2e Jaargang'.
Maandag- 28
Juli 1884.
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per maand40 Cents.
Franco door geheel het Rijk p. maand 55
Afzonderlijke Hommers 5
Verschijnt Dagelijks uitgennmen Zen- en algemeene Feestdagen.
Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adresseeren
aan liet Bureau, Kleine Houtstraat No. 9.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L.
DAJJBE Co., JOH. F. .(,ONES, Stier., Parijs, 31lis Faubourg Mont mart re.
ADVERTENTIËN:
van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents.
Groote letters naar Plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur.
MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM.
Rijksmuseum van Schilderijen op het Paviljoen. Geopend op werkdagen van 10 tot 4 uur; op Zon- en Eeestdagen van 121 tot 4 uur. Kinderen beneden de S jaar hebben geen toegang, kinderen van S tot 12 jaar alleen onder geleide.
Toegang vrij. Koloniaal museum op het Paviljoen. Ingang Dreetzijde 2e deur. Geopend dagelijks van i0 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Nrdurlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op
vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang Dreetzijde le dear. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en
leden der Nederlamlsche Maatschappij ter bevordering vau Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. - - Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en gi -clucdenis. vooral
Nederland en meer bijzonder van het 1-Iaarlemsche Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen, van 105 uur. Toegang 25 cents per persoon. Doorloopcnde toegangskaarten voor een geheel jaar
i l11 in 1 -i. -- i r ^L.gen betaiing vau 25 cents per persoon, alleen op
8 tot 14 jaren niet dan onder behoorlijk geleide.-
1 10—5 i
k 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend van 15 April tot 14 October alle werkdagen van 104 uur, van 15 October tot 14 April op die
kosteloos van 124 uur, de overige Christelijke feestdagen tegen betaling van 25 cents per persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in het geheel niet toegelati
Teylers museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen
Woensdag en Zaterdag van 24 uur. Orgel-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van 12 c
11—3 i
Donderdag
Teylers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag,
23 uur. Toegang (deur Oudegroenmarkt) vrij.
kinderen
Vrijdag en Zaterdag van 14 i
Stadsbibliotheek Prinsenhof Geopend
Overdrijving.
Toonden wij de vorige week aan.
dat de manie van examen doen en
examen afnemen tot eeue verba
zende hoogte gestegen is, in onze
negentiende eeuw; wij gaven daarbij
tevens als onze overtuiging te ken
nen, dat deze liefhebberij veeleer
als een gebrek, dan wel als eene
deugd van den tijdgeest te beschou
wen was, en dat men wel zou doen
naar middelen om te zien, ten einde
claarin eenige verbeteringen te bren
gen. Wij namen ons daarbij voor,
in korte trekken den weg aan te
geven, waarlangs men tot eene
doelmatige hervorming zou kunnen
geraken.
Zien wij daartoe eerst eens naar
die examensdie de mensch op
jeudigen leeftijd reeds gedwongen
is af te leggen. Het behoeft natuur
lijk voor ieder, die eenigszins met
het onderwijs bekend is, geen betoog,
dat op de lagere school de over
gangsexamens, waardoor de leerling
van de eene klasse naar de andere
moet komen, volkomen overbodig
zijn. De onderwijzer, die hen den
geheelen cursus onder zijne leiding
heeft, moet voldoende op de hoogte
zijn van de vorderingen der leer
lingen, van de ontwikkeling van
hun verstand, om te kunnen beslis
sing of zij in staat zijn met vrucht
de lessen in eene hoogere afdeeling
te volgen.
Moeilijker gaat het evenwel om
uit te maken of, bij het verlaten der
lagere school, de leerlingen in staat
zijn de lessen aan een der inrich
tingen van voortgezet onderwijs te
volgen. Daar toch komen jongelie
den van verschillende scholen, waar
op onderscheidene wijzen wordt on
derwezen. Velen beschouwen dan
FEUILLETON.
„DE UITDRAGER".
Roman uit Tiet alledaat/sche leven.
