Raai der Gemeente Haarlem
tige omgeving vaarwel te zeggen,
eindelijk besloten den terugtocht
naar het Rijndal te aanvaarden. Een
vrij steil voetpad voerde ons in de
richting van Rudesheim naar bene
den, en ik schroom niet het te be
kennen, dat wij blijde waren, xoen
onze voet weer op vlakken bodem
rustte en wij geene moeite meer be
hoefden te doen om de aantrekkings
kracht der aarde weerstand te bieden.
Hoe gemakkelijk toch het afdalen
gaat in vergelijking met het bestij
gen; wanneer men eenige voetstap
pen gezet heeft, bespeurt men al
spoedig, dat ook dit werkje niet zon
der moeite gaat. Toch waren wij
natuurlijk spoediger beneden dan
boven, en weldra bevonden wij ons
in het lief gelegen Rudesheim. Wij
besteedden den tijd, die ons nog
overig was, in de eerste plaats met
het versterken van den inwendigen
mensch, en leschten onzen dorst met
den bekenden Rudesheimer, waarna
wij enkele straten doorkruisten om
het merkwaardige dezer welvarende
plaats te bezichtigen. Lang konden
wij ons daarmede echter niet bezig
houden, want het doel van onzen
tocht voor dien dag was de bad
plaats Soden, aan den voet van den
Taunus gelegen. Tegen den avond
kwamen wij daar aan; doch daar de
duisternis reeds gevallen was, kon
den wij van de omgeving, waarin
wij ons thans bevonden, niet veel
meer onderscheiden, zoodat wij be
sloten, vroeg onze legerstede op te
zoeken, om den volgenden dag bij
tijds onzen tocht voort te zetten.
Of het kwam doordat wij in het
Zevengebergte en het Niederwald
door moeder Natuur verwend waren,
weet ik niet, doch de Taunus maakte
op ons niet dien indruk, welken wij
er ons van voorgesteld hadden. Wel
leverde ook hier de afwisseling van
hoog en laag grootsche tooneelen
op, en ademden wij met volle teu
gen de verkwikkende woudlucht in,
doch die majestueuse gezichten, die
wij van den Oelberg en den Dra-
chenfels hadden aanschouwd, zoch
ten wij hier tevergeefs. Soden zelf
is een lief gelegen plaatsje met vrien
delijke villa's en een schoon wan
delpark, dat zeker aan de hartstoch
telijke beminnaars van het buiten
leven veel genoegen kan verschaffen.
Wij besloten er voor dezen keer ons
gemak eens van te nemen en lieten
ons per as door den Taunus voeren
langs Kroonberg', Kroonthal, Ober-
ursel en Homburg naar Frankfort.
De drie eerstgenoemde plaatsjes
maakten op geen onzer een bijzon-
deren indruk. Wel verkwikten wij
ons te Kroonthal aan het staalhou-
dende water uit de Apolinus-bron-
nen, doch voor het overige verschilde
deze tocht weinig van de uitstapjes,
die wij zoo nu en dan ook in het
vaderland reeds meermalen hadden
gemaakt. Alleen Homburg, de be
kende badplaats, maakte daarop eene
gunstige uitzondering. Flier gevoelde
men als bij instinkt, zou ik haast
zeggen, dat men zich op eene plaats
bevond, waar de lieden uit de hooge
standen bij voorkeur de zomermaan
den doorbrengen. Alles zag er daar
even fijn en netjes uit. Flinke hötels,
prachtige wandelwegen, en schoone
toiletten waren het, die onze oogen
trokken, en het is waarlijk niet te
verwonderen, dat door dit* alles het
geheel een eenigszins stijf aanzien
kreeg.
De Duitsche keizerin was juist
dien dag op het slot, zoodat de
schoone slottuin,anders voor inwoner
en vreemdeling eene geliefkoosde
wandeling,'1 voor ons gesloten bleef.
De schoone lanen van het stadspark
evenwel stelden ons ruimschoots
schadeloos voor deze teleurstelling;
terwijl wij insgelijks eenig'e genoege-
lijke uren doorbrachten in den tuin
van het ICurhaus, onder den indruk
der tonen van de vrij goede mu
ziek, die hier tweemalen daags ge
geven wordt. Ook de straten der
badplaats leverden een zeer aardig
gezicht op,door de talrijke eerebogen,
die men zeker voor de keizerin daar
had opgericht, soodat wij over het
geheel zeer voldaan waren over den
tocht van dezen dag.
