DE VLOER DES VADERS, Do vloek des Vaders. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand 55 afzonderlijke Nommers5 Verscliijnt Dayelijhs uitgenomen Zon- en atgemeene Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BQMANS Co., te Haarlem. ADVERTENTIE N: van 14 regels 40 Cent; iedere regel meer 10 cent. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middags 12 uur. Hoofdagenten voor bet Buitenland: Cornpaguie Générale de Puhlicité Etraagère G. L. DAUBE Co, JQIIn. F. JONES. Sucr., Parijs, 31bis, Eaubouxg Montmartrc. VERTREKUREN der SPOORTREINEN. ZOMERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Van Haarlem naar Amsterdam. 7.—. 8.09, 8.17, 9.—, 9.33, 11.15, 11.44*, 11.56, 1.8, 2.40*. 3.53, 4.13, 4.31, 4.44, 5.42, 7.13, 7.39*, 8.41, 9,36, 9.46,9.57,10.25,10.33,10.54* Van Haarlem naar Rotterdam. 6.31, 7.53*, 8.37,9.11,10.16, 12.17* 12.46, 1.56, 3.17, 4.16, 5.30*, 5,37, 8.1, 10.24. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.—, 7.—, 7.30*, 8.10, 8.40, 9.35, 9.49,11.5, 11.55*, 12.15, 1.5, 1.30, 2.50, 3.45, 4.30. 4.40, 5.10, 6.15, 7.30, 8.30, 10.—, 11.—, Van Rotterdam naar Haarlem. 6.—, 8.10, 9.10,10.20*, 11.5, 1.25*, 2.30, 3.35, 5.10, 6.20*, 7.—, 7.55, 8.50, 9.45*. De vertrekuren zijn berekend van de Delftsche Poort. Van Haarlem naar den Helder. 6.34, 7-27 tot Uitgeest, 10.7, 1.34, tot Alkmaar, 4.57, 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 5.55, 9.30, 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. M. 7.15, 8.07, 10.18, 11.32, 1.32, 3.19, 4.17, 5.1, 6.42, 8.58. Van Zandvoort naar Haarlem. 7.42, 8.35, 10.48, 12.41, 2.15, 3.47, 4.38, 6.17 7.13, 9.31. Onze Abonnê's en zij, die liet in den loop van dit jaar worden, nntvan- gen als premie den beroemden roman van Fr. Levanti: Uit het Hoogduitsch vertaald. Plaatselijke directe belasting te Haarlem. Het hierna volgend bezwaarschrift is ter secretarie dezer gemeente af gegeven en vermits de publieke zaak, publiek moet behandeld wor den, verzoek ik de Redactie van het Haarlem's Dagblad hetzelve wel te willen plaats verleenen. A. J. DE LEEUW. Haarlem, 18 Sept. '83. Aan den Raad der Gemeente Haarlem Geeft met achting te kennen A. J. de Leeuw, wonende alhier, Mo lenpad 13; dat hij zich bezwaard gevoelt met zijnen aanslag voor de plaat selijke directe belasting, dienst 1883; dat dit zijn bezwaar, niet is ge legen in de uitgetrokken som van vertering, of in de klasse waarin hij is geplaatst, als zijnde dit con form zijne aangifte, doch dat zijn bezwaar is ontstaan door de heffing van 28/10 percent, zijner belastbare verteringssom dat zijn bezwaar ook daarin niet is gelegen, dat eene heffing van 28/io percent in verband met het noodzakelijk te heffen massaal be lastingbedrag, zoude zijn onrecht matig, maar daarin, dat de ver ordening op de heffing van 13 Oc tober 1882 naar den grondslag van werkelijke vertering, is onrechtma tig, ongerijmd en onpractisch in uitvoering en alzoo daardoor eene belastingheffing van 28/10 percent, is noodzakelijk geworden; dat dienonverminderd zeer velen van zijne medebelastingschuldigen, te laag in verteringssom zijn be trokken ja er zijn verterings sommen aangenomen of vastgesteld, die ongerijmd mogen heeten; ten gevolge van een en ander moet hij voor anderen gedeeltelijk betalen; alzoo mag het onderling verband der aanslagen worden genoemd onjuist dat naar zijne stellige overtui ging, minstens de helft der belas tingschuldigen, gelijk bezwaar kun nen doen gelden; dat het kohier der aanslagen de feiten inhoudt, waarop deze zijne meening steunt, welke feiten, onge twijfeld, U Mijne Heeren reeds voorlang zijn bekend, zoo dat hij het uit den eerbied, U verschul digd, onpassend acht, zijner zijds, bij deze tot feitelijke aantooning overtegaan dat hij alzoo verzoekt deze zijne bezwaren met betrekking tot zijnen aanslag te overwegen en er voor het vervolg, dat is vóór 1884, in te voorzien dat alverder, vermits het bezwaar ten deze beschreven, niet is een persoonlijk bezwaar, maar een be zwaar van zeer velen en alzoo van algemeen plaatselijk belang, of, zoo men wil, van algemeenen aard, hij vertrouwt, dat U Mijne Heeren, het hem als oud controleur van 's Rijks belasting niet als te aanmatigend zult