Oplage 10000 Ex.
Dinsdag 22 Januari 1884.
No. 105
FEUILLETON.
umrsDMJD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
.Franco door geheel het Rijk r>. maand 55
Afzonderlijke Nommers 5
Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en aigemeene Feestdagen.
Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9.
Drukkers-Uitgevers: BOMAHS Co., te Haarlem.
ADVERTENTIEN:
van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale, de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHn. F. JONES, Sucr.. Parijs. 31 bis. Faubourg Montmartre.
VERTREKUREN der SPOORTREINEN. "WTNTERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse.
Van Haarlem naar
Amsterdam.
7.—. 8.32, 8.55, 9.30.11.15,
11.39*, 11.56, l.S, 2.39*,
3.5S, 4.15, 4.44, 5.42. 6.40,
7.13, 7.44* S.54,9.46,10.23,
10.59*.
Van Haarlem naar
Rotterdam.
7.53* 8.33,9.4,30.13.12.12*
12.46.1.53, 3.50. 4.16, 5.12,
5.43*, 8.1, 10.13.
Van Amsterdam naar
Haarlem.
6.15, 7.30* 8.10, S.30. 9.35.
9.50,11.5,11.50* 12.15, 1.5,
1.30, 3.26. 3.45. 4.30. 4.45,
5.20*, 7.30, 8.30, 9.50,11.—.
Van Rotterdam naar
Haarlem.
6.40. 8.10,9.10.10.20*. 11.5,
1.23*. 2.45. 3.35, 5.10. 6.27*
7.20, 8.50. 9.50*
De vertrekuren zijn berekend
Station Deutsche Poort.
Van Haarlem naar
den Helder.
6.51.10.7,1.37, tot Alkmaar,
5 2. 8.57.
Van den Helder naar
Haarlem.
6.10, 9.30, 1.30, 7-20
Van Haarlem naar
Zandvoort.
Station H. IJ. S. M.
7.55, 10.15, 11.38, 1.33,
4.59, 8.3.
Van Zandvoort naar
Haarlem.
8 26 10.49. 12.42, 4.17,
6.15. 8,26.
ALGEIIEEN OVERZICHT.
Te Parijs is men niet volkomen
gerust omtrent de houding, welke
de werklieden, die zonder verdiensten
rondloopen en wier aantal hoogst
aanzienlijk moet zijn, aannemen. Met
nadruk eischen zij van de regeering
dat deze maatregelen herame, ten
einde in den nood te voorzien, doch
hoe dit moet geschieden, daarover
bewaren zij het stilzwijgen. Zelfs
aan hunne afgevaardigden in de
kamers weigeren zij zich daaromtrent
te verklaren. «Zeg ons slechts, wat
ge verlangt,» voegden de heeren
Tony Revillon en Clemenceau hun
toe «en wij zullen uwe wenschen aan
de regeering en de vertegenwoordi
ging kenbaar maken, en zien wat
wij voor u doen kunnen. Dat is
geenszins onze zaak», was het ant
woord der gedelegeerden.wij eischen
slechts verbetering, onverschillig op
welke wijze die gebracht wordt. Aan
u is het, de oplossing voor deze
kwestie te zoeken, en wij behoeven
zeker niet op spoed aan te dringen,
daar het gebrek, dat wij lijden reeds
duidelijk genoeg spreekt. Blijkt het
ons, dat gij niet bij machte zijt ons
brood te verschaffen, dan zullen wij
ons zei ven helpen, en zelts voor eene
revolutie niet terugdeinzen». Die taal
is voorwaar duidelijk en krachtig ge
noeg, en het behoeft ons niet te ver
wonderen, dat, èn de regeering èn
de kamer met de zaak verlegen zijn.
De minister van- openbare werken
heeft reeds de toezegging gedaan,
dat spoed gemaakt zal worden met
de werken, die reeds zijn aangevan
gen, en nieuwe weldra aan de beurt
zullen komen. Toch is dit geenszins
voldoende. Het is onmogelijk om
allen, die op dit oogenblik niets ver
dienen, arbeid te verschaffen aan de
Waar is de Vader?
