POPULAIR ATOS-1 IliVPIF .1 if 1 LI! Oplage 10000 Ex. Maandag- 18 Februarifil 884.'B No. 188. FEUILLETON Hums DU ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk n. maand 55 Afzonderlijke Hommers 5 Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en alyemeene Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BQMANS Co., te Haarlem. AD VERTENTIEN: van 1—5 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag-1 i uur. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicitc Etrangère G. L. DAUBE Co. JQH«. E. JONES. Sucr., Parijs, 31 bis, Faubourg Montmartre. VERTREKUKEN der SPOORTREINEN. WJNTERDXENST. —De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse. Van Haarlem naar Amsterdam. 7-—- 3.32, 8.55, 9.80,11.15, 11.39* 11.56, 1.8, 2.39* 3.53, 4.15, 4.44, 5.42, 6.40, 7.13, 7.44* 8.54,9.46,10.23, 10.59*. Van Haarlem naar Rotterdam. 7-53*, 8.33,9.4.10.13.12.12* 12.46,1.53, 3.50, 4.16. 5.12, 5.43* 8.1, 10.13. Van Amsterdam naar Haarlem. 6.15, 7.30*, 8.10, 8.30, 9.35, 9.50,11.5.11.50* 12.15. 1.5, 1.30, 3.26, 3.45, 4.30. 4.45, 5.20*, 7-30, 8.30, 9.50,11.—. Van Rotterdam naar Haarlem. 6.40. 8.10,9.10.10.20* 11.5, 1.23* 2.45, 3.35, 5.10, 6.27* 7.20, S.50, $.50*. De vertrekuren zijn berekend Station Dëlftscbe Poort. Van Haarlem naar den Helder. 6 51, 10.7, 1.37. tot Alkmaar, 5 2. 8.57. Van den Helder naar Haarlem. 6.10, 9.30, 1.30, 7.20 Van Haarlem naar Zandvoort. Station H. IJ. S. M. 7 55, 10.15, 11.38, 1.33, 4.59, 8.3. Van Zandvoort naar Haarlem. S.26 10.49, 12.42, 4.17, 6.15, 8,2S. ALGEMEEN OVERZICHT. Het plan van generaal Gordon, door hem opgemaakt, nadat hij per soonlijk kennis genomen had van den toestand in Soedan, is thans de Britsche regeering medeg-edeeld. Het is zeer eenvoudig en komt In hoofdzaak hierop neer. Soedan zal van Egypte worden losgemaakt, het land zal teruggegeven worden aan de oude Sultans, wieh men de keuze zal laten van algeheele onafhanke lijkheid of het erkennen van de op perheerschappij van den Mahdi. De motieven waarop dit plan berust, zijn vooral de onmacht van den Khedive, om Soedan voortdurend in bedwang te houden en de betrek kelijk geringe waarde, welke dit gewest voor den staat heeft. De be volking, zoo verzekerd de generaal, heeft slechts noode het Egyptische juk op de schouders genomen, en verlangd nog steeds naar den vroe- gefen toestand, toen zij naar eigen wetten en gebruiken, door eigen hoofden werd bestuurd. Gelukt het thans den Khedive met behulp van Eng-eland ook al, de oproerige onderdanen tot onderwerping te brengen, van een tijdperk van rust, waarin het land zich zal kunnen herstellen van de nadeelige gevol gen die de oorlog heeft achtergela ten, kan geen sprake zijn, zoolang men dien lieden hunnen zin niet gegeven heeft. Elke pog-ing- derhalve om deze provincie te behouden, is slechts in het nadeel des lands en: alzoo af te keuren. Het eenige vraag stuk derhalve, waarvoor thans eene voldoende oplossing gezocht moet worden, is de kwestie, op welke wijze verzekeren wij het best den aftocht der troepen, die thans nog Soedan bezetten, en met behulp van bevriende stammen, hoopt de gene raal die oplossing te vinden. De oude toegenegenheid, welke hij tijdens zijn g-ouverneurschap aldaar mocht ondervinden, zal hem daarbij uit muntend te stade komen, en reeds nu is haren invloed duidelijk merk baar. Op zijnen tocht naar Khar toem toch, wordt hij vergezeld door een aantal invloedrijke hoofden, die hem hebben aangeboden, om hem behulpzaam te zijn in de onderne ming waartoe hij geroepen is. Het is vrij waarschijnlijk, dat de Mahdi weldra eenen nieuwen vijand te bekampen krijgt, die hem mis schien meer werk zal geven, dan dit tot heden met het Egyptische leger het geval was. Zijne leger scharen bevinden zich thans op de grenzen van het Abyssinische rijk, en daar koning Johannes een paar vestingen van het eigenlijk Egypte in bezit genomen heeft, kan men van de opgewonden muzelmannen verwachten, dat zij het niet zullen gedoogen, dat deze plaatsen in de handen van vreemdelingen blijven. Ofschoon nu de koning het voor nemen heeft opg-evat, zich onzijdig te houden, kon het wel eens gebeu ren. dat de Mahdi hem zelf nood zaakte dat standpunt te verlaten, door de bezette plaatsen op te eischen. 