toerekenen wanneer hij U te vens het middel van redres aan biedt en in overweging geeft en dat wel in den vorm van de hierna volgende concept-verordening op de heffing, zullende, hij is er vrij zeker van, wordt deze in hoofdzaak door U gearresteerd en in 1884 in dege lijke uitvoering gebracht, de minst mogelijke onjuistheid in onderling verband der aanslagen naar dezen grondslagzijn verkregen en de ma laise ter zake bij hem en zoo vele andere belastingschuldigen bestaan de, uit den weg zijn geruimd. Terwijl hij ten slotte, gelijk hij de eer had te doen bij schrijven van 17 Maart 1879, ter nedergesteld, dat, mochten Burgemeester en Wet houders of Uwe commissiën van Financiën of -van Reclames, nadere mondeling-e toelichting van hem verlangen, hij zich daartoe volko men bereid verklaart. 't Welk doende. (get.) A. J. DE LEEUW. Haarlem, 17 Sept. 1883. Concept Verordening op de keffing der plaatselijke directe belasting te Haarlem. De Raad der Gemeente Haarlem. Overwegende dat, enz. enz. Gezien voorts, enz. enz. Besluit. Artikel 1. Er wordt jaarlijks ten behoeve der gemeente geheven eene plaat selijke directe belasting. Art. 2. De heffing dezer belasting ge schiedt percentsgewijze over het bedrag der vertering van de belas tingschuldigen, die binnen de ge meente hun hoofdverblijf hebben, of langer dan drie maanden daarin verbleven, en wel van: a. hoofden van huisgezinnen. b. alleen wonende personen. c. inwonende, maar niet tot het gezin behoorende personen. Inwonende personen, die tegen betaling huiselijke diensten bewij- zijn, zijn van deze belasting vrij gesteld. Vertering van ouders en kinde ren, hetzelfde perceel of perceelsge deelte bewonende, vermag niet te worden gesplitst. Evenmin de vertering van broe ders en zusters, te zamen één gezin uitmakende, en wordt bij twijfel wie het hoofd is, de oudste in jaren als hoofd des gezins beschouwd. Art. 3. Jaarlijks wordt aan ieder, die geacht wordt belastingschuldig te zijn, een inschrijvingsbiljet uitge reikt, waarop hij zich naar het be drag zijner vertering in eene der daarmede overeenkomende, hierbij vermelde klassen, behoort op te geven. le klasse van hoven f 300 tot beneden f 400, tot en met 28 klassen in cijfers. (Zie artikel 3, Verorde ning 13 October 1882.) Boven dit bedrag van f29000, vormt iedere f3000 meerdere ver tering per jaar eene hoogere klasse. Bij de percentsgewijze berekening der te betalen belasting wordt van iedere klasse het maximumcijfer ge nomen, onder aftrekking van f500 voor de in art. 2 sub a genoemden, van f300 voor hen, genoemd sub b en c. Art. 4. De aanslagregeling geschiedt naar eigene aangifte, waar die ontbreekt, of onvolledig wordt geoordeeld, ge schiedt de regeling ambtshalve door Burg. en Weth. Art. 5. Onder vertering wordt bij deze verordening verstaan, alles wat door de belastingschuldigen is uitgege ven of genoten, veronderstelde huur prijs van bewoond eigendom inbe grepen, zulks in het jaar, het dienst jaar voorafgaande. Waar dit niet kan plaats hebben, wordt de verteringssom opgegeven zoo als die kan geacht worden, in het dienstjaar te zullen bedragen. Tot vertering wordt niet gere kend te behooren, uitgaven voor: a. rentengevende geldbelegging. b. ter voldoening van rijks, provin ciale belasting en van plaatselijke, directe belasting, dijk, polder en dergelijke lasten. c. onderhoudskosten aan onroerende goederen, anders dan tot weelde aangehouden. d. handel, beroep of bedrijf. e. renten van opgenomen gelden. f. uitkeering van vruchtgebruik en lijfrenten en wettelijke uitkeering aan meerderjarige bloed- of aan verwanten. Art. 6. Jaarlijks, na de maand October, wordt door den Gemeenteraad eene Commissie van minstens vijf per sonen benoemd, Burg. en Weth. gehoord, welke Commissie aan B. en W. adviseert omtrent de Massi ficatie der belastingschuldigen. Indien de Commissie adviseert de belastingschuldigen in eene andere klasse te plaatsen dan waarvoor deze zich hebben opgegeven, zal daarvan aan hen bericht gezonden worden. Ten aanzien der belastingschul digen, die nalatig zijn gebleven in het doen van opgave, zal zij advi- seeren, in welke klasse zij, naar hun oordeel behooren. Art. 7. Ingeval de belastingschuldigen, mier aangifte