POPULAIR mm 1
Oplage 10000 Ex.
Woensdag' 14 Mei 1884.
No. 261.
FEUILLETON.
HAARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
Franco door geheel het Rijk n. maand 55
Afzonderlijke Nommers 5
Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en algemeene Feestdagen.
Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9.
Drukkers-Uitgevers: BOMANS Co., te Haarlem.
ADVERTENTIËN:
van 1—5 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co, JOHn. F. JONES. Sucr., Parijs, 31 bis, faubourg Montmart.re.
VERTREKUREN der SPOORTREINEN. WlNTERDIENST. De met een geteekende treinen alleen le en 2e klasse.
Van Haarlem naar
Amsterdam.
7.—. 8.32, 8.55, 9.30,11.15,
11.39* 11.56, 1.8, 2.39*
3.53, 4.15, 4.44, 5.42, 6.40,
7.13, 7.44* 8.54,9.46,10.2.^,
10.59*.
Van Haarlem naar
Rotterdam.
7.53*. 8.33,9.4,10.13.12.12*,
12.46,1.53, 3.50, 4.16, 5.12,
5.43*, 8.1, 10.13.
Van Amsterdam naar
Haarlem.
6.15, 7.30*, 8.10, 8.30, 9.35,
9.50,11.5,11.50* 12.15, 1.5,
1.30, 3.26, 3.45, 4.30, 4.45,
5.20*, 7.30, 8.30, 9.50,11.—.
Van Rotterdam naar
Haarlem.
6.40, 8.10, 9.10,10.20*, 11.5,
1.23*, 2.45,3.35,5.10,6.27*,
7.20, 8.50, 9.50*.
De vertrekuren zijn berekend
Station Delftsche Poort.
Van Haarlem naar
den Helder.
6.51,10.7,1.37, tot Alkmaar,
5.2, 8.57.
Van den Helder naar
Haarlem.
6.10, 9.30, 1.30, 7.20
Van Haarlem naar
Zandvoort.
Station H. IJ. S. M.
7.55, 9.6, 10.15, 11.38, 1.33,
3.52, 4.59, 6.45, 8.3.
Van Zandvoort naar
Haarlem.
8.26,9.40,10.49, 12.42, 2.12,
4.17, 6.15, 7.17, 9,15.
ALGEHEEN OVERZICHT.
De Duitsche Rijksdag heeft ein
delijk na een langdurige discussie
en een nog langduriger onderzoek,
de door de regeering voorgestelde
socialistenwet in haar geheel aan
genomen, nadat op het eind der
zitting de leider van het centrum,
de heer Windthorst, den leden nog
eene vrij groote verrassing had be
reid. Zooals onze lezers weten, waren
door genoemden heer enkele amen
dementen op het ontwerp voorge
steld, geheel tegen den zin der re
geering, en daarvan waren enkelen
reeds goedgekeurd. Yoor de eind
stemming evenwel vroeg hij nog
maals het woord en dat wel om
gebruik te maken van zijn recht
om alle de door hem voorgestelde
wijzigingen, ook de goedgekeurde, in
te trekken. Dat deze handeling grpot
opzien verwekte behoeft geen be
toog. Hoogstwaarschijnlijk heeft op
het uiterste oogenblik de regeering,
bevreesd voor het lot van de wet,
den leider van het centrum eenige
gunstige toezeggingen gedaan, be
treffende den kerkelijken politieken
strijd, wanneer hij zijne oppositie
tegen het onderhavige ontwerp wilde
laten varen, en is dit de eigenlijke
oorzaak van deze plotselinge omme
keer. Hoe het zij, de regeering heeft
haren zin, dank zij den steun haar
door het centrum verleend en tevens
behoeven de kiezers zich niet onge
rust te maken, dat zij uit hunne
drukke bezigheden nogmaals ter
stembus geroepen zullen worden.
Van eene ontbinding des Rijksdag»
toch, kan thans geen sprake zijn.
