kenden leden ten deel vielen;de eerste j
te Hoorn en de tweede te Tongeren
(België).
Tevens werd aan den heer C. I
Christiaans, oud-secretaris der rede- j
rijkerskamer «Hofdijk» te Hoorn,
het eerediploma uitgereikt, hetwelk
door ZEd. onder het uitspreken
eener hartelijke en kernachtige rede
werd aanvaard.
Op 1 October a. s. zal ten dienste
van den Koning en de Koningin
des ochtends te 7 uur 55 min. van
het Loo naar Colmar Berg een extra-
trein loopen, die aldaar des namid
dags te 4. 50 min. aankomt.
In de residentie zijn aange
komen en aan hotel des Indes afge
stapt don Carlos Hongyn. minister j
te Madrid; alsmede de markiezen
De Monte Forte en Pedro de Monte
Fenor met familie, beiden uit Italië.
Prinses Dolgorouki heeft vóór
haar vertrek aan het geheele per
soneel der baden te Scheveningen
een geschenk in geld gezondende
directeur der baden, de heer W.
Hogervorst, ontving van haar eigen
handig een paar fraaie gouden man-
chetknoopen tot aandenken.
Graaf H. Yon Bismarck, ge
zant van Duitschland te 's Hage,
is in het Duitsche leger tot majoor
bevorderd.
De Minister van financiën
heeft vastgesteld het plan voor de
317e Staatsloterij. De collecte zal
worden geopend den 5 Nov. en ge
sloten den 15 Nov. De trekking der
eerste klasse zal aanvangen den len
December a. s.
Voor het wetsontwerp tot het
in overweging nemen van de wijzi
ging van art. 198 der Grondwet
zijn door de afdeelingen der Tweede
Kamer tot Rapporteurs benoemd de
heeren Schaepman, v. d. Linden,
Verniers v. d. Loeff, Tak van Poort
vliet en Beelaerts van Blokland.
Door den heer Klumpes, te
Rotterdam, is een adres gezonden
aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, om onderzoek te vragen
van een erfeniszaak, waarin adres
sant beweert op onrechtmatige wijze
te zijn benadeeld, terwijl het hem
tot dusver niet mocht gelukken, zijn
zaak bij het gerecht aanhangig te
maken. De erfenis in kwestie is af
komstig van wijlen den heer Nico-
laas Maarschalk, overleden te Green
ville in de republiek Liberia als
consul der Nederlanden en hoofd
agent van den heer Hendrik Mul
ler Sz., lid der Eerste Kamer, te
Rotterdam.
Door het hoofdbestuur der
Maatschappij van Landbouw in Lim
burg is een adres gericht tot de
Tweede Kamer, houdende verzoek
om, met het oog op den bedenke-
lijken toestand, waarin de landbouw
nijverheid in Limburg verkeert, de
uitvoering der Wet van den 25en
April 1879 eenvoudig te schorsen,
totdat de schattings-commissiën zul
len kunnen terugzien op een vijftal
jaren, die voor de herziening der be
lastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen vertrouwbare bouw
stoffen en een bruikbaren maatstaf
kunnen opleveren.
Het schijnt thans door den
minister van oorlog ten strengste
verboden te zijn, schrijft het Vad.
het bijna voltooide fort op de Hars-
sens te Nieuwediep te laten bezich
tigen. Althans zelfs aan officieren
van ons leger wordt geen toegang
meer verleend.
door een zachten, langzamen en op
zettelijk gesmoorden tred onopge
merkt trachtte voorbij te gaan. De
graaf wachtte een oogenblik. Toen
hij zeker was zich niet te hebben
bedrogen, trad hij haastig naar de
deur toe. Juist toen hij wilde openen
bleef hij weer stilstaan. Een zeer
zacht tikken op de deur werd van
buiten waargenomen.
Binnen, prevelde de graaf.
