BINNENLAND. van zijn departement t« betalen. Dit besluit gelijkt op een baar een votum van wantrouwen, doch bet is zeer de vraag' of Von Puttkamer zich daaraan zal storen. Het minis- j trieele leven in Pruisen is taai, en hoogstwaarschijnlijk zal de minister er wel een middeltje op vinden, om ondanks dit besluit de gebrekki- gen en ouden van dagen tegen1 gebrek te vrijwaren. In Zwitserland heeft het volk i van het kanton Waadtland goed-1 g-ekeurd het besluit, om de kanto- nale grondwet te herzien. Haarlem, 20 Dec. '83. Betreffende den gezondheidstoe stand dezer gemeente in November j jl., kan het volgende worden mee gedeeld. Van besmettelijke ziekten' werden aangegeven: 12 gevallen van mazelen, 5 van febris typhoïdea, j 2 van roodvond en 2 van angina diphtherina. Sterfte aan volgens de wet besmettelijke ziekten had niet plaats. Het totaal der overledenen daaronder begrepen 13 levenloos aangegevenen, bedraagt 84. Ver houding der overledenen tot 1000 inwoners per jaar, voor deze maand berekend: 24.3. Aan lichaamszwakte stierven 13, aan kanker 2, aan apo plexie 5, aan hersenziekten 4, aan croep 6, aan hartgebreken 2, aan ziekten der ademhalingsorganen 23 (waarvan 6 aan keel- en longtering' of bloedspuwing), aan ziekten der spijsverteringswerktuigen 4. door verdrinken 2 personen. Naar de leef- j tijden was de sterfte als volgt be-j neden 1 jaar 20, van 15 jaren j 14, van 514 jaren 2, van 1420 jaren 2, van 2050 jaren 13, van 5065 jaren 6, van 6580 jaren! 12, boven 80 jaren 2. Geboren zijn 80 jongens en 56 meisjes. De kamer van koophandel en fabrieken te dezer stede heeft hare aandacht gewijd aan het voorstel van wet tot voorloopige versterking van 's rijks middelen, dat door de regeering' bij de tweede kamer is ingediend, en deze hare zienswijze omtrent die onderdeelen van het wetsontwerp, welke met de belangen van Nederlandsch handel en nijver heid in onmiddellijk verband staan, wenschende kenbaar te maken, heeft zij zich tot de tweede kamer ge wend met een adres, dd. 15 Dec., waarin zij haar oordeel als volgt toelicht De indruk zegt zij dien het regeeringsvoorstel in zijn geheel op ons heeft gemaakt is niet gunstig. Vooreerst toch mist men daarin eene leidende gedachte, een streng vast gehouden beginsel. Men tracht niet de bestaande belasting-wetten te ver beteren, men heeft niet gedaan eene poging om van de belastingheffing te maken een weldoordacht belas tingstelsel, men heeft voortgebouwd op de bestaande gebrekkige grond slagen en hier en daar een greep gedaan, lettende alleen op het tekort in 's rijks schatkist. «De kamer is in dezen teleurge steld; hare verwachting, dat men eindelijk eens zou komen tot eene poging van algeheele belasting-her ziening op billijke, zooveel mogelijk gelijkmatig drukkende grondslagen, is niet verwezenlijkt. Integendeel, men handhaaft de bestaande wetten, verergert den toestand door op ge- schrijver op bevel des konings da delijk aanving, kwam hij door de wonderschoone Rijnlanden, waar nog overal de overblijfselen der Romein- sche vestingwerken, en de reusach tige versterkingen mét torens, die voor de eeuwigheid schenen ge bouwd, zich verhieven. Alles was in gejaagdheid en vol vrees voor de Saksers want de wegen waren bedekt met vluchtende Franken en de kloosters vol gewonden. Eindelijk kwam Groefwang in het klooster te Lorsch aan, waar hem de geleidebrief van de konink lijke kanselarij bij de monniken de vriendelijkste opname verschafte. Hij zette nu zijn afgebroken werk van de dichterlijke omwerking van het evangelie voort, zoodat hij er sneller mede vorderde dan hij eerst had gedacht, en weldra zijn arbeid als bijna geëindigd kon be schouwen, toen onverwachts een voor hem zeer treurige tijding hin- grondslagen vqprfe te bom- wen en denkt er zelfs niet aan, de sedert lang veroordeelde patent-be lasting door eene betere heffing, ®p alle bronnen van inkomsten gelijk matig drukkende, te vervangen. «In de tweede plaats is de kamer van oordeel, dat met name de voor gestelde heffingen op granen en peulvruchten, op rijstmeel