POPULAIR MIS-1 2e Jaargang'. Zaterdag' 9 Augustus 1884. No. 334. STRIJD. FEUILLETON. ABONNEMENTSPBIJS: Voor Haarlem per maand40 Cents. Franco door geheel het Rijk p. maand 55 Afzonderlijke Nommers 5 Verschijnt Dagelijks uitgenomen Zon- en algemeene Feestdagen. Brieven, gelden, advertentiën enz. franco te adresseeren aan het Bureau, Kleine Houtstraat No. 9. Hoofdagenten voor het Buitenland: 'ompagnie Générale 'le Publïcifé Etrangère G. L. DACBE Co., JOU. P. JONES, Sue.'., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. ADVEBTENTIËN: van 15 regels 25 Cent; iedere regel meer 5 cents. Groote letters naar Plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot 's middag 12 uur. MUSEUMS EN ANDERE BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN HAARLEM. Rijksmuseum van Schilderijen op het Paviljoen. Geopend op werkdagen van 10 tot 4 uur; op Zou- en Feestdagen van 12.J- tot 4 uur. Kinderen beneden de S jaar liebbcu geen toegang, kinderen van S tot 12 junr alleen onder geleide. Toegang vrij. Koloniaal museum op het Paviljoen. Ingang Drectzijdc 2e deur. Geopend dagelijks van Ï0 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering \an Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen toegang, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Museum van kunstnijverheid op het Paviljoen. Ingang Dreefzijdc le deur. Geopend dagelijks van 10 tot 4 uur. Toegang 25 cents per persoon. Donateurs en leden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hebben op vertoon van diploma vrijen tocgHiig, donateurs met gezelschap, leden met 1 dame. Bisschoppelijk museum voor kerkelijke oudheid, kunst en geschiedenis, vooral van Nederland en meer bijzonder van het Haarlemsche Bisdom, Kruisweg No. 59. Geopend dagelijks, uitgenomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen, vau 105 our. Toegang 25 cents per persoon. Doorloopendc toegangskaarten voor een .geheel jaar k 1 gulden. Museum der stad Haarlem op het Raadhuis. Geopend \an 15 April tot 14 October alle werkdagen \an 104 uur, vau 15 October tot 14 April op die dagen \.-ui 103 uur tegen betaling van 25 cents per persoon, alleen op Zondagen kosteloos van 12—4 uur, de overige Christelijke feestdagen tegen betaling \an 25 cents per persoon. Kinderen beneden de 8 jaren worden in liet geheel niet toegelaten; kinderen van S tot 14 jaren niet dan ouder beho.ulijk geleide.— Tevlers museum in de Damstraat. Geopend dagelijks uitgenomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen \ao 113 uur. Tellers bibliotheek. Geopend Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van 14 uur. Stadsbibliotheek Prinsenhof. Geopend "Woensdag en Zaterdag van 2—4 uur. O ra el-bespeling in de Groote Kerk. Dinsdag van 1—2 en Donderdag van 2—3 nur. Toegang idenr üudegroenmarkt i vrij. Wanneer men alles goed be schouwt, dan is het toch op ons wereldrondje eene wonderlijke ge schiedenis. Geslachten komen, ge slachten gaan, nieuwe denkbeelden I komen op, om de ouden te verdrin- gen en moeten op hunne beurt weder voor nieuwere plaats maken, her vormingen worden ingevoerd de eene na de andere, en ondanks dit alles I blijft het in zeer vele opzichten bij het oude. Uiterlijk ja, merkt men eenige verandering op; de levenswijze der groote massa verschilt in den tegenwoordigen tijd veel van die, welke men vroeger volgde: de be schaving heeft enkele ruwe kanten van het menschdom weggenomen, doch in menig opzicht blijkt zij I machteloos tegenover de neigingen en gebreken, welke de maatschappij aankleven. De vorm verandert, het wezen blijft, dit is de waarheid,welke de geschiedenis van duizenden jaren onomstootelijk bewijst. Het ligt na tuurlijk geenszins in ons plan, de geschiedboeken te raadplegen, ten einde