BINNENLAND. Haarlem, 20 Maart 1884. In een buitengewoon Politieblad van heden is gesignaleerd Maijer Seligmaun, koopman in fruit, uit Bruchsal in Baden, leeftijd ongeveer 45 jarenmiddelmatige gestalte lengte ongeveer 1.65 meter, haar, •wenkbrauwen, ringbaard en knevel zwart, mond gewoon, kleur gezond. Hij is sedert 28 Februari jl. voort vluchtig en wordt vermoed zich her waarts te hebben begeven, om zich naar Amerika in te schepen. De Regeering van Baden heeft zijne uitlevering gevraagd ter zake van bedriegelijke bankbreuk, waar voor de vereischte stukken aan het Departement van Justitie berusten. Hem op te sporen en aan te hou den en daarvan onmiddellijk kennis te geven aan het Departement van Justitie wordt gevraagd. Mocht hij zich sedert bovenver melden datum in eene Nederland- sche haven hebben ingescheept, dan wordt daarvan onmiddelijk bericht verzocht aan genoemd Departement. Z. M. de Koning zal het ge wone jaarlijksche bezoek aan Am sterdam dit jaar vroeger brengen dan eerst het plan was. Naar men verneemt, zullen HH. MM. reeds den 15en April daarheen vertrek ken en dan tot den 21sten blijven. De minister van financiën maakt bekend, dat aan het departe ment van financiën is bezorgd eene som van f3278, wegens in 1875 te veel van het Rijk ontvangen gelden. De definitieve Indische begroo ting voor het jaar 1884 is thans gereed. Den tegenwoordigen minis ter van koloniën is het gelukt, het tekort op deze begrooting met ruim drie millioen te verminderen. De heer J. Zeehandelaar ves tigt in de Asser Courant de aandacht op het volgende dwaze misverstand, dat volgens hem vooral in Drente heerscht, maar waarvan reeds menig een ook elders het slachtoffer is geworden Wordt men voor den rechter ge roepen, om getuigenis der waarheid af te leggen, en men heeft eenmaal a gezegd, dan meent men dat men geen b mag zeggen. «Je moet je streng vasthoudenwat je eenmaal gezegd hebt moet je volhouden, an ders rekenen ze ie in.» Ziedaar de volksopvatting. Welk een dwaasheid! Ja, de waarheid en niets dan dat moet men zeggen. Maar heeft men de groote onvoorzichtigheid gehad daarvan af te wijken, en de rechter vermaant, waarschuwt en waar schuwt herhaaldelijk om toch de waarheid te zeggen want men maakt iemand zoo ongaarne onge lukkig welnu, dan kome men hoe eerder hoe beter terug van zijn dwa ling en verklare gulhartig de waar heid, en niets dan datgeen rechter in de wereld zal iemand dan wegens meineed vervolgenmen meene toch niet langer, dat men, 't eenmaal met onwaarheid zeggen begonnen zijnde, moet blijven liegen: dat is een ongelukkige dwaling. Het is naar aanleiding van reeds vroeger doch vooral van dezer dagen ge hoorde gesprekken, zelfs van meer ontwikkelde menschen dat ik meende deze regelen te moeten schrijven. gouden franje afgezet, deden haar fijne vormen voordeelig uitkomen, terwijl de wijde pantalons van een lichte doorschijnende stof vervaar digd en geborduurd met zilver tot bijna aan de net gespoorde rood marokijn lederen laarsjes, welke den voet tot even boven den enkel be dekten, reikten en duidelijk den omtrek barer welgevormde beenen deden gissen. Achter deze bevallige lijfwacht reed prinses Djella, omringd van haar adjudanten en voornaamste officierennaast haar reed een Hin- doesch vorst, Doorgal-Sahib ge naamd, die bestemd is eene groote rol in dit verhaal te spelen. Een tweede detachement ama zonen, geheel gelijk aan het eerste, sloot zich dadelijk hierop aan, ter wijl een aantal lakeien te paard, allen rijk gekleed de stoet besloot. Onder trompetgeschal betrad deze schitterende optocht de open plek. Door de Vereeniging van Hoofden der Openbare Lagere Scholen te Amsterdam is het volgende adres verzonden. Aan de Tweede Kamer der Statejir- Generaalt Geeft met verschuldigde