BINNENLAND Rondwandeling van een Bismarck-brug over de Missouri bij Bismarck (Dacotah), die ruim 3000 voet lang is en 2,400,000 beeft gekost, is zoo boog, dat de schepen er onder door kunnen. Zij is ge bouwd op steenen hoofden; de bo venbouw is van ijzer en staal. De tweede groote brug is bij Ainswortb in bet. territoir Washington; zij is op dezelfde wijze gebouwd, maar ligt lager en kan worden geopend. Haarlem, 13 September 1883. De minister van buitenlandsche zaken beeft ter kennis van belang hebbenden gebracht, dat de invoer van niet van wortels voorziene ge wassen, met name van bloembollen, in Duitschland geoorloofd is, mits de verzending plaats hebbe over de daarvoor aangewezen tolkantoren, onder welke voor Nederland voor namelijk van belang zijn Emmerik, Aken of Weener, of overigens be antwoordde aan de voorwaarden omschreven sub 3 van 4 der Kei zerlijke verordening van 4 Juli 1883, aangevende de wijze van verpakking en de vereisclite verklaring van af zender en plaatselijke autoriteit. De bij sommige belanghebbenden be staande meening, als zoude die invoer verboden of van eene bijzondere vergunning der Duitsche regeering afhankelijk zijn, is het gevolg van onjuiste opvatting der gemelde ver ordening. St. Cl. Gisterenmorgen om elf uur werd het stoffelijk overschot van den oud-commissaris des Konings mr. II. H. baron Roëll onder Schoo- ten ter aarde besteld. Van wege de Utrechtsche universiteit, waarvan de overledene curator was, waren daarbij tegenwoordig de heeren Valeton en Talma, rector en secre taris van den academischen senaat, en de heer Mees, president curator. Namens de Fransche regeering is aan H. M. de Koningin een prachtig Sèvreskoffie-servies aange boden, wat H.M. met de meeste welwillendheid heeft aanvaard. De minister van binnenland- sche zaken heeft, op grond van door hem ontvangen ambtsberichten, ter alg-emeene kennis gebracht, dat de pokken opgehouden hebben epide misch te Rotterdam te heerschen. Ieder zal zeker met ingeno menheid kennis nemen van de vol gende oproeping, gedaan door het Utrechtsch feestcomité tot ontvangst van onze teruggekeerde Poolrei zigers I-Iuldk aan de Nedeblandsche Poolexpeditie. Het comité tot feestelijke ont vangst van de teruggekeerde leden der Noordpool-expeditie noodigt alle belangstellenden uit tot deelneming aan de feestviering, op Zaterdag 29 September a. s. Het feest zal bestaan uit een feestmaal, in het park «Tivoli», voorafgegaan door een matinée. De kosten, met inbegrip van een halve flesch wijn, zullen tien gul den bedragen. Hun, die aan dit feest wenschen deel te nemen, wordt beleefdelijk verzocht zich aan te melden uiter lijk tot 24 September, bij den heer postdirecteur of bij den heer G. De Bruijne, secretaris van het comité, Oosterstraat te Utrecht. Een bij het departement van Koloniën ontvangen telegram geeft De twee uren, die zij aan het strand doorbrachten, schenen Freia slechts oogenblilcken te zijn. Haar gelaat was door deze nieuwe, ge lukkige ontdekking zoo in haar voor deel veranderd, dat Loneck vol ver wondering tot haar opzag. Hare zuster, haar vader en al het onaan gename van 't verleden waren ver dwenen voor het schitterende geluk van 'toogenblik. XI. De gravin wilde een gecostumeerd bal geven. Laat mij een costuum voor u kiezen, freule, zeide von Loneck. Ik heb te Napels eens een ge costumeerd bal bezocht, waar eenige dames als bloemen verkleed, ver schenen waren. Zij zagen er heerlijk uit. Eene dame was als eene witte lelie gecostumeerd en zag er bekoor lijk uit, verder waren er allerlei soorten van rozen aanwezig. Ik heb weder een nadere verklaring van het woord «bevredigend», waarmede de Regeering onlangs den toestand in Atjeh kenschetste. Een transport is weder blijk baar door een sterke