Een nieuw personage vertoonde
zich alras in de bibliotheek. Deze,
wien wij de eer eener vluchtige be
schrijving waardig keuren, was een
man van hooge gestalte, iets of wat
ouder dan de Vezay. Zijn dik en
gekroesd haar, dat vroeger twijfel
achtig blond was, begon reeds aan
de slapen en op de kruin grijs te
worden. Zijn gelaat was door de
zon bruin getint als dat eens Indi
aans en gaf ruwe trekken te aan
schouwen, terwijl een ruig vel dit
alles overdekte. Een zware knevel
Er worden, naar wij vernemen, I
thans plannen voorbereid voor de
verbouwing van de departementen
van binnenlandsche zaken en van
oorlog en voor de inrichting van I
nieuwe lokalen voor de gerechts-
hoven. Het gebouw voor de recht
bank is onvoldoende. Dat voor het!
kantongerecht geeit reeds sinds lang
tot ernstige klachten aanleiding. I
Het behoud van het tegenwoordig j
gebouw voor den Hoogen Raad
wordt meer en meer ongeraden ge
acht. Een deskundig onderzoek heeft
geleerd, dat aanzienlijke kosten noo-1
dig zouden zijn om het gebouw in
behoorlijken toestand te brengen en
te behouden.
Het denkbeeld wordt overwogen
om in één gebouw den Hoogen Raad,
de rechtbank en het kantongerecht
te vereenigen.
(D. v.s-G
Bezuiniging' Men verneemt,
dat na 1 Januari 1885 aan de de
tachementen suppletie-troepen, die
voor Oost- en West-Indië zijn be
stemd, niet langeraugurken
zullen worden verstrekt.
Eene vigilante, welke Zondag
avond den burgemeester van Loos
duinen, jhr. mr. H. v. d. V., en
echtgenoote, van het Bezuidenhout
te 's-Hage naar hun woonplaats zou
terugbrengen, werd bij het passee-
ren van den overweg bij de Rijn
straat aangereden door eene stoom
tram, die met vrij snellen gang van
de brughelling kwam. Door de hier
uit ontstane botsing werd het rij
tuig zeer beschadigd; het werd in
een oogwenk van lemoen, wielen
en onderstel beroofd, terwijl de por
tierramen tot gruis werden ver
brijzeld.
Als door een wonder konden de
heer en mevr. v. d. V. ongedeerd
uit het rijtuig stijgen. Zij werden
in het buitenblijf Boschlusl ontvan
gen. ten einde zich van den schrik
te herstellen. De koetsier had een
bebloed gelaat. Het paard, dat bij
de aanraking reeds buiten de rails
was, bekwam geen letsel.
Zondag nacht zagen een paar
heeren en een agent van politie,
dat twee personen zich toegang wil
den verschaffen in het pakhuis
Groenland, op de Keizersgracht te
Amsterdam. De agent van politie
had het geluk, hen beiden aan te
houden, en toen bleek het dat zij
reeds bezig waren de afsluiting te
verbreken. Zij werden medegeno
men naar het politie-bureau Oude-
brug, waar men tot de ontdekking
kwam, dat het twee beambten van
den Ned. Rijnspoorweg waren.
Aan de tooneelvereeniging Tal-
ma te Alkmaar is eene banier aan
geboden door dames-eereleden.
Te Koegras woedde Zaterdag een
felle brand in de boerenhofstede,
bewoond door W. Raven. Met de
aanwezige en later ook van Helder
ontboden brandbluschmiddelen ver
mocht men niet de vlammen meester
te worden, zoodat huis en inboedel,
benevens de geheele voorraad graan
verbrandden.
In het Dagbl. van "s-Gravenhage
van heden, leest men:
Een ons bekend inwoner dezer
gemeente schrijft ons uit de Saksische
Schweiz van den 17n dezer:
«Ik was heden-ochtend te Utte-
omgaf zijne bovenlip. Overigens
sierde een rossige kinbaard zijn ge
laat. De totale indruk, dien deze per
soon teweegbraehtwas en kon
niet anders dan hoogst onbevredi
gend zijn en bij nadere beschou
wing nam het stuitende eer toe dan
af. De blik van den man, dien wij
nu en tooneele voeren, was zoo
valsch en gluipend, dat een goede
inborst en eerlijke bedoelingen zich
onmogelijk hieraan konden paren.
Een rechtbank van gezworenen uit
de allervreedzaamste lieden samen
gesteld zou dien kwibus, alleen op
zijn voorkomen afgaandehebben
veroordeeld.