eerbied te keunen, de Vereeniging van Hoofden der Open bare Lagere Scholen te Amsterdam goed gekeurd bij Koninklijk Besluit van 15 Februari 1874, No. 27 dat zij, zich be palende tot een onderdeel van het aan hangige Ontwerp tot wijziging der Wet op het Lager onderwijs, hetwelk naar hare meening het belangrijkste daarvan geacht mag worden, zich mede gedrongen voelt, Uwe aandacht te |vestigen op den schrome- lijken achteruitgang, die van eene goed keuring der wijzigingen, in art. 24 voor gesteld, voor ons volksonderwijs tc vree zen is. De overweging, welke de Regeering tot het voorstellen daarvan geleid heeft, luidt, dat er voor zoovele onderwijzers, als de bestaande wetgeving voorschrijft, geen ge noegzame ernstige bezigheid is. De Ver eeniging acht het noodig tegen deze voor stelling van Art. 24, als een zeer weel derig voorschrift, met ernst op te komen. Volgens dat artikel wordt gemiddeld voor elk veertigtal leerlingen een onder wijzer vereischt, en zullen er alzoo, daar zeii's bij een vrij geregeld verloop der schoolbevolking toch niet alle klassen op een zelfde cijfer kunnen gehoudeu worden, steeds klassen voorkomen, yaarvan het aantal leerlingen boven veertig stijgt. De vereeniging is overtuigd, dat niemand, die de behoeften der lagere school waar lijk kent, zal kunnen beweren, dat het bij eene dergelijke regeling den onderwij zers aan ernstige bezigheden ontbreekt. Integendeel is het hare vaste overtuiging, dat het getal veertig eigenlijk niet een ge middeld cijfer, maar een maximum zijn moet, wanneer werkelijk voldoend onder wijs verlangd wordt. Immers,indien de bevolking eener klasse dat getal te boven gaat, is het in den meest steil igen zin onmogelijk aan eiken leerling te geven, wat hem toekomt en is voor den ijverigsten en krachtigsten onderwijzer, tot zijne aanhoudende kwelling, niets anders bereikbaar, dan eeu onderwijs van zeer geringe kwaliteit. Toch was de regeling door de tegen woordige wet voorgeschreven eene belang rijke schrede vooruit, al zullen de goede gevolgen daarvan, door de onvoldoende toeneming van het aantal ouderwijzers, ook zonder uitstel van termijnen, in vele gemeenten van zelf nog lang geDoeg uit blijven. Wordt echter nu weer naar de bedoeling van het aanhangige wetsontwerp het gemiddeld aantal leerlingen voor één onderwijzer op 45 a 50 gesteld, dan zijn wederom klussen van 60 en meer leerliugen te wachten, of worden ze be stendigd, waar ze nog zijn, en keert alzoo een toestand terug, waaraan het den on derwijzers wel niet aan bezigheden zal ontbreken, maar wel aan de gelegenheid tot die ernstige bezigheden, waaraan men den naam van good en voldoend onderwijs mag geven. Redenen, waarom de Vereeniging voor noemd U eerbiedig verzoekt, aan de voor- i gestelde wijzingen in art. 24 Uwe goed keuring te onthouden. Namens haar: (was get.) C. II. DEN HERTOG, Voorzitter. (was get.) W. G. MEULEVELT Secretaris In de Marnixstraat is Dinsdag middag- een vierjarig- meisje door de tram overreden. Wij vernemen dat het een paar schreden naast de rails op het paard inliep: de koetsier remde met alle kracht en smeet tegelijkertijd het paardendek toe, ten einde het ergste te verhoeden; doch, helaa*, te vergeefs. Het kind is aan de gevolgen overleden. Het treurig ongeval zij andermaal een waarschuwing, dat ouders of ver- Op een bevel van een der officieren dezer vrouwelijke lijfwacht, open den zich de gelederen en stelden de amazonen zich vlug en met nauw keurige bewegingen te linker en rechter zijde op, teh einde de prin ses in haar bewegingen vrij te laten. Djella en Doorgal-Sahib, de eeni- gen welke hun paarden niet hadden ingehouden, reden op Lord Single- ton toe, die met Sir John Malcolm en diens zonen op den straatweg stond te wachten. Onze lezers zullen