Reeds langen tijd liep het gerucht,
dat de keizer tot herstel zijner ge
zondheid eene reis naar Wiesbaden
zou ondernemen, en werkelijk moet
DJELLA
DE GEMASKERDE PRINSES.
EEN ROMAN HIT ENGELSCH INDIE
YAN
XA VIER DE MÖNTÊPJN.
80) Tweede Gedeelte.
HET JAARFEEST VAN JAGARNAUTH.
Terwijl de prinses deze woorden
sprak, had naen, dicht bij het venster
staande en de blikken naar buiten
gevestigd houdende, een vreemd
soortig en schijnbaar onverklaarbaar
schouwspel kunnen gadeslaan.
Een tengere gestalte klom tegen
de lianen en klimplanten op, welke
een groen prieel vormden bij den
ingang van de hoofddeur van den
Bengalow. Deze gedaante sloeg nu
de handen om een der stijlen welke
aan het hof dit plan hebben bestaan.
Thans evenwel is om de eene of
andere onbekende oorzaak die reis
voor onbepaalden tijd uitgesteld. Of
politieke redenen aan dit besluit ten
grondslag liggen, weet men niet,
doch wel wordt verzekerd, dat het
genomen werd, nadat de keizer een
langdurig onderhoud met von Bis
marck heeft gehad. De geruchten
betreffende eene samenkomst dei-
drie keizers houden aan, en de om
standigheid, dat de Czaar aller Rus
sen binnen kort een tocht gaat
ondernemen naar de westelijke gren
zen van zijn gebied, geven daaraan
wel eenigen schijn van waarheid.
In politieke kringen echter wordt
beweerd, dat noch omtrent de zaak
zelve noch omtrent de plaats der
samenkomst iets met zekerheid is
bepaald.
De Russische regeering heeft
met de benoeming van den heer
Christovics tot goeverneur van Oost-
Rumelië geheel haren zin gekregen.
Bekend is het, dat zij er voortdu
rend naar streefde meer- en meer
haren invloed in dit gewest te doen
gelden, zoodat zij zonder tot eene
feitelijke annexatie over te gaan,
de zaken aldaar naar haar inzicht
zou kunnen leiden. Zoolang Aleko-
pacha het bewind voerde, behoefde
zij hierop niet te rekenen, daar deze
zoo niet een vijand van Rusland,
dan toch in ieder geval ook geen
vriend van dit rijk genoemd kon
worden. Nu Aleko evenwel om ver
schillende redenen gemeend had zijn
ontslag te moeten nemen, wendde
men te Konstantinopel al zijnen in
vloed ten gunste van Christovics
aan, omdat diens sympathieën voor
het Czarenrijk maar al te goed be
kend waren. Na lang aanhouden
mocht het gelukken de Porte thans
de veranda schraagden en bereikte
met de vlugheid van een matroos
aldus de veranda. Eenmaal daar,
liep hij op bloote voeten om niet
gehoord te worden, naar een van de
geopende ramen en nedergehurkt
tusschen twee .Japansche vazen met
bloemen gevuld, sprak hij hij zich
zelf:
Hier hoor en zie ik alles
Het was Kazil.
Hetgeen voorviel geschiedde in
minder tijd dan wij noodig hebben
om het te beschrijven.
Welnu, beste meisjes! vroeg
de prinses na eenige oogenblikken
van stilte met vriendelijke zachte
stembuiging, welnu, hebt gij geen
woord voor mij?
Wel zeker, mevrouw, sta
melde Mary wij zijn n zeer dank
baar voor het belang, dat gij in ons
stelt en door de sympathie, welke
gij ons wel wilt betuigen, maar
Maar, voleindde de prinses,
eens voor Ruslands wenschen te
winnen, en het gevolg hiervan zal
zich weldra openbaren in een eenigs-
zins gewijzigd bestuur van Rumelië,
naar de bedoelingen der regeering
te St. Petersburg.
