M&erritopie tentooistellii.
stellingsloterij in de helft van No
vember zal trekken, is in zoo verre
juist, dat den lOden November eene
gedeeltelijke trekking van de twee
de serie zal plaats hebben. Wan
neer echter de geheele trekking
zal geschieden, is nog niet bepaald,
maar dit zal in het einde van Oc
tober door het bestuur in eene offi-
cieele annonce worden medege
deeld.
Dinsdagavond had het Gebouw
van den Journalistenkring op de ten
toonstelling zijne deuren geopend
ter ontvangst der Congresleden.
Velen, waaronder een groot aantal
dames, hadden van de uitnoodiging
gebruik gemaakt en den ganschen
avond lieerschte er een gezellige en
recht opgewekte toon.
De Voorzitter van den Journalis
tenkring, de heer A. G. C. Van Duyl,
heette den aanwezigen in een korte
rede welkom. Spr, wenschte de ge
zelligheid niet door een lang discours
te storen, noch op dezen avond de
quaestie van den letterkundigen
eigendom te behandelen en wilde
volstaan met een hartelijkWelkom
in Amsterdam.
De heer Louis Ulbach, uit Parijs,
antwoordde namens de vele vreem
delingen. Hij stelde het op prijs,
dat de heer Van Duyl slechts een
enkel woord had gezegd. Immers
nu kon ook hij kort zijn; lange
redevoeringen schadeu de gezellig
heid, die nooit groot genoeg kan
zijn.
Wat den letterkundigen eigendom
betreft, daarvan kan in een journa
listenkring wel geen sprake zijn.
Onder de journalisten toch heerseht
volkomen communisme.
Spr. besloot met er op te wijzen,
hoe goed de congressen werken.
Men leert elkaar kennen en waar-
deeren; vooroordeelen worden uit
den weg geruimd, de begrippen van
den toestand in andere landen wor-
den verhelderd en eindelijk zullen
den mannen der politiek de midde
len gaan ontbreken om de verschil
lende volken weder te verdeelen.
Gisterenavond te half tien uur
zijn de leden van het congres, op
het stadhuis, door het stedelijk be
stuur ontvangen.
Zandvoort. Dezer dagen had
alhier het volgende plaats: Zekere
M., die huizen bouwt op speculatie
en bij de werklieden niet gezien is,
omdat zij beweren dat hij hun slecht
betaalt, had o. a. een huis verkocht
aan zekeren V., te Delft, die er
f 4000 voor betaald zou hebben.
Acht dagen geleden was bij V brand
geweest, en M. had beslag gelegd
op de f 800 der assurantie-maat
schappij, omdat hij verzekerde, dat
V. nog niet de f 4000 had afge
daan. Het volk verzekerde echter
dat V. wel betaald had, maar dat
M. een quitantie had gegeven, zon
der zegel en deze niet geldig was.
Intusschen heeft de ongelukkige V.
zich verdronken. Bij de begrafenis
was M, tegenwoordig, de weduwe
van den verdronkene ook, en het
volk zag dat M. lachte en de weduwe
V. tot hem sprak: «God zal mij
wreken.» Het Zandvoortsche volk,
toch al tegen M. ingenomen, om
singelde en bedreigde hem: hij
vluchtte eindelijk in het raadhuis
en ontkwam door een achterdeur in
een rijtuig met twee veldwachters.
Toen kwam het volk bij de nieuw
gebouwde huizen van M. bijeen en
wierp al de ruiten in. De politie is
raadpleegde, en zich voornam om
elk geluk in de toekomst vaarwel
te zeggen, besloot hij om nog voor
één enkel maal dien lichtstraal uit
het paradijs te aanschouwen en haar
dan vaarwel te zeggen. Ilij wilde
voor eeuwig de herinnering- harer
woorden en blikken hebben.
Den anderen morgen, nadat hij
dit besluit genomen had, zeide hij
tot den generaal, dat hij, zooals te
voorzien was, genoodzaakt zou zijn
voor eenige dagen naar Lingenberg
terug te keeren.
Freia zal zeer bedroefd zijn,
zeide de generaal, wiens eerste ge
dachte altijd bij zijne nicht was.
Er win von Loneck was de man
niet, die zijn voornemen slechts half
uitvoerde.
Waarom wilt gij u hier nog
langer ophouden, mijnheer de ge
neraal? zeide hij. Gij kunt
Freia terugbrengen naar Altlinden,
en ik ben er van verzekerd, dat het
te Zandvoort niet sterk vertegen
woordigd.