zich voorzeker nog wel de beschrijving herinneren, die wij vroeger in eene der eerste hoofdstukken van dit verhaal van de prinses gegeven hebben, tijdens haar verschijning in dien stormach- tigen nacht in den tempel van Siva. Het is dus overbodig daar nog maals op terug te komen; wij be palen ons tot de mededeeliug dat Djella juist door haar eenvoudige kleeding- te midden van haar vor- zorgers hun jonge kinderen niet zonder toezicht op straat laten. Dinsdagmiddag heeft een tapijt wever te Hilversum zijn vrouw en kind zóó mishandeld, dat de politie zich met de zaak moest bemoeien. Een paar dagen geleden reeds, had de vrouw ten gevolge van ondergane mishandeling, in het holle van den nacht met haar kind de woning moeten verlaten. Toen zij er Dins dag ochtend terugkeerde, vond ze de deur dichtgespijkerd. Zij wist zich echter toegang te verschaffen, doch werd even spoedig door den woedenden echtgenoot weder ver- jaagd. Uit den Haag wordt aan de Zutph. Ct. mededeeling gedaan van eene gebeurtenis, die daar nogal sensatie moet hebben verwekt. De Bataafsche Brandwaarborg-maatschappij, eene stichting van de familie Van Roijen, en die geen andere deélhebbers heeft dan de verzekerden, heeft tot direc teur mr. Haakma van Roijen. Deze wordt bijgestaan door een thesau rier, die met het geldelijk beheer is belast. De verzekerden oefenen contróle uit door commissarissen en zes door het lot gekozen deelheb bers. Er ontstond een geschil tus- schen directeur en commissarissen over de vervulling von het thesau rierschap, dat vacant was geworden. In eene vergadering belegd door commissarissen, welke de directeur weigerde bij te wonen, werd een thesaurier benoemd: de heer Hel dring, die de betrekking aannam, maar door den directeur niet werd erkend. Op de algemeene vergadering werd de directeur in het gelijkge steld, en de commissarissen op voor stel van den broeder van den heer Van Roijen ontslagen. De commis sarissen nu waren de heeren Patijn, burgemeester van den Haag, Wint- gens, lid der Tweede Kamer, en Begram van Jaarsveld, oud-lid der Tweede Kamer. Vier andere heeren uit de deelhebbers werden terstond in hunne plaats benoemd. De heer Heldring werd eerst ont slagen, maar daarop door de ver gadering tot thesaurier benoemd. Commissarissen moeten voorne mens zijn de zaak voor den rechter te brengen. Naar men verneemt, verkeert de boschwachter Snoek, die de'vorige week in de Scheveningsche bosch- jes een kogel in het been kreeg, in zorgwekkenden toestand, ten gevolge van zware wondkoortsen. Bij het naderen van de stoom tram ter hoogte van den hoekmolen onder Delftshaven, legde zekere S., een 72jarig man uit Gorinchem, zich op de rails, met het doel een einde aan zijn leven te maken. Hij werd echter in tijds door den ma chinist van de tram opgemerkt, die deze onmiddelijk deed stoppen. In de politiewacht opgenomen, is de man later over Rotterdam naar Gorinchem gezonden. De Rotterdamsche Slachtersver- eeniging hield gisterenavond eene bijeenkomst in het lokaal boven de Stads Vleeschhal. Het driejarig be staan der Vereeniging werd daarbij herdacht. Als spreker trad op de heer H. C. G. Ivoch, secretaris der Vereeniging, die over de eerlijkheid op maatschappelijk gebied zijne be- stelijke bijna too/erachtige omge ving, nog meer aller opmerkzaam heid trok. Zij was Europee.sch gekleed. Een donker blauwe amazone, welke bij den voornaamsten kleedermaker in Londen was vervaardigd, omg-af haar heerlijke vormen, en was door mid del van een smal wit kraagje, waar omheen een eenvoudige zwarte das, hoog aan den hals gesloten. Een groote grijs kastoren hoed met een laBge roode veer, fier op het zwaar golvend haar gezet, dat zoo dik was dat het elk oogenblik aan den kam, welke haar lokken bijeen hield, dreigde