Was het wonder, dat de eentonige
schaduwlooze rijweg, die van Hom
burg naar Frankfort voert, een goed
deel van de geuoegelijke indrukken,
welke wij hadden ontvangen, weg
vaagde. Geen boom beschutte ons
tegen de zonnestralen, die wel is
waar in eene schuinsche richting op
ons nederdaalden, maar daarom niet
minder ons hunne warmte deden ge
voelen. Met vreugde begroetten wij
dan ook de torens van het aloude
Frankfort, dat ons enkele genoege-
lijke dagen beloofde. Immers de faam
had ons reeds lang van te voren
den lof dezer handelsstad verkon
digd. Voor ons, aan de drukte eener
woelige koopstad gewoon, kon de
afwisseling van de bedrijvigheid
eener woelige menigte met de stille,
hoewel overheerlijke natuur niet dan
welkom zijn. Ook op reis is het
spreekwoord waar: afwisseling ver
hoogt het genot; zoodat wij bij de
aankomst in het hotel niet te iang
aldaar vertoefden, maar zoo spoedig
mogelijk den wandelstaf opvatten,
om de stad in alle richtingen te door
kruisen. Onze eerste gang was na
tuurlijk naar de boorden van den
Main, eene schoone, vrij breede rivier,
die met de talrijke spoorbanen, die
in deze stad te samen loopen de ver-
voerwegen voor den handel uitmaakt.
Breede en schoone bruggen verbin
den de beide oevers met elkander,
zoodat men geen al te grpoten om
weg behoeft te maken, om van de
eene zijde naar de andere te komen.
Onze reisgidsen hadden er ons
waarlijk niet op behoeven te wijzen,
dat de inwoners van Frankfort een
zeer levendigen handel met alle
werelddeelen voeren. Nauwelijks
heeft men een voet binnen de straten
gezet, of aanstonds blijkt het uit de
bedrijvigheid, die er heerscht, dat
de menschen het volmaakt met de
Engelsche spreuk eens zijn: Tijdis
geld. Evenals in Keulen trof ons ook
hier het levendig verkeer, de ge
zellige drukte van rijtuigen en voet
gangers, het groot aantal winkels
van verschillende soort, maar bovenal
de levendigheid der bevolking. Wat
Frankfort evenwel van deze laatste
stad onderscheid, zijn de ruime en
flinke straten, die men er aantreft,
en de betere maatregelen, die er ge
nomen zijn om de afvoer van het
overtollige hemelwater te bevor
deren.
In Frankfort toch vonden wij ri
olen, terwijl in de overige steden
die wij bezochten, slechts open goten
tot afvoer van vuil dienden, zoodat
onze neus somtijds op allesbehalve
aangename geuren werd vergast.
Merkwaardig is het, dat terwijl
wij in Duitschland op de publieke
wegen bijna geen enkel tol aantrof
fen, de steden daarop eene uitzon
dering schijnen te maken. Te Keu
len kostte de toegang zoowel tot
de vaste als tot de schipbrug over
den Rijn 2 pfenning, terwijl we ook
hier eene brug aantroffen, waarvan
ons hetzelfde werd gevergd. Tot eer
van Frankfort zij evenwel gezegd,
dat men op eenigen afstand ook
bruggen aantrof waar de passage
geheel vrij was, wat te Keulen niet
het geval is.
Natuurlijk bezochten wij hier de
diergaarde en den wereldberoemden
plantentuin. Wat men in het bui
tenland van deze inrichting heeft
gezegd is waarlijk niet overdreven.
De palmentuin toch is een «jardin
botanique» zooals men zijne weder
gade in Europa moeilijk zal vinden.
Behalve de prachtige collectie tro
pische gewassen, die men in den
zoogenaamden wintertuin kan be
wonderen, heeft men hier heerlijke
lanen, die vooral in den zomerdag
als tot eene wandeling uitlokken.
Twee malen per dag wordt hier
door een zeer verdienstelijk orkest
een concert gegeven, zoodat men
de gelegenheid had natuur en kunst
tegelijk te bewonderen. Voor ons
Hollanders leverde evenwel'de keu
ken der restauratie weinig op, dat
ons kon bevallen. Trouwens over
het algemeen is dit aan den Rijn
het geval. Men moet bepaald inwo
ner zijn van deze streek, of door
een langdurig verblijf aldaas met
de gewoonten der Duitsche koks
vertrouwd geraakt zijn, om zich te
kunnen gewennen aan de spijzen,
die men u hier voorzet.