Jonas, ge hebt als een barm
hartige Samaritaan met mij gehan
deld; ik, ik schaam mij, dat ik u
zoo lang' in mijn huis heb en u niet
beter heb leeren kennen. Voor alles,
doe mij het pleizier dien brief terug
te zenden, dien ik u gezonden heb.
Gij blijft, en als ge in den winkel
van den passementmaker wilt gaan
wonen, dan zal die niet duurder
zijn dan de kelder, hoor, vriend
Uwe vrouw heeft zich over mijn
armen verlaten zoon ontfermd, toen
dat gebroed, dat ik rijkelijk met
weldadeu heb overladen, mij en hem
in den steek lieten. Zie, Jonas, ik
vergeet nooit wat gij beiden voor
ook de toelatingsexamens als een
noodzakelijk kwaad. Toch,zou naar
onze meening, wel een weg gevon
den kunnen worden, waarop men
deze klip kon vermijden. In den
regel werken de inrichtingen van
voortgezet onderwijs geheel onaf
hankelijk van de lagere school. Het
is alsof men te doen heeft met twee
lichamen, die elk hun eigen weg
kunnen gaan.
O. i. is dit stelsel verkeerd. Het
voortgezet onderwijs moet aansluiten
na en ingrijpen in het lager onderwijs
en daarom is eene samenwerking
tusschen de onderwijzers van de
lagere school en de leeraren van de
middelbare hoogelijk te prijzen.
Waar deze bestaat, zou, dunkt ons,
het toelatings-examen gerust kun
nen vervallen. Immers, de eischen
die op dit oogenblik de middelbare
school stelt aan degenen, die zij als
leerlingen aanneemt, zijn voorzeker
aan het hoofd der lagere school
bekend, en daar deze zijne discipe
len kent, weet hij, beter dan een
examen dit kan uitmaken, of zij
daaraan voldoen. Wij hebben genoeg
vertrouwen op de eerlijkheid der
onderwijzers om het gevaar voor
misbruiken, dat er in eene be
vordering alleen op het advies van
het hoofd der lagere school steekt,niet
al te zeer te duchten. Bovendien is
het schooltoezicht er, om te beslis
sen, in hoeverre het onderwijs op
eene school voldoet aan de eischen,
die men daaraan kan stellen; zoodat
desnoods een examen alleen gevor
derd zou kunnen worden van die
leerlingen, welke eene inrichting
bezoeken, waar aan de verstandelijke
ontwikkeling der kinderen niet ge
noeg zorg wordt besteed.
Eene dergelijke regeling zou, be
halve het reeds genoemde, nog een
ander belangrijk voordeel opleveren.
Ons is meer dan een geval bekend,
waarin eene leerling de toegang
tot eene middslbare school gewei
gerd werd, die eene afwijzing niet
verdiende; terwijl anderen zijner ka
meraden, in ontwikkeling beneden
hem staande, doch minder zenuw
achtig dan hij, slaagden. Ieder, die
eenigszins op de hoogte van zaken
is, weet, dat het niet aangaat, het
intellect van eeneu mensch altijd te
beoordeelen naar het werk, dat hij
onder abnormale omstandigheden
heeft geleverd, zoodat in vele ge
vallen een examen toch een geheel
onzuivere maatstaf is.
Voor alles evenwel, moet bij eene
dergelijke regeling, wij hebben het
reeds gezegd, samenwerking bestaan
tusschen de onderwijzers der lagere
school en die bij de inrichtingen
van voortgezet onderwijs. Wanneer
de laatsten zich blijven beschouwen
als wezens van eene hoogere orde
en vergeten, dat ook zij slechts
medearbeiders zijn op het veld der
beschaving, waarbij hun waarlijk
niet de moeilijkste taak wordt op
gedragen, dan kan er natuurlijk
van eene dergelijk regeling geen
sprake zijn.
Hebben wij alzoo op dit gebied
een idee geopperd, dat misschien in
onderwijs-bladen voor nadere uit
werking vatbaar is; thans willen wij
eens een blik werpen in de zalen
waar weken aan weken commissiën
bezig zijn om adspiranten voor de
onderwijs-acten aan een onderzoek
te onderwerpen. Men denke niet,
dat daar iets voorvalt, wat de maat
schappij in haar geheel onverschil
lig kan zijn. Immers, zij die daar
zitten onder eene tropische hitte,
nog verhoogd door de zenuwachtige
gejaagdheid, waaraan het meeren-
deel der patiënten bij een examen
lijdt, zullen later, vader en moeder
mij gedaan hebt, zoo waar God leeft.
