I9i ATTENTIE. Oplage 10000 Ex. Zaterdag' 26 Januari 1884. [No. 169. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Yoor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand Afzonderlijke Nommers Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en algemeene Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BQÏÏAHS Co., te Haarlem. ADVERTENTIEN van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubiicité Etrangcre G. L. DAtJBE Co. JOHx. I'. JONES. Snor.. Parijs. 3Ibis. Faubourg Moiitmart.rc. Van Haarlem naar Amsterdam. 7-—. 8.32, 8.55, 9.30,11.15, 11.39*, 11.56, 1.8, 2.39* 3.53, 4.15, 4.44, 5.42, 6.40, 7.13. 7.44* 8.54,9.46,10.23, 10.59*. VERTREKUREN der SPOORTREINEN. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.15, 7.30* 8.10, S.30, 9.35, 9.50,11.5.11.50*, 12.15, 1.5, 1.30, 3.26. 3.45, 4.30. 4.45, 5.20*, 7.30,8.30,9.50,11.—. WJLNTERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Vati Haarlem naar Rotterdam. 7.53*, 8.33,9.4,10.13.12.12*, 12.46,1.53, 3.50. 4.16, 5.12, 5.43*, 8.1, 10.13. Van Rotterdam naar Haarlem. 6.40, 8.10,9.10.10.20*, 11.5, 1.23*, 2.45, 3.35, 5.10, 6.27* 7.20, 8.50, 9.50*. De vertrekuren zijn berekend Station Delftselie Poort. Van Haarlem naar den Helder. 6.51,10.7,1.37, tot Alkmaar, 5 2. 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 6.10, 9.30. 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. 7.55, 10.15, 11.38, 4.59, 8.3. M. 1.33, Van Zandvoort naar Haarlem. 8.26 10.49. 12.42, 4.17. 6.15, 8,28. Aan onze Lezers buiten de stad. Ten einde de verschuldigde Abon nementsgelden tot 31 December 1883 te vereffenen, (om onze Ad ministratie te regelen) zullen wij zoo vrij zijn eerstdaags per post- kwitantie daarover te disponeeren. Het eerste kwartaal vervalt alzoo, na bovengenoemde vereffening, op 1 April 1884 en zoo vervolgens, telkens per 3 maanden. DE UITGEVERS. Zij die zich nog voor den len Februari voor minstens 3 maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de Courant tot dien da tum gratis; ook ontvangen zij de premie„de Vloei, des Vaders ALGEMEEN OVERZICHT. De plotselinge verandering van politiek in verband met de Egyp tische kwestie, trekt in Eng*eland in hooge mate de aandacht, en geen wonder. Nadat toch het Britsche mi nisterie gemeend had, aan den Khe dive den raad te moeten geven, om Soedan g-eheel aan zijn lot over te laten, een besluit dat van alle kan ten een scherpe critiek uitlokte, komt men eensklaps op het denk beeld om generaal Gordon naar het bedreigde gewest te zendenten einde te beproeven, door zijnen in vloed, het kwaad van den opstand te stuiten. Over het geheel vindt dit laatste besluit meer instemming dan zijn voorganger. De conserva tieve en liberale bladen verklaren het ronduit, dat dit in de g'egeven omstandigheden het beste was, wat de regeering kon doen; en zij druk ken de verwachting uit, dat de uit slag' van dezen maatreg'el aan zijn doel mog-e beantwoorden. Het is I natuurlijk, dat veler aandacht thans op den dapperen hoofdofficier, die I onverschrokken zulke groote geva ren tegemoet gaat, is gevestigd, en onderscheidene verhalen omtrent zijn vroegeren militairen loopbaan, zoo wel in China als in Afrika, doen de ronde in vele dagbladen, 't Is vrij wel mogelijk, dat sommige hun ner niet van overdrijving zijn vrij te pleiten, doch uit het geschrevene blijkt voldoende, dat Gordon een man is, die weet wat hij wil en over eene voldoende mate van geestkracht en doorzicht kan beschikken, om in deze bijna hopelooze onderneming nog te redden, wat te redden valt. De beste wenschen van het Engel- sche volk en voorzeker ook die van de geheele beschaafde wereld ver- i gezellen hem op zijn moeielijken en gevaarvollen tocht. De gezondheidstoestand van ko ningin Victoria moet vooral in de laatste dagen veel te wenschen over laten. De vorstin voelt hare krach ten afnemen, en hoewel zij dagelijks nog hare gewone kleine wandelin gen doet, is zij zoo zwak, dat zij telkens genoodzaakt is eenige rust te nemen. In den volgenden zomer evenwel, hoopt zij voor hare gezond heid een tocht naar Baden te ma ken. Waarschijnlijk zal zij dan over Berlijn reizen en van de gelegen heid gebruik maken, om keizer Wil helm een bezoek te brengen. Zon der dit laatste zou natuurlijk in dezen tijd, waarin vorstelijke be