POPULAIR mm EI Oplage I 0000 Ex. Zaterdag' 24 Mei 1884. N<». 209. taeeWempg. PUBLICATIE. FEUILLETON. MUM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Nommers 5 Verschijnt Dagelijks uitgcncmen Zon- en algemeene Feestdagen. Bureau: KLEINE HOUTSTRAAT No. 9. Drukkers-Uitgevers: BOM AU 3 CoM te Haarlem. Hoofdage ut en voor het Buiten/and-. Compagnie Générale de PiibVicïté Et range re G. L. BA VBE Ce., JOH. F. JONBS. Snee., Parijs, 311-is Faubourg Mont wast re. ADVERTENTIEN: van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM. Rijksmuseum aan Schilderij- on het Paviljoen. Geopend op werkdagen van 10 tot 4 uur, op Zou- en Feestdagen van 12! tot 4 uur. Kinderen beneden de 8 jaar tietilicn geen toegang, kinderen van 8 tot 33 jaar alleen onder geleide. Toegang vrij. Koloniaal Mitsen ui óp hel Paviljoen. Ingang Dreefzijde 2e deur. Geopend dagelijks van 30 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs eu leden der Ncdcrlandsclie Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon1 van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Museum can kunstnijverheid op hel Paviljoen. Ingang Dreetzijde le deur. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Ncderlandscke Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met. 1 dame. Bisschoppelijk mitsen.u voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis van Nederland en meer bijzonder van bet Haarlemsnlié Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag. Zou- en Feestdagen, van 105 uur. Toegang 25 ceuts per perso a 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raad/mis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen van 10—4 uur. van 15 October tot 14 April op die dagen van 10—3 Zondagen kosteloos van 124 uuv. de overige Christelijke iecstdagen tegen betaling van 25 cents per persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden iu het geheel niet toegelaten; kinderen Teglers museum in de Bamstraut. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen van 113 uur. Te;/Iers bibliotheekGeopend Woensdag. Donderdag, Vrijdag en Zaterdag Woensdag en Zaterdag vau 24 uur. Orgel-bespeling ia de Groote Kerk. Dinsdag van 12 en Donderdag van 23 uur. Toegang oleur Oudegroeninarkt) vrij. Doorloopende toegangskaarten voor een geheel jaar r tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen op 8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide. 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopend De BURGEMEESTER van Haarlem "brengt ter kennis van de ingezete nen, dat Brievenbussen voor de Gemeente-Reiniging zijn ge plaatst aan de Hulpbureaii's van politie, aan het Hollandsche Spoor wegstation en aan het Groote HoutheJi. Haarlem, 21 Mei 1884. De Burgemeester voornoemd. E. A. JORDENS. Stremming der Scheepvaart. DE COMMISSARIS DES KONINGS IN DE PROVINCIE NOORDHOLLAND brengt ter kennis van belangheb benden, dat, wegens het verwisselen van sluisdeuren in de Schutsluis Willem m aan h QiNoordhollandsch ■Kanaaltegenover Amsterdam, op 27 Mei eerstkomende en de heide daaropvolgende dagen met die sluis NIET zal worden geschut, en dat gedurende die dagen alleen zal wor den geschut met de schutsluis Wil lem I. Haarlem, 20 Mei 1884. De Commissaris des Konmgs SCHORER. ALGEMEEN OVERZICHT. Op last der Britsche regeering, hebben de autoriteiten te Cairo reeds een aanvang gemaakt met de voorbereidende maatregelen, voor de eerstdaags uit te zenden expeditie naar Soedan. Een 12000tal kamee- len worden tot dat einde aange kocht, terwijl in de tuighuizen eene groote bedrijvigheid heerscht. Het DJELLA DE GEMASKERDE PRINSES. EEN ROMAN UIT ENGELSCH INDIË VAN XA VIER DE MOXTÈPIN. 88) Tweede Gedeelte. HET JAARFEEST VAN JAGARNAUTH. Door welke deur zullen wij -uitvallen? vroeg Edward. Door deze, antwoordde Georg'e, terwijl hij de dichtst nabij- zijnde aanwees. Goed! riep de jonge En- gëlschman uit. God zij met ons Vooruit dan maar Hij wilde reeds naar buiten stor men, toen Stop, die anders gewoon lijk zoo bedaard en langzaam was, opvloog, zich voor het voorhoofd schijnt der regeering thans ernst te zijn met hare voornemens en toe zeggingen, waarbij zij generaal Gor don hulp beloofde. Verwonderen kan ons dit trouwens niet. Van dag tot dag gingen de zaken achteruit. De opstand, dien men eerst als eene kleinigheid beschouwde, nam telkens grooter verhoudingen aan, zoodat het eene gewest na het andere zich bij de ontevredenen aansloot, en er weldra geen enkele stad, Khartoem uitgezonderd, was, op