't Behoeft voorzeker geen betoog, dat de Abyssiniërs, indien de eisch werkelijk mocht worden gedaan, zich daaraan weinig zullen storen, wat dau noodwendig tot een bot sing leiden moet, welke niet dan in het belang van Egypte kan zijn. Algemeen verwacht men than zeer spoedig eenen aanval op Soeakim, en d.e Britsche militaire autoriteiten te Cairo haasten zich zooveel mo gelijk om die plaats in staat van verdediging te brengen, door ze van DJELLA DE GEMASKERDE PRINSES. EEN ROMAN UIT ENGELSCH INDxË VAN XA VIER DEMONTÊPIN. Eerste Gedeelte DE ONTWAAKTE SLAPER. 7) De ademhaling van den Engel sch- man, welke tot op dit oogenblik zoo zacht en onzeker was geweest, alsof zijn hart had opgehouden te kloppen, werd op eens sneller en onrustiger. Te gelijker tijd bewogen zich zijn oogleden, alsof hij de oogen wilde openen. Nauwelijks hadden deze eerste kenmerken van een spoedig ontwa ken, zich vertoond of de onbekende doof verschrikt op, gelijk een op gejaagde gazelle, en snelde het bou doir uit, de zware met goud ge borduurde gordijnen achter zich slui tende. Een of twee minuten verstreken. De slaper ging voort de oogleden te bewegenzonder nogthans de oogen te openen. Zenuwtrekking-en, welke echter niets pijnlijks hadden, deden zijn lichaam trillen. Blijkbaar streed hij tegen een onnatuurlijke verdooving, welke echter niet lang meer duurde. Plotseling ontwaakte hij, richtte zich op en keek in het rond. Hetgeen hij op eens gevoelde is gemakkelijker te begrijpen dau te beschrijven. Hij was ingeslapen in den tempel van Siva onder het donkere, bijna spookachtige koepeldak van de ro tonde; hij ontwaakte in een prachtig vertrek, met verrukkelijke geuren vervuld. het noodige garnizoen te voorzieu. Verscheidene transportschepen lig gen te Alexandrië gereed, om de troepen en het geschut over te bren gen, terwijl kolonel Hewitt, die te Soeakim het bevel voert, met kracht aan de vestingwerken laat arbeiden. In het Britsche lagerhuis is de dis cussie over de motie van wantrou wen nog niet ten einde gebracht. De leider der conservatieven, de heer Northcote, heeft in eene uitvoerige rede deze motie verdedigd, doch volgens de Times was zijne verde diging uiterst zwak en maakte zij een groote tegenstelling met de krachtige en heldere taal, waarin de heer Gladstone de houding van zich zeiven en van zijne collega's trachtte te rechtvaardigen. Sche ring en inslag van de uitgebrachte beschuldigingen is natuurlijk het verwijt dat de regeering- zich in de Egyptische aangelegenheden zeer wankelmoedig en besluiteloos heeft getoond. Door den heer Gladstone daarentegen werd betoogd, dat juist het omgekeer'de het geval was, dat de staatkunde van het kabinet zich voortdurend op een doel had ge richt, bevrediging van Egypte zon der annexatie of het vestigen van een protectoraat. Algemeen, zelfs door de liberalen, wordt het even wel erkend, dat H. M. regeering te lang heeft getalmdalvorens zij krachtiger maatregelen nam, om de overwinningen van den Mahdi te stuiten. Ware dezelfde bedrijvig heid, die thans wordt ontwikkeld, eene maand vroeger in het werk gesteld, dan zouden vele ongeluk ken voorkomen zijn, en het onge lukkige garnizoen van Sinhat ge spaard zijn gebleven. Waarschijnlijk is het gisteren tot eene beslissende stemming geko men, doch bij het ter perse leggen van dit blad was daaromtrent niets bekend. De vrienden van het mi nisterie hebben pogingen in het werk gesteld, om van den heer Gladstone de verzekering te krijgen, dat de Britsche regeering zich van nu af verantwoordelijk stelt voor de lei ding der zaken in Egypte, voor de veiligheid van dit rijk, en van den j uitslag dezer pogingen, zal voor een groot gedeelte ook de stem ming afhangen. Laat de regeering zich overhalen om deze belofte te geven, dan is voor haar het gevaar bezworen, en kan zij op eene vrij sterke meerderheid rekenen. Ook in Frankrijk houdt men met zekere angstige spanning het oog op het Noorden van Afrika geves tigd. Een groot gedeelte van Egvp- te's buitenlandsche schuldeischers zijn Franschen, terwijl ook van de Suez-kanaal aandeelen, de meerder heid in handen van Fransche kapi talisten is. Bovendien heeft het gods dienstige vraagstuk, dat, zooals uit alles duidelijk blijkt, aan de bewe ging van den Mahdi ten grondslag ligt, ook voor dezen staat eene groote beteekenis, aangezien en Tunis en Algiers eene bevolking van Muzel mannen hebben, op wie de geest drift, waarmede de Soedaneezen de heilige banier