BINNENLAND.
Oplage
10000 Ex.
Dinsdag* 16 October 1883.
No. 84.
FEUILLETON.
De vloek des Vaders.
rr.Q!tcr^ Onze abonné's en zij,
SF®!*5 die liet in den loop van
dit jaar word en, ontvangen
als premie den beroemden ro
manvan Fr. levantide Vloek
des Vaders, u it het Hoogduitsch
vertaald, benevens een in vier
Meuren gedrukt en Adverten
tie- Wand ka lend e r
Zij, die op dezen Wandkalen-
derwillen ad/verteeren, vervoe
gen zich daartoe aan 't Bureau,
Kleine Houtstraat, JSfo. 9.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Iu Frankrijk schijnt met de ver
wijdering* van Thibaudin, den Minis
ter van Oorlog*, uit het kabinet Ferry,
de zuivering* van dat ministerie niet
volkomen te zijn; althans de laatste
berichten melden ons, dat ook de
heer Challemel Lacour, de minister
van buitenlandsche zaken er ernstig
over denkt, zijn ontslag te nemen.
Zijn opvolger wordt insgelijks reeds
genoemd en is niemand meer of
minder dan de heer Fern7 zelf.
Veel verandering zal dit zeker in
den loop der zaken niet brengen,
te meer daar zij reeds eenigen tijd
te voorzien geweest is. Als er on
derhandelingen van eenig* gewicht
gevoerd moesten worden, werden
die in den regel toch aan anderen
toevertrouwd, onder anderen die met
den markies Tseng, den Chineeschen
g'ezant, welke door den Franschen
ambassadeur te Londen en den mi
nister-president g'eleid werden. Wie
den nieuwen titularis in zijn vorig
departement zal vervangen, is nog*
onbekend.
Mag* men de berichten van de
Temps gelooven, dan zou de Spaan-
sche gezant te Parijs reeds in liet
begin der vorige week uit Madrid
last, ontvangen hebben, de Fransche
hoof'dstad te verlaten, in welk geval
het tot een openlijken breuk tusschen
beide natiën gekomen zou zijn. De
Temps voegt er echter bij, dat de
gezant zich hield, als had hij de
opdracht niet begrepen, zoodat hij
nadere bevelen vroeg, in de hoop,
dat zijne regeering* nog tot andere
g'edachten zou komen. Voor het
oog*enblik evenwel is de verhouding
tusschen beide partijen tamelijk vre
delievend, althans in doorgaans goed
ingelichte kringen, verzekerc men,
dat de jongste wijziging* in het
Spaansche ministerie van veel wel
willendheid tegenover Frankrijk ge
tuigt.
Zij die aan de waarheid van het
bericht uit Hongkong, van eene min
nelijken schikking tusschen denFran-
schen burg*erlijken commissaris te
Tonkin, en de aanvoerders van de
zwarte benden, twijfelden, blijken
g'oed gezien te hebben.
Dat bericht kwam velen dan ook
zoo ong-eloofelijk voor, dat zij niet
aarzelden, zulk eene schikking eene
onmogelijkheid te noemen. Van ach
teren blijkt dan ook, dat er geen
woord van waar is, en de toestand
der Fransche troepen daar in Azië
integendeel ongunstiger geworden
is, daar enkele bondgenooten tot den
vijand overliepen.
Spanje heeft wederom een mi
nisterie, en wel een dat zich tot
taak g*esteld heeft, zooveel mogelijk
tusschen de partijen door te zeilen,
en slechts zaken af te doen. Het
bestaat dan ook uit twee partijen,
die het evenwel omtrent de voor
naamste questiën eens geworden zijn.
Of de levensduur van dit kabinet
echter lang zal zijn, is niemand nog
bekend. Misschien is de vertegen
woordiging, het eeuwigdurend ge
kibbel moede, wel geneigd de re
geering te steunen, indien zij er
zich slechts toe bepaalt, de zaken
af te doen en de groote questiën
onaangeroerd laat. Omtrent het ge
beurd» te Parijs, meent men, dat het
de wijste partij voor Spanje zal zijn
alles maar te laten rusten, daar
ernstige verwikkelingen met Frank
rijk niet dan nadeelig* voor de wel
vaart en de Ontwikkeling van het
rijk kunnen zijn.
