, wisten ook direct hoe zwaar het leven
aan boord gedurende die reis was geweest.
Men mag zich er wel eens een indruk van
vormen hoe er tóch werd gewerkt, terwijl
alles bevroor en dus moeilijk was te han-
teeren. Het visschersleven is werkelijk niét
gemakkerijk en in den wintertijd komt er
nog een schepje last bij.
Maar in IJmuiden zelf plukte men den
dag. Daar genoot men van sneeuw en ijs,
daar maakte de jeugd kolossale glijbanen op
het hiervoor zoo bij uitstek geschikte Wil
lemsplein en nabij de sluizen, waar men
echter risico liep na een overmoedig® vaart
in het kanaal terecht te komen. Van schaat
sen kwam over het algemeen in de plaats
niet veel: daarvoor diende men naar Velsen
en verder te gaan.
Maar niet altijd was het zoo. Want de
ouderen kunnen zich maar al te goed herin
neren, dat erop het Noordzeekanaal is
geschaatst. In het laatst van de vorige eeuw
was er bijvoorbeeld een bijzonder strenge
winter. Het water van het Noordzeekanaal
was met een stevige ijslaag bedekt. En
iedereen bond de schaatsen onder om te j
nrofiteeren van deze enorme ijsvlakte, waar
het al spoedig zeer geze 'ig toeging. Bij de
brug kwam zelfs een „koek en sonie" te staan!
GEEN IJSBREKERS.
Voor de scheepvaart was de strenge winter
natuurlijk een geweldige tegenslag. IJsbre
kers kende men niet en wanneer er deson
danks diende te worden gevaren waren de
moeilijkheden dan ook schier zonder tal. In
bovenbedoeld jaar lag er bijvoorbeeld een
schip in het Noordzeekanaal, dat vffrder
moest. En daartoe bestond slechts één moge
lijkheid: er diende een vaargeul in het ijs te
worden gehakt. Men kan zich wel voorstellen
wat hiervoor kwam kijken. Zoo hard vroor
het, dat de vaargeul, wanneer het schip
eenigszins was gevorderd, achter deze boot in
zeer korten tijd weer dicht lag.
Verschrikkelijk koud was het en ook toen
nam de vraag naar brandstoffen steeds toe.
Het was in die dagen evenmin gemakkelijk in
het bezit hiervan te komen. Wanneer de
vrachtrijders uit de Haarlemmermeer kwa
men werd er slag om een dubbeltje turf gele
verd.
Interessant is het in dit verband te vermel
den, dat het 'Willemsplein in latere jaren ook
eensals ijsbaan heeft dienst gedaan. Het
werd door middel van sleepbooten onder wa
ter gezet en „droeg" weldra. Bevredigend was
het resultaat echter niet. Weer later heeft men
gepoogd op het land achter het station IJmui
den een ijsbaan te exploiteeren, maar steeds
weer werd men voor teleurstellingen ge
plaatst.
Tenslotte kan nog worden opgemerkt, dat er
in het begin van dezen oorlog tijdens een
strengen winter zonder meer op het wegdek
van de straten in Oud-IJmuiden werd ge
schaatst! De jeugd is spoedig tevreden.
Wanneer de schaatsen van zolder worden
gehaald en duizenden er op uit trekken om
een geschikte baan te vinden, denken we
weer aan IJmuiden in den wintertijd
Maar over een gelegenheid tot ijsvermaak op
het Noordzeekanaal zullen we ons wel geen
illusies meer behoeven te maken!
Burgerliüf-j Stand.
Geboren: J. W. Kuijpers, d„ Burg. Enschedé-
laan 21, Santpoort; T. H. Marechal, d., Fr.
Naereboutstraat 53, IJmuiden; J. A. v. Willi
gen, d„ Ger. Doustraat 33, IJmuiden; P. Ver
schoor, d„ P. Vermeulenstraat 2, IJmuiden;
J. Kraak, z„ Meidoornstraat 1, IJmuiden; A.
Weber, d„ Tuindersstraat 35, IJmuiden; J. J.
Schouten. z„ Heerenduinweg 46rd„ IJmuiden.
Overleden: J. v. d. Vlerk, 4 j., z. v. J. v. d.
Vlerk en B. de Boer, Tulpenstraat 16, Sant-j
poort; J. Jansen, 63 j., echtgen. v. J. M. de
Groote, Zeeweg 117, IJmuiden; R. Wouda. 53
j„ echtgen. v. T. Dijkstra, Velserduinweg 156,
IJmuiden; A. C. v. d. Veer, 80 j., wed. v. J.
Mijs, Hoofdstraat 117, Santpoort; P. Raden
makers, 54 j„ echtgen. v. M. J. v. Balen.
Kalverstraat 45, IJmuiden.
