Oplage lOOOO Ex.
Maandag 10 September 1883.
DE VLOER DES VADERS,
FEUILLETON.
De vloek des Vaders.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
Franco door g-oliecl liet Rijk p. maand 55
afzonderlijke Nommers5
Verschijnt Dagelijks uitgenemen Zon- en algemeens Feestdagen.
Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9.
DraSfers-UitgeYeis: BOHANS Co., te Haarlem.
ADVERTENT IÈN:
van 14 regels 40 Cent; iedere regel meer 10 cent.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middags 12 uur.
Hoofdagenten voor liet -Buitenland: Compagnie Générale de Publioité Etraugere G. L. DA.UBE Co, JOHx. F. JONES, Stier., Parijs, 31bis, Fanbouvg Montmartre.
VERTREKUREN der SPOORTREINEN. ZOMERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse.
Van Haarlem naar
Amsterdam.
7.—. 8.09, 8.17, 9.—, 9.33,
11.15, 11.44*, 11.56, 1.8,
2.40*, 3.53, 4.13, 4.31, 4.44,
5.42, 7.13, 7.39*. 8.41, 9,36,
9.46,9.57,10.25,10.33,10.54*
Van Haarlem naar
Rotterdam.
6.31. 7.53*, 8.37, 9.11,10.16,
12.17* 12.46, 1.56, 3.17,
4.16, 5.30*, 5,37, 8.1, 10.24.
Van Amsterdam naar
Haarlem.
6.—, 7.—, 7.30* 8.10, S.40,
9.35, 9.49,11.5,11.55*, 12.15,
1.5, 1.30, 2,50, 3.45, 4.30.
4.40, 5.10, 6.15, 7.30, 8.30,
10.—, 11.—
Van Rotterdam naar
Haarlem.
6.—, 8.10, 9.10,10.20*, 11.5,
1.25*, 2.30, 3.35, 5.10, 6.20*
7.—, 7.55, 8.50, 9.45*.
De vertrekuren zijn berekend
van de Delftsche Poort.
Van Haarlem naar
den Helder.
6.34, 7.27 tot Uitgeest, 10.7,
1.34, tot Alkmaar, 4.57, 8.57.
Van den Helder naar
Haarlem.
5.55, 9.30, 1.30, 7.20
Van Haarlem naar
Zandvoort.
Station II. IJ. S. M.
6.34, 7.28, 8.39,10.18,11.32,
'12.19, 1.32, 3.19, 4.15, 5.5,
5.40, 6.42, 8.3, 10.13.
Van Zandvoort naar
Haarlem.
7.45, 8.34. 9.6, 10.48, 12.41,
2.15, 3.46, 4.7, 4.37, 6.7
7.13, 9.12, 10.1, 11.—.
Onze Rbonné's en zij, die het in
den loop van dit jaar warden, ontvan
gen als premie den beroemden roman
van Fr. Levanti:
Uit Tiet HoogduitscTi vertaald.
ALGEMEEN OVERZICHT.
2 9 September.
Zijn in den regel bij ontzettende
rampen de eerste berichten niet van
overdrijving vrij te pleiten en komt
men meermalen tot de ontdekking
dat de toestand minder ernstig is,
dan men met het oog op die tijdin
gen zou vermoeden, bij de vreese-
lijke vulkanische uitbarsting, die het
westelijk deel van Java en den oost
hoek van Sumatra teisterde is dit
helaas niet het geval. Hoe nauw
keuriger de inlichtingen uit die on
gelukkige streken zijn, hoe meer
men tot de gevolgtrekking komt,
dat de toestand ginds allerellendigst
is, en zelfs de levendigste verbeel
ding te kort schiet om zich een juist
beeld te kunnen schetsen en van de
verschrikkingen waaraan de onge
lukkige bewoners dier streken tijdens
de ramp blootstonden, èn van den
toestand die er heerscht, nu de ele
menten tot rust zijn gekomen.