daaruit de bewijzen voor het bovenstaande op te sporen. Het eu- I kele woord, aan het hoofd dezer j kolom, is reeds voldoende om, in een enkel opzicht althans, deze waarheid te staven. StrijdZoolang de wereld bestaat, is er door den mensch gestreden, zoowel op geestelijk als lichamelijk gebied, al is er dan ook een groot verschil op te merken in de wapens, die men in den loop der tijden daarbij gebruikte. Al de vredezangen, zoo nu en dan aangeheven, de vrede bonden door utopisten opgericht, de tractaten door de machtigen dezer aarde gesloten, dat alles blijkt on- machtig, om een algemeenen wereld- „DE UITDRAGER". Roman uit liet alledaagsc'he leven. De oude heer van Aken was dus over zijn zoon buitengewoon tevre den; hij zag diens omgang in de grootere wereld te S...., juist als het zekerste middel aan, om de uitdra gersdochter uit het hart zijns zoons te verbannen, en hij bracht bij zich zeiven bijzonderen dank toe aan Schalm, die hem op het denkbeeld gebracht had om Eduard te verwij deren. De brieven, die Eduard. overeen komstig zijne belofte, elke maand aan Mathilda schreef, hekoorden haar in 't eerst bijzonder, inaar lang zamerhand brachten ze bij haar een vrede te scheppen. Integendeel, het is alsof wij op dit punt met reuzen schreden achteruitgaan. Of zijn niet de onderscheidene uitvindingen waarvan de 300 laatste jaren getui gen, voor een groot gedeelte ten goede gekomen aan het krijgswezen Nemen de oorlogen niet telkens in bloedigheid toe, omdat de vernielings werktuigen, door vindingrijke ver nuften uitgedacht, telkens en telkens meer de volkomenheid naderen? In vroegere eeuwen werden insgelijks bloedige veldslagen geleverd, woeste horden stootten niet zelden op elkan der; doch het slachten op groote schaal was vooral voor onze latere eeuwen bewaard. Thans kent men de kunst, om op eenen afstand, waarop men de voorwerpen welke zich daar bevinden nauwelijks kan onderscheiden, eenen medemensch van het leren te herooven. Of wij dit eene verbetering achten? Zeker niet. En toch wij gelooven, dat het eene onmogelijkheid zal blijken een einde aan dezen toestand te maken. Wat ook de humanisten van onzen tijd beweren; hoe goed zij het met de menschheid ook voor hebben; hunne denkbeelden zullen alleen in eene denkbeeldige ideale wereld voor uitvoering vatbaar zijn. 't Is te be treuren, voorzeker, doch men doet wel zich voorloopig althans in de werkelijkheid te schikken. Zoolang de mensch onvolmaakt is, kan hij het volmaakte niet hereiken. Ook in de wereld der denkbeel den merkt men een ophoudelijken strijd op, doch wat elders een vloek voor de menschheid is, kan hier ten zegen gedijen. Immers vooruitgang, veredeling moet de leuze zijn van elk, die zijne plicht goed begrijpt doch geen enkele stap wordt in deze richting gezet, zonder dat daarmede strijd gepaard gaat. In de meeste smartelijken en pijnlijken indruk te weeg. Ze waren inderdaad de trouwe weerschijn van zijn leven; ja zijne vermelding van bals, concerten, ma- tinées, soirées, zijne opgezwollen be schrijvingen van die aanzienlijke kringen, het hooge kunstgenot, de weelderige maaltijden, die hij bij woonde, veroorzaakten bij Mathilda een grievend leedgevoel. Hoe meer de brieven des gelief den hunne gewone eenvoudigheid verloren, des te meer kwam het najagen van bedwelmend zingenot, daaruit te voorschijn; hoe minder zij den ouden hartelijken toon, die zoo overtuigend werkte, aansloegen, des te duidelijker blonk daaruit de pronker, de vernufteling, de dames- held. Wel was alles ongedwongen, openlijk en met alle teederheid ge zegd, want alles had betrekking op Mathilda, en geen brief kwam zon der nieuwe diepe en gloeiende ver zuchtingen, maar toch was het niet gevallen toch ondervinden nieuwe