Het is een leer des Hemels voor
mij, dat een rijke toch maar eene
ellendige, hulpelooze worm is, Jonas,
en dat hij een warm gevoelig men-
sehenhart wel degelijk in den nood
gebruiken kan. Nooit heb ik beter
gevoeld dan nu, hoe alleen ik sta,
en welk een vriend gij alleen voor
mij zijt.
Tranen van aandoening en dank-1
baarheid vloeiden van Aken over de
wangen, en hij drukte de hand van j
.lonas krampachtig aan zijne borst.
Bij Schalm kwam geen traan in 't j
oog, maar hij beefde over zijn ge-
heele lichaamzijn stem was onvast,1
zijn gesprek haperde.
EindelijkMijn beste heer van
Aken, word toch niet boosZiet u,
ik ben een scherp spottende kerel
dat is waar; maar hier van binnen
ziet het er toch zoo kwaad niet uit. i
Ik heb ook zooveel tegenspoed on-1
dervonden. en daardoor hen ik zoo
bits geworden! 'k Was ook eens
welgesteld.... bahnu handel ik in
lompen en scherven. Maar ik ver
speelde of verbraste mijn geld niet!
Ik wou dat ik het gedaan had, dan
had ik nu ten minste nog de her
innering aan vroolijke uren. Ande
ren hebben van het mijne pleizier
gemaakt, en.... juist omdat ik te goed
en te dom was, moet ik nu boeten.
Daar u mij intusschen den winkel
geeft, denk ik dat alles wel weer
beter zal gaan, en mijn kind zal
dan ook niet langer zoo bleek zien,
als in dien dompigen kelder.
1 Is uw dochtertje daar ziek van?
Dat mag niet langer. Hoor Jonas!
op de tweede verdieping is eene
groote achterkamer leeg; trek daar
maar in, tot nieuwjaar toe. Wat?
is dat nu goed? En dan nog.... ja,
nu moet je me nog een pleizier
doen
- - Ik? U een pleizier doen'k Zou
wel eens willen weten waarmee!
uwe kinderen onder hunne leiding
krijgen. Hen zult gij uwe lieve
lingen toevertrouwen, en gij hebt het
recht eenmaal van hen rekenschap
te vorderen, betreffende de verstan
delijke en zedelijke ontwikkeling van
degenen, die u na aan het harte lig
gen. Het kan u daarom niet onver
schillig zijn, hoe de personen, met
het onderzoek naar de geschiktheid
dergenen, die zich als sollicitanten
naar eene akte van bekwaamheid
aanmelden, hunne taak opvatten.
Het valt ons, leeken op het onder-
wijs-gebied, zeker zeer dikwijls op,
dat er bij deze examèns zulk eene
ongunstige verhouding bestaat tus
schen de getallen welke het aantal
geslaagden en die welke dat der af
gewezenen aangeven. Meermalen
hebben wij ons natuurlijk afge
vraagd, zijn de eischen, welke men
in den tegenwoordigen tijd aan de
onderwijzeres stelt, zoo buitenge
woon hoog, dat slechts weinigen
daaraan kunnen voldoen, of ligt de
schuld hij de examinandi; zouden
deze laatsten ook misschien hunne
taak een weinig te licht rekenen
en zich hij de commissiën aanmel
den, zonder dat zij zich voldoende
rekenschap gegeven hebben van dat
gene, wat men bij hen naar alle
billijkheid mag verwachten? Gelijk
het in de meeste gevallen gaat, zal
het ook hier wel weder zijn: waar
twee kijven, hebben beiden schuld.
Herhaaldelijk toch is er reeds over
geklaag^. dat het programma, dat
de vakken omschrijft, waarover het
examen loopen moet, zoo verbazend
uitgebreid is.