macht van Atjehcrs aangevallen. Wel werd de aanval, zooals het telegram meldt, glansrijk afgeslagen, maar een officier en een fuselier sneuvelden; een be wijs dat de strijd zeer ernstig is geweest. Een belangrijk en leerrijk feit voor den Gouverneur-Generaal, die onlangs zelf naar Atjeh is geweest om, zooals hij seinde, «in loco in krimping onzer vestiging en ver mindering der bezetting te bespre ken» een belangrijk en leerrijk feit ook voor den minister van Koloniën, die reeds sedert vijf maanden bezig is, «zich goed op de hoogte te stellen j van de werkelijk bestaande toestan den in Atjeh», waarvan hij twee maanden na zijn optreden nog niet voldoende op de hoogte was, zooals hij in de zitting der Tweede kamer van 21 Juni verklaarde. De lieer Alfred Krupp, chef der vermaarde firma Krupp, te Essen, heeft door tusschenkomst van zijn agenten alhier, de heeren Merrem en La Porte, 5000 geschonken ten behoeve van de noodlijdenden op Java. (Bil) De (N. R. Ct.) prijst de groote voorzichtigheid, waarmede de minis ter van Koloniën te werk gaat bij het publiceeren der uit Indië gekomen telegrammen, betreffende de uitbars ting op Ivrakatau. Komt er in deze, in cijferschrift opgestelde, dépêches een onduidelijkheid voor, dan wordt de geheele volzin, waarvan men niet zeker is, weggelaten, opdat niet mis schien alarmeerende tijdingen worden publiek gemaakt, die later blijken onjuist te zijn. Reeds is een som van ƒ5000 aan telegrammen uit Batavia ter inlichting der Regeering besteed, welke telegrammen onmiddellijk na ontvangst aan den Koning worden overgeseind. De Koning heeft den minister van Koloniën aanbevolen om de Regeering in Ned.-Indië aan te schrijven, dat zij de bevolking in de geteisterde streken dadelijke en blijvende hulp behoort te verleenen. Amsterdam. Naar wij ver nemen heeft prof. Tlieod. Jorissen bedankt voor het hem aangeboden professoraat te Leiden, ter vervan ging van wijlen den hoogleeraar Dozy. Dat eene zoo uitmuntende kracht voor hare universiteit behouden blijft, is zeker voor de hoofdstad van groot belang. Ten bewijze, dat de tentoon stelling voor verschillende zaken voordeelig, ja zeer voordeelig is, kan zeker wel dienen, dat het Neder- landsche Panopticum van 5 Aug. tot en met heden dus in 36 dagen weder door ruim 100,000 personen werd bezocht, derhalve door onge veer 3000 personen per dag. Rotterdam. Sinds eenige da gen zijn verscheidene personen hier ter stede ongesteld geworden, en wel, voor zoover men kan nagaan, ten gevolge van het gebruik van vleesch eener zieke koe. De N. R. Ct. verneemt daaromtrent nader het volgende Een beste melkkoe lag in het begin der vorige week ziek bij den eige naar, een boer te Kethel. Het beest was reeds eenige dagen onder be handeling geweest van een veearts te Schiedam, en naar diens verklaring twee ideeën voor uhet een is eene passiebloem, het andere eene pri mula. De passiebloem zou ik niet gaarne kiezen, zeide zij. Ik hield er zeer veel van enzij bevalt mij nog welmaar, er is voor mij eene zonderlinge herinnering aan verbonden. Zij kan niet vergeten dat zij hem de eerste maal bij hare lievelings bloemen gezien had. Goed zeide hij, dan zal ik u een costuum als primula tee kenen. Gij zult er wonderschoon uitzien. Het moet een zijden kleed zijn van de kleur der bloemen; in kleine plooien moet het neervallen en met kant van dezelfde kleur be zet zijn. Om den hals, in het haar en om uwe taille moet gij primula's dragen en de vouwen van uw kleed moeten met bloemen vastgemaakt worden. Freia lachte luidkeels. Het ver leed het aan ingewandziekte. Terwijl nu de boer klaagde dat de ziekte steeds erger en de koe steeds mager der werd, gaf de veearts te kennen, dat het ook maar het beste zou zijn, het beest den hals af te