ideeën tegenstand van den kant der genen, die of uit gemakzucht of uit eigenbelang aan het oude blijven hechten. De grootste geleerden aan wie de wetenschap belangrijke ont dekkingen te danken heeft, hebben in hun leven tijdperken gehad, waar in zij met den tegenstand van anderen te kampen hadden, waarin hunne woorden en werken aan de bespot ting werden prijs gegeven, en men hoogstens een medelijdend glim lachje voor hunne denkbeelden over had. Gelukkig voor hen, zoo de een of ander het niet beneden zich achtte, die ideeën aan eene grondige cri- tiek te onderwerpen, wanneer zij daardoor als van zelve gedwongen werden hunne denkbeelden nader uit te werkten, en de geopperde bezwaren te wederleggen. De strijd, die daaruit ontstond, wekte belang stelling en van deze tot de ontdek king der waarheid is slechts eene enkele schrede. De strijd voerde hier derhalve in vele gevallen tot over winning, terwijl een indommelen het gevolg geweest zou zijn van eene onverschillige minachting. Niet minder op politiek terrein bemerkt men door alle tijden heen eene geduchte wrijving op Ook daar staan de partijen vaak lijnrecht te genover elkander en bestrijdt men elkaar met alle middelen waarover men te beschikken heeft. Wat de een in het belang des lands nuttig en noodig oordeelt, keurt de ander hoogelijk af, en slechts in hoogst zeldzame gevallen is men het eens in de keuze der middelen, die tot eene verbetering in den eenen of an deren toestand kunnen voeren. Niet zelden is het in onze wetgevende vergaderingen een kruisvuur van opmerkingen, waarin ieder zijn best doet, den tegenstander van de voor- meer de vroegere, lieve, oorspron kelijke, beschroomde Eduard die tot haar sprak. Zij zag eene schaduw voor hare liefde naderen, donker en onheilspellend haar dierbare in den diepen maalstroom eener andere we reld, waarin de uitdragersdochter hem zag wegzinkenen vreesde dat haars vaders ernstige meening van Eduard gerechtvaardigd, en hare vereenig ing met hem nimmer wer kelijk worden zou. Hoeveel malen hield zij hem dat alles voor oogen? Hoeveel malen gaf zij hem klagende de vrees en ijverzucht van haar gekweld hart te kennen?.... Vergeefs! Het vol gende schrijven van Eduard was luchtig over alle terechtwijzingen heen; hij herhaalde vroegere be loften, zocht Mathilda door verzach tende gronden te overtuigen hoe noodzakelijk deze bon-ton was; maar juist deze bon-ton doodde Mathilda en lag den grond tot nieuwe en treffelijkheid der geuite denkbeel den te overtuigen, terwijl een oogen- blik daarna de motieven, die tot deze gevolgtrekkingen leidden, worden ontzenuwd en de redenaar van straks op onjuiste redeneeringen en ver keerd opgezette stellingen wordt ge wezen. Niet alleen de beginselen van den tegenstander worden daar aan eene gestrenge critiek onderworpen, ook zijne handelingen worden er getoetst. Dat men daarbij van weers zijden in vuur geraakt, kan zeker niemand verwonderen. Heeft men eenmaal de stellige overtuiging dat men het recht en de waarheid aan zijne zijde heeft, dan is het zeer natuurlijk, dat men die overtuiging ook aan anderen wil mededeelen, en daartoe al zijne overredingskracht en logica aanwendt. Voor dengene, die geheel buiten de kwestie staat, kan het dan soms wel eens zijn, als ging de ijverige voorstander van het eene of andere stelsel te ver; niemand zal hem ten slotte het vuur, waarmede hij zijne zaak verdedigt, ten kwade duiden. Voor alles is het evenwel noodig, dat men ook hier als eerlijke man nen tegenover elkander staat, en als zoodanig zich ook uitsluitend van eerlijke en geoorloofde wapenen bedient. Hij die zich uit overtuiging geroepen acht als kampvechter op te treden voor het eene of andere stelsel, die na grondig onderzoek, na een ernstig