Natuurlijk begaven wij ons des
avonds nog eens door de woelige
straten der drukke koopstad. Wij
konden er evenwel niet toe besluiten
eene operette in het prachtige con
cert-gebouw te gaan hooren, zoodat
wij er ons toe bepaalden zoo hier
en daar eens een vluchtig kijkje te
nemen. Voor den Hollander en vooral
voor den Amsterdammer is dit wer
kelijk een genot. Meermalen maak
ten onze reisgenooten de opmerking
dat men de verregaande brutaliteit,
waardoor zich de Nederlandsche
straatjeugd zoo bijzonder onder
scheidt, hier weinig of niet aantreft.
De politie alhier vindt, naar men ons
verzekert, zoo noodigbij de burgerij
genoeg steun om dergelijke schan-
daliteiten, als te Amsterdam dikwijls
de openbare orde verstorenmet
kracht tegen te gaan, en gelijk al
tijd, voor eene krachtige politie, die
op de welgezinden kan rekenen, heeft
het groote en kleine gemeen ontzag.
In een opzicht echter komt Frank
fort vrij wel overeen met onze Hol-
landsche steden. Ook hier is geen
gebrek aan koffiehuizen, want overal
biedt men u de gelegenheid aan,
uwen dorst aan bier en andere dran
ken te laven. Eigenaardig echter
zijn de talrijke drinkhallen waar
men tegen eene betaling van 5 pen-
ping of 3 ct. Hollandsch een goed
en koel glas mineraalwater kan be
komen. Sterke drank of bier wordt
er in deze inrichtingen niet getapt.
Trouwens van het eerste maakt de
Duitscher over het geheel zeer wei
nig misbruik. Een ferm glas bier
kan hij verdragen; ja somtijds staat
men verbaasd over de kolossale hoe
veelheid, die hij daarvan verorbert,
doch op verscheidene plaatsen zoudt
ge zelfs geen spiritualiën kunnen
bekomen. Zeer gering is dan ook
het aantal beschonkenen, dat wij tot
heden in deze streken zagen.
VERGADERING
van den
van
Woensdag 13 Aug. 1884,
Tegenwoordig- 16 leden.
De notulen der voorlaatste ver
gadering en der laatste buitenge
wone vergadering worden voorge
lezen en goedgekeurd.
Voorz. deelt mede, dat waren
ingekomen van Ged. Staten: goed
keuring der 3de suppl. begrooting
1884 en van den staat van af- en
overschrijving dienst 1884, hetgeen
voor kennisgeving wordt aangeno
men.
Van de commissie voor volksge
zondheid was ingekomen een missive
houdende verzoek tot toezicht op
den verkoop van schadelijke eet-en
drinkwaren, welke voor kennisge
ving wordt aangenomenterwijl de
4de supplet. begrooting van B. en
W., dienst 1884, in handen wordt
gesteld der comm. van financiën.
Vervolgens wordt overgegaan tot
de punten der agenda.
De wet tot verandering der grens
tusschen Haarlem en Schoten wordt
voor kennisgeving aangenomen.
De missive van Gedep. Staten,
houdende goedkeuring van het be
sluit betreffende de paardenmarkten
wordt aangenomen, alsmede eene
missive van id. houdende goedkeu
ring van den verkoop van grond
aan den Wagenweg aan Verhagen
en van 't Wout.
Het eerste suppletoire cohier ad
f G497.235 wordt vastgesteld. De
heer IFuet deelt mede dat hij posten
van dien aard in het cohier heeft
aangetroffen, die hem terughouden
er vóór te stemmen. Het wordt aldus
aangenomen tegen de stem van
genoemden heer.
Aan de orde is thans de gemeen-
terekening over 1883 met het rap
port der comm. van financiën.
De heer Macaré wenscht de be
spreking hieromtrent uit te stellen
tot de volgende vergadering, om
rede eenige leden, die bij de behan
deling dezer zaak het grootste be
lang hebben, niet aanwezig zijn.
Voorz. zegt dat dit strijdt met de
wet. Gedep. Staten bepalen het tijd
stip, waarop de gemeente-rekening
moet inkomen. De raad heeft aldus
zorg te dragen, dat zij er op tijd is.
De heer Huet deelt het gevoelen
van den heer Macaré.
De heer Krelage gelooft dat het
goed zoude zijn dispensatie te vra
gen aan de Gedep. Staten en stelt
diensvolgens eene motie in, welke
met U tegen 5 stemmen wordt aan
genomen.
Thans komt in behandeling het;
rapport van B. en W. op het adres
der vereen, tot volksgezondheid en
het voorstel van Dr. Bauhamuer.
Laatstgenoemde heer vat terstond
het woord en wenscht de maatre
gelen te zien goedkeuren door liet
dagelijksch bestuur dezer gemeente
genomen; op den ingeslagen weg
voort te gaan en de noodige uitga
ven daarvoor te doen.