Voorwaar wij kunnen het ons
voorstellen hoe 'de rampzaligen, die
in een enkel oogenblik misschien de
vruchten van jaren arbeids te gronde
zagen gaan, die slechts ter nauwer-
nood aan het dreigend gevaar ont
komen, het verlies vau familiebe
trekkingen en vrienden hebben te
betreuren, lioe zij zich bij den aan
blik van die woesternij gevoelen. En
Naar liet Hoogcluitsch
VAN
Fr. LEY ANTI.
14)
Dat herinnert, ami Italic.
merkte Freia aan, bronnen, blo< -
men en marmeren beelden.
Hij wendde zich tot Freia, -Be
valt het u freule? Het verheugt mij,
dat gij daarin met mij overeenstemt.
Zij kwamen in de voorzaal, waarin
groote glazen deuren en kolossale
spiegels varen. Hij geleidde haar
verder tot in de zaal, waar het on
geluk gebeurd was. Hier, waar
die witte leliën staan, zeide hij
verbleekend, stierf mijne arme
zuster. Ook toen stonden daar witte
leliën en daarom beval mijne nioe-i
nog is de ramp niet in zijnen ge-
heelen omvang te overzien. Wij we
ten het, ja, dat de residentie Bantam
bijna geheel is verwoest, dat dui
zenden menschen hun leven lieten
in den strijd met het water en het
onderaardsche vuur, dat bloeiende
plaatsen als bij tooverslag' verdwenen
zijn, dat ook op Sumatra een groot
gedeelte van de Lampongsche dis
tricten in eene woestenij is her
schapen; dock omtrent de gevolgen
van al die vreeselijke gebeurtenis
sen verkeeren wij helaas iu bet on
zekere. Wij mogen het niet uit het
oog verliezen, dat het tooneel dier
ellende zich niet in Europa bevindt,
dat de zwaar beproefden geenszins
bebooren tot eene ontwikkelde en
beschaafde klasse van menschen, die
de ware oorzaak van de ramp kun
nen bevroeden, en zich zij het ook
met de wanhoopskreet op de lippen
en met betraande oogen, bij den
toestand, zooals die is, zullen neder-
leggen. Neen de inlander, vooral die
van Sumatra ziet in de uitbarsting-
van den vulkaan een teeken van een
vertoornde godheid, in bet g-eloei
van den storm hoort hij de stem
van een booger wezen, dat om de
een of andere reden vergramd zijn
misnoeg-en op deze wijze den mensch
te kennen geeft. Daarom zoekt bij de
oorzaak verder, en is het niet te ver
wonderen, dat de Europeaan ten
slotte de zondebok wordt, waarop
dat volk de geleden ellende zoekt
te wreken.
Onze oorlog op Sumatra's west
kust was ten allen tijde op hetg*e-
heele eiland impopulair. Men be
schouwde den Atjeher meer als een
martelaar voor eene heilige zaak,
dan wel als een oproerling, die met
kracht van wapenen tot onderwer
ping gebracht moet worden, en van
daar dan ook, dat die oorlog in
der, dat er later ook zulke bloemen
zouden staan.
Zie eens hier, mijnheer von
Loneck, zeide Freia, de plaats
betredende waar zijne zuster stierf.
Ik sta nu op dezelfde plaats,
kan ik daardoor misschien ook een
weinig die treurige herinnering ver
dringen?
Ik dank u, freule, zeide
bij h-'i-fcelijk met ontroering. Gij
zii' z >0 vriendelijk jegens mij, sedert
het eerste oogenblik, dat ;k u zag.
Uw goedheid verzacht mijne sombere
herinnering.
Freia's gezicht helderde op.
De g-ravin dacht in zich zelf:
Inderdaad eene aardige, kleine
seëne, al is ze dan ook een weinig
treurig-. Maar liefde is het niet,
mijnheer von Loneck, die uit uwe
oogen spreekt.