leefdheidsvisites aan de orde van den dag ziin, het spel niet volmaakt genoemd kunnen worden. Sommige conservatieve dagbladen in Spanje nemen het nieuwe mi- I nisterie in bescherming tegen de I aanvallen, waaraan het van de zijde j van vriend en vijand blootstaat. De vrees voor buitengewone reaction- I naire maatregelen, die van dit ka- I binet te wachten zouden zijn, is volgens hun oordeel volkomen on gegrond; en men deed vrij wat be ter, door eerst de daden af te wach ten, alvorens men lichtzinnig den staf breekt over 's konings raad gevers. Intusschen gelooft men wel, dat de tegenwoordige regeering nog eenige veranderingen zal trachten te brengen in de handelsverdragen, zooals die door hare voorgangers I zijn vastgesteld. Vooral zal zij be proeven van Engeland eenige meer dere voordeelen te bedingen in het belang van den handel in de Spaan- sche producten. Van intrekking der j desbetreffende ontwerpen is even wel geen sprake, en zoodra de on- derhandelingen geheel geëindigd zijn, zullen de Cortes geroepen wor- den om hun oordeel over de trac- taten uit te spreken. I In den laatsten tijd beginnen ver- i schillende groote mogendheden van j Europa er ernstig aan te denken, 1 wederom een gezant bij den H.Stoel aan te stellen. Het is bijna zeker, dat ce Rus sische vertegenwoordiger weldra benoemd zal worden, terwijl oolc het Britsche kabinet er ernstig over denkt, tot denzelfden maatregel over te gaan. Zooals men weet, vervult de heer Von Schlöser, hoewel niet officieel daartoe benoemd, reeds ge- ruimen tijd de rol van onderhande laar tusschen de Duitsche regee ring en Z. H.; zoodat door zijne werkzaamheid de feitelijke aanstel ling van een gezant onnoodig wordt. Waar is de Vader? August SNIEJJERS. 20) Op dien Kersnachtmorgen ben ik een ander mensch geworden of liever, ben ik teruggekeerd-tot mij nen oorsprong, 't geen ik in het geldleven al te veel vergeten had. Ik zat naast het orgel, het hoofd in de twee handen geleund; ik had het «Onze Vader» dikwijls gebeden, en het was alsof mijne vrouw en kinderen voor mij ston den en mij toefluisterden: dat: is de weg der waarheid en des le- vens. Ik stond slechts op, toen een vingertik op den schouder mij i uit mijne diepe ingetogenheid riep. Mr. Craw stond voor mij en j ik zal nooit vergeten, hoe ik ver schrikte, toen bij toeval mijn oog op de lange, reusachtige schaduw van den organist viel, die tot boven aan het witte gewelf der kerk reikte. Alles was stil in de kerk, de dienst was afgeloopenmen doofde beurtelings de lichten uit. Mr. Craw wenkte mij met het hoofd en wij keerden, doch ditmaal slechts men ons tweeën, langs denzelfden gang naar de oude kamer terug. Wij namen plaats voor het vuur; eene oude meid gaf ons een glas grog en wij spraken als oude vrienden. De organist was een wonder lijk. fantastisch man soms kon hij recht geestig lachen, om dan weer plotseling en voor een oogenblik somber gestemd en zelf» droefgees tig te worden. Waren het herin neringen uit. het verledene, die als wolken voor zijne levenszonne dreven - Mr. Craw ging wat rusten; ik bleef in den leuningstoel voor het vuur zitten. Het was licht ge worden, en dewijl de oude meid, I morrend en grommend, de donker- I bruine blinden geopend en het licht j uitgeblazen had, kon ik door de hooge vensters naar buiten zien. I De vensters gaven uitzicht op 1 eene opene plaats, aan de kerk grenzende en door oude gevelmu- j ren, met eene lage en vervallen deur, ingesloten. Hier en daar stond op die j kleine vlakte een oud kruis en een I treurwilg, wiens stam nu met een I sneeuwkleed omhangen was en wiens i magere takken met sneeuw omboord waren. 't Was juist alsof die huiche laar niet alleen het levenssap uit de graven haalde, maar ook de doods hemden er bij, en er zich in de koude mede gekleed had, om wat minder te griezelen. Nu er weinig vrees bestaat door dusdanige benoemingen de gevoe ligheid der Italiaansche regeering te kwetsen, en de vorsten het vooral met het oog op de revolutionnaire woelingen in hun rijk noodig reke nen, met de kerk op goeden voet te blijven, kan dit verschijnsel ons wei nig verwondering baren. Thans heet het weder, dat de Russische minister van buitenland- sche zaken, Von Giers, alleen op het uitdrukkelijk verlangen van Bismarck en de