wier trouw men zich kon verlaten. Gordon, wiens stoute tocht naar de hoofd stad van Soedan de bewondering van vriend en vijand wekte, werd eerst allerwegen met gejuich be groet, doch het bleek weldra, dat die juichtonen eerder de uiting waren van bewondering gewekt bij eene overblufte menigte, dan wel bewij zen van onderwerping aan het ge stelde gezag. Thans wordt hij be legerd door degenen, die hem vroe ger bewierrookten, en viel hij onge lukkig in hunne handen, hij zou tot de droevige ervaring komen, dat de toovermacht, die hij eerst op de menigte uitoefende, verbroken is. Zijne hoop is thans slechts geves tigd op de kracht der Europeesche bajonetten, op de krachtige taal der EngelscheArmstrong-kanonnen.Wat ons en bijna ieder in Europa ver wonderen kan en moet, is de hard nekkigheid, waarmede het Engel- sche ministerie vasthield aan zijn beginsel, van het niet tusschenbei- den treden. Van verschillende zijden toch werd bij genoemd ministerie aangedrongen op het nemen van krachtige maat regelen. Zoowel liberalen als con servatieven achtten dit de plicht der regeering, doch het eenige antwoord, hetwelk Gladstone op alles wat om trent deze aangelegenheid werd ge- sloeg en Edward met een kreet bij den arm greep. Hé! wat is er? vroeg de jongeling verwonderd. Niets anders dan dat ik Uwe Hoogheid smeek niet zoo overhaast te werk te gaan. Waarom niet? Omdat, indien het mij veroor loofd is hem mijne meening onder het oog' ie brengen, wij mijns inziens over vijf minuten geheel buiten ge vaar zullen zijn en die schelmen van Hindoes niet anders dan vuur zullen zien. en dit dank zij een uit muntend denkbeeld dat mij daar j l invalt. Deze woorden maakten een leven-1 digen indruk op de omstanders en i deden aller hoop herleven. Laat hooren. meester Stop zeide George Malcolm. Verklaar j j u. Hoe zult gij dat aanleggen 1 Door ons niet langer in te j i laten met de booswichten, die hier zeg'd, gaf, bestond slechts hierin: de toestand is nog' niet zoo gevaarlijk, dat hij onze tusschenkomst nood zakelijk maakt. Ten slotte evenwel werd de stem der publieke opinie zoo krachtig, liet zich de eisch van een verontwaardigde menigte zoo luide hooren, dat het ministerie wel genoodzaakt was zijne lijdelijke houding te laten varen, en eene keuze te doen tusschen aftreden, of het inslaan van eenen anderen weg. Na lang' aarzelen koos het het laatste, en nu de teerling geworpen is, mag men het van de bekende bekwaam heden der Britsche overheden ver wachten, dat op den thans inge slagen weg flinke stappen gezet zullen worden, 't Is voor Gordon en voor Engeland te hopen, dat het nog niet te laat moge wezen. Meer en meer wordt het waar schijnlijk, dat de Egyptische con ferentie spoedig te Londen bijeen zal komen, en dat wel met een uitgebreid programma. Frankrijk blijft bij haren eisch om de geheele kwestie aan eene discussie te onder werpen en in het Britsch kabinet zijn verscheidene personen, die zich daartegen niet verzetten. De andere mogendheden, hoewel niet zoo sterk erop gesteld, dat alles wat op Egypte betrekking heeft, aan het oordeel van Europa onderworpen zal worden, verzetten zich evenwel tegen Fran- krijks verlangen niet, zoodat er alle hoop bestaat, dat men het ten slotte hierover eens zal worden. Of de conferentie evenwel daardoor in practisch nut zal winnen valt zeer te betwijfelen. Ondanks het uitge breid programma, zal Engeland niet te bewegen zijn ook maar een gedeelte harer plannen op te geven, of afstand te doen van den invloed, dien zij op den Khedive verkregen I heeft. Nooit zal de Britsche trots i het dulden, dat een Engelseh leger j bevelen ontvangt van eene Euro- peesche commissie, en het is derhalve te voorzien, dat men het in de hoofd- punten toch niet met elkander eens zal kunnen worden. Van Generaal Hewett, die, zooals onze lezers zich zullen herinneren, door zijne regeering met eene zen ding naar den koning van Abyssinië is belast, heeft men thans eerst iets vernomen. Nog altijd heeft hij het doel zijner reize niet bereikt, daar men hem op zijn tocht moeilijk heden in den weg heeft gelegd, die hem zeer veel opgehouden hebben. Hij heeft thans reeds enkele leden van zijn gevolg vooruit gezonden, met het doel de onderhandelingen over een te sluiten verdrag te ope nen, doch tot heden heeft hij niets vernomen van de ontvang-st welke koning Johannes dezen lieden heeft bereid. Osman Digna, die nog altijd met zijne benden voor Asoeah ligt, schijnt niet veel