Do sLuatalh den hct Turksciie
rijk zijn het nog $Jtijd niet met
|zieli zeiven eens, bij welke groote
'Europeesche mogendheid zij zich
moeteu aansluiten. Zij gevoelen het,
dat het in- en uitwendig verzwakte
rijk behoefte heeft aan steun van
buiten, doch zij zijn er evenzeer
van overtuigd, dat niemand de hulp,
die zij behoeven, zoo maar belange
loos zal verstrekken. Het is dus
voor hen maar de vraag, wie eischt
de minste offers van onswelke
hulp zullen wij kunnen aanvaarden,
zonder dat wij gevaar loopen, zeer
veel van onze zelfstandig*heid te ver
liezen. Enkelen achten eene aan
sluiting bij Duitschland het verkie-
selijkste, terwijl anderen weder lie
ver Engeland de hand zouden willen
reiken. Op dit oog'enblik vertoeft
de Britsche g*ezant lord Dufferin
weder te Constantinopel, en wordt
hij daar bij uitstek goed ontvangen,
zoodat wij de veronderstelling zou
den mogen maken, dat voor heden
de Engelschgezinde partij de over
hand heeft, doch aan den anderen
kant geeft het bezoek van Muk-
tharpaclia aan prins von Bismarck
weder eenig*en grond om te vermoe
den, dat de porte eene nadere aan
sluiting bij Duitschland wenscht.
Welke van beide gissingen de waar
heid bevat, zal de toekomst moeten
leeren; daar het in vele gevallen
onmogelijk is, om in het doolhof
der Turksche politiek een uitweg te
vinden. Opmerkelijk is het, dat in
den laatsten tijd het plan om door
Palestina een kanaal te graven, weder
dikwijls ter sprake komt, en het
schijnt, alsof de Turksche regeering
door dit Engelsche plan gunstiger
gestemd is, dan vroeger, toen zij er
niets van wilde weten.
In het Zoeloeiand heeft de En
gelsche autoriteit, Cetewayo voor de
derde maal g*esommeerd zich over
te g*even, onder bedreiging dat Usi-
bepo verlof zou bekomen zijn g*rond-
gebied binnen te rukken, indien de
Kaffer vorst aan dat herhaald bevel
geen gevolg belieft te geven. Hoogst
waarschijnlijk zal Cetewayo het niet
durven wagen, om zich te blijven
verzetten, te meer omdat eene af-
deeling* van het Britsche leger g*e-
reed staat, zijn vijand op diens
tocht te vergezellen, en aan dien
tocht derhalve zedelijken steun te
geven.
Zooals wij gisteren reeds meldden
is de Czaar van Rusland eindelijk
uit Kopenhagen naar Petersburg
vertrokken, en kunneu wij derhalve
al zeer spoedig de tijding* van zijn
aankomst in de hoofdstad des rijles
verwachten. Of de nihilisten deze
gelegenheid om weder eens een aan
slag te beproeven,' zullen laten voor
bijgaan, weet niemand, doch wij
gelooven, dat slechts weinigen om
trent hunne geheime woelingen vol
komen gerust zijn. In Denemarken
heeft het verblijf der liooge gasten
bij hunnen schoonvader over het
geheel een gunstigen indruk achter
gelaten, zoodat de heilwenschen van
velen de vertrekkenden vergezelden,
en de houding der bevolking* zich
door groote hartelijkheid kenmerkte.
Blijkens berichten uit Hongarije
is Nederland niet de eenigste natie,
die met een aanzienlijk tekort op
de begrooting sukkelt. Ook daar
overtreffen de uitgaven de inkom
sten met verscheidene millioenen,
zoodat men om het evenwicht in
de financiën te herstellen, tot nieuwe
belastingen, ja zelfs tot eene leening*
zijne toevlucht zal moeten nemen
«Geheel zooals bij ons», zullen wij
dus kunnen zeggen, en misschien
kon dit ons troosten, wanneer wij
straks, bij het betalen der belastin
gen, wat dieper in de beurs zullen
moeten tasten.