DOOR
August SN.IEDERS.
XI.
HET VROEGERE LEVEN DES VADERS.
16)
De twee personen bevonden zich
in de kamer met curiositeiten. Op
de tafel brandde de lamp. Niemand
zou de sprekers daar storen. Ove
rigens, de huisgenooten waren reeds
te ruste gegaau.
Ik kom, ving mijpheer Van
Velthem aan, ik kom wel laat
om het straks onderbroken gesprek
weer aan te knoopen. Ik heb ge
dacht
Vergeef mij, mijnheer Van
Velthem, onderbrak de vader
openbare gebouwen, zoodat het aan
tal ontevredenen wel iets zal ver
minderen, doch niet zooveel, dat men
het gevaar als geweken kan beschou
wen. Reeds neemt de regeering voor
zorgsmaatregelen om op alles voor
bereid te zijn. en desnoods de orde
krachtig te kunnen handhaven. De
radicale afgevaardigden wenden al
hunnen invloed op de volksmenigte
aan om deze tot kalmte en rust te
vermanen, doch in cijden van nood
vindt hun stem weinig ingang, vooral
niet, omdat hunne volgelingen in
dén regel eene groote mate van ach
terdocht koesteren tegen degenen,
die zij met de verdedig-ing hunner
rechten hebben belast.
Er heerscht dan ook eene vrij
groote moedeloosheid in het kamp
derradicalevolksvertegenwoordigers.
waarvan enkelen reeds de straatka-
balen en volksoproeren in het ver
schiet zien. 't Is te hopen, dat het
der regeering moge gelukken de
orde te handhaven, want Parijs heeft
het reeds zoo dikwijls bij ondervin
ding wat een strijd achter en op de
barrikaden beteekent.
Uit Hué wordt bericht, dat het
onlangs gesloten tractaat thans open
lijk is bekrachtigd en de nieuwe
koning in eene plechtige audiëntie
heeft verklaard zich strikt aan de
bepalingen daarvan te zullen hou
den. De oproerige benden in het land
zijn tot onderwerping gebracht, en
de Fransche bezettingstroepen zullen
weldra hunnen intocht in het kas
teel van Hué doen. In Anam schijnt
I het gevaar voor een conflict, dat
I vooral na de laatste paleisomwen-
teling, welke den \origen keizer het
leven kostte, te zijn geweken. Onge-
j lukkig kan men hetzelfde niet zeg
gen van de verhouding tegenover
China. De oorlogspartij is in dit
driftig: ik heb vergeten, u een
j paar uren geleden, al de stukken
van het proces voor te leggen. Doe
mij niets van uw besluit kennen,
en Van Leefdael wendde de oogen
af om niets, goed noch afkeuring,
I vrijspraak noch veroordeeling. in
i de uitdrukking van Albert's gelaat
te lezen.
En indien ik verlangde aan
jde zaak geen gevolg te geven?
I vroeg Van Velthem.
j Dan nog zou ik verlangen,
dat gij mij onder alle opzichten
zoudt kennen, antwoordde de
vader, zonder zich in het minste
over de woorden van mijnheer Van
Velthem te ontstellen.
I Een licute glimlach speelde om
de lippen des jongen mans.
Ik verlang, mijnheer, hcr-
vatte Van Leefdael, dat gij eerst
naar mij luistert. Gij hebt recht
mijne geschiedenis, voor de wereld,
zelfs voor mijne familie, een geslo-
land meer dan ooit aan het woelen,
en de houding welke de bevolking
zoo hier en daar reeds tegenover de
1 vreemdelingen begint aan te nemen,
getuigt dat zij in het land grooten
steun vindt. De versterking van
Canton en het eiland Hainon wordt
met kracht voortgezet, doch op het
verzoek der Engelsche regeering
heeft men, voorloopig althans, het
versperren der riviermond uitgesteld.
Van admiraal Courbet zijn de laatste
dagen geene bijzondere berichten
ingekomen, zoodat men vermoedt,
dat hij zijnen tocht naar Bac-Ninh
voortzet, en eerst dan iets van zich
zal laten hooren, wanneer hij voor
deze vesting is aangekomen.