en hout eene eerste schrede zullen zijn op een hoogst gevaarlijken weg. Hoe wel men het zich ontveinst, is het niet te ontkennen, dat het meeren- deel dier heffingen het bewijs op leveren, dat er eene neiging bestaat om terug te keeren tot het stelsel van bescherming, dat men reeds 30 jaren geleden heeft veroordeeld en verlaten. De kamer zou het betreu ren, indien men zoodoende ging afwijken van het stelsel van vrijen handel, dat zij steeds met alle kracht heeft voorgestaan en dat onzen han del en onze nijverheid tot een vroe ger onbekenden trap van bloei heeft opgevoerd. Aan onze handelsvrijheid toch schrijft zij voor een groot ge deelte toe de toeneming van rijk dom en welvaart, die overal in den lande in de laatste 30 jaren valt op te merken. «Begeeft men 2ich, al zij het schoorvoetend, ou den weg der be scherming, dan dwingt de noodza kelijkheid om daarop steeds verdel en verdmr voort te gaan, en dan kan het niet anders, of handel en nijver heid worden weldra weder geslag'en in allerlei knellende handen en ver plaatst in een volkomen onnatuur- lijken toestand. «Overgaande tot de beschouwing van elk der door de regeering voor gestelde heffingen op handelsartike len, dan moeten wij in de eerste plaats wijzen op de onbillijkheid en beginselloosheid, die gelegen is in de heffing van rechten op granen en peulvruchten, gepaard aan eene heffing op rijstmeel, eene onbillijk heid, die trouwens uit den aard der zaak het stelsel van bescherming aankleeft. Tracht men hier aan de eene zijde den landbouw te steunen door eene heffing op vreemde gra nen en peulvruchten, tracht men de rijstpellerijen te steunen door het belasten van vreemd rijstmeel, men verliest uit het oog, dat men juist door de heffing op rijstmeel den landbouw, dien men voorthelpen wil, benadeelt; want men verhoogt zoo doende de kosten van stal voedering. «Iets dergelijks heeft plaats met het voorgestelde recht op hout. Deze heffing komt ten goede aan de in- landsche houtzagerij en aan de Ne- derlandsche fabrieken van houtbe werking, maar zij drukt daarentegen op de bouw-industrie. Zoo begun stigt men den een en benadeelt men den ander. Deze uitkomst is vol komen in strijd met het kenmerk van elke goede belastingheffing: ge lijkmatigheid, eene omzetting van een der grondbeginselen van den Nederlandschen Staatgelijkheid voor de wet. «De kamer komt derhalve in ver zet tegen het voornemen om rechten te heffen op granen en peulvruchten, rijstmeel en hout. «Art. 2 van het ontwerp stelt voor, het invoerrecht op thee te ver- hoogen tot f40 per 100 kilogram. Ook in dezen maatregel ziet onze kamer groot bezwaar. Onze thee- markt zal daaronder schromelijk lij den; het zou zelfs kunnen gebeu ren, dat zij geheel naar het buiten land werd verplaatst. De heffing* nen de muren van het klooster zijne ooren bereikte. De Saksers onder Wittekind waren slechts zoo lang zegevierend geweest, totdat de Fran- kenkoning zelf hen aan het hoofd van een leger ontmoette. Toen ech ter hadden zij zich moeten terug trekken, en waren volkomen ver slagen geworden. Zijne woorden indachtig, had de koning ditmaal met de grootste hardvochtigheid gehan deld en met onverbiddelijke gestreng heid dezen laatsten opstand als een oproer beschouwd. Wel is waar, hadden de edellieden, zoodra zij hunne zaak verloren zagen, spoedig volkomen onderwerping aangebo den, maar de koning stelde zich daarmede niet tevreden. Met klop pend hart vernam Groefwang, dat Karei de uitlevering der rustver stoorders verlangde. Hij wist echter, dat juist in de bedrukte landstreek, waar hij het licht aanschouwde, namelijk in Kroden- zal bovendien zeer nadeelig werken1 op onze theecultures op Java, die toch reeds moeite hebben de mede dinging vol te houden tegenover de onder veel gunstiger omstandigheden levende theeplanters in Britsch-Indie. Bovendien verlieze men niet uit het oog, dat deze heffing van f 0.40 per kilo zeer zwaar drukken zal op de geringere theesoorten, welke door de minvermogenden worden ge bruikt. De heffing zal dus hen tref fen, die de minste draagkracht be zitten. «In de verhooging van de accijns op het gedistilleerd van f57 op f 60 per hectoliter, voorgesteld in art. 3 van het ontwerp, ziet onze Kamer geen groot bezwaar. Door deze ver hoogde heffing zullen de handel en nijverheid niet meer worden belem merd dan thans reeds het geval is. «Met het oog op hetgeen hierboven is uiteengezet, richt onze kamer tot uwe vergadering het verzoek, aan de artikelen 1 en 2 van regerings ontwerp uwe goedkeuring niet te verleenen.i) De dezer dagen gepension- neerdeftluit.