Amsterdam. In het lokaal
der Ned. Zondagschool-Vereeniging,
op de Bloemgracht 79, trad Dins
dagavond 8 uur voor een talrijk
publiek miss Charlotte Gray uit
Antwerpen opdie in de Engelsche
taal een verslag gaf van haar evan
gelisatie-arbeid en uitvoerig de zaak
der geheele onthouding van be
dwelmende dranken besprak. Dr.
Gunning vertaalde het gesprokene.
Een en ander werd afgewisseld door
het zingen van gewijde Engelsche
liederen, door eene jonge dame, die
door haar schoone stem iedereen
boeide.
Utrecht. Bij gelegenheid der
25-jarige ambtsvervulling van den
heer G. Bingham alhier, als geue-
raal-goederenagent van de Neder
landsche Rijnspoorwegmaatschappij,
op Woensdag, vervoegde zich bij
den jubilaris eene feestcommissie,
uit ambtenaren en beambten der
Maatschappij gevormd, tot aanbie
ding van een blijk van hulde en
erkentelijkheid.
Het geschenk bestaat uit een ko
lossaal tafelmiddenstuk, zwaar uit
gevoerd in zilver van eerste gehalte.
Feestcommissie en genoodigden
werd door den jubilaris een feest
maal aangeboden, tot aandenken aan
dezen heuglijken dag.
Nijmegen. Woensdagvoor
middag viel alhier de tienjarige D.
Vink van den Strekdam in de ri
vier De Waal. De arbeider Antooni
Van Arkel, die dit opmerkte, begaf
zich onmiddellijk gekleed in den
feilen stroom en het mocht hem ge
lukken den reeds zinkenden knaap
te grijpen en alzoo van een anders
ge wissen dood te redden.
's Bosch. Maandagavond is
door de laatste tram tusschen Mid
delrode en Berlikum, een man over
reden die, ondanks het slechte
weêr, op de rails lag te slapen.
Terstond werd geneeskundige hulp
aangevoerd, doch tevergeefs; de
man was reeds overleden.
Bilse. De gevierde orkest
meester, heeft op zijn terugreis uit
ons land ook al last gehad van de
beruchte Westpruisische tolbeamb
ten. Men wilde nl. te Bochum met
alle geweld van zijn instrumenten
de invoerrechten eiscken, die op
nieuwe muziekinstrumenten g-esteld
zijn. Slechts met moeite gelukte
het dezen Orpheus den tolcerberus
te vermurwen.
GEMENGD NIEUWS.
Maakte men onlangs melding
van enkele bloedige gevechten, tus
schen Fransche en Italiaansche
werklieden te Parijs, waarbij vele
gedood en enkele gewond werden;
thans heeft weer een gevecht plaats
gehad tusschen genoemde werklie
den, in de avenue de la République
te Montrouge. Een metselaar zekere
Stóurne heeft van een zijner drie
tegenstanders met name Piccini,
Marchi en Baldi, een messteek in
de zijde ontvangen. Alle drie zijn
in hechtenis genomen. Het slacht
offer verkeert in hopeloozen toe
stand.
Te Beauséjour (Frankrijk) is
een kind, de jonge Redon, door een
ezel, die hij in de weide plaagde,
op ergerlijke wijze verwond.
Langoor bleef lang bedaard; maar
op eens, grijpt hij het kind, dat er
niet op bedacht was, met zijn bek
in de borst en na het op den grond
geworpen te hebben, legde hij er
haar genoegen zal doen weer te
huis te zijn, ofschoon men ons hier
alle mogelijke genoegens bereidt en
ons het leven zoo aangenaam mo
gelijk maakt. En dan, voer hij
voort, vast besloten om zich zelf tot
zijne plicht te dwingen, als gij
weder te Altlinden zijt, zou ik gaarne
met u van de bruiloft spreken,
het is tijd, dat dit wordt bepaald.
Daarover, beste Er win, moet
gij met Freia spreken.
Ik zal er met haar over spre
ken, antwoordde hij, ik zie
niet in, waarom wij zoo lang zouden
wachten.
Ik ook niet, zeide de ge
neraal. Ik heb niet veel verstand
van liefdesaangelegenheden, maar
mij dunkt, gij liadt nu tijd genoeg
om uwe schikkingen en plannen te
maken. Gij bemint elkander en ik
zie ook waarlijk niet in, waarom
gij uw huwelijk langer zult ver
schuiven.
zich met de knieën op, en greep het
vervolgens in 't hoofdhaar.