Nauwelijks in de bibliotheek aan
gekomen, hield hij stand. Met de
linkerhand ontdeed hij zich van zijn
vetleeren pet, die den vorm van een
afgeknotten kegel had. Met de rech
ter liet hij den kolf van een kara
bijn met getrokken loop op den
grond rusten. De snit van zijn groen
walde, bij eiken bezoeker van de
Saksische Schweiz welbekend als
gelegen aan den Uttewalder Grund.
«Donderdag is dat kleine, uit
stroohuizen bestaande dorpje afge
brand; 120 menschen, uitmakende
27 gezinnen, zijn zonder woning, en
alles, alles ging verloren: geiten,
koeien, kortom alles, waarvan niets
verzekerd is, daar de assurantie
maatschappijen dat weigeren, omdat
het stroohuizen zijnook een kind
kwam in de vlammen om. Treurig
is de aanblik van zooveel ellende
te midden van de Goddelijke natuur.
«Mag ik tot hen, die de Saks.
Schweiz al bezochten of die het nog
willen doen, een klein verzoek rich
ten, nl. om een bijdrage te zenden
aan den heer Schramm, Gemeinde-
alteste in Uttewalde (Saksen), die
de giften goed en doelmatig voor
de ongelukkigen zal aanwenden.
Mijn reisgenoot en ik offerden heden
ook ons bescheiden penningske.»
Een hooggeplaatste Russische fa
milie, die" dezen zomer vele weken
achtereen in het «Orauje-Hötel» te
Scheveningen logeerde, heeft vele
inrichtingen in het dorp bezocht en
met belangstelling bezichtigd. Bij
den heer Vierliug de lintzagerij
ziende, vraagde de vreemdeling, of
het ook mogelijk zijn zou, een k-roon
met de voorletters van zijn familie
namen te zagenop bevestigend
antwoord werd daartoe opdracht ge
geven, en na eenige dagen werd
inderdaad een kunstwerk afgeleverd,
dat de bewondering opwekte van
wie het zagen.
Te Gouda zal een Vlieger-wed
strijd gehouden worden voor jongens
beneden de 16 jaar, op Zaterdag 27
September a. s., des namiddag-s te
2 uur, op het land aan de Kleikade
bij De Kapmet vliegers op Hol-
laüdsche wijze opgelaten.
Uitgeloofd zijn de volgende prij
zen: een van 5 gulden voor den
hoogst staanden vlieger, (gewoon
model), een van 5 gulden voorden
hoogst staanden vlieger (buitenge
woon model), een van 5 gulden voor
den grootsten vlieger, (onverschillig
van welk model).
Bij ruime deelneming worden ook
nog- premiën voor iedere afdeeling
toegekend. De beslissing omtrent de
prijzen heeft plaats te vier uren, op
welk tijdstip alle vliegers moeten
staan.
Deelnemers aan dezen eersten wed
strijd van dien aard moeten vóóraf
hunne namen schriftelijk opgeven
in De Kapmet vermelding van het
model hunner vliegers. Op het land
wordt niemand toegelaten dan de
deelnemers, ieder met één helper.
Volgens het Utr. Dagblad is reeds
sedert eenigen tijd een plan tot uit
breiding der stad Utrecht bij het
dagelijksch bestuur aanhangig.
Zoo ook is het bij eenige kinder
vrienden, geabonneerden van Tivoli
het denkbeeld ter sprake ge
komen, gelden bijeen te brengen
tot het inrichten van eene kinder
speelplaats (in den trant van die te
Wiesbaden) op de breede strook
gronds. achter de groote concertzaal
van Tivoli.
De Oranjevaan meldt
«De raad der gemeente Breuke-
len-Neijenrode heett het ergerlijke
besluit genomen, aan een bijzondere
school voor jongejuffrouwendie
door slechts vijf, zegge 5, leerlingen
wambuis, zijn hooge leeren slob
kousen die tot boven de knieën
reikten en het met een wapenschild
voorziene plaatje aan zijn linkerarm
vastgehecht, toonden onwederspre-
kelijk aan, dat hij een onderge
schikte was en op het kasteel het
ambt van koddebeier vervulde. Wan
neer men dit aannam was men het
spoor volstrekt niet bijster. De pas
aangekomene sloot de deur achter
zich, en wachtte, na gegroet te heb
ben, roerloos en onbewegelijk, zon
der een woord te spreken.
Zoo, prevelde de Vezay,
zijt ge er dan eindelijk, Cail-
louët?