Haarlem, 15 Oct. '83.
Bij de gouvernements-marine
in Nederlandseh-Indië kunnen wor
den geplaatst vijf 2e machinisten,
bij voorkeur personen die bij de
Nederlandsche zeemacht in die qua-
liteit hebben gediend.
Voor nadere inlichtingen verwij
zen wij naar de St. Ct. van Zaterd.
De verzending' van brieven en
andere stukken naar Turkije langs
den weg van StraatsburgWeenen
zal, te rekenen van 14 October e. k.,
in plaats van Dinsdag* en Vrijdag,
geschieden Zondag* en Donderdag,
met den trein van 11.55 's morgens
uit Amsterdam naar Antwerpen.
St. Ct.
In plaats van den heer mi*.
M. Bickon van IJselmonde, die als
lid der tweede Kamer voor het dis
trict Gouda heeft bedankt, is door
de liberale kiesvereenigiug te
Woerden tot candidaat gesteld mr.
W. Thorbecke te 's Gravenhage,
Hoofd agenten voor liet. Buitenland: Compagnie Générale de Publicity. Etrangère G. L. DAÜBE Co. JOHx. I1'. JONES, Stier.. Parijs, 311jis, Faubourg Montmartrc.
VERTREKUREN der SPOORTREINEN. ZOMERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse.
Van Haarlem naar
Amsterdam.
7.—. 8.09, 8.17, 9.9.33,
11.15, 11.44*. 11.56, 1.8,
2.40*, 3.53, 4.13, 4.31, 4.44,
5.42, 7.13, 7.39*, 8.41, 9,36,
9.46,9.5 7,10.25,10.33,10.54*
Van Haarlem naar
Rotterdam.
6.31, 7.53*, 8.37,9.11,10.16,
12.17*, 12.46, 1.56, 3.17,
4.16, 5.30*, 5,37, 8.1, 10.24.
Van Amsterdam naar
Haarlem.
6.—, 7.—, 7.30*, 8.10, 8.40,
9.35, 9.49,11.5,11.55*, 12.15,
1.5, 1.30, 2.50, 3.45, 4.30,
4.40, 5.10, 6.15, 7-30, 8.30,
10.-, 11.—,
Van Rotterdam naar
Haarlem.
6.-, S.10, 9.10,10.20*, 11.5,
1.25*, 2.30, 3.35,5.10,6.20*
7.—, 7.55, S.50, 9.45*.
De vertrekuren zijn berekend
van de Delftsche Poort.
Van Haarlem naar
den Helder.
6.34, 7-27 tot Uitgeest, 10.7,
1.34, tot Alkmaar, 4.57, S.57.
Van den Helder naar
Haarlem.
5.55, 9.30, 1.30, 7.20
Van Haarlem naar
Zandvoort.
Station H. IJ. S. M.
7.15, S.07, 10.18. 11.32,
1.32, 3.19, 4.17, 5.1,
6.42, 8.58.
Van Zandvoort naar
Haarlem.
7.42, S.35, 10.48, 12.41,
2.15, 3.47. 4.3 S 6.17
7.13, 9.31.
A in tIC V HMENTSPRIJS:
Voor Has.; km per maand40 Cents.
Franco d<>"i* gehéél het Rijk p. maand 55
Afzonderlij.ee Nummers5
Verschijnt Dagelijks uitgenomen Ion- on aigeraeene Feestdagen.
Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9.
Dnitikera-Uitgevers: BOMAHS Co., te Haarlem.
ADVERTENT IËN:
van 14 regels 40 Cent; iedere regel meer 10 cent-
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middags 12 uur.
Naar het Hoogduitsck
van
Fr. LEVANTI.
45)
Eenig-e oogenblikken bleef hij een
diep stilzwijgen bewaren. «Neen»
kon hij niet zeggen, want hij had
haar reeds veroordeeld. «Ja» wilde
hij niet zeggen, want hij wilde haar
niet krenken.
Ik denk, zeide hij eindelijk,
dat de omstandig*heden, waar
onder gij toen verkeerde, zoo bui
tengewoon waren, dat niemand hui
ten u ze kan begrijpen.
Ik dank u, zeide zij zacht.