Wij willen gaarne gelooven, wat
wij meermalen van zeer bevoegde
zijden hoorden verzekeren, dat de
genen, die met dit onderzoek belast
zijn er naar streven het den solli
citanten zoo gemakkelijk mogelijk
Maar, kwalijk nemen moet-je
't niet. vriend't Is louter een koop
mansvoorslag.
Nu, wat dan?
Ik heb daar duizend daalders
[liggen in de secretaire; ik kan geen
I geschikte hypotheek opsporen, die
j zeker is en niet te weinig renten
j geeft. Dat geld.... tegen vier percent
kun je 't krijgen.
Een moeilijk geval!
Jonas sprong op, en ging de ka
mer op en neer. Dat is eene te....
al te groote verzoeking-, mijnheer
van Aken. Zulk een aanbod moest
u een armen man niet doen; dat is
niet goed van u.
Jonas, ik verzoek u vriende
lijk, neem het geld toch aan! Meent ge
dan, als ik gestorven was, dat ze
die duizend daalders rustig in die
I lade hadden laten liggen, dat ge- j
ineene volk, dat mij verliet?
Voor vier jaar en tegen vijf
i percent, anders niet.
te maken; doch dit neemt niet weg,
dat, ondanks deze welwillendheid
van hunne zijde, de studie, welke de
aanstaande onderwijzer moet maken,
alles behalve gemakkelijk is. Waar
anderen zich slechts tot een enkel
vak hunnen bepalen, moet de onder
wijzer van alles en nog wat werk
maken, en het veld, dat voor hem
ligt,is zoo uitgebreid, dat hij waarlijk
niet weet, hoe hij het moet aanleg
gen, om het geheel te overzien,
laat staan te bearbeiden. Wij ge
looven, dat zonder eenig bezwaar
voor de volksontwikkeling, gerust
enkele leervakken van de lijst kon
den geschrapt worden. Bovendien
is de bepaÜDg, dat elke kandidaat,
die in een hoofdvak of twee hij vak
ken onvoldoende is bevonden, on
verbiddelijk moet worden afgewezen,
o. i. ten eenen male verkeerd. Voor
de school is het voldoende, wanneer
de onderwijzer blijken heeft gegeven
van eene voldoende mate van gezond
verstand, algemeene ontwikkeling
en practische ervaring. Of hij precies
weet te zeggen welken grond men
in den eenen of anderen uithoek van
ons land vindt, waar deze of gene
stad van twijfelachtige belangrijk
heid ligt, van welken bergpas de
Zwitsers bij voorkeur gebruik ma
ken, of in welk jaartal de eene of
andere menschenslachting op groote
schaal heeft plaats gehad, doet naar
onze meening minder ter zake. Wij
gelooven zelfs, dat men menig pro
fessor aan onze universiteiten zou
moeten afwijzen, wanneer hij zich
voor het examen aanmeldde, omdat
hij op twee of meer bijvakken niet
sterk bevonden werd, en van hen
toch zal men niet durven beweren,
dat zij niet wetenschappelijk ont
wikkeld waren.
Ook hier heerseht derhalve, naar
onze meening, schroomelijke óver-
Goed, Schalm! zoo als ge wilt.
Morgen zal de notaris de zaak af
maken; neem alvast het geld maar
mee! Hij stond langzaam op,
opende de secretaire en telde her
geld voor. Met vochtige maar blijde
oogen streek Schalm het tot zich,
en dankte diep bewogen.
Dat hoeft niet, oudje! Ga je
nu maar eens goed'bezinnen, ho»
dat geld het voordeeligst te gebrui
ken. Maar zeg nog eens, Jonasmag
ik mijn zoontje nog niet zien?
Neen, mijnheer van Aken, u
is nog wat te vatbaar, en beter is
beter. Vraag het morgen aan dr.
Nagel, en is die er niet tegen, dan
mag u in Godsnaam den kleinen
bengel terug hebben.
Beide mannen schudden elkaar
met blijde aandoening de hand, en
Schalm kwam met recht aangename
gewaarwordingen de nauwe kelder
trappen af. Christina za' hij de kin
deren te naaien.