In de Noorweegsche Stortthing
heeft de minister van oorlog, de heer
Dah), geantwoord op de beschuldi
gingen tegen de regeering inge
bracht. De voornaamste grief van
den steller der interpelatie was het
onbruikbaar maken der geweren in
de tuighuizen voorhanden, en na een
onderzoek door den minister des
wege ingesteld, was hem gebleken,
dat zijn voorganger dit werkelijk
had laten doen, en dat wel uit vrees
voor eenen opstand. Tot heden was
er geen bevel gegeven om de ge
weren weder in huünen vorigen toe
stand terug te brengen, doch voor
het houden der groote militaire ma
noeuvres zou dit stellig geschieden.
Op voorstel van dengene, die de
zaak het eerst ter sprake had ge
bracht, werd besloten, de verkla
ring van den minister te stellen in
handen eener commissie, belast met
het onderzoek der verschillende pro-
tecollen over regeering-aangelegen-
heden, zoo nu en dan bij de volks
vertegenwoordiging ingediend.
In den laatsten tijd komt zoowel
te Berlijn als te New-York de vraag
herhaaldelijk ter sprake, wie toch
wel de opvolger zal worden van
den heer Sargent, den Amerikaan-
schen gezant, die, zooals onze lezers
zich herinneren, om het gebeurde
bij het Lasker-adres zijn ontslag ge
nomen heeft. Tot heden is die op
volger niet aangewezen, doch men
verzekert te New-York, dat bij de
regeering aldaar het voornemen be
staat den heer Mucklé als zoodanig
aan te wijzen. De Berlijnsche bladen,
i die van dit gerucht nota genomen
hebben, kunnen zich met deze keuze,
j indien zij werkelijk wordt gedaan,
zeer goed vereenigen. De heer Mu-
j cklé toch is in Duitschland geen on
bekende. Hoewel Amerikaan en me
de-eigenaar van een der rijkste
Amerikaansche bladen, heeft hij altijd
voor Duitschland eene blondere
voorliefde gehad en deze ook ge
toond, o. a. door in den Fransch-
Duitschen oorlog gelden te verza
melen ter ondersteuning der wedu
wen en weezen, welke in dien strijd
op Fransch grondgebied hunne echt-
genooten en vaders verloren. Met
zekerheid echter is omtrent deze
benoeming tot heden nog niets be
kend, en zelfs de officieuse bladen
onthouden zich zoowél van eene
bevestiging als van eene tegen-
maar uwe verwondering blijft
desniettegenstaande even groot; gij
kunt in mij niet anders dan eene
vreemdelinge zien, gij blijft mij altijd
als zoodanig beschouwen niet
waar, dat wildet gij zeggen?
Mary was voor alles oprecht, zij
kon niet liegen, ja zelfs haar ge
dachten niet verberg-en.
Ja mevrouw, dat is de waarheid.
Djella slaakte eene diepe zucht.
En toch ben ik u zoo gene
gen hernam zijJa eene
oprechte vriendinIk volg slechts
de inspraak van mijn hart, om na
het ongeluk, dat u getroffen heeft
hierheen te snellen, om u op te beu
ren en te troostenen u te be
schermen
Wii hebben een beschermer
en die ons niet zal verlaten!
En wie dan? riep de prin
ses uit:
Den goeverneur van Benares....
onzen landgenoot, Lord Singleton.
Uit Genève, de tijdelijke verblijf
plaats van den Spaanschen re
publikein Ruiz Zorilla, wordt be
richt, dat deze die stad tijdelijk heeft
verlaten, naar het heet om zijne
moeder in Spanje te gaan bezoeken,
die daar ongesteld moet zijn.
Natuurlijk zal dit bericht onder
de Spaansche regeeringskringen nog
al eenige sensatie verwekken, en
zal den politiebeambten wel een
nauwlettend toezicht worden bevolen
op al de gangen van dezen voor
de tegenwoordige regeering ge
vaarlijken persoon. Was het overal
binnen het rijk rustig, dan zou een
reis als die, waarvan thans sprake
is, minder opzien baren, doch met
het oog op de spanning, die aller-
wege heerscht, trekt zij bijzonder
de aandacht en zal zij niet strekken
om de gerustheid van het kabinet
te vermeerderen.