De kleine Redon, die zich te ver
geefs poogde te bevrijden, begon
ten laatste kreten van smart en ont
zetting te uiten. Gelukkig werd hij
gehoord door een zekeren Bruno,
die zich juist aan 't ontbijt wilde
zetten, doch toesnelde en den ezel,
door een paar flinke schoppen tegen
den kop, deed loslaten. Vervolgens
werd het kind naar zijne ouders
gebracht, die het spoedig verbon-1
den. Langen tijd zal hij nog aan
de rechterborst en aan het hoofd,
de sporen van de tanden des ezels
dragen.
Door dr. Zaalberg, predikant
te Paramaribo, wordt de waarne
ming bericht van een zonderling
natuurverschijnsel. Op Zondag 2
Sept. was de Zon aldaar volkomen
zuiver, helder indigo-blauw. Die
wonderlijke kleur had zij bij haar
opgang en behield zij den ganschen
dag, nu eens donkerder dan weer
lichter, tot aan haar ondergang.
Een volkomen blauwe zon dus.
Daarbij was er een bedekte hemel,
volkomen windstilte en heerschte
er een versmachtende hitte. De Su-
rinamers profeteerden allerlei ellende
die uit dit verschijnsel zou voort
vloeien. Dr. Z. dacht dat er wellicht
samenhang kon bestaan met toen al
daar nog onbekende, vulkanische
verschijnselen. Overigens leverde
de Indigo-blauwe zon, zonder stra
lenkrans, een prachtiger, aanblik op.
De kommandant van het 15
Aug. te Delaer hier aangekomen
stoomschip Madura, der maatschappij
Nederland, rapporteert, dat Maan
dag-, voorbij Krakatau stoomende,
hij zeer veel last heeft gehad van de
nog wijd eu zijd in den omtrek ne-
dervallende asch uit den krater. De
lucht was verscheidene mijlen ver
zoozeer door die asch bezwangerd,
dat het nabij stikdonker was en de
komm. met zijne officieren op de
brug bij het kompas, lamplicht moest
gebruiken. Men was zeer bevreesd
voor de in de nabijheid van vul-
canische uitbarstingen zoo menig
vuldig voorkomende afwijkingen van
het compas, en men haalde dus aan
boord van de Madura in den letter-^
lijken zin van het woord ruimer
adem, toen men die gevaarlijke plek
voorbij was. Intusschen was men
van des morgens elf tot des namid
dags drie ure in den aschregen ge
weest, waardoor het vaartuig en het
tuig met een dikke asch laag was
bedekt, veel overeenkomst hebbende
met portland cement. Aan den kant,
waar men Ivrakatau voorbij stoomde,
kon men ook nog duidelijk doffe
slagen hooren, voortgebracht door
aanhoudende uitbarstingen.
{Bat. Ebl.)
KOLONIËN
Aan zoo even ontvangen berich
ten uit Indië loopende van 11 tot
18 Aug., is het volgende ontleend:
Men schrijft uit Ivotta Radja
van 9 dezer aan het A. D. v. N.-ï.:
Heden morgen te 6 ure viel aan
boord van het wachtschip het schot,
dat ons de nadering der stoomboot
met Z. Exc. den gouv. generaal en
gevolg aan boord, aankondigde.
Ongeveer 7 ure begaven de gouv.
van Atjek en Onderhoorigheden en
de mil. bevelhebber zich per extra
trein naar Oleli-leh en van daar
per havensloep aan boord om Z.
Exc. te verwelkomen en aan wal
te brengen.
Te Oleh-leh werd de hooge gast
Het zou niet mogelijk zijn om
Erwins gevoelens te schilderenWat
zou de oude soldaat wel gezegd
hebben, indien hij vernomen had,
dat Erwins hart en liefde eene an
dere toebehoorden?
Nog denzelfden dag deelde hij
Freia zijn besluit mede, maar het
kostte hem veel moeite en strijd;
nauwelijks was hij in staat ziin on
stuimig kloppend hart te beteugelen.
Neiging en plicht. De oude strijd
tusschen verstand en hart, hoe zeer
woedde die in ziïne borst. Het beeld
van het blonde, vriendelijke meisje,
dat hij beminde, week niet weer
uit zijnen geest. Was het de wil
van 't noodlot, dat hij Hilda had
leeren kennen of was het toeval?
In het eerste geval zou hij Hilda's
beeld veel moeilijker uit zijn hart
hebben kunnen bannen, want hij
helde ook over tot het geloof, dat
er ook in aangelegenheden des har
ten eene voorbeschikking bestond.
opgewacht en ontvangen door den
ass. res. ter plaatse, den eerstaan
wezend ingenieur en den kapt. mil.