snijden. De boer vond dit goed; maar daar hij de koe op de markt te Rotterdam voor gezond had gekocht, verlangde hij van den veearts een attest, waarin de ziekte werd geconstateerd. Met dat bewijs in handen zou hij dan schadevergoeding gaan eischen bij den man, van wien hij de koe had gekocht. De veearts gaf zulk een attest, en daarop gaf de verkooper aan den boer ƒ50 terug. Daar nu de veearts aan den boer had ver klaard, geen bezwaar er tegen te hebben dat het vleesch der koe werd verkocht, werd het overgedaan aan zekeren Van Baarle, te Overschie, die het naar Rotterdam bracht. Hier werd het alles opgekocht door den slachter Volkert, in den Oppert. Deze bracht twee acliterpooten er van in de hal en deed eenige gedeelten van zijn koop over aan andere slachters, namelijk aan N. v. d. Beijl (Witte de Withstraat), J. II. Nell Visschers- dijk), Snoeij (vroeger Schlimmer). In verschillende huisgezinnen, die vleesch van bovengenoemde slachters hebben genomen, is men ongesteld geworden, met het gevolg dat eenige personen reeds 35 4 dagen bedlegerig zijn geweest, deels nog zijn. Bij een dezer gezinnen had men het vleesch, na er van te hebben gebruikt, af gekeurd, en nadat de dienstbode het toen aan twee personen van hare familie had gegeven, zijn ook deze ziek geworden. Het schijnt nog niet gebleken te zijn hoe het in de hal met de keuring is gegaan. Het vleesch was aldaar 11. Donderdag ingebracht en verkocht, en naar men zegt moe ten de keurmeesters dien dag geen reden tot aanmerking op het vleesch bij den slachter Volleert hebben ge vonden. Intusschen is er een onder zoek omtrent de zaak ingesteld. Arnhem. Uit brood nijd wachtte Maandag alhier een busbode zijn collega op en gaf hem met een mes een paar flinke sneden over het ge zicht, waarvoor zeker de straf voor hem niet zal uitblijven. Nijmegen. Maandagnacht schijnt alhier een gruwelijke misdaad te zijn gepleegd. De korporaal-mili cien S. werd dood gevonden aan den Voer weg bij de Hunnerpoort. Een wond was hem aan het hoofd toegebracht, waarna de ongelukkige bij de Belvedère naar beneden moet zijn geworpen. De justitie doet on derzoek. Leeuwarden. Van de in aan bouw zijnde Roomscli-Katholieke kerk alhier, vielen Dinsdag vijf ar beiders ran een zoog'enaamde Jakobs ladder op een hoogte van p. m. 10 meter naar beneden. Drie werden min of meer zwaar gewond. De twee anderen kwamen met den schrik vrij. Drachten. Het kanaal is we gens de droogte hier en daar aan een sloot gelijk geworden. Schepen van 21/2 en 3 voet diepgang kunnen met moeite varen. De beide stoom- booten zijn sinds eenige weken ge noodzaakt aan de buitenste vallaat te blijven liggen, zoodat personen en goederen per trekschuit daarheen moeten vervoerd worden. De klach ten zijn thans algemeen. Wissenkerke. Ten einde den oever te verdedigen en afschuiving van grond te voorkomen, werd eeni- gen tijd geleden door den polder Nieuw-Noord-Beveland aanbesteed heugde haar zeer, dat hij zich zoozeer interesseerde voor haar costuum. Zijn geheele gedrag jegens haar scheen veranderd te zijn. Wilt gij, om mij genoegen te doen, dat costuum kiezenvroeghij. Zij bloosde. Zij wilde immers alles voor hem doen. Ik zal het kleed nauwkeurig zoo bestellen als gij het aangegeven hebt. Ik ben er van overtuigd dat gij er dan schitterend zult uitzien, zeide hij. Juist deze kleur kleedt u het beste. De schoone van vreugde stralende oogen zagen hem aan, en hij wist dat elk woord wat de generaal sprak waarheid was. Welk een aardig idee! zeide Freia. Ook de gra vin was met dezen voorslag zeer ingenomen en vond deze costumes veel aardiger dan de gewone stijve zware kleeden. Het bal was zeer geanimeerd. De grootste het doen van zinkwerken aan het gevaarlijkste punt nabij den dijk van dien polder, onder