-kol. dirigeerend officier van gez. 2de kl. F. F. Meuleman. te Bergen-op-Zoom, geeft aan het N. v. d. D. een aantal namen op van «familien, door hem in zijn on geveer veertigjarige loopbaan als officier van gezondheid op verschil lende tijden behandeld, en wier ge tuigenis hij voor de handhaving van zijne eer en zijn goeden naam. ten aanzien van het korps Nederl. officieren en de Nederl. burgerij gerust inroept.» «De familie van wijlen kapt. De Korte», zoo schrijft liij verder, «door mij acht achtereenvolgende jaren behandeld, eu die steeds overal mijne wijze van behandeling' roemde, mevr. De Korte, die ik nog acht dagen na den dood haars echtge- noots behandelde, en die mijn raad nog voor haar jongste kind inriep, die mij nog raadpleegde over hui selijke zaken, zal ik maar niet op roepen, ze mocht mij soms te ver legen maken door mij opnieuw te roemen, zooals ze 28 Oct. jl. en nog na dien tijd gedaan heeft; van later zal ik maar zwijgen.» De retourirljetten tusschen alle stations der Heil. IJzeren-spoor- weg-maatschappij, afgegeven op Maandag 24 en Dinsdag 25 Decem ber zullen voor terugkeer, geldig* zijn tot en met Donderdag 27 De cember 1883. De retourbiljetten afgegeven op Maandag 31 December 1883, zijn geldig tot Woensdag 2 Jan. 1884. De drie jongelieden uit Fries land, die met den heer W. Mackin tosh van hier zijn vertrokken, ten einde in Suriname op een plantage als opzichter te worden geplaatst, om het plantersvak te leeren, heb ben die reis niet geheel volbracht. In de naburige kolonie Demerary aangekomen, werden zij, op aanbe veling door den heer Mackintosh, door den heer H. A. Black gastvrij ontvangen en alle drie op diens suikerplantage Schoonoord als opzich ter geplaatst, op een jaarlijksch loon van ƒ400 met vrije huisvesting en voeding. Naar men aan het N. v. d. D. verzekert, ontbreekt liet voor oppas sende, beschaafde en ijverige jongelui niet aan gelegenheid, om aldaar in zoodanige betrekking te worden geplaatst. Zooals men weet, hebben in De- dorf, het middelpunt der samen zweering was te vindenmaar wat hij nu moest hooren dreef hem het rood der schaamte en verontwaar diging op de wangen. In plaats van de schuldige aanleggers uit te leveren, hadden de Saksische edel lieden gemeenschappelijk besloten, verscheidene duizenden van de on schuldig medegesleepte krijgslieden op te offeren en koning Karei had in zijn toorn aan de oevers van het riviertje de Aller, deze allen te za- men doen onthoofden. Wie was meer aan te klagen, de koning in zijn toorn, of de Saksische edellieden, welke onschuldige, vrije mannen, die van jeugd af aan slechts blinde gehoorzaamheid voor hunne heeren kenden, aan den beul overleverden, om zich van straf te vrijwaren. Trad hier niet nogmaals die ont zettende toestand van de minach ting voor het mindere volk in het helderste licht. Wel mogelijk dat merary, Essequebo en Berbice vele plantages (zooals Schoonoord) ver sterkingen, waterwerken enz. hun nen ouden Hollandschen naam be houden. Amsterdam. Men schrijft aan de N. R. Ct.: Twee duizend kindergezichtentwee duizend paar gloeiende wangen, tweedui zend paar glinsterende oogen, twee duizend paar trappelende voeten en twee duizend paar klappende handen, dat alles vindt men niet iederen dag bijeen. Maar twee duizend kinderstemmen, het uitgierend van pleizier, dat is nog het meest ongewone van al. Uwe ooren doen pijn van dien schellen juichtoon, maar telkens als ge lust krijgt uw ooren toe te stoppen, houdt uw eigen pleizier over die uitbundige