Lord Singletonantwoordde
Djella geyat, ik kom juist van
zijn woning; ik was zooeven nog
bij hem en hij juist zendt mij hier
heen.
Waarlijk, riepen de jonge
meisjes geheel gerust gesteld uit.
Ja, beste kinderen, ver
volgde de prinses, Lord Singleton
verzocht mij u te bezoeken.
Dan hebt gij voorzeker Sir
George en Sir Edward ontmoet?
vroeg Mary levendig.
Zeker.
Nu dan kunt gij ons wel op
helderen, waar zij zoo lang blijven?
Zij zijn bij Lord Singleton waar
zij een treurige plicht te vervullen
hebben, die hun tegenwoordigheid
diiar wellicht nog lang zal ver-
eischen.
Ziet gij nu wel zusjezeide
tot Marv, ziet gij nu wel,
dat wij ons noodeloos ongerust heb
ben gemaakt.
Blijkens berichten uit Soeakim
maakt Osman Digna zich andermaal
gereed, die stad aan te vallen. Dien
tengevolge is een detachement ma
rine-soldaten bevel gegeven aan land
te gaan ten einde de stad te bezet
ten, terwijl tevens de oorlogsschepen
in gereedheid worden gebracht, om
den vijand, indien hij werkelijk den
aanval waagt, zoo goed mogelijk te
ontvangen. In eigenlijk Soedan is
wederom eene vesting in handen
des vijands gevallen, zoodat zich
thans bijna, het geheele gewest, met
uitzondering van Khartoem en om
streken, zich in diens handen bevindt.
De zendelingen en proclamatiën van
den Mahdi worden dan ook naar
alle streken gezonden,welke onder de
muzelmansche bevolking, die door
haren godsdienst toch zeer vatbaar
voor dweeperij is, in den regel zeer
goed worden ontvangen. Zoodra zich
nu eenige gisting onder de aldus be
werkte stammen vertoont,' treedt
een door den Mahdi aangewezen
persoon als opperhoofd op en de op
stand is in vollen gang. Op deze wijze
is het hem reeds gelukt bijna geheel
Soedan voor zijne zaak te winnen,
terwijl hij tot zelfs, in Egypte deze
taktiek voortzet.
De Engelseïie bladen hetoogen
met nadruk de noodzakelijkheid, dat
de conferentie, komt ze nog bijeen,
zich uitsluitend met de finaneiëele
aangélegenheden inlate.
Voor weinige jaren, zoo beweren
zij, was eene internationale controle
gewenscht, doch nu het Britsche
leger eerst geheel alleen den opstand
„van Arabi-pacha heeft onderdrukt,
en daarna Osman Digna heeft ver
slagen, is dit onmogelijk geworden.
Thans moet de zorg voor de rust in
Egypte geheel aan Engeland wor
den toevertrouwd, want in geen ge-
Het is waar, antwoordde
Man^, op voorgevoelens kan men
niet vertrouwen.
Djella vervolgde:
Ik heb lang en breed met ons
beider vriend, Lord Singleton over
u gesproken, lieve meisjes, over
u en over uw verlaten toestand, welke
laatste mij bedroeft en ongerustheid
inboezemt..
Maar wij zijn niet verlaten,
mevrouw, antwoordde Mary.
Wat bedoelt gij?
Wel dat Sir Ëdward en zijn
broeder met ons den Bengalow van
onzen overleden voogd bewonen
Ja! dat weet ik wel maar daar
schuilt juist het gevaar
Welk gevaar bedoelt u, me
vrouw.
Lord Singleton met wien ik
er over sprak deelde geheel en al
mijn gevoelen en begreep eveneens....
Maar wii, mevrouw, wij begrij
pen u niet.