Engeland geeft nog altijd den
moed niet op, om met den vorst
van Abvssinië tot een vergelijk te
komen. Nu de zending van Baker-
pacha is mislukt, zal zij een nieuwen
onderhandelaar de taak opdragen,
den koning van eenen aanval op
Egypte te doen afzien. Telegrammen
uit Weenen verklaren, dat men daar
toe het oog heeft laten vallen op den
Afrikaanschen reiziger Dr. Strieker,
die met den Abyssinischen heerscher
op enkele zijner tochten vriend-
j schapsbetrekkingen heeft aange-
i knoopt en bij dezen nog al houg
moet aangeschreven staan. Of Dr.
j Strieker, die op dit oogenblik te
j Weenen vertoeft, evenwel geneigd is
I die opdracht te aanvaarden, wordt
niet gemeld. Iutusschen stemmen de
berichten uit Soedan geheel overeen
met de vermoedens, die men daar
omtrent had. De bevolking, alsmede
de garnizoenen der plaatsen, die tot
heden den Khedive getrouw geble-
I ven waren, hebben, nu zij geheel
aan hun lot overgelaten waren en
slechts de keuze hadden tusschen
den dood en het omhelzen van de
ten boek, le kennen. Ik zal kort
i zijn. doch alvorens te beginnen, ver-i
klaar ik u op mijn geweten, dat ik i
ju waarheid, niets dan waarheid
zeggen zal. Ga zitten, als ik u ver-
I zoeken mag.
Van Velthem gehoorzaamde aan
die uitnoodiging; Van Leefdael nam
aan de andere zijde der tafel plaats.
Ik ontvang u hier, in deze
kamer, zoo ving de vader aan,
omdat zii meer dan eenig an-
idere van dit huis, niet mijn leven
1 in betrekking staat. Ge ziet die
schetsen en caricaturen, ge ziet al
die rariteiten uit de natuur, ge ziet
dat vroolijke en levenslustige por
tret dat is, in één woord, mijn
jong leven geweest, iets recht fan-
j tastisch en vroolijk. -
i Er lag in mij eene mengeling
I van vroolijkheid en ernst, van stu-
1 die en dwaasheid, van godsdienstig
gevoel en wereldzin, en nu ik in
1 rijper jaren op dat deel mijns levens
partij des opstand.s. natuurlijk het
laatste gekozenen zich bij den Mahdi
aangesloten.
Dat diens positie daardoor aan
merkelijk is versterkt, behoeft zeker
niet gezegd te worden. Zonderling
mag het zeker heeten, dat men zoo
weinig in den laatsten tijd van hem
zei ven hoort. Verzekerde men voor
enkele dagen, dat hij gereed stond
om eenen inval in eigenlijk Egypte
te doen, tot nu toe is daarvan nog
niets gekomen, en weet men niet
eens waar hij zich ophoudt. Ver
moedelijk evenwel zal die onzeker
heid niet zoo heel lang meer duren
en is het niet onmogelijk, dat men
binnen kort iets meer van hem ver
neemt. Voorgelicht of liever gedrild
door de Britsche officieren, maakt
het Egyptische leger zich echter
gereed om hem naar behooren te
ontvangen, wanneer hij het beproeft,
de nieuw gestelde grenslijn te over
schrijden.
Zooals wij in ons vorig nummer
reeds mededeelden, heeft het Spaan-
sche ministerie den koning zijn
ontslag aangeboden, en thans kun
nen wij daaraan toevoegen, dat dit
door den vorst is aangenomen. Zij
die dus veronderstelden, dat men
tot eene kamerontbinding zou over
gaan, hebben zich dus vergist; noe-
wel de mogelijkheid dat zoo iets
gebeuren kon, door ieder werd er
kend en zelfs de regeering zelve
niet vreemd aan dit plan was. Reeds
was het gerucht in omloop, dat het
kabinet den koning den raad gege
ven had, hunne aanvrage, die zij
natuurlijk pro forma hadden inge
diend, te weigeren en machtiging
tot het uitvaardigen van een ont
bindingsdecreet te geven, 't Blijkt
evenwel, dat Alphonsus aan de vor
ming van een ministerie uit de thans
neerzie, vraag ik mij zeiven dikwijls
af, of ik destijds niet een onopge
lost raadsel was. Ik weet waarach
tig niet wat ik van mij zelf, in dat
deel mijns levens denken moet.