Ja, mijnheer de graaf.
Komt gij van de parkpoort?
Ja, mijnheer de graaf.
Gij waart derhalve op uwen
post?
Als naar gewoonte.
Sedert wanneer?
Sinds elf uur 's avonds.
bezocht wordt, onder wie nog drie
dochters van de nvroede en wijzen
mannen zeiven zijneen subsidie van
f700 te geven. Dit besluit is met
4 tegen 3 stemmen genomen.»
Zegt het voort!
De industrieelen uit Waalwijk en
omstreken zijn uitgenoodigd tot eene
bijeenkomst op 23 dezer aldaar, ter
gedachtenwisseling over de midde
len, die het best een flink optreden
der Nederlandsche leder-industrie
op de a. s. tentoonstelling te Ant
werpen kunnen bevorderen.
Dezer dagen kwam op een der
stations in Noord-Brabant, toen de
trein reeds afgeluid was, een werk
man aanloopen om met den trein te
vertrekken. In de meening, dat hij
voorzien was van een geldig plaats
bewijs, springt hij op een der rijtui
gen en kruipt in een remkasje. De
conducteur liet hem op het volgende
station uitstappen, vroeg zijn kaartje
1 en zietde man heeft niets bij
zich dan een paspoort van den mili
tairen dienst, waarop hij meende te
kunnen reizen, ingevolge de bepa
ling onderaan«Alle burgerlijke en
militaire autoriteiten worden ver
zocht, genoemden gepasporteerde
vrij en ongehinderd te laten passee-
ren» enz. Nadat hem aan zijn ver
stand was gebracht, dat hij om ver
der te reizen nog een ander biljet
noodig had, bleek nog, dat het pas
poort niet van hem was, maar aan
den eersten man zijner tegenwoor
dige vrouw had behoord!
Op het gehucht Lensheuvel, on
der Reusel, is brand ontstaan in de
woning van J. T. Huis en inboedel
zijn vernield. Een lid der familie,
die met de kermis aldaar was over
gekomen, verloor bij den brand zijne
spaarpenningen ten bedrage van
f 1000.
Negen maanden geleden brandde
deze woning ook af, en hetzelfde
had plaats een paar jaar geleden,
zoodat J. T. in 2 jaren tijds zijne
woning drie malen zag afbranden.
Alles was verzekerd.
In den vroegen morgen van Vrij
dag schrijft de Midd. Ct.
werden de bewoners van Poortvliet
door klokgelui uit hun slaap ge
wekt. De meesten waren dra op de
been om te vernemen waar de brand
was. Sommigen verschenen bereids
met het onderscheidingsteeken van
de brandspuit, maar niemand wist
te zeggen waar hun hulp noodig
was. In de kom der gemeente noch
in den omtrek was een spoor van
brand te ontdekken. Men snelde
naar den toren om iets naders te
hooren van den klokluider. Doch
daar werd de zaak nog slimmer.
Men vond de torendeur gesloten en,
hoe er gebonsd en geroepen werd,
men bekwam geen antwoord. Ein
delijk herinnert men zich, dat er in
den verloopen kermisnacht een paar
kermisbarden, alias liedjeszangers,
onder den toren waren «gestoken»
wegens openbare dronkenschap. Een
van de opgeslotenen is nog in den
ondertoren, die dienst doet als cachot
De andere was op den zolder die
niet afgesloten is. Daar vond men
hem dapper bezig aan het luiden.
Toen de veldwachter hem wees op
het brutale en strafbare van zijne
handelwijze antwoordde hij dood
leuk: «Ach mijnheer, ik had ook
Brengt gij mij nieuws?
Ja, mijnheer de graaf.
Ohriep de graaf uit, ter
wijl hij plotseling ontstelde en zijn
gelaatstrekken een pijnlijken plooi
aannamen. Maar in een oogwenk
was hij deze ontroering volkomen
meester. Hij hernam, hoewel met
onvaste stem:
Hebt gij iemand gezien?
Ja, mijnheer de graaf.
Ging hij het park binnen?
De koddebeier knikte bevestigend.
Ter sluiks? vervolgde de
graaf.
Als een strooper of als een
dief.
En die evenwel geen van bei
den was? mompelde de Vezay.
Noch het een, noch het an
der, hernam de jachtopzichter.