Omstreeks 9 ure stapte Z. Exc.
met gevolg te Kotta Radja uit den
trein, opg-ewacht door den resident,
den mil. commandant, de chefs der
genie en artillerie, den gewest,
secr. en den contr. van Kotta Radja.
Begeleid door dezen, reed Z. E.
met gevolg in open rijtuigen naar
den Gcdong van den gouverneur,
tusschen de aan Aveerszijden \-an
den Aveg opgestelde troepen door,
voorafgegaan en geëscorteerd door
de kavallerie.
Van geestdrift was geen sprake:
ieder gevoelde het ernstige van dat
hooge bezoek. Moge het betrek
kelijk groote offer, dat voor deze
reis van 's lands geldmiddelen ge
vorderd wordt, ruimschoot rente af
werpen Zoo denkt en hoopt men
hier, en zeer waarschijnlijk in geheel
N.-I. en Nederland.
Het rondborstig, onafhankelijk en
mannelijk karakter van den gou
verneur Laging Tobias, gepaard aan
een zeldzame vlugheid van inzicht,
(ook in zake de verhouding, waarin
zich de voornaamste hoofden der
Atjehers tegenover het Nederl. ge
zag plaatsen) gesteund door zijn tak,
of beter, zijn ongekunstelde omgang
met Europeanen en Inlanders zijn
ons zoovele waarborgen, dat Z. E.
naar waarheid zal worden ingelicht
omtrent den toestand alhier, dat
hem van die zijde noch pessi- noch
optimistische beschouwing-en, maai
de klinkbare werkelijkheid te zien
gegeven zal worden.
Gesteund door een man als een
kolonel Demmeny kunnen Ned. en
N.-I., met meer vertrouwen dan ooit,
den afloop in den strijd der vrij-
heidsinïnnende Atjehers tegen ons,
hunne overheerscliers, afwachten.
Van onzen Amsterdamschen correspondent.
In de tweede galerij, links, die
wij nu binnentraden, vonden wij,
behalve eene menigte voorwerpen,
die veel overeenkomst met de reeds
beschrevene hadden, de voornaamste
voortbrengselen op het gebied der
ijzer-industrie. Ook waren hier ver
scheidene natuur- en zeevaartkun
dige instrumenten, die er netjes uit
zagen, en die, zooals een vriend ®ns
verzekerde, allen perfect in orde
waren. Wij voor ons hadden daar
van zooveel verstand niet, zoodat
wij gaarne aannamen wat onze be
kende, een man van het vak, ons
daaromtrent verzekerde.
Ik geloof, dat wij hier in een
gevaarlijke hoek komen, zei neef,
die het Avoord dynamiet zoo in de
verte boven eene inzending gelezen
had. Kom, zei ik, dat willen wij
toch eens gaan zien, want hoe ge-
vaarlijk dat goedje ook mag zijn,
in de handen van Iersche oproer-
makers, hier zal het zooveel kwaad
niet doen. Met de meeste welwil
lendheid gaf een der aanwezige op
passers ons eene uitlegging van de
wijze waarop deze ontplofbare stof
wordt vervaardig-d en van haar ge
bruik. Daarbij had de inzender de
goedheid gehad, alles zoo aanschou-
Avelijk mogelijk voor te stellen, zoo
dat wij bij uitzondering hier eens
wijzer van daan gingen, dan wij
gekomen waren.
«Stap op en laat je wegen,* neef,
zei ik, toen wij het nieuwe weeg-
Ook oordeelde hij, dat, indien hij
langer aan de schoone dochter van
den ouden demagoog dacht, zijne
eer als man daarbij op het spel
stond. Hij had Freia trouw beloofd
en hij was, wel is waar na een
moeilijken strijd, ook van plan
zijn woord te houden.
Hij was bleek en zijne hand beefde,
toen hij de deur opende om met
Freia te spreken. Het moest zijn.
Daarom deelde hij dan ook Freia
zijn plan mede om Eggenberg spoe
dig te verlaten. Zij was in de avoou-
karaer en stond bij eene tafel in een
boek te bladeren toen hij binnentrad.
Freia, zeide hij zacht,uit
eenige brieven, die ik heden ont-
a'angen heb, zie ik duidelijk dat het
noodzakelijk voor mij is, om naar
Lingeiifeld terug te keeren. Ik heb
daar eenige noodige zaken terege
len.