Vroolijk en zelfs spottend rolde
ik door het leven, doch vergeet niet,
dat men vrij spotten kan. als men
in weelde en onbezorgdheid verkeert.
Ik had inderdaad aanleg voor
de beeldhouwkunst., en was wel
verlangend kunstenaar te worden;
doch in eene rijke koopmansfamilie,
waar niet zelden het goudstuk te
genover eer en aanzien in de schaal
wordt geworpen, wordt ook de kuns
tenaar niet geacht. Dat is, denkt
de verrijkte koopman, geen man
van conditieKoopman of, om
het juiste woord te zeggen, «geld-
w nner» moest ik worden.
Dank en hulde echter aan de
ki;: -f., want toen het debet op de
naden van mijn kleed te lezen stond,
gaf :j mij brood!
heerschende meerderheid de voor
keur gaf boven een maatregel, die
onvermijdelijk nog al eenige sen
satie in het land moest teweeg
brengen. Reeds vermeldt men de
benoeming van een nieuw conser
vatief kabinet, waarvan Canovas del
Castello de president zou zijn. Het
behoeft natuurlijk geen betoog dat
I de grondwetsherziening daardoor
voor onbepafdden tijd is uitgesteld,
I want het was voornamelijk met het
j oog hierop, dat het votum van wan-
1 trouwen tegen de oude regeering
was uitgebracht. Trouwens nu de
republikemsche fractie met Castelar
tot leidsman het ministerie afviel,
en de rede van dezen .-taatsman de
politiek van het kabinet zoo totaal
verpletterde, was liet wel niet te
verwachten, dat de koning zijne mi-
j nisters zou handhaven.
In Pruisen is de discussie ora-
treilt het voorstel Reichenspercher,
i aangevangen. Zooals onze lezers zich
zullen herinneren,! had deze afge
vaardigde, een der leiders van het
I centrum, voorgesteld om de grond-
1 wet in zooverre te wijzigen, dat de
drie artikelen welke bij het invoe
ren der Mei-wetten daaruit geschrapt
waren, weder van kracht werden
verklaard.
Zooals te verwachten was, heeft
de regeering zich krachtig daartegen
verzet en de aanneming er van ont
raden. Zelfs gaf de minister van
eeredienst te kennen, dat de keizer
zijn veto over het voorstel zou uit
spreken, indien het onverhoops tot
wet werd verheven. De regeering,
zoo verzekerde de spreker, was be
reid verbetering in den bestaandeu
toestand te brengen, doch zij zou
dit geheel zelfstandig doen en geen
j votum der vertegenwoordiging of
agitatie in het land zelve, zou in
Ik trad in den handel, ik ging
ter beurzeZie, als daar nu
juist de eerlijkste rnenschen van de
samenleving bijeenkomen, 't mogen
dan ook mannen van zoogenaamde
i «conditie» zijn, dan ben ik liever
poppenmar»
Ik dreef handel, trad in nij-
verheidsondernemingeu, nam deel
aan fondsspeculatiën. spoorwegmaat-
I schappijen en stoombootlijnen en
j won veel geld. Ik was stout, ik
I beken het, soms wel lichtzinnig.
I Verliezen en winsten wisselden el-
1 kander af, en zoo herhaalde malen,
dat de eerste schier geene onrust,
en de tweede schier geene vreugde
meer baarden.
Van mijne stoute en gewaagde
l speculatiën viel ik in mijn kunste-
naarsfautasie, en vergat 's avonds
I de eersten voor de laatsten, totdat
ik eens. in het midden mijner zor-
gelooze liefhebberijen, de tijding
ontving dat ik letterlijk geruïneerd