deze gemeente. Reeds eenigen tijd was de aannemer daarmede gereed, maar het zinken moest steeds door het onstuimig we der worden uitgesteld. De zinkstuk- ken bestaan in groote drijvende vlot ten van gevlochten teen, en worden zoodanig met steen beladen, dat op een gegeven oogenblik het stuk, overal precies even zwaar belast, wordt losgelaten, en naar de diepte verdwijnt. Op het overal even zwaar belast zijn komt het aan, waartoe de medewerking van pl. m. 200 arbeiders wordt vereischt. Jongst leden Maandag nu heeft de eerste zinking plaats gehad. Het stuk, groot ongeveer 3500 M3, zonk uitmuntend. Evenzoo het tweede stuk van gelijke grootte, dat gisteren naar de diepte verdween. Bij stil weder is men voornemens heden het aansluitings stuk te doen zinken, waardoor deze belangrijke verrichtingen ter bestrij ding van het woedend element, dat gedurig aan onze dijken knaagt, ge heel zullen zijn volbracht. Het station te Haarlem. De groote schrijver van Tourgue- nieff is volgens zijn wensch begraven aan de zijde van een beroemd Rus sisch criticus. Schrijvers zijn over het algemeen zoo lichtgeraakt door critiek, dat een dergelijk bewijs van hartelijke vriendschap hoogst merk waardig is. Doch er bestond dan ook een reden voor. Tourguenieff's vriend critiseerde hem niet op rasp- achtige, felle wijze, en om eigen belezenheid of kunde te toonen, nadat zijn werken waren uitgeko men en er niets meer aan te doen was, doch liij las ze, voor ze afge drukt werden en zijn gestrenge critiek was den schrijver dus tot groot nut. "Wij wenschen dit voorbeeld te volgen als wc naar aanleiding van het ontzettend spoorwegongeluk bij Berlijn, de overgangswegen over de rails van het station van den IIoll. IJzeren Spoorwegmaatschappij te Haarlem critiseeren, eer het te laat is, eer ook te Haarlem een schrik wekkend onheil plaats heeft, gelijk, dunkt ons, zeker gebeuren zal, in dien men niet onmiddellijk maatre gelen neemt. Er is tegenwoordig een zeer druk verkeer van treinen te Haarlem en telkens zijn de boomen neer voor de twee overgangen. Driemaal per dag moeten vele werklieden dik wijls wachten op weg naar werk of naar huis, als ze haast hebben tillen ze de boomen eenvoudig' op, en die later komen cn anderen zien oversteken, volgen, daarbij ontzag lijk gevaar loopende, van onder de treinen te komen. We zagen een dezer dagen op deze wijze kinderen enkele werklieden volgen, die, een trein ziende aankomen en de kin derstemmen hoorende, onmiddellijk omkeerden, de kinderen opnamen en nog juist behouden overbrachten. Een brug voor voetgang'ers over den eenen overgang en een andere voor rijtuigen over den anderen is onontbeerlijk. Dagelijks kan men zien, hoe groot gevaar vele vrou wen en kinderen telkens loopen, en indien de gemeenteraad van Haar lem niet onmiddellijk in deze voor ziet, dan zullen de leden zich zeker eenmaal even bittere verwijten doen als de leden van het Pruisisch par lement, die het krediet voor een even onontbeerlijke brug weigerden. hitte was voorbij, de maan scheen helder, de donkerste boomen waren met gekleurde lampions ruimschoots behangen. Als de dansers moede waren en gaarne eens een luchtje wilden scheppen, dan behoefden ze slecht door eene zaal te gaan om in het park te komen, wiens boomen, door de maan beschenen als zilver schitterden. De fonteinen glinsterden in alle kleuren; de gecostumeerde groepen van gasten vormden een fraai en aanblik. De graaf en zijn gemalin waren over het welslagen van het bal zeer verheugd. Freia was weer de koningin van het feest. Zij zag er werkeliik bekoorlijk uit en hare oogen straalden van geluk. Ook de generaal was, na eenige dagen vol onrust en spanning, weer opgeruimd en vroolijk,, immers hij zeide in zich zelfAls Erwin von Loneck