Het andere gezelschap volgde hen
en nu werden in de zaal de schil
derijen vau het plafond bewonderd,
verband gebracht wordt met deze
ontzettende gebeurtenis. Het is te
hopen, dat liet der Indische reg-ee-
ring- gelukken moge dat wanbegrip
uit te roeien, dat de Europeesche
liefdadigheid het hare zal doen om
de ellende zooveel mogelijk te leni
gen. opdat daardoor de inlander tot
de overtuiging kome, dat ook ons
hart bloedt, waar het zijne zoo deer
lijk gewond wordt. Nog nimmer
heeft het Nederlandsche volkg-ewei-
gerd gehoor te geven aan de roep
stem van zijn medelijdend hart, en
nu onze toekomstige vorst, de geliefde
telg uit bet Stamhuis van Oranje,
zich aan het hoofd der weldadig
heidscommissie heeft geplaatst, dur
ven wij voorspellen dat door het
geheele land met geestdrift de zaak
ter hand genomen zal worden. Wel
aan dan gij allen, die met aardsche
goederen rijk gezegend zijt, geeft
iets van uwen overvloed voor uwe
ongelukkige natuurgenooten in het
schoone maar ongelukkige lnsulinde,
en ook gij, die met zwaren arbeid
in uw onderhoud moet voorzien,
zonder een deel van uwe zuurver
diende penningen af om uwe lotge-
nooten daarginds, die aan alles ge
brek lijden te hulp te komen. Het
Nederlandsche volk heeft thans we
der eene schoone g-elegenheid zich
een eerzuil te stichten, bij de vele
die op het veld der liefdadigheid
reeds haren roem heinde en ver ver
kondigen.
Erankrijk heeft, zooals wij de vo
rige week reeds konden berichten,
den oorlog in Tonkin op eene roem
rijke wijze ten einde gebracht, en
toch mag het nog- geenszins op een
helderen hemel staren. Onrustba
rende berichten omtrent de houding
die China ten opzichte van het vre
desverdrag aanneemt geven reden
tot groote bezorgdheid. Zooals bekend
benevens alles, wat er bezienswaar
digs was. Daarop ging- men verder.
Erwin von Loneck was een zeer
voorkomend gastheer. Toen de dag
gedeeltelijk verloopen was verheugde
Freia zich er over, dat de sombere,
melancholische trek op zijn gelaat
langzamerhand al meer en meer
verdween. Hij was vol attenties
jegens haar, onderhield zich veel
met haar en maakte haar opmerk
zaam op alles wat hij vreesde, dat
hare aandacht ontsnappen zou.
Zoo ging- de dag op Lingenfeld
als een droom voorbij.
Gij zijt nu aanstaande Woens
dag vier weken te Altlinden,
zeide de gravin op zekeren morgen
tot Freia, in de volgende week
gaat uw oom weer naar de stad.
Freia zag verwonderd op.
De volgende week? her-
is beweert de keizer van het Hemel-
sche Rijk, dat hij over Anam en
Tonkin suzereine rechten bezit, welke
bij dit verdrag geschonden zijn. Die
rechten dagteek enen reeds van eeu
wen her, en werden nu eens erkend,
dan weder in het geheel niet geteld.
Nu er evenwel bepaald is, dat de
keizer van Anam alleen door bemid
deling van den Franschen zaakge
lastigde met China mag onderhan
delen, en elke overeenkomst met
een andere mogendheid de goedkeu
ring der Fransche regeering- moet
erlangen om van kracht te zijn, nu
is de toorn van den Zoon des Hemels
in hooge mate opgewekt, zoodat hij
weigert dat verdrag te erkennen.
Bleef het alleen bij een protest, dan
zou men het zich in Europa niet
zoo heel sterk aantrekken, en het
slechts aan den tijd overlaten om
China in het onvermijdelijke te doen
berusten, doch volgens berichten uit
Hongkong worden er aan de gren
zen groote troepenafdeelingen samen
getrokken met het doel de Fransche
regeering met kracht van wapenen
te dwingen tot erkenning van ware
of vermeende rechten. Ook te Parijs
maakt men zich gereed, om krachtig
tegen de ontevredene Aziatische
mogendheid op te treden, en hoogst
waarschijnlijk krijg-t eene Fransche
oorlogsvloot binnen zeer korten tijd
bevel naar de wateren van China
te stevenen. De laatste berichten uit
Hongkong zeggen ons, dat men daar
een oorlog onvermijdelijk acht. Mis
schien evenwel bedenkt China zich
nog wel, en trekt liet zich bijtijds
terug, want de schrik voor de Euro
peesche vuurmonden, die in deze
eeuw reeds meermalen tot de bevol
king spraken, is nog niet geheel
geweken. Komt het evenwel tot
feitelijkheden, dan is het einde van
den oorlog- nog niet te voorzien.
haalde zij vragend en bet was haar
alsof plotseling de zon onderging.