vreugde toch weer do overhand. Het Paleis van Volksvlijt gaf, van half zes gisteravond af, al die buitengewone dingen te zien en te hooren. Gisteren voor acht dagen was het Sint Nicolaasfeest voor de eerste helft van de kinderen der openbare lagere scholen lc klasse en der Waalsche diakoniescholen. Gisteravond werd de andere helft op de zelfde manier onthaald, Op de stoelen gezeten voor het tooneel onder het oog hunner onderwijzers en onderwijzeressenzaten al de kinderen, ieder met eeu groot programma gewapend, dat ze, telkens als het gordijn nedergiug, aJ juichende in de lucht zwaaiden, vóór het tooneel. De arlequiuade „Arlekiju Goud vlieg" werd voor hen gespeeld. Nooit hebben Colombine en Diamantine en Ar- mantine, allen voor deze gelegenheid in sleepjaponnen gedost, nooit hebben Pan talon en Pierrot en Arlekiju, Sint Nieolaas in zijn schitterenden tabberd, Cetawayo, hot «opperhoofd der wilden", El Alkan en El Makan, de «reuzen", en hoe de vertooners verder mogen heeten, vooreen dankbaarder publiek gespeeld. Tusschen de bedrijven door, lieten de twee duizend kelen, door het orkest een handje geholpen, telkens een liedje hooren. Eerst «Een lied bij den aanvang", toen het «Liedje van Koppelstok": In naam van Oranje, doe open de poort, toen het «Vlaggelied"; daarna het «Wil helmus," Er zijn toehoorders geweest, wien het gemoed vol schoot, bij de kindergelofte: Waai uit dan o vlagZij een tolk onzer beo, Maar daaldet ge ooit op den vloed, Wij heffen u op uit de schuimende zee En voeren naar 't Blauw van den hemel (u mee Al kleurt zich uw rood met ons bloed! Men heeft wel behoefte aan zoo iets, iu onze dagen. Uit den mond der kindereu zult gij de waarheid hooren, o twijfe laars en hauwen en dorren van gemoed! Maar niet gephilosopheerd. Daar klinkt het: «Zie, de maan schijnt door de hoo rnen!" 't Lijkt alsof we zelf weer een dertig veertig jaren jonger zijn. De vertooning loopt ten einde. Er wordt wat «kort werk" mee gemaakt, want de kinderschare mag niet ongeduldig worden. Ze weten dat de grootste, de eigenlijke pret hun nog wacht. Sinterklaas daalt iu hoogeigen persoon van het tooneel, door zwarte knechts met zak ken beladen gevolgd. Hij stapt naar den anderen kant van het gebouw. Daar staan tafels, zoo lang dat ze eindeloos schijnen, mot rijen borden, met krentenbollen waar straks de chocolade bij zal dampen. En op andere tafels, in de lengte geschaard, voor ieder der twee duizend gasten, een present, met een nommer er op, zoodat ieder precies kan vinden wat hem toekomt. Wat een werk eu wat een geduld! Twee duizend pakjes, «voor de groote meisjes" en «voor de groote jongens" en «voorde kleintjes", allemaal afzonderlijk uitgezocht. En geen van allen aan elkaar gelijk. Hier een mooi kopje cn schotel, met een ver gulden rand, en een warme borstrok er bij. Daar een compleet poppeledikant, met andere stukken speelgoed op de dekens. Ginds een bonten pet voor een grooten jongen, met een stuk spikkelaas erboven op, waar zijn witte tanden straks triomfan telijk iu zullen bijten. En dan die pren- teboeken en die tollen en die verfdoozen, en die duizenden andere dingen, waar een de koning juist daarom de gruwe lijke straf voltrekken liet, om het Saksische volk te toonen, wat het den edellieden verschuldigd was. Gelijk men zeide, drukte nu een doffe stemming op de Saksische landstreken, daar de koning met onverbiddelijke gestrengheid nieuwe wetten, belastingen en tal van ver beteringen invoerde. Onverwacht kwam een renbode des konings op het klooster aan, die den schrijver o ogenblikkelijk naar Aken ontbood. Zonder talmen begaf deze zich op weg. Daar de bode nog andere opdrachten had te vervullen, moest hij hem verlaten en de Sakser had nauwelijks tijd, hem naar de oor zaak dezer onverwachte oproeping te vragen. Nogmaals zou tegen de Saksers te velde worden getrokken, zeide hem de bode, terwijl hij hem een briefje van Eginhard overreikte, waarin deze de verrassende en on- kinderhand zoo gauw en zoo graag mee gevuld wordt. Ja, dreun maar, ijzeren pijlers en ram