te ontsnappen, vol tooide haar eenvoudig kostuum. Zij bereed een prachtig lichtbruin paard, vurig van aard, en licht ge bouwd, juist geschikt voor een jacht met hindernissen gelijk nu beoogd werd. In de linkerhand hield zij de teugels en in de rechter- een prach tige zweep, waarvan de knop een schouwingen mededeelde. Eervolle vermeldingen en belooningen wer den ten slotte uitgereikt aan de vol gende bedienden van leden der Ver eeniging: G. P. van Ispelen, J. A. van Oversteeg, J. G. Brouwers, C. A. van Viegen, G. II. Lingen, G. J. Kleinwolt, J. W. H. Fohren, A. .Klapwijk. Gisteren werd door mevrouw Bulkley aan 1040 kinderen te Sche- veningen ieder eene groote koek ten geschenke gegeven. Aan den heer Meursing Jr. fabri kant van verduurzaamste levens middelen, te Alblasserdam, is de onderscheiding ten deel gevallen, van den minister van Oorlog een schriftelijke tevredenheidsbetuiging te ontvangen voor de wijze, waarop hij in het afgeloopen jaar het leger van verduurzaamde levensmiddelen heeft voorzien. De minister betuigt niet alleen zijn hooge tevredenheid over de kwaliteit der gebruikte grondstof fen, doch roemt ook zeer de wijze van bewerking en van verduux-zaming. De heer Meursing werd onlangs opnieuw met een le vering voor het departement van Oorlog belast. Te Hellevoetsluis heeft een schild wacht zich verwijderd van zijn post en zijne wapenen weggeworpen. Als curiositeit wordt uit Zuilichem gemeld, dat een lid van den gemeen teraad zich aldaar heeft verbonden als plaatsvervanger bij de nationale militie voor de lichting 1884. Hij zal zijne betrekking als raadslid nederleggen. De 84-jarige Theodorus Philippi vierde gisteren zijn 50-jarige functie als pedel van het studentenkorps te Utrecht. Des namiddags ten 3 ure werd de nog krachtige grijsaard, wien de senaat evenwel om zijn hooge jaren reeds vroeger een hel per heeft toegevoegd, aan het ge bouw van het korps door tal van studenten en oud-studenten opge wacht; de senaat was voltallig. Bij zijn binnentreden werd «Do- rus» met een donderend applaus ontvangen. De rector Van de Poll hield een flinke speech, waarin hij de deugden van den jubilaris de revue liet passeeren, en die door dezen werd beantwoord. De eere wijn werd rondgeschonken en daarop reed men «Dorus» in een vierspan in triomf door de stad. Toen hij plaats genomen had in het rijtuig, werd hij met bloemen bestrooid. Vier rijtuigen met de vier volgden op dat van den eerwaardigen pedel. Hem werd een prachtig gouden horloge vereerd, benevens een por tefeuille met tastbare bewijzen van sympathie. Van alle zijden kwamen blijken van deelneming opdagen. Gistermorgen is in het Ziekenhuis te Arnhem overleden de Maandag avond jl verwonde besteller bij een der stoombooten, Jan Herman Spren kel. Daar het ruggemerg onder den halswervel was geraakt, was hij gedeeltelijk verlamd, 't Blijkt dat de dader, een scharenslijper, zich vergist heeft, en diens broeder in plaats van den verwonde had be doeld. De zoo noodlottig omgekomen man laat eene vrouw en drie kin deren achter, die aan volslagen ar moede zijn prijs gegeven. Een der meesterstuk van bewerking, uit den horen van een rhinoceros vervaar- dig'd was. Dit eenvoudig jachtioilet stond haar bij uitstek goed en het donkere kleed deed haar slanken regelmatig gebouwde gestalte, een standbeeld waardig, nog beter uitkomenhaar nauwe mouwen deden den omtrek harer prachtige armen onderschei den en haar licht grijze hoed paste wonderbaarlijk goed bij den blau wen weerschijn van het ebbenzwart haar en de warme, donkere kleur van haar creoolsch uiterlijk. Nooit wellicht had Djella in vor stelijk gewaad en overladen met diamanten en edelgesteenten er zoo schoon uitgezien dan lieden in het eenvoudige donkere rijkleed. Eene aandoening, welke