PREDIKBEURTEN
Oud-Katholieke Kerk. (De Goede Her
derkerk) Velserduinweg.
31 December: 8.45 uur: H. Dienst.
1 Januari: 9.15 uur: H Dienst.
Want waar men nu in hoofd
zaak een dorp en uitgestrekte
tuinen aantreft waren eens
vele lustverblijven, waar de
aanzienlijken van Amsterdam
en Haarlem hun woonplaats
hadden en van een rijk na
tuurschoon en menige andere
kunstrijke schat konden geme
ten Nabij Roosenstem bevond
zich eertijds een der voor
naamste buitengoederen van
deze streek, welke den naam
Huis ter Spijk droeg. In het
Zegepralend Kennemer.and
wordt hiervan natuurlijk ge
wag gemaakt, want honde'^
jaren geleden was het reeds
bekend. Dit blijkt uit opdracht-
brieven, waarbij er een van 29
Januari 1603 is. De naam van
het huis was in dien tijd En
delgeest, welke als de oudste
mag worden beschouwd.
Allan verhaalt, dat het bui
tengoed in de bedaking van
^eindevan ite^Hofgeesterweg
lag en door een breede gracht
wis omgeven. Hierover leidde
een poortbrug waarboven een
zinspreuk stond, n-1" betee_
Labuit, Bene vixd. De betee-
kenis hiervan i« H«
ru3t die somtijds rust. G«
woorden waren derhalve wel
zeer toepasselijk.n
buitenplaats bevond zich een
zeskantig koepeltorentje, het
welk met zich heeft ^bracht,
dat het goed ook als „het
rWeemerkteendopWdat het huis
an de familie Huift, weUce tot
Het
buitenplaats van ovel-ge-
Halewijn en De F.
n°T R^chrnving en Lof der
SU warte ™n(- Na dijne
rechter hand, het Huys te
Allan constateert althans. da.
een en ander hem onbekend is-
^lungen »ef dt"het oudtijds
.■en bezitting van
van Heiloo .was, die net m
andere «a^gelegen^oede
teren tijd betreft kunnen we er
o'eerend ^Burgemeester van
MCo=. de
rFVONDEN VOORWERPEN.
In het tijdvak van Vrijdag
22 tot en met Donderdag 28
December werden bij de politie
slechts twee aangiften van m
de gemeente Velsen gevonden
voorwerpen gedaan, nameipk
van een paar leeren wanten „n
eeLrbrhete hoofdbureau van
politie, Tiberiusplein te IJmm-
den-Oost, zijn op alle werk
dagen van elf tot twaalf uur
elglln vier tot vijf uuynlteh-
tingen te verkrijgen, s Zater
dagmiddags uitgezonderd.
naar van een buitenplaats, namelijk van.
Watervliet, waarvan de vernoeming 11 Sep-vermogen om met betrekkelijk weinig men-
tember 1934 plaats had.
Zooals men ziet is beproefd voor variatie
te zorgen in hoofdzaak om misverstanden te
voorkomen en het vinden van een bepaalde
straat gemakkelijk te maken.
•hen de schepen zoo goed en zoo snel moge-
ijk te laten varen, in de eenvoudige levens
wijze en ook in de aangeboren zindelijkheid
welke de schepen een langeren levensduur
geeft.
Aanslag.
In Boekarest is een aanslag gepleegd op
den plaatsvervangend minister-president Ki-
tef. De aanslag geschiedde door twee groot
grondbezitters, die vrees koesterden voor
agrarische hervormingen, waarvan Kitef
voorstander is.
Koudegolf in Amerika.
United Press meldde n' "ir«v v-"
wel het geheele gebied der Vereenigde Sta
ten plotseling door een koudegolf is over
vallen. De temperatuur is gedaald tot 24 gra
den onder nul. In de omgeving van New
York ziet men tallooze vrachtauto's, die doo:
de vorst onbruikbaar zijn geworden. De
voedselpositie is moeilijk en in New York
bestaat gebrek aan vet en suiker.
Op 9 Dec. overleed, voor
zien van de H.H. Sacra
menten der Stervenden,
in het Si. Elizabeth Zie
kenhuis te Alkmaar, onze
lieve, onvergetelijke Va
der, Broer en Zwager
CORNELIS
F. P. J. NU YENS
weduwnaar van Agnes
Groot, in den ouderdom
van 53 jaar
TRUUS
MIES
Fam. NU YENS
Haarlem, 20 Dec. 1944.
Evac.-adres:
J. v. Galenstraat 24.
De plechtige Requiem
heeft plaats gehad te
Santpoort op Donderdag
14 Dec. j.l. en de bijzet
ting op het R.K. Kerk
hof te Velsen-Dviehuis.