Oostenrijksch- Hongaarsche regeering, het doen zijner tochten naar Friedrichsruke en Weenen heeft ondernomen. Vooral over zijne ontvangst in de laatste stad moet hij bijzonder ingenomen zijn, en herhaaldelijk heeft hij daar over zijne tevredenheid betuigd. Ook Rusland, zoo verzekerde hij, had niets dan vredelievende gevoelens, ten opzichte zijner naburen, en al wat men mocht vertellen van oor logzuchtige plannen bij den czaar of zijne raadgevers, was eenvoudig verzinsel. De belangen van het groote rijk, zoo ging von Giers voort, verzetten zich krachtig tegen het voeren van een oorlog, waarvan de uitslag toch in ieder geval zeer twijfelachtig moest zijn. Toch gaat Rusland on danks die geruststellende verzekering krachtig voort, zich tot den strijd toe te rusten. Aan de Duitsche grens verrijst een reeks van forten, die natuurlijk een mogelijken aanval van die zijde moeten keeren, terwijl eene keizerlijke ukase van zeer jon gen datum de vervanging van het oude geschut door dat van een nieuw systeem gelast, 't Is waar, dat de groote krijgsmacht waarover èn Duitschland èn Oostenrijk beschik ken, ook Rusland noodzaakt daar aan zijne aandacht te schenken: doch stellig heeft men de laatste helft dezer eeuw zooveel vredelievende verklaringen hooren geven op het zelfde oogenblik, dat ieder tot de tanden gewapend staat. De Croatische landdag zal waar schijnlijk in het geheel niet weder bijeenkomen. Het is niet te verwach ten, dat in den eersten tijd althans zijne zittingen zullen geopend wor den, en met Augustus a. s. loopt het mandaat der afgevaardigden teneinde l en moeten de nieuwe verkiezingen plaats hebben. In dien tussclientijd kunnen de gemoederen een weinig tot bedaren komen. Inmiddels begin nen de partijen, zooals trouwens te verwachten was, reeds aan de voor bereidende maatregelen voor dien strijd. De nationale partij hoopt daar uit nog sterker te voorschijn te ko men, dan zij nu reeds is: terwijl de ban de verwachting koestert, dat het volk, afgeschrikt door de onzinnige houding der oppositie, haar den rug zal keeren. Ook is er besloten een nieuw dagblad op te richten met het doel, om vooral in de provinciën het streven der oproerige partij tegen te gaan. Bij de Fransehe kamer van af gevaardigden is door een harer leden een voorstel ingediend, dat wel als de volmaakste toepassing van het beschermend stelsel kan worden be schouwd.Het heeft niet meer of minder ten doel, dan bij het doen van open bare uitbestedingen, niet alleen alle vreemdelingen buiten te sluiten, maar hen zelfs te verbieden, andere dan Fransehe werklieden in dienst te nemen en buitenlandsche materialen te gebruiken. Dat dit voorstel een uitvloeisel van den te Parijs en over het geheele land heerschenden nood 't Was een onaangenaam ge zicht, zult ge misschien zeggen.Toch niet; doch om dat nu juist aange naam te vinden, moest men in om standigheden verkeeren zooals ik. Ja, dat huis, die kerk, dat stuk kerkhof hetwelk men door de hooge vensters, langs buiten met ijzeren staven bezet, beschouwde die stille rust werden mij lief en ik meende, na zooveel smartelijke i ontmoetingen in de wereld, in dej wereld, in de veilige haven te zijn aangekomen. Uwe woniug bevalt mij, zeide ik tot Mr. Craw, die juist kwam aansloffen. Zelfs met dat kerkhof? j liet hij er glimlachend op volgen. j Ja, ze1 fs dat niet uitgezonderd: want ik denk toch niet dat de rus- jters daar buiten, met de ellebogen op de ijzeren spijlen leunend, u door hun gepraat zullen kunnen storen. Wie weet, zeide Mr. Craw lachend. Doch gij schijnt te wil len heengaan? Ik bekende dat het zoo was, doch waar wilde ik heen? Ik had op dat oogenblik geen huis meer: wat ik bezat, als koffer en reisgoed, had ik den avond te voren in mijn logement als pand gelaten. Nu, zeide Mr. Craw en wreef lachend de magere handen, dat zij kraakten, nu, dat doet me pleizier. Dan moet ge wel hier blijven. Blijf, en als gij liet te ver velend vindt om met den ouden Craw te spreken, spreek dan maar wat met de dooden, die soms, zoo- als gij zegt, tegen het vensterijzer komen leunen. Die toch weten groote lessen van levenswijsheid te ver tellen! XIII. EEN NIEUW PERSOON KOMT BINNEN. Ik bleef dien Kersmisnacht bij Mr. Craw- en toen ik hem, in een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1