onze le zers zonder twijfel kunnen verkla ren, deed bij het naderen van de plaats waar George Malcolm zich bevond, haar het bloed sneller door regenten van het Ziekenhuis, baron Van Tuyll van Serooskerken, heeft de hulp zijner stadgenooten inge- j roepen voor het hulpbehoevend gezin. Eeu vreemdeling, die dezer dagen Arnhem bezocht en de prachtige vergezichten op den Amsterdam- i solien weg bewonderde, betuigde ook zijn ingenomenheid met de plek, die voor het Panorama was gekozen en verlangde zeer, als het voltoo'd zou zijn, van den omloop, op dit schoonste gedeelte van Gelderland e'en blik te kunnen slaan. Eerst 1 later vernam hij, dat dit uitge- zochte plekje door het rijk was aangekocht om er de cellulaire ge vangenis te plaatsen! Drie Duitschers, die zich te Har derwijk hadden doen aanwerven, zijn heden met het handgeld op den loop gegaan. Een dienstbode van den heerR., wonende in de Spoorstraat te Nij megen, was Maandag uitgelokt door het schoone weder, met het eenig kindje van genoemden heer R. uit wandelen geweest. Huiswaarts ge keerd zijnde, wilde zij het kind uit den wagen nemen, doch wie be schrijft hare ontsteltenis en den schrik der ouders, toen zij tot de ontdekking kwamen', dat het kindje dood was. Men vermoedt, dat het I in een stuip plotseling dood is ge- bleven. Een ingezetene van Nijmegen, de heer A. Molle, had dit jaar twee I zonen, die te gelijk in de loting i vielen. Nu schrijft de wet voor, dat degene der beide zonen, die het hoog ste nummer trekt, vrij van dienst is, hetgeen hier met den oudsten zoon, een veelbelovend schilder, het geval was. De tweede zoon, alsnu I dienstplichtig geworden zijnde, wordt weg-ens lichaamshebreken afgekeurd, zoodat beiden zonder voorbehoud j vrij zijn van dienstplicht. Omtrent den postdiefstal te Breda meldt men aan het D. v. N. het volgende Het bevel tot inhechtenisneming van den meesterknecht der sigaren fabriek schijnt o.a. ook gegeven te zijn op grond dat het touw, waar aan het ledige kistje van de aan- geteekende brieven in de haven is gevonden, te Breda niet anders ge leverd werd dan aan die fabriek. Ook is de justitie dezer dagen den I schrijver van de aan haar gerichte anonieme brieven op :t spoor geko- men door eene toevallige omstan digheid. Een man, wiens werkkring ge heel buiten de fabriek is, doch die een huisje van den eigenaar er van bewoont, verzocht uitstel tot beta ling der huishuur. Het schrift had I overeenkomst met de anonieme brie- I ven, waarvan de justitie dien fa- brikant inzage schijnt gegeven te hebben. Daarin werd, zooals men I weet, gezegd, dat de dader van den diefstal niet ver te zoeken zoude zijn. Of die persoon nu meer licht in deze duisternis kan ontsteken, zal moeten blijken. In zekere Friesche gemeente is proces-verbaal opgemaakt tegen 2 leden van het bestuur der vereeni- I ging* voor volksvermaken, 2 raads leden, den president van 't Nut, den voorzitter der rederijkerskamer, I een lid van 't college van notabelen I' der H. G., twee onderwijzers en een I ouderling, allen wegens 't vertoeven j na verboden tijd in eene herberg. de aderen jagen en verleende aan I haar oogen een onvergelijkbaar schoonen glans; haar neusvleugels trilden hevig, en zenuwachtig trok ken zich haar lippen samen, terwijl een lichte blos haar anders zoo I bleeke wangen met een liefelijke I kleur verfde. Met den Hindoesclien vorst, den I radjah Doorgal-Sahib, die naast I haar reed, moeten wij onze lezers nog kennis doen maken. Doorgal-Sahib stamde evenals de prinses van de Tamerliden af en deed in rijkdom en invloed niet veel voor Kaar onder. Hij was ongeveer dertig jaar oud; was tlink gebouwd en had een waarlijk niet te betwisten vorstelijk uiterlijk. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 2