lust te hebben, zich nog maals bloot te stellen aan den kogel regen uit de Engelsche vuurmonden. Nu hij ten minste de zekerheid heeft dat de Britsche Blew-jackets en de matrozen der oorlogsschepen de stad bewaken, waagt hij het tot heden niet haar aan te tasten, en verge noegt hij er zich slechts mede de toegangen tot de stad te blijven bezetten, en de omstreken onveilig te maken. Men had zich er anders reeds op voorbereid om hem zoo goed mogelijk te ontvangen. Als eene uitzondering mag wel worden ge meld, dat de geest der Egyptische troepen, die de stad insgelijks bezet ten, door de Engelsche officieren, onder wier leiding zij staan, zeer wordt geroemd. Men is dit van die soldaten niet gewoon. het huis omsingelen en bewaken, gelijk een wildstrooper den uitgang van een konijnenhol. Vindt Uwe Hoogheid niet, dat ik gelijk heb? Voorzeker, uitmuntend, alleen... Wat alleen, Uw Hoogheid? Is het uitvoerbaar? Daar sta ik u voor in. Hoe dan? Ziehier de zaakIndien wij die deur daar voor ons uitgaan, dan loopen wij juist in den val en onze vijanden te gemoet, en worden wii vereerd met een algemeene losbran ding en stellen wij ons minstens bloot een kogel in arm of been te krijgen. Dat is ongelukkig zelfs zeer waarschijnlijk, antwoordde George Malcolm. Dus moeten wij zorgen dat wij voor het oog'enblik onzichtbaar en onkwetsbaar worden, ver volgde Stop. Goed, maar hoe zullen wij dat aanleggen? In de Fransche Kamer van afge vaardigden wier zittingen thans weder geopend zijn, heeft, zooals men trouwens verwachtte, de minis- ter-president, de heer Ferry, eene verklaring voorgelezen, waarin met zekere zelfvoldoeninggewaagd wordt i van alles, wat gedurende de afge- j loopen vakantie belangrijks is ge-- I schiedt. j Natuurlijk vormde het met China gesloten verdrag de hoofdschotel van den maaltijd, den leden voor gezet', en met weigeplaatsten trots j liet de spreker uitkomen, welke voordeelen daarbij, dank zij de dap- perheid van het leger en de be kwaamheden der onderhandelaars, voor de republiek verkregen zijn. Door bijna de geheele vergadering werd die verklaring met luide tee kenen van imstemming begroet, en die instemming sloeg zelf tot entliou- j siasme over, toen een der leden voor- I stelde den dank van het vaderland te i betuigen aan het leger en aan de sol- daten, die door hunne dapperheid en algeheele toewijding aan de goede zaak, zooveel schoons tot stand ge bracht hadden. Onmiddelijk na het voorlezen der verklaring stelde de minister voor om een krediet van 31 millioenen te openen, ten einde de zaken in Tonkin op een goeden voet te brengen en een van 5 millioen ten behoeve der Madagascarsche kwestie. Beide verzoeken werden gesteld in handen der financiëele commissie, die daar over zoo spoedig mogelijk rapport zal uitbrengen. Ook de Senaat heelt eergisteren zijne zittingen geopend, doch de eerste bijeenkomst ken merkte zich al dadelijk door een leelijk tumult. Een der leden vroeg verlof de regeering te interpelleeren over den stand der onderhandelingen betreffende de Egyptische conferentie, Dat is zeer gemakkelijk en eenvoudig', Uwe Hoogheid. Nu, hoe dan? Door op de wijze van de veld muis en den mol hier onder den grond te kruipen om een eind ver der veilig en wel weder voor den dag te komen. Voor den drommel! riep George uit, dat zou kostelijk zijn. Het is alleen maar jammer dat het in het onderhavige geval onuitvoer baar is! Zou ik Uwe Hoogheid mogen vragen mij wel te willen zeggen waarom? Omdat wij geen tijd hebben om een onderaardschen gang, zooals gij bedoelt, te graven. Stop plooide de lippen tot een glimlach en zijn gelaat helderde op. Dat behoeft ook niet, zeide hij vervolgens. Hoe zoo? vroeg George met toenemende nieuwsgierigheid. Omdat die gang er reeds is. Weet gij dat zeker? Zoo zeker als ik leef. Ik heb hem onlangs ontdekt toen ik in den kelder rondsnuffelde. Niemand weet dat hij bestaat. Is het niet een ge luk, dat ik graag alles weet? Waar komt hij uit? In dat kleine ronde gebouwtje met dat rieten dak achterin deu tuin onder die groote hoornen, op vijftig pas van hier en dal men den ijskel der noemtwaarom mag God weten, want in dit vervloekte land is geen ijs! George Malcolm drukte zijn trou- j wen knecht de hand en riep uit Beste Stop! weet gij wel dat gij ons het leven redt? Dat weet ik waarlijk wel, Uw Hoogheid! Volg mij nu maar, ik zal u den weg wijzen. Uw Hoog heid vergeve mij dat ik hem voorga.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1