Hebt gij hem gevolgd?
Ja, mijnheer de graaf.
Tot hoe ver?
Tot het kasteel.
zoo'n brandenden dorst. En dan doet
een mensch al wat om de aandacht
te trekken.» Onze dilettant-kloklui
der, die, al had hij maar één arm,
het touw allerhandigst trok, werd
nu aan een vaste plaats gekluisterd.
Enkelen waren verontwaardigd en
boos, dat men zóó beetgenomen was,
doch er werd toch ook hartelijk
gelachen over de grap.
Door de brigade maréchaussée uit
Bladel zijn op de kermis aangehou
den de persoon H. T. en zijn meisje
uit Bergeik, verdacht van iu den
laten avond de woning van de ge
zusters II. aldaar, die reeds te bed
lagen, te zijn binnengedrongen en,
met takken gewapend, de bewoon
sters deerlijk te hebben geslagen en
mishandeld, terwijl ééne van haar
drie messteken in den arm bekwam,
die den geneesheer aanvankelijk
voor haar leven deden vreezen. Uit
een koffer, die later teruggevonden
werd en door de deugnieten aan
vankelijk schijnt medegenomen te
zijn, is f 300 contanten ontvreemd.
Na eenige achtereenvolgende
maanden haar moeder iu ongerust
heid te hebben gelaten, keerde de
minderjarige dochter, Gesien Bouw
man, wier opsporing door den bur
gemeester van Groenloo verzocht
was, Donderdagavond vrijwillig in
de moederlijke woning terug.
Eenige ingezetenen van Smilde
hebben ten postkantore doen weten,
dat bij hen op Zondag geen brie
ven behoeven te worden besteld.
Zondagavond sloeg bij een hevig
onweder de bliksem in de hofstede
van den landbouwer H. van Dijk,
te Kampereiland. Hoewel de spuiten
spoedig aanrukten, werd binnen kor
ten tijd de geheele woning in de
asch gelegd. Slechts eenig huisraad
vermocht men te redden. Alles was
verzekerd.
Men meldt uit Gieten van 19
September. De vrouw van Albert
Trip, wonende in het Gasselterveld,
gemeente Gasselte, op de grens de
zer gemeente, ging heden ochtend
omstreeks 11 uren uit een naburigen
put water -halen en deed de deur
der hut op slot, hare drie kinderen,
oud 5, 3 en 1 jaar, daarin achter
latende. Terwijl zij bij den put stond
te praten met eene andere vrouw,
zag deze dat de hut van Trip in
brand stond. Zoo spoedig mogelijk
gingen beiden er naar toe, doch het
was, helaas, reeds te laat om de
kinderen te redden. De geheele hut,
voornamelijk bestaande uit hout en
plaggen, gedekt met stroo, stond
reeds in lichte laaie vlam, en de
drie kinderen, waarvan 't kleinste
in de wieg lag, zijn jammerlijk om
't leven gekomen. Men vond de twee
oudsten bij de wieg liggen.
Waarschijnlijk is de brand ont
staan door de onvoorzichtigheid van
de kinderen.
Weet gij waar hij zich nu
bevindt?
In het kasteel.
De Vezay slaakte een kreet van
woede en smart, zooals men uitstoot
wanneer men door een kogel in de
volle borst wordt getroffen. Hij zeeg
op den stoel neer die naast hem
stond met zijn doodsbleek gelaat in
de saamgeklemde handen. Eenige
tranen vloten langzaam door zijne
vingers heen. Geen oogenblik had
de koddebeier den blik van hem
afgewend. Onoplosbaar raadselwel
verre van medelijden te gevoelen voor
deze grievende foltering, voor deze
onuitsprekelijke wanhoop lachte Cail-
louët schamper in het bewustzijn
dat dit niet bespeurd werd. Die
glimlach vertoonde iets zonderlings,
schrikverwekkends en buitengemeen
onheilspellends. Sedert het gesprek,
dat wij hebben medegedeeld, be
gonnen was, had de Vezay met
blijkbaren weerzin en zichtbare
angst zijne vragen gesteld. De kod
debeier scheen in tegendeel door
zijne lakonieke en telkens afgebro
ken antwoorden zijn heer willens
en wetens te noodzaken om zijne
vragen voort te zetten en te her
halen.
{Wordt vervolgd.)