In de volgende week reeds zou zij
Erwin von Loneck niet meer zien.
Ik had het vergeten, zeide
zij langzaam.
Freia g-ing aan het open venster
staan en zag naar het terras, waar
zij Erwin voor de eerste maal ge
zien had. Zij dacht aan het oogen
blik, waarin zij hem toen voor 't
eerst in de oogen blikte. Zou nu
haar geluk ten einde zijn?
De gravin zag liaar angstig aan.
Freia was zeer bleek geworden.
Het hart van dit meisje is ziek,
dacht de goedhartige, bejaarde dame,
en in de geheel wereld weet
niemand baar geheim buiten mij.
Wat kan ik voor haar doen. Plot
seling helderde haar gelaat op zij
stond van haren stoel op en ging
naar Freia toe.
Lief kind, zeide de gravin,
het. weer is tegenwoordig aller-
China beschikt over eene bevol
king van ruim 400 millioen zielen,
zoodat liet eene geduchte legermacht
op de been kan brengen, doch Frank
rijk heeft hetere hulpmiddelen in
zijn vloot en in zijn artillerie. Dat
Engeland zich zooveel mogelijk zal
beijveren om den vrede te bewaren
lijdt geen twijfel, want een oorlog
kan aan zijne handelsbelangen slechts
schade toebrengen. Misschien gelukt
het de Engelsclie regeering den
storm te bezweren, door heide par
tijen tot toegeven te bewegen.
OOSTENRIJK.
Na Zondag hebben nog drie groote
branden te Weenen plaats gehad.
De politie heeft waargenomen, dat
er groote opgewondenheid heerscht
onder de werklieden. Overal wor
den kleine brochures verspreid en
in sommige werd met brandstichting
gedreigd. De burgemeester heeft op
verscheiden plinten wachten gesteld.
RUSLAND.
Terwijl het blad van Katkoff
vriendschap met Duitschland aan
beveelt en liet bondgenootschap van
Erankrijk verwerpt, kunnen de
meeste andere bladen liun liaat te
gen Duitschland niet onderdrukken.
Zij trachten te bewijzen, dat de
Duitsche politiek alles behalve vre
delievend is. De aansluiting van
Italië, Spanje en Sërvie bij het
Duitsch-Oostenrijksch verbond
zoo redeneert o.a. de Nomisti kan
slechts zoolang duren, als er geen
oorlog is, want geen van die drie
landen zou voor Duitschland of voor
Oostenrijk de wapenen opvatten.
heerlijkst. Me dunkt het is 't beste,
dat ge met mij naar Eggenberg
gaat. Uw oom heeft immers nog
eene week verlof en nu heb ik ge
dacht, wijl Loneck en uw oom zoo
veel van elkander houden, dat het
jammer zou wezen hen te scheiden,
nog afgezien van de behoefte aan
verstrooiing voor den jongen lieer
von Loneck. Mijn man houdt ook
zeer veel van hen, dus zal ik hem
uitnoodigen om mee naar Eggenberg-
te komen. Hij kan daar jagen en
visscheu. Geloof me, er zullen pret
tige jachtpartijen gehouden wor
den.
Een uitdrukking van geluk ver
helderde Freia's gelaat. Met e ne
snelle, dankbare beweging ging zij
naar de gravin toe, vatte hare han
den en kusie die, wijl de goede
dame den wenscli haars harten had
vervuld. Zij kon niet spreken en de
gravin deed, alsof ze hare ontroering
niet bemerkte.