Ik wenschte, dat ik u nu toonen
kon, dat ik niet egoïstisch was, en
kon ik u een groot offer brengen,
g'ij zoudt zien, dat ik het doen zou
evenals anderen iets doen, dat hun
genoegen verschaft of voordeel aan
brengt. Gij zoudt er dan van over
tuigd wezen, dat ik wegens deze
ééne handeling in mijn leven, niet
te veroordeelen hen.
Zoo denk ik nu ook niet, Freia,
zeide hij, maar hij zag haar daarbij
niet aan.
Maar gij zoudt dan overtuigd
wezen, Er win. De heldenmoed
was op haar g*elaat te lezen, toen
zij zoo sprak. Indien iemand het
leven van u eischte, gaarne zou ik
voor u in den dood gaan.
-Niemand zal u op de proef
stellen, kind! zeide hij, met een
nauw merkbaar glimlachje.
XXXII.
Binnen tien minuten zal het
voorhij zijn, zeide Loneck in zich
zelf, toen hij in de woonkamer op
de dames en den generaal wachtte.
De kamer was schitterend verlicht,
en voor de eerste maal zag hij de
schoone schilderij, die de géneraal
op de laatste tentoonstelling voor een
hoogen prijs had gekocht, en die al
gemeen bewonderd werd.
Het was een aangrijpend schoon
tafereel. Het stelde Oenone, de door
Paris aangebedene en daarna, we
gens het uitzicht op de schoone He
lena, verstootene vrouw voor. Op
het gelaat van Oenone lag al de
smart van den hartstocht. Vertwij
feling sprak uit hare oogen, uit de
krampachtig* gevouwen handen, uit
Oenone wns (le ecktgénoote vaii Pans.
Deze kende de godin der liefde den schoon
heidsprijs, den gouden appel (twistappel),
toe. Hiervoor beloofde Venus hem de schoone
Helena, gemalin van Meuelaus. Paris stoorde
zich niet aan de droefheid zijner hartstoch
telijk lie hebbende gemalin. Zij was de doch
ter van den phrygiscken stroomgod Cebren
en begaafd met de kunst om in de toekomst
te lezen. Hierdoor was zij in staat haren ceht-
het schoone gelaat. Zij leunde tegen
eene rots en blikte naar het dal.
De wind had haar ruim gewaad en
het golvende, zwarte liaar in bewe
ging gebracht. De oogen waren
wonderschoon geschilderd. Ze gloei
den van brandenden hartstocht en
vertwijfeling.
Erwin was zoozeer door het on
derwerp in beslag genomen, dat hij
den generaal niet hoorde binnen
komen. Von Wieburg leg'de de hand
op Erwins schouder.
Gij zijt verrukt door het nieuw
aangekochte stuk, zeide hij,nu,
me dunkt, men kan niets meer aan-
genoot een droevig lot te voorspellen, indien
hij haar ontrouw werd.
Toen hij vertrok, enuaandc zij hem nog,
zoover ging de liefde van de verstootene, om
zich barer tc herinneren en tot kaar terug te
koeren, indien bij ooit gewond werd, wijl nie
mand buiten haar in staat was, hem te gene
zen.
(Noot van oen Vertaler.)
grijpend denken, dan deze uitdruk
king van vertwijfeling en hopeloos
heid. Dat lange, vliegende haar is
prachtig geschilderd. Ik schat deze
schilderij zeer hoog*.
Nooit heb ik zulk eene smart
op het gelaat van een rnensch ge
zien, zeide Erwin vol bewonde
ring.
Voor hij nog de laatste woorden
gesproken had, hoorde hij de deur
openen en hij wist, dat het de beide
zusters waren. Hij dwong zich tot
kracht en rust. Een verschrikkelijk
oogenblik was voorbij. Hij hoorde
het ruischen der kleeren, toen de
zusters door de kamer gingen, daarop
hief hij met inspanning van alle
krachten het hoofd op en keek naar
hen, het eerst naar haar, die hij
had bemind en verloren, naar het
schoone gelaat, dat zoo bleek was,
als het blad eener lelie, naar het
meisje waarnaar zijn hart verlangde,
naar het eenige wezen, dat voor