Spreker stelt voor om in buurten,
waar groote ophooping van men
schen bestaat, zuiver drinkwater ver
krijgbaar te stellen, de slechte pom
pen te sluiten en alleen eenige uren
vóór het aangaan der scholen, onder
toezicht, voor het gebruik tot straat
schrobben enz. open te stellen en ook
later, bij eene mogelijke epidemie,
de andere pompen te sluiten, zul
lende alsdan niets dan zuiver duin
water, dat onmogelijk besmet kan
zijn, daar het door aardlagen heen
trekt, die het zuiveren, verkrijgbaar
zijn. Daarom moeten nog meer stand
pijpen der waterleiding worden op
gericht, om in de gemeente een ieder
in de gelegenheid te stellen, goed
drinkwater te verkrijgen.
Voorz. deelt mede, dat thans reeds
vele maatregelen zijn genomen. Mor
gen (heden) is reeds in enkele buur
ten, waar het 't allernoodigst was,
duinwater om niet verkrijgbaar ge
steld.
De heer Krelage gaat geheel met
de opinie van den heer Baumhauer
mede. Hij wenscht aan het voorstel
van B. en W. eene kleine toevoe
ging te doen, zoodat dit als volgt
zal luiden
«Wij stellen alsnu aan uwe ver
gadering voor, de door ons tot dus
verre genomen maatregelen goed te
keuren en ons te machtigen, op den
door ons omschreven weg voort te
gaan, terwijl bij iedere raadsverga
dering een kort verslag zal worden
gegeven, wat gedaan is en wat ge
daan wordt ter bevordering van de
belangen der volksgezondheid, ter
wijl dan ook de ingezetenen door
kennisname daarvan uit de nieuws
bladen in de gelegenheid zullen zijn
van die maatregelen gebruik te ma
ken en bij eventueele uitbreking
der epidemie, steeds de beschikbaar
gestelde middelen zullen kunnen
aanwenden, ter voorkoming en ter
genezing der ziekte.
Dit amendement wordt met alge-
meene stemmen aangenomen.
Aan de orde is thans een voorstel
van B. en W. houdende een wijzi
ging in het reglement der meisjes
school welke zaak in de vorige
vergadering werd uitgesteld daar
de Voorz. der comm. voor het M. O.
de heer Huët, niet aanwezig was.
Deze heer deelt thans mede, dat
onderzocht is, hoe het staat met het
vak schoonschrijven. Hiertoe was
men op het denkbeeld gekomen,
daar er een der ouders naar had
gevraagd.
Spr. wenschte echter het vak
schoonschrijven om bijzondere rede
nen, waarvan een dat er op dit
oogenblik geen bevoegd leerares voor
beschikbaar is, af te schaffen, doch
daarvoor in plaats te stellen, dat
het onderwijzend personeel met zorg
op het schriftelijk werk der leerlin
gen zoude toezien, de meisjes aan
sporen om netjes dit werk te ver
richten en bovendien van tijd tot tijd
schriftelijk werk in de school onder
toezicht der onderwijzeressen te doen
uitvoeren. Wat het zangonderwijs
betreft, wenscht hij dit vak geheel
te schrappenhiervoor ontbreekt de
tijd, als men nagaat dat slechts 1/4
uur in een maand tijds aan dit vak
werd besteed. Bovendien is het niet
volstrekt noodig, daar men het beter
op andere inrichtingen leeren kan,
terwijl het alleen door de onderwij
zeressen behoort gekend te worden.
De heer Krelage geeft zijne ver
wondering te kennen bij de woorden
van den vorigen spr. Hij acht het
schoonschrijven vooral voor meisjes
onmisbaar. Hij wijst op de talrijke
slechte vrouwenhandschriften, ter
wijl de onhebbelijke gewoonte van
sommigen om gekruiste briefjes te
schrijven enz., veel tijdverlies bij het
lezen veroorzaakt.
Hij wenscht dus dit vak behouden
te zien en er zelfs nog meer uitbrei
ding aan te geven, daar het een
onmisbare kunst is, die in de werk
zaamheden van het dagelijksch leven
overal haar toepassing vindt.
Het aldus door den heer Krelage
ingediend amendement wordt met
11 tegen 5 stemmen aangenomen.
Daarna wordt ook het voorstel
tot schrapping van het vak «zingen»
met 9 tegen 7 stemmen verworpen,
zoodat beide vakken behouden blij
ven.
Thans wordt overgegaan tot het
voorstel van B. en W. op het rekest
van K. Bakker Jz. inzake diens
huis op den Kampersingelhoek
Z.-B. Spaarue.