nu niet op Freia verliefd wordt, heeft hij smaak noch hart. AMSTERDAMMER. Wij stappen heden vroeg uit de veeren, want ons wacht heden eene flinke wandeling. Van af het Paleis voor Volksvlijt nemen wij onzen koers naar de Utrechtsche zijde, zooals de Buiten-Amstel in den mond van het volk genoemd wordt. Ook hier bemerken wij weldra, dat de omg'eving in de laatste jaren eene groote verandering ondervond. In plaats van de lage huisjes, die wij voor een tiental jaren aan dezen oever van den heinde en ver wel bekenden Amstel nog vonden, zien wij thans trotsche gebouwen, die een groot kontrast moeten maken met hunne voorgangers, van welke hier en daar nog een enkel is blijven staan. Men kan evenwel goed zien, dat de bouwlust hier eerst van la- teren datum is. Wel zijn er ver scheidene nieuwe straten in aanleg, doch zij zijn slechts voor een klein gedeelte voltooid en nog uitgestrekte terreinen wachten op betere tijden om in straten herschapen te wor den. Wij zeggen met opzet betere tijden, want de groote bouwmanie is hier voorbij. Als voor een jaar of tien een huis verrees op eene opene vlakte, dan kon men er stellig op aan, dat dit huis weldra door meer dere gevolgd zou worden en het 'niet lang zou duren, of een nieuwe straat, neen een nieuwe wijk was ontstaan. Thans evenwel is dat niet meer zoo. Er is stilstand gekomen in die drukte. En bouwspeculanten en eigenaars hebben in den laatsten tijd slechte zaken gedaan, zoodat er verscheiden zijn, die zich deerlijk in den vinger gesneden hebben. Insol vent verklaringen en faillissementen zijn dan ook aan de orde van den dag, en ik geloof, dat menig hout leverancier of steenbakker schade posten, tot een aanzienlijk bedrag, in zijne boeken kan aanwijzen. Langs den Amstel evenwel zijn onderscheidene nieuwe gebouwen verrezen, en geen wonder. Het zal moeielijk zijn, schooner plekje voor woning te vinden, dan de boorden van den flinken breeden stroom, die door Amsterdam loopt. Welk een prettige drukte heerscht hier den geheelen dag. Talrijke stoombooten en zeilvaartuigen varen af en aan, en onderhouden eene geregeld ver keer met het binnenland, terwijl ook de Keulsche waterweg hier door gaat, en jaarlijks een groot aantal Rijnschepen naar Nederlands hoofd stad voert. Daarbij komen de plei- ziervaartuigen in eiken vorm, die men hier in grooten getale vindt, en die de g'ezellige levendigheid niet weinig verhoogen. Vreemdelingen, die van af de van ouds bekende Hooge Sluis een kijkje nemen op den Amstel, staan vaak opgetogen over het heerlijk vergezichten verzekeren luide, dat dit met me nig beroemd tafereel kan wedijveren. Aan den overkant van het water ziet ge even voorbij het welbekende Amstelkotel, het aardige gebouwtje van de Roei- en Zeilvereenig'ing' «de Hoop,» welke vroeger hare lokalen onder de Hooge Sluis had. Wel verre van het breede vaarwater te ontsieren levert dit gebouwtje eene aangename afwisseling voor het oog op, want de bouwmeesters hebben er voor gezorgd, dat het uiterlijk niet van elk sieraad ontbloot is. Niet lang behoeven wij hier te loopen, om de grens van Amster- Erwin verzocht Freia om de eerste wals, daarna ook nog een tweede en het scheen dat de gedachte aan Freia's liefde hem in verwarring bracht. Rondom zag hij jonge man nen, die reeds gelukkig waren als Freia hen een lachje schonk en hoogst zalig zouden gew-eest zijn als zij hen bevoorrechtte. Het was dus voor hem eene groote overwin ning dat dit schoone, trotsche meisje hem beminde. Zij was de zijne hij behoefde slechts een woord te zeg gen en dat streelde zijne ijdelheid het meeste. Hij sloeg haar nauw keurig gade, danste veel met haar en hare schoonheid betooverde hem al meer en meer. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1883 | | pagina 2