is verbeterdgeen ge noegen nemen met de Massificatie der Commissie, zal hun gelegenheid gegeven worden, vóór dat de kohie ren door B. en W. worden opge maakt, aan dezen het bedrag hun ner vertering aan te toonen, of door Oplage ÏOOOO Ex. Donderdag 20 September 1883. No. 62. FEUILLETON. Naar het Hoogduitsch van Fh LKYAHTL 23) Hilda hield zich bezig met les geven. Zij onderwees de kinderen der meer gegoede familiën, die op de naburige goederen woonden en zong in de kerk bij de liturgie, welke de zeer muziekale geestelijke van Gollnitz door gedeelten uit ora torio's had veredeld en daardoor zijne godsdienstoefeningen voor de nabu rige grondeigenaars meer aantrek kelijk gemaakt. Zij verdiende vrij wat, alleen met het doel om haren vader het leven aangenaam te maken. Het was ka rakteristiek dat hij nooit notitie nam van de sobere kleeding zijner doch ter. Zij gaf hem alles, wat zij bezat haar geld, haren tijd, hare liefde en hare opmerkzaamheid. De eenige afwisseling' in haar eentonig leven bestond hierin, dat haar vader haar meenam, wanneer hij op reis ging. Zij hield het voor een bewijs zijner toegenegenheid, terwijl hij het eigen lijk slechts deed om zoodoende meer gemakken te hebben. Nooit had zij hem verteld, dat zij Freia had gezien. Hilda moest zwij- g-en, maar gedurig waren hare ge dachten bij hare zuster. Zoo ge beurde het dan dikwijls, dat vader en dochter samen buiten zaten en zwijgend in het water staarden, ter wijl beider gedachten bij Freia ver toefden. Sturm zag haar in zijne gedachten nog altijd zoo als zij was, toen zij hem verliet en Hilda droomde er steeds van hoe zij haar het laatst gezien had, zoo schoon en door weelde en pracht omgeven. Geen van beiden vermoedde, dat zij zoozeer in hare nabijheid waren. Eggenberg lag geheel buiten hunne wereld. De groene heuvel scheidde hen van elkander alsof er een afstand van vele uren gaans tusschen hen was. In Gollnitz werd weinig aan de politiek gedaan. De «volksvriend» was hier stom en slechts weinigen kenden hem, slechts enkelen ver moedden, dat die bedaarde man met dien ernstigen oogopslag een schrij ver of zoo iets was en zij wisten ook, dat zijne dochter hem onder steunde. Het schoone meisje, dat slechts voor anderen werkte en nooit den tijd vond om aan zich zelf te den ken, werd door iedereen bemind. Indien zij eens een oogenblikje vrij had, dan besteedde zij het aan 't een of ander krankenbezoek. Indien haar de middelen ontbraken om de zieken verkwikking te verschaffen, dan poogde zij hen met vriendelijke woorden te troosten. Zij gaf zich veel, zeer veel moeite van den vroegen morgen tot den laten avond. Reeds vroeg stond zij opdan moest zij voor haren vader manuscripten copieeren, verder moest zij les geven en wie weet, wat al meer. Al was de dag ook veel langer geweest, zij zou toch altijd nog gelegenheid gè- vonden hebben tot nuttige bezig heden. Het was een opmerkelijk toeval, dat twee zusters zoo na bij elkander waren en toch zoo gescheiden leef den. De familie op Eggenberg bezocht de kerk te Gollnitz niet, omdat die van een ander dorp veel nader bij was. Erwin von Loneck gaf echter de voorkeur aan de oude kerk te Gollnitz en daardoor kwam het, dat hij op eenen Zondagmorgen, toen het geheele gezelschap naar de an dere kerk was gereden, alleen door het woud en over den heuvel naar de oude kerk ging, waar Hilda de solo der liturgie zong. Toen hij bin nentrad, las de geestelijke juist de woorden van dit lied. Nadat diens welluidende stem zweeg, begon het preludium van het orgel, waarna er eene zilver- heldere stem weerklonk, die von Lo neck nooit weer vergat. Hij luisterde verwonderd toe. De stem klonk zoo zuiver en vol hij had reeds de meest beroemde zangers en zange ressen gehoord dat hij zich niet herinnerde ooit zoo iets gehoord te hebben. Hij zag omhoog naar het koor en aanschouwde daar een ge laat, dat van nu af aan onuitwisch- baar in zijne ziel stond gegrift. Het was een schoon, slank meisje, in een helderblauw kleed, met het ge laat van eenen engel, dat hem geheel in de war bracht. Zij zong, maar niet voor de verzamelde menigte, die met ingehouden adem luisterde,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1883 | | pagina 1