De heer Iïuët voert aan. dat al
hier een verschil van opvatting be
staat. Eenerzijds heeft men die van
twee architecten, niet tot de stad
behoorend en anderzijds die van den
stadsarchitect. Hij stelt voor de zaak
te stellen in handen der commissie
van fabricage.
Voorz. stemt hiermede in en wenscht
de zaak ook in handen te zien dier
commissie. Het voorstel van den heer
Huët wordt met acclamatie aange
nomen.
Betreffende een door B. en W.
opgeworpen plan omtrent de plaats
tot stichting der 2de tusschenschool,
wenscht de heer Huët te weten of
er bij de overname van een deel
van Schoten ook eigendommen wa
ren. die aan de gemeente zijn ge
komen.
Voorz. antwoordt van niet.
De heer Dyserinck wijst er op,
hoe herhaaldelijk dat punt reeds is
besproken en niemand kan daartegen
hebben. Daar moet een school komen
dat is klaar en duidelijk.
De heer Derx meent, dat de comm.
van toezicht niet gerechtigd is te
zeggen waar de school moet komen.
De heer Cnoop Koopmans meent,
dat genoemde comm. zeer wel eenig
licht in deze zaak kan verspreiden
en wenscht daarom dat licht te
vragen.
Dit voorstel wordt als motie aan
genomen met 13 tegen 3 stemmen.
Aan de orde komt thans het voor
stel van B. en W. betreffende de
overbrenging der IF. B. school ter
opleiding voor handel en nijverheid
naar de Burgeravondschool.
De heer Krelage heeft met be
langstelling die stukken gelezen.
Het vroegere rapport van B. en W.
Hij wenscht de zaak tot eene vol
gende vergadering uit te stellen.
De heer Huët kan moeilijk hierin
medegaan. De zaak uitstellen staat
zijns inziens gelijk met een gewich-
tigen maatregel geen doorgang te
zien hebben. Spr. wenscht voor den
aanvang van den cursns in Septem
ber, de zaak nog te zien beslist.
De school thans heeft weinig ruimte.
Hij wenscht nog toe te voegen:
overwegende, dat de school te klein
wordt.
De heer Krelage trekt zijn amen
dement in.
Omtrent de meubelen der ver
schillende lokalen, wenscht de heer
Derx, die op de begrooting van het
volgende jaar gebracht, te zien.
De Voorz. is daartegen.
De heer Huët wenscht eerst het
advies der onderwijzers ingewonue»
te zien.
De heer Krelage wenscht een stel
sel aan te nemen volgens adviezen
van deskundigen.
Voorz. antwoordt, dat dit laatste
steeds werd gedaan en daarvoor de
comm. was. Ging men volgens de
onderwijzers te werk. dan zou mea
iederen keer verschillende meenin
gen omtrent de schoolmeubeien heb
ben, en zouden verschillende vormen
worden voorgesteld en daaraan kon
men zich toch niet onderwerpen.
De begrooting betreffende den aan
koop wordt verder toegestaan.
De laatste punten der agenda,
worden gedeeltelijk voor kennisge
ving aangenomen, zooals het rapport
der comm. van financiën betreffende
de begrooting der schutterij, eene
miss. van het burgerlijk armbestuur;
terwijl andere, wegens het verge
vorderd uur, tot de volgende ver
gadering worden uitgesteld en weer
andere, zooals het rekest van Ber-
tels en Co. in zake den aanleg van
electrische klokken, en een rekest
van den directeur der N. Z. H.
Stoomtramwegmaatschappij in han
den worden gesteld van B. en W.,
waarna door den Voorz. de vergade
ring wordt gesloten.
MARKTBERICHTEN.
Amsterdam, 14 Aug.
De prijzen der Aardappelen waren als volgt:
Westlandscbe Zand f a dito lossen
f a Muisjes f a Andij
kers f a 3.Katwijker Zand fl.a
3.Westlandsche Klei in manden f a
Katwijker blauwe zauders f a
Rijnsburgers f a Haarlemmer Zand
f 1.40a 1.50-, Noordwijker Zand f 1.a 2.50
Sassenheimer f a Geld. Kralen
f 1.25 a 1.75; dito Blauwe f2.25 a
dito Muisjes f a llillegonimer Zand
f 1.50 a 4.—; Friesche Hamburgers f 1.50 a
1.70; dito Jammen f2.— a Brielsche
Kralen f a
Aanvoer 1500 HL.
Petroleum. Markt onveranderd; locof95/s
E, Sept./Dec. f97/..
Tin. Banka f521/., Billitou f SO3/., op tor
mijn f51 a 511/.-
Tarwe in loco zouder noteeriog, op levering
fl lager, November f22G.