Zij zag er vriendelijk en opge
ruimd uit, toen hij tot haar kAvain
werktuig, waarvan vooral in den
aanvang nog al eens gebruik ge
maakt werd, voorbij gingen. De
gewone kei-misbedrijven zijn toch
hier allen te vinden, zei neef, wie
zou zoo iets nu op eene tentoon
stelling verwachten. Geen van ons
beiden had trek, om met juistheid
zijne eigene zwaarte te weten, zoo
dat wij al spoedig verder gingen,
en het model eener volksrestauratie
eens bekeken. Dat ziet er netjes uit,
zei neef; daar kunnen verscheidene
personen tegelijk geholpen Avorden.
Als de spijzen zoo zijn als de in
richting en men de prijzen daar
niet te hoog stelt, behoeft de Pa-
rijzer werkman geen gebrek te lij
den. Kijk eens neef, die dingen,
daar ginds, herinneren u zeker wel
aan eene plaag, waarvan de Parij-
zenaars nog Avel eens last hebben;
die rattenvallen zijn zeer doelmatig,
en als het zoo is, als de nieuws
bladen schrijven, dat men in de
riolen dier wereldstad die afschu
welijke beesten bij duizenden aan
treft, dan geloof ik, dat ze nog al
eens goede diensten zullen bewijzen.
Thans komen wij in de afdeeling
der geleerden, merkte ik op, toen
wij de derde galerij binnentraden.
Zie eens wat eene menigte boeken,
plaatwerken, photographiën enz.
Als wij er den tijd toe hadden, zou
den wij ons hier best een g-eheelen
dag bezig kunnen houden. Thans
moeten wij er ons slechts toe be
palen, dat alles eens vluchtig op te
nemen. Wij dwaalden van de eene
inzending naar de andere, sloegen
enkele portefeuilles eens open om
de onderscheidene plaatwerken te
bewonderen, en gingen zeer voldaan
over. dat alles naar de rijtuigafdee-
ling. In het voorbijgaan wees neef
mij nog op een schijnbaar nietig
papiertje, dat toch bij nader onder
zoek iets zeer bijzonders bleek te
zijn. Het Avas een doodvonnis uit
den tijd van het Schrikbewind in
Frankrijk, Avaarop de namen van
een twintigtal veroordeelden voor
kwamen. Je kan wel zien, dat die
lui niet veel om een menschenleven
gaven, zei neef. Zie maar eens, daar
heeft men een paar namen doorge
haald en er een paar anderen boven
geplaatst, als gold het de eene of
andere bestelling bij den kruidenier.
Dat was een bange tijd toen voor
de ordelijke lieden; en zoo iets ging
door voor vrijheid, gelijkheid en
broederschap. Gelukkig, dat die
toestand niet van langen duur is
geweest.
In de rijtuiggalerij vonden wij
eene fraaie en uitgebreide verzame
ling van allerlei soort van voertui
gen, die er kostelijk uitzag.
Kleine coupétjes en groote reis
wagens, van alles was hier voor
handen. Op een dier groote koetsen,
zagen Avij de aankondiging, aange
kocht door Z. M. den Koning-, en
daarom beschouwden wij dit rijtuig
eens meer nauwkeurig. Het was een
vreemd model, zooals men hier te
lande slechts weinig ziet. Niet alleen
binnen in maar ook boA'enop zijn
zitplaatsen. Ik geloof, dat de Engel-
schen van zulke rijtuigen bij de
AVedrennen veel gebruik maken, zei
ik, en dat daartoe vernamelijke die
hooge zitplaatsen dienen.
Zeer voldaan over alles, wat wij
dezen dag gezien hadden verlieten
wij Frankrijk, met het voornemen,
in de volgende week de rest van
het hoofdgebouAv in oogenschouw
te nemen.
maar plotseling veranderde de uit
drukking van haar gelaat bij zijne
woorden.
Gij wilt weg, Erwinons
verlaten?
Een smartelijke trek lag om haren
mond en hare oogen zagen hem
weemoedig aan. Onwillekeurig deed
hij zich zelf de vraag, wat zij wel
gedaan zou hebben, indien hij haar
eene volledige bekentenis gedaan
had, nu reeds eene scheiding van
een paar dagen haar zoo smartelijk
aandeed. Hij kon niet Avreed jegens
haar zijn. Werd hem duidelijk,
dat hij voorzichtig met haar te werk
moest gaan, opdat zij niets van de
Avaarheid vermoedde. Ilij wilde be
proeven haar gelukkig te maken,
al moest hij dan ook zijne eigene
toekomst vernietigen. Ploe beminde
zij hem en ach, hoe treurig stond
het met hem geschapen.
(Wordt vervolgd.)