mel maar, ruiten van het Volkspaleis, van het gejuich dat. opgaat! Straks maken do voeten en handen geen leven genoeg, maar heft de schare, uit zichzclvc, weer een lied van verrukking aan. En nu begint het hoera-roepeu weer, eu toonen ze elkaar vol verrukking het moois dat de Heilige huu gegeven heeft. Even volgt er stilte, de twee duizend scherpe gebitten zijn nu aan 'I. knabbelen op de krentenbollen. Maar telkens als er een troepje «vrij" is, begint het zingen en elkaar toeroepen weer. Hooren en zien vergaan u, terwijl ge tracht op te schrijven wat ge ziet en hoort, ten einde aan ieder, die het hooreu wil, te doen weten wat een oneindig ge noegen men zichzelven verschaft door aan arme kinderen een gelukkig uur te bezor gen, (lat hun bij zal blijven als een zonne straal op heel hun levensdag. Ieder jaar koint na St. Nicolaasdag (lit feest terug. Het wordt gegeven door het Dames-comité voor kinderfeesten en de Ver- eeniging tot Veredeling van het Volks vermaak. De vlaggen der beide corpora tion wapperden in het gebouw. Alle dames met de presidente van het Comité, mej. Testas, waren aanwezig. Zoo ook de meeste leden van het bestuur der Veveeniging, van welke de heer Brandt Corstius voor zitter is, die een opwekkend woord tot de kinderschaar sprak. Onder de bezoekers werd, behalve de burgemeester, de wethouders voor onder wijs en (lc inspecteur van het lager onder wijs, de heer Stoens, ook opgemerkt harou De Pages, afgevaardigd door den minister van openbaar onderwijs in Frankrijk bij de tentoonstelling te Amsterdam, die zijne oprechte bewondering voor hetgeen hij zag uitsprak. Het bestuur der vereeniging voor fabrieksarbeiders alhier, geeft een uitvoerig verslag van den toe stand der vereeniging- gedurende de jaren 1881, 1882 en 1883. Na ge wezen te hebben op den goeden uit slag der werkzaamheden, door da vereeniging verricht tot verbetering1 van het lot der fabrieksmeisjes wordt het verslag besloten met een woord van dank aan allen, die tot dit goede doel hunne medewerking verleen den. Met nieuwen moed zegt het bestuur wensclien wij voort te gaan en hebben nu onlangs besloten, om, naast onze avond- en Zondag scholen, onze mannen- en moeders- vergaderingen, ook een meisjesver- eeniging op te richten. Deze is uit sluitend voor ong-ehuwde, oudere fabrieksarbeidsters boven de 20 jaar oud, die de school verlaten, of wel haar nooit bezocht hebben, omdat zij zich te oud achtten voor de school banken. Met haar beproeven wij des Woensdags eene gezellige avond bijeenkomst te houden; en trachten ze aan elkander te verbinden tot onderlinge hulp en steun in «al wat goed en rein is. liefelijk is en wel- luidt». Zedelijkheid en goed gedrag zijn de eerste voorwaarden, om tot dezen kring te kunnen hehooren. Wij zijn aanvankelijk met 16 meisjes tot dit doel bijeengekomen, en heb ben uitzicht, dat meerderen zich weldra daarbij zullen voegen. Onzen dank aan allen, die met ons medearbeiden. Met uamen kun nen wij ze hier niet noemen, onze onderwijzers eu onderwijzeressende vriendelijke handen die kleederen voor onze armen vervaardigen, leden onzer Dorcas; onze bezoekzuster; de bazen en opzichters die ons steu nen. Een warmen g'roet en dank aan allen, die met. hunne giften ons verrasten en hielpen! (H. hl.) De luitenant der mariniers O., te Amsterdam, die het bevel voerde toen bij het schijfschieten aldaar gelooffijke mededeel.ug deed, dat hij spoedig de oudste dochter des konings als zijne gemalin naar zijn huis zou voeren. Het duizelde den Sakser bij 't vernemen dezer gewichtige en voor- loopig slechts half begrijpelijke tij dingen. Wat li;.d echter de koning met Groefwang vuor en wat be- teekende eene krijg regen de Sak sers; zou de schrijver moeten me destrijden? En dan de zonderlinge tijding van Eginhard, die zelve ook wel aan de toestemming des kenings had getwijfeld. Het ongeduld ver teerde Groefwang, en hij was in een koortsachtige spanning, toen hij ten laatste het doei zijner reis had bereikt. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1883 | | pagina 2