wikken en wegen van het voor en het tegen van het eene of andere beginsel, partij geko zen heeft en zijne denkbeelden met het vuur der overtuiging verdedigt, dwingt zelfs den tegenstander eer bied af, en zal, al blijft hij ook in de minderheid, niet tevergeefs geij verd hebben. Afkeuring ja verachting zelfs van alle weidenkenden verdient het even- diepere kwellingen. Het werd hoog tijd dat de vacan- tie inviel, die gelegenheid zoude geven om persoonlijk zoo menig mis verstand bij de geliefden uit den weg te ruimen, want reeds was het tus- schen hen tot een onpleizierige stem ming gekomen, zooals er nog nooit, zelfs niet in hunne kinderspelen, be staan had. Moeder Christina deelde de ge voelens en de bezorgdheid van Ma thilda heel en al, evenals Betje. hare oude vertrouwde. Maar, hoezeer zij ook haren vader beminde en hem haar vertrouwen schonk, Mathilda kon, uit ligt verschoonbare vrees, het toch niet van zich verkrijgen, om Jonas haar eigenlijke verdriet mede te deelen. Maar de oude had duizend ooren en bijzonder scherpe oogen. Hij lette wel degelijk op, wat er met zijne dochter gebeurde; hij was noch doof, noch blind voor hare neerslachtigheid, haar treurig voor- wel, wanneer men zonder degelijke gronden de goede bedoelingen van eenen tegenstander ontkent, zijne handelingen bij de onnadenkende hoorders of lezers verdacht zoekt te maken, en ook dit geschiedt helaas maar al te dikwijls. Waar men aan de kracht zijner motieven twijfelt, en te eigenzinnig is om ongelijk te bekennen, daar neemt men niet zelden zijne toevlucht tot het onedele wapen van den politieken lasteren werpt op anderen eene smet, die niet gemakkelijk is uit te wisschen. Dergelijke taktiek is in de hoogste mate atkeurenswaardig, en 'zij die zich daarvan bedienen, zijn het ver trouwen niet waardig, hetwelk de meerderheid der kiezers in hen stelde. Een strijd op deze wijze gestre den, wekt de hartstochten op, ver deelt het volk in kampen, die zeer vijandig tegenover elkander staan, en moet ten laatste op den onder gang der natie uitloopen. Trachten evenwel de woordvoer ders der onderscheidene partijen deze klip te ontzeilen, dan kan ook de politieke strijd goede vruchten voor het volksheil opleveren. Rust roest, zegt het spreekwoord, en ook voor elke regeering bevat dit eene heil zame les. Of spoort niet het bewust zijn, dat de tegenstander een oog in het zeil blijft houden en op moge lijke misgrepen acht geeft, de re geering aan tot dubbele waakzaam heid? Breugt eene degelijke critiek op de daden van eiken minister er niet toe, dat deze, voor hij een besluit neemt, eerst het voor en tegen eens ernstig overweegt, om eerst na rijp beraad aan een eenmaal opgevat plan uitvoering te geven. Waar strijd ontbreekt, daar wordt men er zoo spoedig toegebracht den ouden sleur te volgen, zonder ernstig na te gaan komenhare dikwijls zoo bleeke wangennoch voor de bedrukte stemming zijner vrouw, noch voor de verschillende tijdingen, die hij nu en dan inwon; uit dat een en ander vormde hij dan ook een oordeel over Eduard, dat de waarheid al bijzon der nabijkwam. Morgen hebben we den eersten Augustus, zeide Schalm eens bij 't eten, over twee dagen omtrent zal Eduard komeu. Daar ik weet, mijn lieve kind, hoezeer het hem bevalt bij die voorname lieden, evenals bij die fijne dametjes in S. zoo ben ik overtuigd dat gij tocL meisjestrots genoeg bezit, om hem het afscheid van «Koude-Steen# nie' weer zoo bang te maken als de eer ste maal. Hij mocht op 't laatst wel in 't geheel niet terugkomenMaar. als je hem toch spreken moet, en er niet buiten kunt, richt bet dan zoo in, dat ik er mij niet in behoe! te mengen, en kun je 't van je ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1884 | | pagina 1