volgen, wel eens van nadeeligen invloed kon worden. Tot heden is het gelukkig in heide ge westen tamelijk rustig-, doch reeds nu doorkruisen zendelingen van den profeet het land en zoeken de be volking tot hunne partij over te halen. De uitslag van de uitgeschreven leening is niet schitterend te noemen en bewijst dat Frankrijk in den laat- sten tijd te veel van het vertrouwen op het staatscrediet heeft gevergd. Met heimelijke vreugde begroeten In stomme verbazing zat hij daar; doch slechts gedurende weinige oogenblikken, want met verwonder lijke snelheid meende hij de oplos sing van dit raadsel gevonden te hebbendoor het wonderbaarlijke van zijn toestand op de eenvoudig ste en natuurlijkste wijze uit te leggen- Het is de invloed van het Oos ten, prevelde hij glimlachend. Insulinde, dat tooverland, be dwelmt mij en stijgt mij naar het hoofd.ik droom een ver haal uit de tooverwereld van den Dui- zend-en-Eén-N achtEn wat voor vreemde of liefelijke avon turen mij ook overkomen, niets zal mij verwondering haren. In de vaste overtuiging, dat hij droomde, was de reiziger in een stemming geraakt om op alles voor bereid te zijn en zich over niets te verwonderenhetgeen waarlijk, zeer gelukkig was, want nauwelijks was zijn alleenspraak ten einde of een zachte, liefelijke muziek deed zich hooren en streelde op de aangenaam ste wijze zijn gehoor. De muziek werd voortg-ebracht door hem onbekende instrumenten en begeleid door een vrouwenkoor dat een minnenzang aanhief, Vanwaar kwam die muziek? Hij kon het zich niet verklaren; het was alsof men die tonen overal hoorde en deze hem als het ware omring den. De jongeling glimlachte nogmaals en prevelde wederom: Die droom houdt aan; welnu hij is heerlijkZóó te droomen is tweemaal leven! Nu ge nieten mijne ooren, wat zullen mijn oogen zien Het. antwoord op die vraag bleef niet lang uit. Een gedeelte van het behangsel werd, zonder geraas weggeschoven waardoor een tweede vertrek, welks de Duitsche bladen natuurlijk de nederlaag', die de geduchte en on verzoenlijke vijand van Duitschland thans op financiëel gebied geleden heeft. Naar het heet, verheugt men er zich het meest over, omdat zij voor Frankrijk een lesje kan wor den, dat misschien er iets toe kan bijbrengen om het lievelingsdenk beeld van verscheidenen personen aldaar, een revanche oorlog, te doen vergeten. Tot nu toe, zoo beweren zij, was elke Franschman zoo overtuigd van de financiëele meerderheid van zijn land boven Duitschland, dat geene opoffering- om de strijdkrachten te vermeerderen te groot werd geacht. Thans zullen velen wellicht de oogen opengaan en zullen zij beginnen te beseffen dat eene rustige politiek, die de kansen van den oorlog zooveel mogelijk vermindert, bet eenige mid del is om een staatsbankroet te kee- ren. De Fransche bladen zullen hoogstwaarschijnlijk het antwoord hierop niet schuldig blijven en van den ongunstigen uitslag dezer finan ciëele operatie eene andere uitleg ging dan hunne Duitsche collega's trachten te geven. De commissie belast met het onderzoek naar de moeielijkheden, waarmede de indus trie op dit oogenblik te kampen heeft, en de middelen om in het gebrek aan arbeid te voorzien, heeft hare taak aangevangen, en de subcom- missien benoemd, die elk een deel der taak voor hare rekening zullen nemen. Omtrent het Rijksland Elzas-Lo- tharingen hoort men te Berlijn thans weder van andere plannen gewagen. Niet de inlijving daarvan bij Pruisen, zou in de bedoeling- van de regeering liggen, maar wel de verheffing* van dit gebied tot een muren en zoldering geheel van mar mer waren, zichtbaar werd. In het midden dezer zaal bevond zich een fontein, wier waterstralen in een g-roote parelkleurige schelp opge vangen, en door een twintigtal zil veren lampen verlicht wordende, al de kleuren van den regenboog weer kaatsen. Allerliefst! prevelde de En- gelschman. mijn droom wordt hoe langer hoe mooierMen zou geen prachtiger decoratiën in Drury- Lane voor het kersfeest kunnen wenschener ontbreekt niets dau een ballet aan! Het was alsof een geheimzinuigen macht er behagen in schiep de wen schen van den ontwaakten slaper te verwezenlijken, nog vóór dat hij, om zoo te zeggen, ze kon uitspre ken. Nauwelijks had hij de laatste woorden geuit, of het schitterende en betooverende tooneel vulde zicp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1